Het bijtekenen van tienduizenden hectares stikstof gevoelige natuur in rekenmodel Aerius
Schriftelijke vragen
Nummer: 2020D45405, datum: 2020-11-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kv-tk-2020Z21233).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R. Bisschop, Tweede Kamerlid (Ooit SGP kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z21233:
- Gericht aan: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Indiener: R. Bisschop, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2020Z21233
Vragen van het lid Bisschop (SGP) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bijtekenen van tienduizenden hectares stikstof gevoelige natuur in rekenmodel Aerius (ingezonden 11 november 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het rapport van Stichting Agrifacts over het bijtekenen van stikstofgevoelige natuur in AERIUS?1
Vraag 2
Deelt u de constatering dat in de afgelopen vijf jaar 80.000 hectare stikstofgevoelige natuur is bijgetekend in de habitatkaart van AERIUS?
Vraag 3
Is de analyse juist dat terreinbeherende organisaties de facto vrije ruimte hebben om habitats als stikstofgevoelig leefgebied aan te merken en in te tekenen?
Vraag 4
Kunt u nader duiden hoe het kan dat leefgebieden van soorten de afgelopen jaren opeens als stikstofgevoelig aangemerkt worden, terwijl dat eerder niet het geval was?
Vraag 5
Wie is bestuurlijk verantwoordelijk voor de habitatkaart die in AERIUS gebruikt wordt?
Vraag 6
Hoe wordt toegezien op het intekenen van stikstofgevoelige leefgebieden en op welke wijze vindt daarbij ecologische en bestuurlijke toetsing plaats?
Vraag 7
Bent u bereid te zorgen voor een meer transparant besluitvormingsproces rond het intekenen van stikstofgevoelige leefgebieden, inclusief ecologische en bestuurlijke toetsing ervan?
Vraag 8
In hoeverre ziet de voorgestelde omgevingswaarde voor 2030 dat de depositie op minimaal 50% van het areaal stikstofgevoelige natuur in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarde uit moet komen ook op het areaal stikstofgevoelige leefgebieden? Wat betekent dat voor de haalbaarheid van de omgevingswaarde?
Vraag 9
Kunt u de juridische status van leefgebieden van soorten ten opzichte van habitats van Natura 2000-habitattypen nader duiden?
Vraag 10
Wordt bij de passende beoordeling en de toetsing van vergunningaanvragen wat betreft stikstofdepositie verschil gemaakt tussen depositie op habitats van stikstofgevoelige habitattypen (potentieel direct effect) en depositie op stikstofgevoelige leefgebieden van beschermde soorten (potentieel indirect effect)? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Vraag 11
Bent u bereid ervoor te zorgen dat terughoudend omgegaan wordt met het aanwijzen en intekenen van stikstofgevoelige leefgebieden van beschermde soorten en dat bij de passende beoordeling en toetsing minder zwaar getild wordt aan depositie op stikstofgevoelige leefgebieden van soorten?
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Madlener (PVV), ingezonden 11 november 2020 (vraagnummer 2020Z21231).
Website Stichting Agrifacts, geraadpleegd 10 november 2020, «Veel stikstofgevoelige natuur bijgetekend in rekenmodel Aerius (2017–2020)» (https://stichtingagrifacts.nl/wp-content/uploads/2020/11/STAF-Veel-stikstofgevoelige-hexagonen-bijgetekend-in-Aerius.pdf)↩︎