Motie van het lid Van Kent over het vrijgestelde bedrag zonder RVU-heffing toepassen
Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof (Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen)
Motie
Nummer: 2020D44465, datum: 2020-11-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35555-9).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van Kent, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van zaak 2020Z20719:
- Indiener: B. van Kent, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-11-05 13:30: Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof (Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen) - 35555 - LET OP tijdstip gewijzigd (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-11-10 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
- 2020-11-17 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 555 Wijziging van de Pensioenwet, de Wet verplichte beroepspensioenregeling, de Wet op het financieel toezicht, de Wet inkomstenbelasting 2001 en de Wet op de loonbelasting 1964 in verband met de introductie van de mogelijkheid om een deel van de waarde van de aanspraken op ouderdomspensioen of op periodieke uitkeringen van oudedagsvoorzieningen in de derde pijler op de ingangsdatum daarvan te laten afkopen, de tijdelijke versoepeling van de pseudo-eindheffing bij regelingen voor vervroegde uittreding en de uitbreiding van de fiscale ruimte voor het sparen van bovenwettelijk verlof (Wet bedrag ineens, RVU en verlofsparen)
Nr. 9 MOTIE VAN HET LID VAN KENT
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg 5 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
van mening dat het ook na 2025 mogelijk moet zijn om zonder RVU-heffing regelingen voor vroegpensioen af te spreken;
verzoekt de regering, om structureel het vrijgestelde bedrag zonder RVU-heffing toe te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Kent