[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen vrije theaterproducenten in verband met COVID-19)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D44656, datum: 2020-11-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35627-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35627 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen vrije theaterproducenten in verband met COVID-19).

Onderdeel van zaak 2020Z20861:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 627 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2020 (Zevende incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen vrije theaterproducenten in verband met COVID-19)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. Artikelsgewijze Toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze zevende incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Voor de indiening van deze zevende incidentele suppletoire begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd via de brief van 27 oktober 2020 over «De economische impact van het coronavirus en contactbeperkende maatregelen» (Kamerstukken II 2020/21, 35...., nr.).

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,
A. Slob

B. Begrotingstoelichting

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Deze Incidentele Suppletoire Begroting heeft betrekking op het niet-gesubsidieerde deel van de culturele sector, onder andere de vrije theaterproducenten. Omdat zij onvoldoende gebruik kunnen maken van het huidige generieke pakket wat voor de culturele sector beschikbaar is gesteld. Door de aangescherpte maatregelen lopen deze partijen tegen forse extra verliezen aan. Voor vrije theaterproducenten is immers ook sprake van «weggegooide» producties (gemaakte kosten voor scenario’s, decors, acteursrepetities) die door de sluiting van theaters niet meer kunnen worden ingehaald. Hierdoor ontstaat een financieel gat met als gevolg dat investeringen in nieuwe producties niet mogelijk zijn. Om deze reden wordt € 40,0 miljoen vrijgemaakt om deze vrije theaterproducenten te ondersteunen door kosten die zij gemaakt hebben deels te compenseren. Hiermee worden zij in staat gesteld om opnieuw investeringen te doen voor nieuwe en bestaande producties. Hierover is de Tweede Kamer geïnformeerd per brief van 27 oktober 2020 over «De economische impact van het coronavirus en contactbeperkende maatregelen» (Kamerstukken II 2020/21, 35..., nr...). De € 40,0 miljoen wordt nu overgeheveld naar de OCW-begroting omdat de Tweede Suppletoire Begroting pas eind november in de Tweede Kamer ligt en waarschijnlijk in december wordt geautoriseerd. Het doel is echter om de subsidieregeling op een zo kort mogelijke termijn in werking te laten treden, zodat nieuwe producties mogelijk zijn in de nabije toekomst. Door de middelen vooruitlopend op de Tweede Suppletoire Begroting over te boeken naar de OCW-begroting kan aan deze wens tegemoet worden gekomen. Daarom doet OCW zoals eerder vermeld beroep op lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 14. Cultuur

Verplichtingen 2.651.993 2.678.783 40.000 2.718.783
Totale uitgaven 1.304.072 1.271.096 40.000 1.311.096
waarvan juridisch verplicht (%) 97%
Bekostiging 1.121.217 1.082.643 0 1.082.643 0 0 0 0
Culturele basisinfrastructuur 675.571 687.952 687.952
Vierjaarlijkse instellingen 399.748 406.077 406.077
Vierjaarlijkse fondsen 275.823 281.875 281.875
Erfgoedwet 128.614 131.307 131.307
Huisvesting 87.208 88.645 88.645
Beheer en onderhoud collecties 41.406 42.662 42.662
Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen 49.786 1.157 1.157
Stelseltaken openbare bibliotheekvoorzieningen 23.101 537 537
Digitale openbare bibliotheek 14.674 341 341
Bibliotheekvoorziening leesgehandicapten 12.011 279 279
Monumentenzorg 224.241 218.199 218.199
Archieven incl. Regionale Historische Centra 25.938 26.550 26.550
Flankerend beleid huisvesting 6.573 6.681 6.681
Cultuureducatie met Kwaliteit 10.494 10.797 10.797
Subsidies 122.823 123.589 40.000 163.589 0 0 0 0
Verbreden inzet cultuur 15.694 15.894 15.894
Internationaal cultuurbeleid (incl. HGIS) 9.005 9.005 9.005
Programma leesbevordering 3.350 3.850 3.850
Creatieve Industrie 1.975 1.975 1.975
Monumentenzorg 138 3.177 3.177
Erfgoed en fysieke leefomgeving 1.000 1.000 1.000
Specifiek cultuurbeleid 91.661 88.688 40.000 128.688
Opdrachten 14.843 16.555 0 16.555 0 0 0 0
Beleidsonderzoek, evaluaties en kennisbasis 2.026 1.734 1.734
Monumentenzorg 3.717 6.581 6.581
Archeologie 4.393 4.005 4.005
Erfgoed en fysieke leefomgeving 2.500 2.370 2.370
Overige opdrachten 2.207 1.865 1.865
Bijdragen aan agentschappen 42.340 45.390 0 45.390 0 0 0 0
Nationaal Archief 28.862 31.660 31.660
Nationaal Archief Programma 13.478 13.730 13.730
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 2.849 2.919 0 2.919 0 0 0 0
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 2.849 2.919 2.919
Ontvangsten 494 494 0 494 0 0 0 0

1 Kamerstukken II 2019/20, 35 441, nr. 1

2 Kamerstukken II 2019/20, 35 464, nr. 1, Kamerstukken II 2019/20, 35 481, nr. 1, Kamerstukken II 2019/20, 35 499, nr. 1., Kamerstukken II 2019/20, 35 543, nr. 1., Kamerstukken II 2020/21, 35 596, nr 1.

Toelichting

Het financieel instrument subsidies wordt in 2020 éénmalig verhoogd met € 40,0 miljoen. Het betreft de middelen voor de vrije theaterproducenten die door middel van subsidieregelingen op specifiek cultuurbeleid worden uitgegeven.