Derde kwartaalrapportage CBS stikstof- en fosfaatexcretie
Problematiek rondom stikstof en PFAS
Brief regering
Nummer: 2020D45649, datum: 2020-11-12, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35334-125).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35334 -125 Problematiek rondom stikstof en PFAS.
Onderdeel van zaak 2020Z21400:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-11-17 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-11-18 11:15: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-12-03 12:00: Derde kwartaalrapportage CBS stikstof- en fosfaatexcretie (35334-125) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-06-16 14:59: Aansluitend aan de Stemming: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 334 Problematiek rondom stikstof en PFAS
Nr. 125 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 november 2020
Met deze brief bied ik uw Kamer de derde kwartaalrapportage van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) over de stikstof- en fosfaatexcretie door de Nederlandse veestapel aan1.
Op 11 november 2020 heeft het CBS deze kwartaalrapportage gepubliceerd. Deze rapportage geeft een momentopname op basis van de situatie op 1 oktober 2020. De verschillen ten opzichte van de vorige kwartaalrapportage zijn beperkt.
Zowel de stikstof- als de fosfaatexcretie bevinden zich ruim onder het nationale plafond. Behalve voor de melkveehouderij geldt dit ook voor de sectorale plafonds. Net als de vorige kwartaalrapportages bevindt de stikstofexcretie door de melkveehouderij zich iets boven het sectorale plafond. De fosfaatexcretie zit daar ruim onder. De stijging van de stikstofexcretie ten opzichte van vorig jaar wordt voornamelijk verklaard doordat er meer jongvee wordt gehouden dan vorig jaar. Ook is de gemiddelde melkproductie waarvan wordt uitgegaan, en daarmee ook de voederbehoefte, iets gestegen.
Het gaat hier om een momentopname waarbij bovendien moet worden opgemerkt dat nog niet alle onderliggende data definitief zijn. Toch blijkt ook weer uit deze rapportage dat de melkveehouderij wat betreft de stikstofexcretie scherp aan de wind zeilt. Net als bij de vorige kwartaalrapportage (Kamerstuk 35 334, nr. 120) wil ik benadrukken dat het van belang is dat de melkveehouderij zich ervoor inzet om te zorgen dat de stikstofexcretie in 2020 uiteindelijk onder het gestelde sectorplafond uitkomt.
Melkvee | 84,9 | 75,5 | 77,1 | 77,2 |
Varkens | 39,7 | 36,8 | 36,2 | 35,7 |
Pluimvee | 27,4 | 24,7 | 24,2 | 24,3 |
Overig | 20,9 | 18,5 | 18,4 | 18,4 |
Totaal | 172,9 | 155,5 | 156 | 156 |
Melkvee | 281,8 | 279,7 | 287,1 | 287,0 |
Varkens | 99,1 | 93,7 | 92,1 | 90,8 |
Pluimvee | 60,4 | 55,4 | 54,7 | 54,9 |
Overig | 63,2 | 60,9 | 59,7 | 60,5 |
Totaal | 504,4 | 489,7 | 494 | 493 |
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎