[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Adviesrapport ‘Het rolling-grantfonds. Kloppend hart voor ongebonden onderzoek’

Wetenschapsbudget

Brief regering

Nummer: 2020D45631, datum: 2020-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-29338-225).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 29338 -225 Wetenschapsbudget .

Onderdeel van zaak 2020Z21378:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

29 338 Wetenschapsbudget

Nr. 225 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 november 2020

Met deze brief zend ik u het adviesrapport «Het rolling-grantfonds. Kloppend hart voor ongebonden onderzoek» dat ik op 16 oktober jl. in ontvangst heb mogen nemen van de adviescommissie van Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (hierna: KNAW) onder leiding van prof. dr. ir. Bert Weckhuysen1. Met deze brief kom ik tegemoet aan de toezegging die ik heb gedaan tijdens het begrotingsdebat van 15 oktober 2020.2 De belangrijkste adviezen uit het adviesrapport licht ik u hieronder kort toe.

Het rapport geeft aan dat het Nederlandse wetenschappelijk onderzoek van wereldklasse is, maar dat grensverleggende, doorlopende onderzoekslijnen de afgelopen decennia in de knel zijn gekomen. Door zogenoemde «projectificering» is de Nederlandse wetenschap versnipperd geraakt en is er gebrek aan continuïteit. De KNAW-commissie adviseert met klem om het evenwicht in het wetenschapssysteem terug te brengen, tussen vrij en ongebonden en strategisch onderzoek en om de balans terug te brengen tussen zekerheid voor onderzoekers en gezonde competitie.

Om de lasten in het wetenschapssysteem te verminderen (te veel aanvragen, te weinig honoreringen), ervoor te zorgen dat innovatief ongebonden onderzoek wordt gedaan en om te borgen dat onderzoekslijnen over een langere periode kunnen worden ontwikkeld, stelt de KNAW-commissie een structureel fonds in de universitaire basisfinanciering voor ongebonden onderzoek voor. Dit fonds voorziet universitaire docenten, universitaire hoofddocenten en hoogleraren met een vaste aanstelling van «eigen» werkkapitaal in de vorm van een onderzoeksbeurs. Deze beurs kunnen zij op verschillende momenten in hun wetenschappelijke loopbaan inzetten voor onderzoek. Aanvullende financiering dienen universitaire docenten, universitaire hoofddocenten en hoogleraren met vaste aanstelling te verwerven via competitie. Het fonds is dus complementair aan persoons- en projectgebonden onderzoekssubsidies van bijvoorbeeld NWO en de European Research Council.

De KNAW-commissie schat het benodigde jaarlijkse budget voor het structurele fonds in de universitaire basisfinanciering voor ongebonden onderzoek op ruim een half miljard euro. Daarbij geeft de KNAW-commissie aan dat met een verschuiving van bestaande middelen de introductie van het fonds problemen elders in het wetenschapssysteem zal creëren of vergroten. De doelstelling van het fonds wordt dan niet bereikt. Het is volgens de KNAW-commissie dus niet mogelijk de status quo te verbeteren zonder extra middelen.

Het fonds is volgens de KNAW-commissie de Nederlandse wetenschap en wetenschappers noodzakelijk voor het gewenste vertrouwen en de continuïteit om werkelijk baanbrekend fundamenteel en toegepast onderzoek te doen. Net als het KNAW-adviesrapport Evenwicht in het wetenschapssysteem3 beklemtoont het onderhavige adviesrapport dat stabiliteit en rust in het wetenschapssysteem alleen kan worden gerealiseerd door het ongebonden onderzoek voldoende te versterken in zowel de eerste geldstroom – met dit structurele fonds in de universitaire basisfinanciering – als de tweede geldstroom. Wat betreft de tweede geldstroom is volgens de KNAW-commissie bij NWO aanvullend budget nodig om een gelijkwaardige pijler voor ongebonden onderzoek te realiseren naast die voor strategisch onderzoek.

Tot slot, zoals uw Kamer weet, ben ik verantwoordelijk voor het wetenschapsbestel. Ik onderschrijf de conclusie van het rapport dat het belangrijk is om meer evenwicht in het wetenschapssysteem te brengen, tussen vrij en ongebonden en strategisch onderzoek. Deze materie is echter complex en de weging is aan een nieuw kabinet. Bij de aanbieding van het rapport kreeg ik een heldere toelichting van de heer Weckhuysen. Ik geef u dan ook de suggestie mee om de heer Weckhuysen uit te nodigen bij de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor een technische briefing.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
I.K. van Engelshoven


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎

  2. Handelingen II 2020/21, nr. 15, debat over de begroting van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 2021.↩︎

  3. KNAW (2019). Evenwicht in het wetenschapssysteem. De verhouding tussen ongebonden en strategisch onderzoek. Bijlage bij Kamerstuk 29 338, nr. 215.↩︎