Subamendement van het lid Van Nispen over uitsluiten dat de met stuk nr. 11 voorgestelde nieuwe strafbepaling kan worden ingeroepen tegen het slachtoffer
Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen)
Amendement
Nummer: 2020D44845, datum: 2020-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35348-12).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
Onderdeel van kamerstukdossier 35348 -12 Wijziging van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Burgerlijk Wetboek en enige andere wetten (tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen).
Onderdeel van zaak 2020Z20950:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-11-17 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 348 Wet tegengaan huwelijkse gevangenschap en enige andere onderwerpen
Nr. 12 SUBAMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN
Ontvangen 9 november 2020
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In het amendement van het lid Van Wijngaarden (stuk nr. 11) wordt aan het voorgestelde artikel IIIA een onderdeel toegevoegd, luidende:
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Niet strafbaar is hij die een andere partij heeft verzocht tot medewerking als bedoeld in artikel 1:68, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek.
Toelichting
Het wetsvoorstel beoogt de positie van slachtoffers van huwelijks gevangenschap te verbeteren, door de norm te stellen dat een partij bij een religieus huwelijk verplicht is medewerking te verlenen aan het teniet doen gaan van dit religieuze huwelijk als de andere partij daar om verzoekt. Zo kan worden voorkomen dat mensen vast blijven zitten in «huwelijkse gevangenschap», met alle nare gevolgen van dien.
De nieuwe strafbepaling zoals neergelegd in het amendement Van Wijngaarden op nr. 11 kan er toe leiden dat het slachtoffer van huwelijkse gevangenschap zich niet durft te melden, uit angst zelf strafbaar te hebben gehandeld. Het risico is dan dat mensen geen aangifte meer van huwelijkse gevangenschap durven te doen of naar de burgerlijke rechter zouden stappen omdat het aangaan van alleen een religieus huwelijk al een strafbaar feit is. Zo worden kwetsbare mensen nog kwetsbaarder. Daarom beoogt dit subamendement te regelen dat deze nieuwe strafbepaling geen betrekking heeft op het slachtoffer van huwelijkse gevangenschap, dat juist beschermd dient te worden.
Van Nispen