Motie van de leden Van Eijs en Dik-Faber over aanzienlijke vergroting van het aandeel innovatief gebouwde woningen
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021
Motie
Nummer: 2020D45039, datum: 2020-11-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-VII-55).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 VII-55 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2020Z21061:
- Indiener: J.M. van Eijs, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-11-09 16:00: Wetgevingsoverleg inzake het begrotingsonderdeel wonen en ruimte (hoofdstuk VII) (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-11-17 15:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 VII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (VII) voor het jaar 2021
Nr. 55 MOTIE VAN DE LEDEN DIK-FABER EN VAN EIJS
Voorgesteld tijdens het Wetgevingsoverleg van 9 november 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat er een tekort aan woningen is;
constaterende dat met prefab-, modulaire bouw en andere innovatieve bouwmethodes met een veel grotere snelheid woningen worden gebouwd dan met traditionele methoden;
overwegende dat er alles op alles gezet moet worden door het Rijk en decentrale overheden om de woningtekorten terug te dringen;
verzoekt de regering, in samenwerking met decentrale overheden en betrokken partijen een concreet plan uit te werken waarin staat hoe het aandeel innovatief gebouwde woningen de komende jaren aanzienlijk kan worden vergroot, en de Kamer hierover uiterlijk in het voorjaar van 2021 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Eijs
Dik-Faber