[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van het lid Karabulut over een regeling voor kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden in Indonesië

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D45175, datum: 2020-11-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-751).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z19845:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

751

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over een regeling voor kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden in Indonesië (ingezonden 28 oktober 2020).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister van Defensie (ontvangen 10 november 2020).

Vraag 1

Kent u het bericht «Door «een trucje» hebben maar drie van de honderden kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden nu recht op een vergoeding»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat, vanwege de voorwaarden waaraan moet worden voldaan, enkel drie mensen in aanmerking komen voor de regeling voor kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden in Indonesië? Zo nee, wat zijn dan de feiten?

Antwoord 2

Nee, hoeveel kinderen in aanmerking komen voor een vergoeding is op voorhand niet te zeggen. Iedereen die meent recht te hebben op de schadevergoeding die in de regeling wordt aangeboden kan een aanvraag indienen. Het openstellen van de regeling is bedoeld als een laagdrempelige methode voor kinderen die aanspraak hebben op een schadevergoeding. Niet iedereen die een claim indient voldoet aan de eisen in de regeling en niet iedereen komt daarmee in aanmerking voor een vergoeding. De rechtbank en het gerechtshof hebben met inachtneming van eerder door de Hoge Raad vastgestelde uitgangspunten geoordeeld dat kinderen en weduwen de Staat binnen een «redelijke termijn» aansprakelijk moeten stellen nadat zij wisten dat ze de Staat aansprakelijk konden stellen. De regeling sluit aan bij deze geldende rechtspraak. De individuele omstandigheden van de aanvragers zullen worden beoordeeld en getoetst aan de eisen die de regeling stelt2.

Vraag 3

Klopt het dat de afgelopen jaren meer dan 500 kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden in beeld zijn gekomen? Of bent u bekend met (veel) meer gevallen?

Antwoord 3

Ja, met de advocaat van meer dan 500 kinderen is begin 2017 de afspraak gemaakt dat de redelijke termijn voor deze kinderen, die zich op dat moment bij de Staat hebben gemeld, werd bevroren. Dat betekent dat ook deze kinderen een verzoek op grond van de regeling kunnen indienen. Vervolgens zullen de individuele omstandigheden van elke aanvraag worden beoordeeld en getoetst aan de eisen die de regeling stelt.

Het is niet bekend hoeveel meer gevallen er zijn. Van de meer dan 500 eerder gemelde kinderen, hebben er de afgelopen jaren 83 daadwerkelijk een claim ingediend. In 52 van deze gevallen is de claim ingetrokken. In 23 gevallen heeft de rechtbank geconcludeerd dat deze zijn verjaard, omdat zij te lang hebben gewacht met het indienen van een claim. Aan vier kinderen heeft de rechtbank een schadevergoeding toegekend. In twee zaken zijn de claims door de rechtbank niet bewezen geacht en in twee zaken loopt nog een procedure en zijn getuigenverhoren gelast.

Vraag 4

Bent u bereid ruimere voorwaarden op te stellen zodat ieder kind van door Nederland geëxecuteerden in Indonesië onder de regeling voor een schadevergoeding kan vallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 4

Nee, zie antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Klopt het dat voor andere groepen slachtoffers, zoals weduwen, strengere voorwaarden zijn opgesteld om onder de bestaande regeling te vallen? Zo ja, waar bestaan die uit?

Antwoord 5

Nee, de voorwaarden voor kinderen en weduwen zijn gelijk. De regelingen zijn bedoeld voor kinderen en weduwen die aanspraak hebben op een schadevergoeding en sluiten aan bij de geldende rechtspraak. In de tekst van de beide regelingen is de rechtspraak over de redelijke termijn nu expliciet opgenomen3.

Vraag 6

Bent u bereid deze aanscherping van de voorwaarden terug te draaien, zodat ook elke weduwe van door Nederland geëxecuteerden in Indonesië onder de regeling voor een schadevergoeding kan vallen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

Zie antwoord op vraag 5. Niet iedereen die een claim indient, komt in aanmerking voor een vergoeding. Onder de weduwenregeling zijn sinds 2013 in totaal 60 claims ingediend en aan 30 weduwen is een vergoeding toegekend. De regeling is nu voor de derde keer verlengd. Sinds de tweede verlenging in 2017 is één nieuwe claim ontvangen en deze is toegekend.


  1. EenVandaag, 24 oktober 2020, ««Door «een trucje» hebben maar drie van de honderden kinderen van standrechtelijk geëxecuteerden nu recht op een vergoeding»«. (https://eenvandaag.avrotros.nl/item/door-een-trucje-hebben-maar-drie-van-de-honderden-kinderen-van-standrechtelijk-geexecuteerden-nu-r)↩︎

  2. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-50507.html↩︎

  3. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2020-50505.html↩︎