Antwoord op vragen van de leden Karabulut en Van den Hul over een ten onrechte ontslagen klokkenluider op de ambassade in Nigeria
Antwoord schriftelijke vragen
Nummer: 2020D45987, datum: 2020-11-13, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-785).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede namens: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z17358:
- Gericht aan: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Indiener: S. Karabulut, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: K.A.E. van den Hul, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
785
Vragen van de leden Karabulut (SP) en Van den Hul (PvdA) aan de Ministers van Buitenlandse Zaken en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over een ten onrechte ontslagen klokkenluider op de ambassade in Nigeria (ingezonden 28 september 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken), mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 13 november 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Rechter: klokkenluider Buitenlandse Zaken onterecht ontslagen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Bent u voornemens op grond van het oordeel van de rechtbank Den Haag dat er ten onrechte een klokkenluider is ontslagen die misstanden op de ambassade in de in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja aankaartte de wijze waarop het ministerie omgaat met klokkenluiders te herzien? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Gaat u in reactie op het oordeel van de rechtbank Den Haag dat er ten onrechte een klokkenluider is ontslagen die misstanden op de ambassade in de in de Nigeriaanse hoofdstad Abuja aankaartte, uit (laten) zoeken hoe en waarom dit heeft kunnen gebeuren? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 2 en 3
Helaas is BZ er niet in geslaagd de rechter ervan te overtuigen dat het ontslag van de medewerker niet het gevolg was van de integriteitsmelding die zij had gedaan. We vinden het belangrijk lessen te trekken uit deze zaak door vanuit de verschillende perspectieven deze zaak nog een keer goed tegen het licht te houden. Zodat we weten wat we in de toekomst beter en anders moeten doen.
Alle BZ-medewerkers, zowel op het departement als op de posten, lokaal en uitgezonden, moeten zich vrij en veilig voelen om een vermoedelijke integriteitsschending te melden of dat nu gaat om een leidinggevende of een naaste collega. Dat een melder nooit nadeel mag ondervinden van het doen van een melding is van groot belang en daar wordt ook op toegezien. In elke fase van melding, onderzoek en afronding moet BZ zorgvuldig omgaan met de belangen van iedereen die op enigerlei wijze bij het proces betrokken is. Dat geldt in het bijzonder voor de melder (of klager) en de betrokkene (beklaagde). De impact van een onderzoek op deze medewerkers en op hun werkomgeving is vaak groot. Dat betekent dat het in alle fases belangrijk is om oog te hebben voor het welbevinden van de medewerkers, goede communicatie en informatievoorziening. Over de coördinatie daarvan zijn duidelijke afspraken met alle betrokken functionarissen die daarin een rol hebben.
De uitspraak heeft impact gehad op de BZ-organisatie en zal negatieve effecten kunnen hebben op de meldingsbereidheid, zeker van lokaal personeel. Het verhogen van meldingsbereidheid is belangrijk. De afgelopen jaren is het aantal meldingen toegenomen. Er is binnen het ministerie al de nodige aandacht voor het belang van melden, tot op het hoogste niveau van de organisatie. Hier zal in de komende periode extra nadruk op komen te liggen.
Vraag 4
Wat zijn de gevolgen van het vonnis van de rechter voor de omgang met het personeel op de ambassade in Nigeria? Is daarbij aandacht voor respectvolle omgangsvormen?
Antwoord 4
Er wordt in het kader van preventie en bewustwording veel aandacht besteed aan respectvolle omgangsvormen tussen collega’s en aan het creëren van een veilige werkomgeving. Leidinggevenden in Den Haag en op de posten worden gestimuleerd om regelmatig met hun teams in gesprek te gaan en te blijven over integriteit en een veilige werkomgeving. Deze gesprekken vinden plaats – en hebben naar aanleiding van deze zaak plaatsgevonden – ook op de ambassade in Nigeria.
Vraag 5
Heeft u in reactie op het vonnis inmiddels excuses aangeboden aan de klokkenluider? Zo nee, wilt u dat dan alsnog doen?
Antwoord 5
Het vonnis van de rechter maakt duidelijk dat in deze zaak niet alles goed is gedaan. Dit betreuren wij. Er is besloten niet in hoger beroep te gaan vanwege de impact die deze zaak heeft op alle betrokkenen. We willen de zaak voor hen achter ons laten. Dit hebben we aan mevrouw laten weten. Gelijktijdig moeten en willen we hier wel van leren.
Vraag 6
Wordt ook financiële compensatie van de klokkenluider voor gemaakte juridische kosten overwogen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Het ministerie is door de rechter tot de proceskosten veroordeeld en zal deze voldoen. Verder is BZ veroordeeld tot het betalen van 12 maanden salaris, plus 30% inkomensterugval voor de rest van de duur van het arbeidscontract.
Vraag 7
Klopt het dat de klokkenluider geen lid van een vakbond mocht zijn? Zo ja, waarom was dat het geval? Zo nee, wat was dan het beleid?
Antwoord 7
Er is geen bezwaar tegen vakbondslidmaatschap van medewerkers. Er is ook geen beleid dat dat zou verhinderen.
Vraag 8
Kunt u aangeven waarom, terwijl de klokkenluider werd ontslagen, de ambassadeur niet ontslagen is?
Antwoord 8
Beide beslissingen zijn gebaseerd op verschillend onderzoek en afwegingen daarop. Deze dragen een persoonsvertrouwelijk karakter, reden waarom daar geen mededelingen over worden gedaan.
Vraag 9, 10 en 11
Heeft u redenen om aan te nemen dat er sprake is geweest van het lekken van geheime informatie aan Shell over een strafrechtelijk onderzoek naar corruptie bij het oliebedrijf door de ambassadeur? Zo nee, waarom niet?
Heeft u zelfstandig onderzoek gedaan naar het lekken geheime informatie aan Shell over een strafrechtelijk onderzoek naar corruptie bij het oliebedrijf van door de ambassadeur? Zo ja, wat is de uitkomst hiervan? Zo nee, waarom niet?
Bent u er (inmiddels) van op de hoogte of informatie over een naderend bezoek aan Nigeria van de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) door de ambassadeur is doorgespeeld aan de lokale Shell-directeur? Zo nee, bent u bereid hier onderzoek te (laten) verrichten of vindt u dit voldoende bewezen?
Antwoorden 9, 10 en 11
In 2018 is een melding ontvangen aangaande mogelijke integriteitsschendingen door de toenmalig ambassadeur. Er is hierop een feitenonderzoek in opdracht van de departementsleiding uitgevoerd. Het onderzoek en de gevolgen daarvan zijn personeelsvertrouwelijk. Uw Kamer is hier op 26 juni 2020 met een vertrouwelijke brief behorende bij de antwoorden op de Kamervragen van 5 juni 2020 (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 785) over geïnformeerd.
Vraag 12 en 13
Bent u geschrokken van de het beeld dat in de uitspraak is bevestigd dat de Nederlandse overheid doorschiet in haar wens om Shell en andere multinationals te faciliteren? Zo nee, waarom niet?
Bent u bereid om nieuwe richtlijnen voor de ambassade in Nigeria te formuleren, waarin een grotere afstand tot zakelijke belangen wordt gehanteerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoorden 12 en 13
Het is de taak van de overheid om via de ambassades van het Koninkrijk der Nederlanden alle verschillende Nederlandse belangen te dienen, inclusief die van het bedrijfsleven. Het komt voor dat die belangen soms gedeeltelijk of geheel tegengesteld zijn. Het is dan aan onze professionele diplomatieke dienst om daarin de juiste balans te vinden en de goede afwegingen te maken en daarbij ieders belangen zo goed mogelijk te dienen. Helaas is het in dat soort gevallen niet altijd mogelijk om iedereen volledig tevreden te stellen. Dat in de beeldvorming door bepaalde partijen het ene belang of een bepaalde activiteit soms wat meer belicht wordt dan een andere is hun goed recht. De Nederlandse overheid ondersteunt vanzelfsprekend geen belangen of activiteiten die niet in lijn zijn met het Nederlands beleid of met de Nederlandse – of lokale – wet- en regelgeving. Nieuwe richtlijnen voor de Nederlandse ambassade in Abuja zijn niet noodzakelijk. Het huidige beleid – inclusief de in het verleden geleerde lessen – is duidelijk, de belangentegenstellingen in de complexe context eveneens. De ambassadestaf weet als geen ander dat van hen wordt verwacht dat zij hierin de juiste balans vinden en de goede afwegingen maken. Uiteraard zullen wij de dialoog over de vraag of de richtlijnen aanpassingen behoeven blijven voeren en zullen wij waar nodig sturing geven in uiterst complexe kwesties.
NRC, 10 september 2020, «Rechter: klokkenluider Buitenlandse Zaken onterecht ontslagen» (https://www.nrc.nl/nieuws/2020/09/10/rechter-klokkenluider-buitenlandse-zaken-onterecht-ontslagen-a4011509)↩︎