[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Van Raan en Van Esch over het bericht ‘studenten die spionagesoftware moeten installeren om tentamens te kunnen doen’.

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D46770, datum: 2020-11-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-846).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z17348:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

846

Vragen van de leden Van Raan en Van Esch (PvdD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties over studenten die spionagesoftware moeten installeren om tentamens te kunnen doen (ingezonden 28 september 2020).

Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 18 november 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 498

Vraag 1

Kent u het bericht «Wouter weigert nog langer tentamens te maken: hij wil geen spionagesoftware tegen spieken installeren»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3 en 4

Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat studenten worden gedwongen om spionagesoftware of andere meekijksoftware te installeren? Zo nee, waarom niet?

Onderschrijft u de stelling van hoogleraar computerbeveiliging Bart Jacobs, dat dit heel diep ingrijpt in het leven van studenten? Zo nee, waarom niet?

Ziet u de tegenstrijdigheid van de situatie dat studenten gevraagd wordt om spionagesoftware te installeren, waarvan hun hoogleraar zegt dat hij dat nooit op zijn computer zou installeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 2, 3 en 4

De coronacrisis zorgt voor grote beperkingen in het organiseren van onderwijs. Mede met het oog op de veiligheid en studievoortgang van de student, zetten onderwijsinstellingen waar mogelijk andere vormen van toetsing in. Denk hierbij aan openboektentamens, mondelinge toetsen en inleveropdrachten. Ook hebben instellingen sinds dit studiejaar meer mogelijkheden om fysieke tentamens te organiseren. Indien deze andere vormen van toetsing niet mogelijk zijn, kan het in sommige gevallen noodzakelijk zijn om proctoring-software in te zetten. Bijvoorbeeld als grote groepen studenten een kennistoets moeten afleggen en de bijbehorende logistiek van een tentamen op locatie onder de huidige maatregelen niet haalbaar is. Ten eerste kan het dan om veiligheidsredenen onwenselijk zijn grote groepen naar de tentamenlocatie te laten komen en ten tweede zijn veel alternatieve toetsvormen voor kennisgerichte toetsing ongeschikt. Proctoring-software kan er dan voor zorgen dat de fraudemogelijkheden worden geminimaliseerd en de kwaliteit van de toetsing wordt geborgd. Instellingen dienen steeds zelf aan de hand van de specifieke omstandigheden te bepalen of er alternatieve toetsvormen mogelijk zijn.

Het is bij proctoring van groot belang dat de gegevens van studenten beschermd zijn. Onderwijsinstellingen hebben mij verzekerd dat de gekozen software en leveranciers voldoen aan de AVG. Ook dienen studenten voorgelicht te worden over het gebruik en werking van de software. Ten slotte worden de persoonsgegevens niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk.

Zoals hoogleraar Bart Jacobs aangeeft, heeft online proctoring impact op de privacy van een student. Tijdens een online proctoring tentamen worden o.a. webcambeelden, schermopnamen, muisbewegingen en toetsaanslagen geregistreerd. Ook kan tijdens een proctoring tentamen de achtergrond van de student in beeld komen en geregistreerd worden. Denk hierbij aan de thuisomgeving die wordt gefilmd waarbij mogelijk (privé)zaken in beeld kunnen komen en de informatie die hieruit kan worden afgeleid. Ik kan daarom begrijpen dat sommige studenten terughoudend zijn met online proctoring. Voor deze studenten geldt dat zij het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van persoonsgegevens met online proctoring en dat zij de instelling mogen verzoeken om een alternatief aan te bieden. Instellingen zijn welwillend om mee te denken en werken aan een oplossing voor deze studenten, mits de omstandigheden dit toelaten. Zie ook het antwoord op vraag 18.

Vraag 5

Zou u het de medewerkers van uw ministerie toestaan of aanraden om de betreffende spionagesoftware te installeren op hun computers? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom zouden studenten dit dan wel moeten installeren?

Antwoord 5

Proctoring-software dient gebruikt te worden als daar aanleiding voor is. In het geval van de studenten wordt proctoring gebruikt om de fraudemogelijkheden bij online tentamens te minimaliseren. Zolang er geen alternatieven zijn, is het inzetten van proctoring noodzakelijk onder de huidige omstandigheden. Voor de medewerkers van mijn ministerie geldt dat het maken van tentamens niet tot de werkzaamheden behoort. Er is dus geen aanleiding voor de medewerkers van mijn ministerie om proctoring-software te gebruiken.

Vraag 6

Onderschrijft u het advies van onderzoeker surveillancesoftware Haroon Sheikh «Als we er mee kunnen stoppen: absoluut mee stoppen»? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 6

De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) heeft, net als SURF, een aantal zeer bruikbare aanbevelingen2 3 voor de inzet van proctoring gedaan aan instellingen. Ik heb instellingen opgeroepen die aanbevelingen te volgen. Daarnaast bepaalt de AVG dat een onderwijsinstelling in het kader van haar verantwoordingsplicht goed moet kunnen motiveren waarom de inzet van online proctoring noodzakelijk is in een specifieke situatie. Indien de onderwijsinstelling een toets of tentamen kan afleggen op een veilige manier die minder inbreuk maakt op de privacy van studenten, zal de onderwijsinstelling voor deze alternatieve toetsvorm moeten kiezen.

Ik wil wel benadrukken dat proctoring een oplossing kan bieden voor studenten die niet altijd naar de instelling kunnen komen. Denk hierbij aan studenten die in quarantaine moeten of tot de risicogroepen voor het coronavirus behoren, studenten die het onderwijs combineren met een topsportcarrière of ondernemerschap en studenten die mantelzorg verrichten.

Vraag 7, 10 en 11

Als dergelijke spionagesoftware voldoet aan het wettelijk kader, terwijl experts met klem afraden om deze software te installeren, wat zegt u dat dan over het wettelijk kader?

Welke garanties heeft u dat betrokken bedrijven of onderwijsinstellingen alleen de strikt noodzakelijke informatie verzamelen?

Welke garanties heeft u dat derden, zoals bijvoorbeeld de softwareleverancier, hackers, inlichtingendiensten of andere partijen geen toegang hebben tot de te verzamelen informatie?

Antwoord 7, 10 en 11

Zoals ik al aangaf, is het bij proctoring van groot belang dat de gegevens van studenten beschermd zijn. Instellingen maken met de betrokken bedrijven en leveranciers contractuele afspraken, die in overeenstemming moeten zijn met de AVG. Door de instellingen worden Data Protection Impact Assessments (DPIA) uitgevoerd. Ook zijn de instellingen transparant over hetgeen wordt vastgelegd en hierop wordt ook toezicht uitgeoefend, onder meer door een functionaris gegevensbescherming. Ten slotte worden de persoonsgegevens niet langer bewaard dan strikt noodzakelijk.

Zoals hierboven aangegeven, hebben de AP en SURF een aantal zeer bruikbare aanbevelingen voor de inzet van proctoring gedaan aan instellingen. Ik heb instellingen opgeroepen die aanbevelingen te volgen.

In mijn eerdere brieven4 5 heb ik aangegeven dat een veilige online leer- en werkomgeving bij mij hoog in het vaandel staat. Samen met onderwijsinstellingen hebben we afgesproken dat instellingen zich blijven inzetten om het bewustzijn van studenten en docenten op het gebied van online veiligheid te vergroten. Ook nemen instellingen een aantal belangrijke stappen en maatregelen om de online veiligheid te vergroten en besteden ze extra aandacht aan veilig werken en leren op afstand in relatie tot nieuwe digitale tools.6

Vraag 8

Deelt u de twijfels van Haroon Sheikh over de vraag of dergelijke software überhaupt wel goed werkt om tentamenfraude te voorkomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 8

Ik heb geen signalen ontvangen dat het aantal fraudegevallen structureel is gestegen, sinds proctoring-software op grotere schaal wordt ingezet. Indien de instelling het vermoeden heeft dat een student fraudeert, heeft de instelling de verantwoordelijkheid om in te grijpen.

Vraag 9

Kunt u aangeven welke informatie in theorie door middel van deze software allemaal verzameld kan worden?

Antwoord 9

Proctoring-software kan tijdens een tentamen webcambeelden, schermopnamen, muisbewegingen, toetsaanslagen, tijdstippen en IP-adressen registreren. De registratie van deze informatie gebeurt binnen de geldende privacywetgeving.

Vraag 12, 13 en 14

Deelt u de mening dat er nooit gesteld mag worden dat er geen alternatief zou zijn voor het installeren van spionagesoftware? Zo nee, waarom zijn praktische bezwaren voor u belangrijker dan privacy?

Kunt u voorbeelden geven van situaties waarbij privacyvriendelijke alternatieven voor dergelijke software ter beschikking werden gesteld?

Wat gaat u doen om onderwijsinstellingen te helpen om zo snel mogelijk op veilige wijze tentamens te organiseren, zonder dat daar spionagesoftware bij komt kijken zodat de privacy van studenten niet wordt aangetast?

Antwoord 12, 13 en 14

Het is van groot belang dat studenten zo min mogelijk studievertraging op lopen in deze crisis. Daarom zijn onderwijsinstellingen met man en macht bezig om het onderwijs online en hybride aan te bieden. Het afnemen van tentamens op afstand blijft één van de grootste uitdagingen voor de instellingen. Instellingen zetten daarom meer in op privacy vriendelijke alternatieven zoals openboektentamens, mondelinge tentamens, inleveropdrachten en tentamens op locatie. In sommige gevallen zijn al deze alternatieven niet geschikt, zoals wanneer een grote groep studenten een kennistoets moeten afnemen. In dat geval kan proctoring worden ingezet, mits aan de AVG wordt voldaan.

Samen met de instellingen en studenten blijf ik in gesprek om te kijken hoe we op een veilige en verantwoorde wijze meer onderwijs op locatie kunnen realiseren.

Vraag 15

Weet u inmiddels hoeveel hoger onderwijsinstellingen hun studenten vragen om spionagesoftware te installeren, aangezien daar bij eerdere Kamervragen van het lid Futselaar geen eenduidig antwoord op kwam?7

Antwoord 15

Ik beschik niet over de precieze cijfers wat betreft het gebruik van proctoring op hoger onderwijsinstellingen.

Zoals aangegeven bij de beantwoording op vraag 2,3 en 4, bepaalt de instelling op basis van specifieke omstandigheden of het gebruik van proctoring noodzakelijk is.

Vraag 16 en 17

Heeft u in beeld hoeveel studenten deze spionagesoftware daadwerkelijk hebben geïnstalleerd?

Heeft u in beeld hoeveel studenten hebben geweigerd om deze spionagesoftware te installeren?

Antwoord 16 en 17

Nee, instellingen registreren niet hoeveel studenten wel of niet proctoring-software installeren.

Vraag 18

Wat gaat u doen om studenten zoals Wouter, die weigeren om spionagesoftware te installeren en daardoor geen tentamens kunnen maken, te steunen door bijvoorbeeld een alternatief aan te bieden?

Antwoord 18

Onder de AVG heeft de student het recht om bezwaar te maken tegen de verwerking van zijn of haar persoonsgegevens. Specifieke omstandigheden kunnen ervoor zorgen dat inbreuk op de privacy van de student ongerechtvaardigd is. Indien de onderwijsinstelling niet kan aantonen dat de dwingende gerechtvaardigde belangen van de onderwijsinstelling zwaarder wegen dan de belangen, rechten en vrijheden van de student, moet er een passende alternatieve toetsvorm worden aangeboden die de privacybezwaren van de student in voldoende mate wegneemt.

Vraag 19, 20 en 21

Wat gaat u doen om te voorkomen dat studenten zoals Wouter, die weigeren om spionagesoftware te installeren en daardoor geen tentamens kunnen maken, studievertraging oplopen?

Deelt u de mening dat als studenten die door hun weigering om spionagesoftware te installeren toch studievertraging oplopen, gecompenseerd zouden moeten worden voor de extra kosten die ze maken? Zo nee, waarom niet?

Gaat u andere studenten aanmoedigen om ook te stoppen met het maken van tentamens zolang ze daar spionagesoftware voor moeten installeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 19, 20 en 21

Veel studenten hebben bij mij aangegeven dat zij het belangrijk vinden om te voorkomen dat zij studievertraging oplopen. Daarom doen instellingen er alles aan om zo goed mogelijk onderwijs, waar tentamens onderdeel van zijn, aan studenten te bieden. Zoals ik heb aangegeven bij de vragen hierboven kan het, omwille van het voorkomen van studievertraging, soms noodzakelijk zijn om proctoring te gebruiken.

Samen met de onderwijsinstellingen en studenten blijf ik verkennen hoe we meer en beter onderwijs kunnen aanbieden zodat studievertraging voorkomen wordt. Een financiële compensatie voor studenten die geen tentamens willen maken vanwege proctoring, beschouw ik daarom niet als een oplossing om studievertraging te voorkomen.


  1. EenVandaag, 22 september 2020, «Wouter weigert nog langer tentamens te maken: hij wil geen spionagesoftware tegen spieken installeren», https://eenvandaag.avrotros.nl/item/wouter-weigert-nog-langer-tentamens-te-maken-hij-wil-geen-spionagesoftware-tegen-spieken-installere/↩︎

  2. https://www.autoriteitpersoonsgegevens.nl/sites/default/files/atoms/files/aanbevelingen_online_proctoring_onderwijs.pdf↩︎

  3. https://www.surf.nl/files/2020–04/surf-rapport-online-proctoring_2020_update-april-2020.pdf↩︎

  4. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4015↩︎

  5. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2020/10/08/kamerbrief-bericht-dat-studenten-hun-diploma-kwijtraken-na-haperend-online-tentamentoezicht↩︎

  6. Kamerstuk 31 288; 26 643 nr. 872↩︎

  7. Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2619↩︎