Ondersteuning voedselbanken
Noodpakket banen en economie
Brief regering
Nummer: 2020D46326, datum: 2020-11-16, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-187).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -187 Noodpakket banen en economie.
Onderdeel van zaak 2020Z21744:
- Indiener: B. van 't Wout, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-11-18 13:35: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-01 16:30: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2020-12-10 13:00: Armoede- en schuldenbeleid (Algemeen overleg), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2021-01-14 13:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- 2023-09-05 16:30: Extra procedurevergadering commissie SZW (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 420 Noodpakket banen en economie
Nr. 187 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 november 2020
Begin juni 2020 informeerde mijn voorganger u mede namens de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, over de actuele stand van zaken rondom voedselbanken.1 Door de inzet van de voedselbanken, gemeenten en andere private en publieke partijen bestonden er op het moment van verzenden van de brief thans vrijwel geen knelpunten meer rond de inzet van vrijwilligers, de beschikbaarheid van voedsel en huisvesting.
Het kabinet stelde dit voorjaar vier miljoen euro beschikbaar als vangnet voor het calamiteitenfonds van Voedselbanken Nederland (VBNL), voor het geval dit fonds op enig moment ontoereikend is om corona-gerelateerde kosten van voedselbanken te kunnen betalen. Tot op heden zijn de middelen in het calamiteitenfonds toereikend voor het leveren van de benodigde steun aan de voedselbanken en is er nog geen aanspraak gemaakt op de beschikbaar gestelde vangnet middelen.
In deze brief informeer ik u, mede namens de Minister van LNV, over de actuele stand van zaken rond de voedselbanken (conform de toezegging van de Minister-President tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen aan het lid Segers). Ook geef ik u conform het verzoek van de Vaste Commissie van SZW, een eerste reactie van het kabinet op de initiatiefnota van de leden Slootweg en Bruins «Meer oog voor de voedselbank»2.
Actuele ontwikkelingen
In de zomer deelde VBNL met het actieteam voedselbanken, bestaande uit de Ministeries van LNV en SZW, de VNG en VBNL, haar zorgen over een verwachte toename van het aantal klanten door de gevolgen van de coronacrisis.
Het kabinet zet zich – samen met gemeenten en maatschappelijke organisaties – in om financiële problemen van burgers en bedrijven zoveel mogelijk te voorkomen en terug te dringen. Zo heeft het kabinet de afgelopen jaren actief geïnvesteerd in de aanpak van armoede en schulden, onder meer via de brede schuldenaanpak en de ambities kinderarmoede. In aanvulling hierop heeft het kabinet in het licht van de coronacrisis extra middelen beschikbaar gesteld voor bijzondere bijstand en de aanpak van armoede en schulden.3
Helaas kunnen problemen niet altijd worden voorkomen. Er staat in Nederland gelukkig een goede infrastructuur om mensen met financiële problemen te helpen, met een belangrijke rol voor gemeenten en maatschappelijke organisaties. Het is van belang dat de voedselbanken hun belangrijke functie kunnen blijven vervullen. Het kabinet waardeert het werk van de voedselbanken. Zij leveren, dankzij de inzet van vele duizenden vrijwilligers, een waardevolle bijdrage aan het tegengaan van voedselverspilling en aan het ondersteunen van mensen met een laag inkomen.
Na de zomer deelde VBNL tevens het signaal dat steeds meer voedselbanken te maken krijgen met een teruglopend voedselaanbod van lokale supermarkten. Supermarkten zetten zich met succes in om verspilling van voedsel te beperken door bijvoorbeeld tegen gereduceerd tarief producten te verkopen die nog beperkt houdbaar zijn. VBNL verwacht dat ook op landelijk niveau de maatregelen om voedselverspilling te verminderen gevolgen zullen hebben voor de voedselbanken.
Het tegengaan van voedselverspilling is een prioriteit van het kabinet, de stichting Samen tegen Voedselverspilling en vele partners.4 Volgens VBNL lijkt de aanpak van voedselverspilling de afgelopen maanden in een stroomversnelling te zijn geraakt. Dat is positief maar heeft mogelijk negatieve gevolgen voor de verschillende voedselbanken. De voorziene problemen met de voedselvoorziening zullen mogelijk worden versterkt door de verwachte sterke toename van klanten. Beide ontwikkelingen zijn op dit moment niet goed te vangen in duidelijke cijfers of prognoses.
Ondersteuning voedselbanken
Het kabinet neemt de zorgen van de voedselbanken over de (verwachte) toenemende klantenaantallen en (dreigende) voedseltekorten zeer serieus. Het kabinet ziet deze ontwikkelingen als een maatschappelijk probleem. Daarom zal het kabinet samen met VBNL en andere relevante partijen de aard en omvang van de problematiek nader in kaart brengen en is vervolgens graag bereid om mee te denken over én bij te dragen aan een oplossing van de problematiek.
Het kabinet zal hierbij graag gebruik maken van de waardevolle inzichten uit de initiatiefnota van de leden Slootweg en Bruins. In de nota beschrijven de Kamerleden het ontstaan en de toegevoegde waarde van de voedselbanken en de ontwikkelingen waar ze op dit moment mee te maken krijgen. In de initiatiefnota wordt terecht aangegeven dat de kracht van de voedselbanken zit in het feit dat zij op initiatief van de samenleving zijn ontstaan. Het is niet de rol van de rijksoverheid om de werkzaamheden van de voedselbanken over te nemen of om te treden in de samenwerking van de voedselbanken met lokale overheden, maar om te bezien hoe dit initiatief versterkt kan worden. De leden pleiten er daarbij voor om middelen uit ESF+ in te zetten voor versterking van de rol van de voedselbanken.
Op dit moment is nog niet bekend hoe groot de toename van het aantal klanten bij de voedselbanken zal worden en hoe groot de effecten van het aangescherpte beleid bij marktpartijen om voedselverspilling tegen te gaan voor de voedselbanken zullen zijn. Een eerste stap is om te komen tot een nadere analyse van de problematiek en een verkenning van passende en haalbare oplossingen, op korte- en lange termijn. Het kabinet is bereid om de eerder toegekende vier miljoen euro subsidie als vangnet in te zetten voor bredere ondersteuning van de voedselbanken om te voorkomen dat op enig moment onvoldoende voedsel voor voedselbanken beschikbaar is. Diezelfde bereidheid geldt voor de minimale 2% van de voor Nederland beschikbare ESF+ middelen die ten behoeve moet komen van de meest behoeftigendoelgroep.5
Het kabinet gaat, mede gelet op de openstaande motie en toezegging aan het lid Bromet, op korte termijn over de situatie en de mogelijkheden nader in gesprek met VBNL, partijen in de voedselketen en gemeenten. Het kabinet zal de ontwikkelingen nauwlettend volgen en wil hiertoe periodiek overleg voeren met VBNL om te bezien of het vangnet en de maatregelen afdoende en doeltreffend zijn.
Het kabinet denkt op dit moment bijvoorbeeld aan het verkennen van het idee genaamd Menukaart #Goedvoedsel van de Stichting Samen Tegen Voedselverspilling. Dit model is erop gericht om bestaande reststromen, die in hun huidige vorm niet bruikbaar zijn voor voedselbanken, door te verwerken naar lang houdbare, flexibel in te zetten producten. Tevens is het kabinet voornemens om met voedselproducenten, leveranciers, distributeurs en gemeenten te bespreken welke mogelijkheden zij zien om de voedselbanken te ondersteunen.
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
B. van 't Wout
Kamerstuk 35 420, nr. 70↩︎
Kamerstuk 35 609, nr. 2↩︎
Kamerstuk 24 515, nr. 569↩︎
Kamerstuk 31 532, nr. 254↩︎
De Europese Commissie heeft voor het ESF+ een budget voor Nederland van ongeveer 414 miljoen euro voorgesteld. Definitieve zekerheid over dit bedrag en over de minimale inzet van 2% (circa 8 miljoen euro) voor de doelgroep van meest behoeftigen kan pas worden gegeven wanneer er een definitief onderhandelingsresultaat is op de Europese regelgeving met betrekking tot het ESF+.↩︎