Verslag informele videoconferentie met EU-transportministers d.d. 29 oktober 2020
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2020D44930, datum: 2020-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-836).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-836 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2020Z21000:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-11-17 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-17 16:45: Procedurevergadering commissie voor Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2020-11-23 12:00: Transportraad 8 december 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 836 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 9 november 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie met EU-Transportministers d.d. 29 oktober 2020. De videoconferentie stond in het teken van het thema digitalisering en mobiliteit. Met betrekking tot dit thema heeft het Voorzitterschap een (niet-juridisch bindende) Ministersverklaring opgesteld, waarmee het beoogt de transportsector weerbaar te maken tegen aankomende crises. De verklaring maakt onderdeel uit van de New Mobility Approach; het Duits antwoord op de Green Deal. Tevens informeer ik uw Kamer over de door de Raad aangenomen conclusies over beleidsoverwegingen inzake een noodplan voor de Europese goederenvervoersector in geval van een pandemie of een andere ernstige crisis (Pandemic Contingency Plan) op 23 oktober jl. Een conceptversie van deze conclusies stonden centraal in de videoconferentie met EU-transportministers d.d. 8 oktober jl.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
I. Verslag informele videoconferentie transportministers
Het Voorzitterschap opende de conferentie door het belang van digitalisering in de transportsector te benadrukken. Dit werd gevolgd met een pleidooi van de Eurocommissaris voor Vervoer waarin zij haar steun uitsprak voor de Passau verklaring. Hierbij gaf de Eurocommissaris aan dat de digitalisering van de transportmodaliteiten een strategische pijler vormt in de opgave om het EU-transportsysteem weerbaarder te maken tegen aankomende crises. In het verlengde hiervan riep de Eurocommissaris de lidstaten op verder in te zetten op het gebruik van digitale vrachtbrieven (eCMR) om de doorstroom van goederentransport te bevorderen. Deze boodschap weerklonk bij een groot aantal lidstaten en is in lijn met de Nederlandse inbreng, waarin ook de positieve bijdrage van eCMR aan het verduurzamen van het EU-transportsysteem is genoemd. Ook de Eurocommissaris gaf aan dat duurzaamheid een onmisbare factor is en benadrukte vervolgens de publiek-private samenwerking, die centraal moet staan in bovengenoemde opgave.
De plaatsvervangend CEO van Siemens was uitgenodigd om zijn visie te delen over de digitale transformatie van het EU-transportsysteem. Hij stelde o.a. dat het uitrollen van het 5G netwerk essentieel is voor de digitale transformatie en gaf op zijn beurt aan de Passau verklaring te kunnen ondersteunen.
Het merendeel van de lidstaten benadrukte de noodzaak van de digitale transformatie en gaf aan positief te staan tegenover het initiatief van de Commissie om een gemeenschappelijke EU-dataruimte voor mobiliteit te ontwikkelen. Dit is conform de Nederlandse inzet waarbij, voor wat betreft het goederenvervoer en logistieke sector, Nederland voorstander is van een aanpak waarbij alle ketenpartijen worden betrokken. Om interoperabiliteit tussen de verschillende data(bronnen) te kunnen garanderen, is het tevens van belang dat de lidstaten dezelfde digitale standaarden aanhouden. Om het belang hiervan te illustreren noemde een aantal lidstaten het Mobility as a Service (MaaS) initiatief, dat ervoor zorgt dat het grensoverschrijdend personenvervoer op een multimodale manier bevorderd kan worden. Ook Nederland is middels allerlei pilots actief met MaaS. Het merendeel van de lidstaten sloot zijn interventie af met de mededeling de verklaring te kunnen ondersteunen. Nederland heeft inhoudelijk nog een aantal suggesties voorgesteld, o.a. met betrekking tot het Duits voorstel om het traject inzake de C-ITS verordening (Coöperatieve Intelligent Transportsysteem) te herstarten, en aangegeven met inachtneming van deze suggesties de verklaring te kunnen ondersteunen.
De Eurocommissaris vatte de conferentie samen met de bevestiging dat een goede data-deelinfrastructuur noodzakelijk is, dit inclusief en veilig vormgegeven moet worden en in lijn moet zijn met de doelen van de Green Deal. De Eurocommissaris gaf aan deze bevindingen mee te zullen nemen in de follow-up van de Europese datastrategieën, waarna het Voorzitterschap de conferentie afsloot met een symbolische ondertekening van de Passau Verklaring.
II. Raadsconclusies Pandemic Contingency Plan
De Raad heeft op 23 oktober jl. conclusies aangenomen, waarin de Commissie wordt verzocht op kortetermijn maatregelen uit te werken om te voorkomen dat er wederom een pandemie of een andere grote crisis het transport van goederen in de EU ernstig verstoort. Het gaat daarbij met name om coördinatiemaatregelen op EU-niveau en de aanpassing van bestaande EU-richtsnoeren.
In de conclusies wordt aangegeven dat grensoverschrijdende goederenvervoersactiviteiten langs de corridors van het trans-Europese vervoersnetwerk (TEN-T) en andere essentiële grensoverschrijdende verbindingen, evenals aanverwante ondersteunende diensten die de exploitatie van dat netwerk ondersteunen, gehandhaafd moeten worden. De Commissie wordt opgeroepen het vrij verkeer van vervoerspersoneel te garanderen en tegelijkertijd de bescherming van de gezondheid en veiligheid van het vervoerspersoneel te waarborgen. Tevens moet de Commissie richtsnoeren en toolboxen met best practices opstellen om de weerbaarheid van de sector te versterken. In het verlengde hiervan wordt de Commissie opgeroepen om een samenhangend regelgevingskader tot stand te brengen met betrekking tot vrijstellingen, die moeten worden toegepast wanneer pandemieën en andere grote crisissituaties zich voordoen.
Voorts moedigt de Raad de Commissie aan om, waar passend, geheel of gedeeltelijk de maatregelen die voor het vervoer van goederen zijn voorzien, uit te breiden tot personenvervoer. Andere aspecten die in de conclusies worden genoemd is onder meer de noodzaak om digitalisering van de vervoerssector te bevorderen. Tot slot verzoekt de Raad de Commissie een specifiek kader voor tijdelijke staatssteun te ontwikkelen, dat de lidstaten in staat zou moeten stellen snel op te treden om de transportsector te ondersteunen, indien dit vanwege een pandemie of een andere crisis met disruptieve gevolgen noodzakelijk is.
De Commissie heeft inmiddels op 28 oktober jl. de Mededeling1 «de Green Lanes versterken om de economie tijdens de COVID-19-pandemie op gang te houden» uitgebracht als eerste belangrijke stap in de uitwerking van het pakket waar de Raad in zijn conclusies om vraagt. Over deze Mededeling wordt uw Kamer op de gebruikelijke wijze nader geïnformeerd.
COM (2020) 685.↩︎