[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Geannoteerde agenda Videoconferentie voor Landbouwministers die plaatsvindt op 16 november 2020

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2020D44773, datum: 2020-11-06, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1258).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1258 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2020Z20912:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1258 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 november 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Videoconferentie voor Landbouwministers die plaatsvindt op 16 november 2020. Tevens informeer ik uw Kamer over de vangstmogelijkheden voor diepzeevissers, de Middellandse Zee en de Zwarte Zee. Daarnaast informeer ik uw Kamer over de infractieprocedure controle en inspectie van wegen, het transport en de traceerbaarheid van verse en bevroren vis. Als laatste informeer ik u over de Herziening Controle Verordening.

GEAGENDEERDE ONDERWERPEN OP DE RAAD

Marktsituatie landbouwproducten

Gedachtewisseling

De Europese Commissie zal een overzicht geven van de situatie op de landbouwmarkten, waarbij zij waarschijnlijk ook in zal gaan op de ontwikkelingen op de landbouwmarkten in relatie tot de COVID-19 pandemie en het naderende einde van de overgangsperiode voor de Brexit.

Het Duitse voorzitterschap heeft de lidstaten gevraagd om voorafgaande aan de vergadering schriftelijk aan te geven welke zorgen bestaan er ten aanzien van de ontwikkelingen in de landbouwmarkten, welke risico’s zien zij samenhangend met maatregelen tegen de verspreiding van COVID-19 en het einde van de overgangsperiode voor de Brexit, en welke maatregelen zijn naar hun mening het meeste geschikt om mogelijke crises in de landbouwsector te voorkomen? De informatie van de Commissie en van andere lidstaten is momenteel nog niet beschikbaar.

Ik zal de situatie in Nederland schetsen en aangeven welke risico’s en zorgen er zijn. Ik zal daarbij met name ingaan op de situatie in landbouwsectoren die sterk gericht zijn op afzet in bedrijfstakken die te maken hebben met maatregelen in Nederland en elders ter bestrijding van verspreiding van COVID-19 en op de situatie in landbouwsectoren die hard geraakt zouden worden door een «harde» Brexit.

AOB-PUNTEN

Informatie van het Voorzitterschap en de Commissie

Voedselverspilling

Het voorzitterschap zal tijdens de videoconferentie de lidstaten informeren over de voortgang van de implementatie van de Raadsconclusies die aangenomen werden op 28 juni 2016.

Bijeenkomst Van-boer-tot-bord-strategie

De Europese Commissie zal tijdens de videoconferentie informatie geven over de 1e stakeholdersconferentie over de Van-boer-tot-bord-strategie die op 15 en 16 oktober jl. heeft plaatsgevonden.

Voorbereiding United Nations Food Systems Summit

Het voorzitterschap zal tijdens de Raad een stand van zaken geven over de voorbereiding van de VN Food Systems Summit.

Bossenstrategie

Het voorzitterschap zal mededelingen doen over het onderwerp Perspectives for the EU forest-related policies and EU Forest Strategy post 2020. Het debat zal naar verwachting zich vooral richten op de EU Bossenstrategie die door de Commissie is aangekondigd bij het uitbrengen van de EU Biodiversiteitsstrategie eerder dit jaar. In de EU-Bossenstrategie zal de Commissie o.a. beschrijven hoe zij de aanplant van 3 miljard extra bomen in de EU, zoals genoemd in de EU-Biodiversiteitsstrategie, wil realiseren. Het uitbrengen van een EU-Bossenstrategie na 2020 is ook een wens van de Raad zelf. Een besluit dat is genomen in april 2019.

VISSERIJONDERWERPEN

Tijdens de Novemberraad worden normaliter twee visserijonderwerpen besproken, te weten de vangstmogelijkheden voor diepzeevissen en de vangstmogelijkheden voor de Middellandse en Zwarte Zee. De vangstmogelijkheden voor diepzeevissen worden elke twee jaar besproken. Omdat de Novemberraad dit jaar niet fysiek plaatsvindt zijn deze onderwerpen van de agenda gehaald en zullen deze op een ander moment door de Raad worden vastgesteld. In onderstaande geef ik u een korte toelichting op deze voorstellen en mijn inzet hierbij.

Vangstmogelijkheden diepzeevissen 2021 en 2022

Op 22 oktober 2020 heeft de Europese Commissie haar voorstel voor de vangstmogelijkheden diepzeevissen 2021–2022 gepubliceerd. In het voorstel zijn veel vangstmogelijkheden nog niet ingevuld in afwachting van de resultaten van lopende onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk in het kader van Brexit en onderhandelingen met andere derde landen. Voor drie bestanden worden Total Allowable Catches (TACs) voorgesteld voor 2021–2022 op basis van de adviezen van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES). Het visverbod op Atlantische slijmkop en diepzeehaaien soorten is net als in voorgaande jaren opgenomen in dit voorstel.

De Nederlandse visserijsector heeft geen belangen in de diepzeevisserij. Ik hecht er wel belang aan dat het beheer van visserijbestanden op duurzame wijze wordt gerealiseerd. Ik ben tevreden dat de voorstellen tot dusver gebaseerd zijn op wetenschappelijk advies.

Vangstmogelijkheden Middellandse Zee en Zwarte Zee 2021

Op 17 augustus 2020 heeft de Europese Commissie haar voorstel voor de vangstmogelijkheden 2021 voor de Middellandse en Zwarte Zee gepubliceerd. Met uitzondering van sprot en tarbot in de Zwarte Zee en kleine pelagische en demersale bestanden in de Adriatische zee, stonden destijds alle bestanden op «pro memoria» (PM) vanwege ontbrekende data.

Recent zijn de PMs ingevuld op basis van de uitkomsten van de General Fisheries Commission for the Mediterranean (GFCM) in 2018 en 2019 en aanvullende data van betrokken lidstaten. De voorgestelde vangstmogelijkheden voor de Westelijke Middellandse Zee zijn conform het Multi-Annual Plan (MAP) die voor dit gebied geldt. Specifiek stelt de Commissie voor om de visserijinspanning voor de demersale bestanden in het westelijk deel van de Middellandse Zee met 15% te verlagen.

De Nederlandse visserijsector heeft geen belangen in de Middellandse Zee en Zwarte Zee. Ik ben tevreden dat het voorstel van de Commissie is in lijn met het wetenschappelijk advies en met de uitgangspunten van het gemeenschappelijk visserijbeleid en meerjarenplan waar van toepassing.

INFRACTIEPROCEDURE CONTROLE EN INSPECTIE VAN WEGEN, HET TRANSPORT EN DE TRACEERBAARHEID VAN VERSE EN BEVROREN VIS

Op 30 oktober heeft de Europese Commissie Nederland in gebreke gesteld wegens het niet naleven van Europese wetgeving met betrekking tot de controle en inspectie van het wegen, het transport en de traceerbaarheid van verse en bevroren vis. Aanleiding voor deze infractieprocedure was een audit die de Europese Commissie in Nederland heeft uitgevoerd in de periode van 6 t/m 10 mei 2019. Een dergelijke audit heeft ook in België en Denemarken plaatsgevonden en heeft in Denemarken na een infractieprocedure tot aanscherping van het controlebeleid geleid. De uitkomsten van de audit in Nederland wijzen op een aanzienlijk aantal punten waarop onvoldoende uitvoering gegeven wordt aan Europese verplichtingen voor een effectieve controle, handhaving en inspectie ten aanzien van het wegen, het transport en de traceerbaarheid van visserijproducten. Deze zien onder andere op de procedures van controle en handhaving, maar ook de capaciteit van de NVWA. In de conclusie van haar brief geeft de Europese Commissie aan dat door het uitblijven van effectieve controle en handhaving, Nederland onvoldoende garantie kan bieden dat de definitieve vangsthoeveelheden juist zijn. Ik neem dit heel serieus en Nederland is reeds in overleg met de Europese Commissie over de verbetering van een aantal geconstateerde punten. Zo heeft de NVWA al een nieuw voorstel uitgewerkt met procedures rondom en wegen na aanlanden. Dat voorstel wordt met de Europese Commissie besproken. Binnen de gestelde termijn van 2 maanden zal ik een reactie geven aan de Europese Commissie, en op die punten die terecht geconstateerd zijn zal ik in overleg met de NVWA de werkwijze aanpassen. Ik zal uw Kamer hierover op de hoogte houden.

HERZIENING CONTROLE VERORDENING

In juni 2018 heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor herziening van de Controle Verordening COM/2018/368 FINAL. De herziening beoogt het huidige controlesysteem doeltreffender en effectiever te maken en daarmee te garanderen dat de regels van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid op een gelijkwaardige wijze worden gecontroleerd, geïnspecteerd en gemonitord. Nederland hecht aan consistente regelgeving, die niet alleen uitvoerbaar en handhaafbaar is maar ook proportioneel is, voor zowel de sector als de uitvoerende- en inspectiedienst. Daarnaast hecht ik grote waarde aan een gelijk speelveld. Sinds 2018 onderhandelt de Raad over de artikelen 4 tot met 88, met uitzondering van artikel 39a t/m 41. Het Duits Voorzitterschap heeft aangegeven dat naar hun inschatting het maximale is bereikt in de onderhandelingen en vraagt de lidstaten in te stemmen met het huidige deelcompromis. Het compromisvoorstel blijft mijns inziens binnen de kaders van het aan u voorgelegde BNC-fiche, en ik ben daarom voornemens in te stemmen met het voorstel.

Belangrijke onderwerpen voor Nederland zijn de voorschriften voor Remote Electronic Monitoring (REM), traceerbaarheid en recreatieve visserij. In de onderhandelingen is een groot deel van de Nederlandse inbreng overgenomen in het Raadscompromis dat nu op tafel ligt. Deze punten zien bijvoorbeeld op verduidelijking van de teksten en de scope van de verordening, maar ook op introductie van een light versie van het elektronisch logboek voor vaartuigen kleiner dan 10 meter, toestaan van wegen aan boord, beperking van de traceerbaarheidsverplichtingen tot verse vis (en niet verwerkte vis) en regionalisering van controlevoorschriften, zodat controlevoorschriften uit de Verordening op regionaal niveau kunnen worden uitgewerkt in een gemeenschappelijke aanbeveling.

Het voorstel van de Commissie introduceert een verplichting tot REM voor controle op de aanlandplicht, welke met bestaande controlemiddelen nauwelijks te controleren is. De Raad heeft hierbij opgenomen dat deze verplichting alleen geldt voor vaartuigen groter dan 24 meter. Nederland was geen voorstander van deze lengtegrens, omdat zwaardere controle-eisen altijd gebaseerd moeten zijn op een risico-assessment. Hoewel het niet gelukt is om de lengtegrens van tafel te krijgen, is op voorspraak van Denemarken en Nederland wel toegevoegd dat de aanwijzing van vaartuigen onder deze REM-plicht op grond van een risico-assessment moet plaatsvinden.

Het voorstel van de Commissie introduceert een registratieplicht voor recreatieve vissers en vangsten. Nederland was hier geen voorstander van. Het is niet gelukt om deze verplichting van tafel te krijgen, ook omdat naar verwachting het Europees Parlement hier sterk aan zal hechten. Op voorspraak van Nederland is in het compromisvoorstel wel opgenomen dat het registratiesysteem op nationaal niveau ingevuld mag worden.

Een groot aantal lidstaten heeft veel moeite met de aanscherping van de controle eisen voor vaartuigen kleiner dan 12 meter. Daarom wordt in het laatste compromisvoorstel een nieuwe versoepeling voorgesteld, namelijk dat logboekverplichtingen voor vaartuigen kleiner dan 12 meter op nationaal niveau ingevuld kunnen worden. Voor vaartuigen tussen 10 en 12 meter is dat een versoepeling ten aanzien van de geldende regelgeving. Omdat met het toestaan van nationale voorwaarden voor logboekverplichtingen disuniformiteit ontstaat tussen de lidstaten, waarmee controle en handhaving bemoeilijkt worden, heeft Nederland voorgesteld deze versoepeling te beperken tot vaartuigen kleiner dan 8 meter, die met passieve netten vissen binnen de 6 mijlszone en hooguit 24 uur op zee zijn, vergelijkbaar met de voorgestelde uitzondering op het Vaartuig Monitoringssysteem (VMS). Deze suggestie is door het Duits voorzitterschap echter niet overgenomen. Indien nu geen deelakkoord bereikt wordt, voorzie ik onder het voorzitterschap van achtereenvolgens Portugal en Slovenië mogelijk nog verder gaande versoepelingen voor vaartuigen kleiner dan 12 meter.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten