[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Motie van de leden Terpstra en Koerhuis over een proactieve aanwijzing over Rijnenburg en Reijerscop

Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021

Motie

Nummer: 2020D45034, datum: 2020-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-VII-50).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35570 VII-50 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021.

Onderdeel van zaak 2020Z21056:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021

Nr. 50 MOTIE VAN DE LEDEN TERPSTRA EN KOERHUIS

Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 9 november 2020

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat er sprake is van een woningtekort in Nederland van 331.000 woningen en met recht gesproken kan worden van woningnood;

overwegende dat bij een grenscorrectie in 2001 het gebied Rijnenburg en Reijerscop door herindeling aan de stad Utrecht is toegevoegd;

overwegende dat uit een eerste verkenning van de provincie Utrecht en de U10-gemeenten blijkt dat er minimaal 22.000 woningen in Rijnenburg en Reijerscop gebouwd kunnen worden;

overwegende dat invulling geven aan woningbouw in het gebied een extra bijdrage kan leveren aan het wegnemen van de druk op de woningmarkt;

overwegende dat het stadsbestuur van Utrecht pas na 2035 eventueel wil overgaan tot ontwikkeling van het gebied;

overwegende dat overleg tussen het Rijk en het stadsbestuur niet heeft geleid tot snelle inzet van woningbouw;

spreekt uit dat aanmerkelijke nationale belangen met het oog op een goede ruimtelijke ordening en voldoende woningbouw het noodzakelijk maken dat de voorkeur wordt uitgesproken voor substantiële woningbouw;

verzoekt de regering, de stad Utrecht voor de locaties Rijnenburg en Reijerscop een proactieve aanwijzing te geven als bedoeld in artikel 4.4 van de Wet ruimtelijke ordening om te komen tot de spoedige realisatie van woningbouw,

en gaat over tot de orde van de dag.

Terpstra

Koerhuis