Reactie op een burgerbrief over de zaak-Munir
Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Brief regering
Nummer: 2020D44743, datum: 2020-11-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-V-69).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 V-69 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2020Z20895:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-11-17 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-19 14:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2021-05-12 14:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 V Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Buitenlandse Zaken (V) voor het jaar 2021
Nr. 69 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 november 2020
In reactie op het verzoek van de leden van de vaste commissie voor buitenlandse zaken, d.d. 5 oktober 2020, om een reactie op een burgerbrief over de zaak-Munir, kan ik u het volgende mededelen.
De Indonesische mensenrechtenactivist Munir Said Thalib overleed op 6 september 2004 in het vliegtuig op weg van Jakarta naar Amsterdam. Het Nederlandse Forensisch Instituut (NFI) constateerde destijds dat de heer Munir was overleden aan een arsenicumvergiftiging. De Nederlandse strafwet is op deze zaak niet van toepassing omdat de heer Munir niet de Nederlandse nationaliteit had en niet in het Nederlandse luchtruim of in een vliegtuig van een Nederlandse luchtvaartmaatschappij was overleden.
Nederland heeft wel een rechtshulpverzoek van Indonesië ingewilligd nadat beide landen het eens werden over een doodstrafgarantie, waarbij Indonesië Nederland verzekerde dat de doodstraf in deze zaak niet uitgevoerd zou worden. Op basis van deze overeenkomst heeft Nederland het marechausseerapport (incl. processen verbaal) met de Indonesische autoriteiten gedeeld. In 2005 werd de heer Pollycarpus Budihari Priyanto door een Indonesische rechtbank veroordeeld tot 14 jaar gevangenisstraf voor het toedienen van het arsenicum. Hij werd in 2014 voorwaardelijk vrijgelaten.
Hoewel de dader veroordeeld en gestraft is, is er nooit een opdrachtgever aangeklaagd. Na de moord heeft een Indonesische speciale onderzoekscommissie (TPF) onderzoek gedaan naar het misdrijf. Het eindrapport van de TPF uit 2005 is nooit openbaar gemaakt door de Indonesische autoriteiten.
Deze zaak zal in september 2022 verjaren, hetgeen voor velen een onbevredigende conclusie zou zijn.
Hoewel het kabinet niet treedt in de rechtsgang van andere landen, is het aandacht blijven vragen voor deze zaak. Nederland heeft de Indonesische autoriteiten in de jaren na de moord verscheidene malen op politiek en hoogambtelijk niveau gevraagd om openbaarmaking van het rapport van het speciale onderzoeksteam. In 2018 had de Nederlandse ambassadeur in Jakarta nog een gesprek met de weduwe van de heer Munir, mevrouw Suciwati Munir.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok