[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over de brief van de deelnemende partijen in de Taskforce Infra (TI) over het wegnemen van belemmeringen stikstof in relatie tot infrastructuurprojecten

Problematiek rondom stikstof en PFAS

Brief regering

Nummer: 2020D44457, datum: 2020-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-124).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -124 Problematiek rondom stikstof en PFAS.

Onderdeel van zaak 2020Z20714:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS

Nr. 124 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 november 2020

Op 11 september 2020 heeft uw Kamer het kabinet verzocht om een reactie op de brief van de deelnemende partijen in de Taskforce Infra (TI) d.d. 30 juli 2020 aan het kabinet over het wegnemen van belemmeringen stikstof in relatie tot infrastructuurprojecten. Bouwend Nederland vraagt, mede namens deelnemende brancheorganisaties, in hun brief aandacht voor de ontstane situatie na de uitspraak van de Raad van State inzake het PAS. De partijen stellen dat de door deze uitspraak gegenereerde onzekerheid bij de vergunningverlening heeft geleid tot een grote terugval in opdrachtverlening. Zij geven hierbij aan dat noodzakelijke investeringen, zoals verduurzaming van de gebouwde omgeving, vertraging oplopen en dat het risico van baanverlies in de bouwsector ontstaat.

Het kabinet is zich bewust van de ontstane situatie als gevolg van de uitspraak van de Raad van State, waarbij vergunningverlening voor stikstofuitstotende projecten, waaronder in de bouw, aanmerkelijk lastiger is geworden, met alle gevolgen van dien. Naar aanleiding hiervan, alsook de brief van de brancheorganisaties, is het kabinet met betrokken partijen in gesprek gegaan over de gevolgen van de stikstofproblematiek voor de woningbouw- en de GWW-sector. In het overleg zijn diverse stikstof-gerelateerde belemmeringen en oplossingsrichtingen verkennend besproken.

In het gesprek is toegelicht dat het kabinet inzet op een structurele aanpak voor stikstof, waardoor naast behoud en herstel van de natuur geleidelijk weer meer ruimte ontstaat voor economische en maatschappelijke activiteiten. Daarnaast zet het kabinet diverse instrumenten in om ook op de korte termijn economische en maatschappelijke activiteiten weer mogelijk te maken. Daarbij gaat het om instrumenten zoals extern salderen, de ADC-toets en het verleasen van stikstofruimte, naast de eerder in de brief van april 2020 aangekondigde bronmaatregelen voor onder andere de bouw van 75.000 woningen, de zeven MIRT-projecten, het legaliseren van de meldingen en ruimte voor andere economische ontwikkelingen.

Het kabinet heeft tevens een aantal specifieke stappen gezet om tegemoet te komen aan de zorgen van de bouwsector. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat trekt versneld € 1,9 miljard uit voor het onderhoud en vervangen van wegen, spoor, vaarwegen en dijken. Tegelijkertijd heeft het kabinet in het recent aan uw Kamer verzonden wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering een gedeeltelijke vrijstelling van de natuurvergunningsplicht voor activiteiten in de bouwsector in de bouw- en sloopfase, waarin emissies tijdelijk en beperkt zijn, geïntroduceerd. Deze vrijstelling maakt vergunningverlening voor de aanleg/bouw van onder andere woningen, utiliteit, energieprojecten en activiteiten in de grond-, weg- en waterbouw makkelijker. Indien er sprake is van stikstofuitstoot in de gebruiksfase, blijven projecten vergunningplichtig. Dit is met name relevant voor wegenprojecten, waarbij in de gebruiksfase (als automobilisten de weg gebruiken) stikstofdepositie optreedt. Om een weg aan te kunnen leggen is een vergunning nodig (bij rijkswegen een Tracébesluit) waarin de gebruikseffecten zijn opgenomen. De vrijstelling voor de bouw wordt op dit moment nader uitgewerkt.

Ten behoeve van de vrijstelling heeft het kabinet in de periode 2021–2030 jaarlijks € 100 miljoen gereserveerd (Kamerstuk 32 847, nr. 681). Hiervan wordt € 500 miljoen ingezet om het structurele pakket te versterken met kosteneffectieve stikstofreducerende maatregelen binnen de bouwsector. Zo wordt zeker gesteld dat de emissies uit de bouwfase worden verminderd. De resterende € 500 miljoen wordt gereserveerd om te borgen dat de doelstelling van de structurele aanpak wordt gehaald. Aanvullende maatregelen in of buiten de bouw zijn erop gericht om maximaal effect en stikstofreductie binnen het structurele pakket te verzekeren. Op basis van de evaluatie van de bronmaatregelen in 2023 zal nader worden besloten over de inzet van de gereserveerde middelen. Daarnaast wordt er door het kabinet gewerkt aan de opzet van een natuurbank voor het compensatiedeel van de ADC-toets.

De bouwsector speelt een belangrijke rol in het herstel van de economie. Het is het kabinet er dan ook veel aan gelegen om belemmeringen voor investeringen door de bouwsector weg te nemen. Het kabinet blijft daarom met de bouwsector in gesprek om in gezamenlijkheid te werken aan oplossingen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten