[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Nadere toelichting over de opzet van de beleidsdoorlichting bekostiging politie

Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid

Brief regering

Nummer: 2020D46734, datum: 2020-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-33199-42).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 33199 -42 Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid.

Onderdeel van zaak 2020Z21934:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

33 199 Beleidsdoorlichting Justitie en Veiligheid

Nr. 42 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 november 2020

Bij brief van 29 oktober 2020 heeft u mij gevraagd een uitgebreidere toelichting te geven over de opzet van de beleidsdoorlichting bekostiging politie en deze voor de begrotingsbehandeling van mijn ministerie aan uw Kamer te doen toekomen. Middels deze brief beantwoord ik voor zover op dit moment mogelijk, uw vragen.

Opzet en afbakening van de beleidsdoorlichting

De beleidsdoorlichting wordt opgesteld conform de Regeling Periodiek Evaluatieonderzoek (RPE), derhalve zal de beleidsdoorlichting gebaseerd zijn op de 15 onderzoeksvragen die worden voorgeschreven door de RPE. De scope van de beleidsdoorlichting is de opvolging van de aanbevelingen uit het in 2017 aan uw Kamer verstuurde interdepartementaal beleidsonderzoek (IBO) «Effectiviteit politie»1. Hiermee heeft de beleidsdoorlichting betrekking op de jaren 2017–2020.

Beschikbaarheid van bronmateriaal

Vanaf 2017 hebben de nodige onderzoeken en evaluaties plaatsgevonden. De verwachting is dat dit materiaal in onderling verband voldoende inzichten over het gevoerde beleid zal opleveren. Op voorhand lijkt er geen sprake van te weinig onderzoeksmateriaal. De beleidsdoorlichting wordt gebaseerd op literatuuronderzoek en aanvullend interviews. Mocht uit het uit te voeren onderzoek blijken dat er (betekenisvolle) hiaten zijn in de kennis over het gevoerde beleid, dan is een dergelijk inzicht in zichzelf waardevol, en rechtvaardigt dit opname in de op te stellen (onderzoeks-)agenda voor toekomstig beleid en evaluaties ten behoeve van de Strategische Kennis en Evaluatieagenda (SKEA).

Stuurgroep en onafhankelijke deskundigheid

U heeft vragen gesteld over de bemensing van de stuurgroep en de organisatie van onafhankelijke deskundigheid. Ik kan u inmiddels melden dat de stuurgroep zal bestaan uit een afvaardiging van het Ministerie van Justitie en Veiligheid, het Ministerie van Financiën, de politie en het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC). Het WODC is betrokken als onafhankelijk deskundige en waarborgt in deze rol de kwaliteit van de beleidsdoorlichting. Dat zal het WODC voornamelijk vanuit een methodologische invalshoek doen. Om deze rol te kunnen vervullen is het noodzakelijk dat het WODC bij alle fasen van de beleidsdoorlichting betrokken is. Uiteindelijk zal, conform de RPE-eisen, een onafhankelijke beoordeling van het onderzoeksproces en de uitkomsten daarvan worden opgeleverd.

Doelmatigheid

De monitoring van de doelmatigheid van extra investeringen in de politie is geborgd in de Planning en Control-cyclus van zowel politie als departement en vindt plaats aan de hand van begroting, beheerplan en jaarverantwoording. U vraagt naar Kritische Prestatie Indicatoren (KPI) in relatie tot sturing op de politie. Dergelijke indicatoren worden niet toegepast in het sturingsmodel op de politie, waarbinnen mijn ministerie vanuit zijn eigenaarsrol verantwoordelijk is voor de continuïteit en het beheer van de politie – een sui generis organisatie. Echter, mijn ministerie, gezagsdragers en de politie werken continue samen aan het verder ontwikkelen van de sturingsrelatie. Sinds de oprichting van de Nationale Politie in 2012, is in verschillende trajecten gewerkt aan zicht op effectiviteit en prestaties van politie en de ontwikkeling van instrumenten en kaders die aan de eigenaarsverantwoordelijkheid invulling kunnen geven. Mogelijk biedt de beleidsdoorlichting handvatten om te identificeren op welke wijze zicht op effectiviteit als basis kan dienen voor de ontwikkeling van sturingsafspraken met de Korpschef. Daarnaast vraagt u op basis van welk beoordelingskader middelen worden verdeeld binnen politie. De toedeling van middelen aan de eenheden van de politieorganisatie krijgt vorm op basis van het Besluit verdeling sterkte en middelen. De daling van het politiebudget vanaf 2022 heeft geen effect op de operationele capaciteit, omdat deze is vastgelegd in de formatie en past binnen de meerjarige begroting van het politiekorps.

Veiligheid in Nederland

De politie heeft een belangrijke taak in het veilig houden en veiliger maken van Nederland. Hoe de bijdrage van politie aan de veiligheid van Nederland zowel objectief als subjectief meetbaar gemaakt kan worden, is een complex vraagstuk waar vooralsnog niet één antwoord op te geven is. De beleidsdoorlichting biedt wellicht aanknopingspunten om het antwoord op deze vraag verder te ontwikkelen. U vraagt specifiek naar het effect van de sluiting van politielocaties op de veiligheid in zowel objectieve als subjectieve zin. De beleidsdoorlichting richt zich op syntheseonderzoek, dat niet tot het detailniveau reikt van uw vraag. Het Strategisch huisvestingsplan 2013–2025 van de politie voorziet in een huisvestingsbeleid ter ondersteuning van een efficiënte en effectieve taakuitvoering. Zoals eerder aan uw Kamer gemeld worden eventuele wijzigingen hierop in samenspraak met het lokaal gezag genomen en alleen als de dienstverlening in orde is2.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Kamerstuk 29 628, nr. 699↩︎

  2. Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1603↩︎