Preview document (🔗 origineel)

---

Tweede Kamer der Staten-Generaal	2
Vergaderjaar 2020-2021

19 637 Vreemdelingenbeleid

Nr. 2680 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2020

Bij brief van 2 juli jl. heb ik uw Kamer de kabinetsreactie op het advies van het ACVZ «Weten en wegen» doen toekomen. Met deze brief informeer ik uw kamer, conform mijn toezegging, over het onderzoek dat de IND heeft gedaan naar het in gebruik nemen van een zogeheten Content Management System (hierna: CMS) en de door de IND gemaakte keuze voor het openbaar publiceren van landeninformatie.

In de hiervoor genoemde kabinetsreactie heb ik uw Kamer geïnformeerd dat op aanbeveling van de ACVZ de landeninformatierapportages van het Team Onderzoek en Expertise Land en Taal (TOELT) van de IND in de regel openbaar worden gemaakt, zodat de transparantie beter geborgd is en de onderliggende methodiek inzichtelijk wordt.

Voor het onderzoek naar de wijze van het openbaar maken van de rapportages heeft de IND een drietal opties uitgewerkt en de voor- en nadelen in kaart gebracht. Het voorstel van de ACVZ om een CMS gezamenlijk te gebruiken met bijvoorbeeld een ngo of academische partner is meegenomen in het onderzoek.

De opties:

1. Het onder eigen beheer bouwen van een nieuw, separaat CMS;

2. Gebruik maken van een bestaande IND portal, namelijk InformIND en deze gedeeltelijk openzetten voor landenrapportages;

3. Het gebruik van een bestaande, openbare portal van het EASO¹, de zogeheten EASO-COI²-portal.

De IND heeft de keuze gemaakt om een combinatie van de opties 2 en 3 nader uit te werken. Bij de uitwerking zullen onder meer de praktische toepassing en de bijkomende kosten voor de aanpassing van de architectuur van het bestaande systeem InformIND worden betrokken.

Met de publicatie van de landenrapportages op het IND platform InformIND en de COI portal van EASO, het gremium voor de EU lidstaten en EU organen, zal de landeninformatie zowel nationaal als internationaal voor externen zoveel mogelijk openbaar worden gemaakt. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan het gestelde doel om de IND landeninformatie en de onderliggende methodiek openbaar toegankelijk en transparant te communiceren.

Om in afwachting van de nadere uitwerking van met name InformIND tegemoet te komen aan de wens voor openbare landeninformatie zal de IND nieuwe landenrapportages tijdelijk publiceren op de bestaande en openbare IND website (www.IND.nl).

Ten behoeve van het gedane onderzoek heeft de IND onder meer contact gelegd met EASO en Vluchtelingenwerk Nederland (VWN).

In de gevoerde gesprekken heeft EASO aangegeven positief tegenover de voorgestelde plannen van de IND te staan. De EASO-portal is reeds operationeel en als de onderlinge voorwaarden en wensen nader zijn uitgewerkt kan de IND hier in de loop van 2021 gebruik van maken. Tevens wordt met de toekomstige publicatie op de EASO portal tegemoet gekomen aan een andere ACVZ-aanbeveling, namelijk om de samenwerking in EASO-kader op het gebied van COI verder te verstevigen.

Organisaties en instituten waaronder UNHCR en VWN kunnen met hun COI rapportages terecht op de internationale en openbare database Ecoi.net van ACCORD. Op basis van deze afspraken zijn internationaal zowel de landenrapportages van lidstaten als van (ngo) organisaties breed beschikbaar en toegankelijk.

Voorts heeft de IND gesproken met VWN om te bezien of een landeninformatie systeem gezamenlijk gebruikt kan worden. VWN doet landeninformatieonderzoek in individuele zaken en beantwoordt veelgestelde vragen, maar heeft aangegeven zelf weinig landenrapporten te schrijven. Wel publiceert VWN jurisprudentie, landeninformatie, eigen brieven en duiding van (landen)beleid en wet- en regelgeving op het (niet openbare) VluchtWeb. De IND heeft met VWN de optie verkend om VWN de mogelijkheid te geven hun landeninformatie in de toekomst ook te publiceren op het openbare deel van InformIND. Van beide kanten vergt dit nog nader onderzoek.

Voor de ontwikkeling van een separaat CMS (optie 1) heeft IND zich laten adviseren door het Kennis- en Exploitatiecentrum Officiële Overheidspublicaties van het Ministerie van BZK en de directie bedrijfsvoering van de IND. Mede op basis van de ervaring met de ontwikkeling van informatiesystemen is een inschatting gemaakt van bijkomende kosten. Uit de gemaakte analyse is gebleken dat deze optie forse ontwikkel- en structurele kosten³ met zich meebrengen, terwijl de meerwaarde, gelet op de gestelde doelen van openbare informatie, ten opzichte van de andere genoemde opties er niet lijkt te zijn. Ook VWN heeft aangegeven niet direct een meerwaarde te zien in een (gezamenlijke) ontwikkeling van een CMS. Om deze redenen vervalt deze optie.

Begin 2021 zal ik uw Kamer informeren over de uitwerking van de aangenomen nader gewijzigde motie⁴ van de leden Groothuizen en Voordewind van 13 oktober jl. met het verzoek om een peer review te laten uitvoeren door EASO en landeninformatieonderzoekers van immigratiediensten uit andere EU lidstaten. Ik zal u dan tevens informeren over de voortgang van de onderhavige maatregel en eventuele andere ontwikkelingen naar aanleiding van het genoemde ACVZ advies.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol

---

1. Europees ondersteuningsbureau voor asielzaken.↩︎

2. Country of Origin Information.↩︎

3. Incidentele ontwikkelkosten ca. € 800.000, structurele jaarkosten ca € 260.000.↩︎

4. Kamerstuk 19 637, nr. 2667.↩︎