Verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 17 november 2020
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2020D47200, datum: 2020-11-19, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 5
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2242).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2242 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2020Z22188:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-11-26 13:30: Raad Algemene Zaken van 1 en 8 december 2020 (Algemeen overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-11-26 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-17 11:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-01-20 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2242 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 19 november 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 17 november 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 17 NOVEMBER 2020
Op dinsdag 17 november jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken informeel per videoconferentie. Dit betrof een uitgestelde vergadering die oorspronkelijk plaats zou vinden op 10 november. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de vergadering.
Landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog
De leden van de Raad maakten een begin met de roulerende landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog op basis van de landenhoofdstukken in het Rechtsstaatrapport 2020 van de Europese Commissie dat 30 september jl. verscheen. De landenspecifieke dialoog is een uitbreiding en versterking van de jaarlijkse rechtsstatelijkheidsdialoog die sinds enige jaren in de Raad Algemene Zaken wordt gehouden. De landenspecifieke dialoog heeft tot doel het onderlinge gesprek over rechtsstatelijk in de Unie te bevorderen, eventuele rechtsstatelijke problemen in een eerder stadium te signaleren, en daarover best practices uit te wisselen. De overgrote meerderheid van de lidstaten sprak steun uit voor deze nieuwe dialoog, met uitzondering van twee lidstaten die het Commissierapport niet objectief vinden.
België, Bulgarije, Tsjechië, Denemarken en Estland waren de eerste vijf lidstaten die hun peer review ondergingen. De Europese Commissie introduceerde de vijf landenhoofdstukken, waarna de betreffende lidstaten daar een korte reactie op gaven. Vervolgens was er de gelegenheid voor de overige lidstaten om vragen te stellen en opmerkingen te maken. Onderwerpen die werden aangesneden waren onder meer het belang van rechterlijke onafhankelijkheid, de toegang tot het recht, de positie van journalisten, anti-corruptiebeleid en de bescherming van klokkenluiders. Het voorzitterschap had lidstaten gevraagd het aantal interventies onder dit agendapunt tot twee te beperken. In afstemming met gelijkgezinde lidstaten sprak Nederland over het landenhoofdstuk België ten aanzien van de noodzaak tot verdere digitalisering van de rechtspraak (waar Estland koploper op is en best practices over deelde), en over het landenhoofdstuk Bulgarije ten aanzien van het belang van onafhankelijkheid van de Openbaar Aanklager in de strijd tegen corruptie en het opvolgen van de CVM-ijkpunten en -aanbevelingen. Deze eerste bespreking in het kader van de vernieuwde rechtsstatelijkheidsdialoog liet zien dat er een open uitwisseling tussen de lidstaten tot stand kwam, en daarmee de dialoog over de rechtsstaat in de vijf lidstaten verder hielp. Onder Portugees Voorzitterschap zullen de volgende vijf lidstaten (Duitsland, Ierland, Griekenland, Spanje en Frankrijk) aan de beurt zijn voor hun landenspecifieke rechtsstatelijkheidsdialoog.
Europese Raad 10–11 december
De Raad Algemene Zaken sprak over de agenda van de Europese Raad (ER) van 10–11 december aanstaande.
Deze Europese Raad zal onder meer spreken over terrorismebestrijding. N.a.v. dit agendapunt stonden de leden van de Raad stil bij de recente aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk. De lidstaten spraken hun afschuw uit over de aanslagen en toonden solidariteit met de getroffen lidstaten. Een aantal lidstaten riep op tot het nemen van concrete stappen om de strijd tegen het terrorisme te intensiveren, waaronder verbeterde politiesamenwerking. Nederland vroeg opnieuw aandacht voor de noodzaak om de Europese buitengrenzen beter te bewaken en wees op het belang van een Europese aanpak van ongewenste beïnvloeding via buitenlandse financiering.
Meerdere lidstaten benadrukten het belang van het geagendeerde onderwerp COVID-19-coördinatie. De Commissie bevestigde positieve berichtgeving aangaande vaccinontwikkeling. Verder lichtte zij het gezondheidspakket dat 11 november jl. verscheen toe. Ook meldde zij dat 18 november a.s. een Commissieaanbeveling aangaande antigeentesten verschijnt. Hierbij gaf de Commissie aan voornemens te zijn middels het Emergency Support Instrument 100 miljoen antigeentesten aan te schaffen. Aansluitend ging zij in op inspanningen rond passenger locator forms (PLF) waarbij een pilot voor een digitaal PLF in wording is. Tot slot stond de Commissie stil bij de farmaceutische strategie die op 24 november a.s. zal uitkomen.
De ER zal ook spreken over het ophogen van het 2030-broeikasgasreductiedoel. Veel lidstaten spraken hun steun uit voor het voorgestelde doel van ten minste 55% reductie. Sommige lidstaten gaven aan dat zij graag meer duidelijkheid willen over het ondersteunde kader om dit hogere doel te realiseren. Zij noemen daarvoor verschillende elementen, afhankelijk van de nationale omstandigheden, zoals eerlijke transitie, concurrentievermogen, en aandacht voor huishoudens en consumenten. Nederland benadrukte het belang van een akkoord op de Europese Raad van december, met het oog op het tijdig indienen van de EU-Nationally Determined Contribution bij de UNFCCC.
Handel staat eveneens op de agenda van deze ER. De Commissie verwees bij haar interventie naar de herziening van het EU handelsbeleid die nu gaande is. Deze moet in lijn worden gebracht met groene en digitale doelen van de Unie. Ook onderstreepte zij het belang om samen met de VS een nieuwe trans-Atlantische handelsagenda uit te werken. Ook moet met China verder gewerkt worden aan een meer gebalanceerde relatie op handelsgebied. Een aantal lidstaten benadrukte het belang van versterken en hervormen van het multilateraal systeem, de WTO in het bijzonder.
In vervolg op de bespreking door de ER van 1 en 2 oktober, zal de ER naar verwachting opnieuw spreken over Varosha en de relatie van de EU met Turkije. Een aantal lidstaten refereerde tijdens de Raad naar het recente bezoek van president Erdogan aan Varosha en riep op tot aanvullende maatregelen tegen Turkije.
De Raad stipte ook kort de zogenaamde «EU-AU leaders’ meeting» aan die naar verwachting voorafgaand aan de ER op 9 december zal plaatsvinden. Deze bijeenkomst tussen EU leiders en aantal leiders van de Afrikaanse Unie (AU) werd in de ER van 15 en 16 oktober jl. voorbereid. Daarnaast vindt naar verwachting en marge van de ER een Eurozonetop plaats waar de voortgang ten aanzien van de bankenunie en de kapitaalmarktunie op de agenda staan.
Uitbreiding
Het Duitse voorzitterschap en commissaris Várhelyi riepen de Raad op om snel tot overeenstemming te komen over de onderhandelingsraamwerken voor Noord-Macedonië en Albanië. Dit is volgens hen van belang voor de geloofwaardigheid van de EU en het EU-perspectief van de landen in de Westelijke Balkan. De discussie ging met name over het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië waar één lidstaat niet mee kan instemmen. Een groot aantal lidstaten gaf aan te streven naar een Intergouvernementele Conferentie (IGC) met beide landen in december. Zoals bekend besloot de Raad in maart dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden als is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Raadsconclusies van maart 2020 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2138). Pas als overtuigend is voldaan aan deze voorwaarden is het houden van een eerste IGC met Albanië voor het kabinet aan de orde.
Tevens informeer ik uw Kamer over de ontwikkelingen omtrent de hervormingen van de kieswet in Albanië zoals toegezegd aan de Tweede Kamer tijdens het AO RAZ van 3 november jl. In het recente voortgangsrapport meldt de Commissie dat de kieswet is aangepast op basis van de aanbevelingen van de Office for Democratic Institutions and Human Rights (ODIHR). De extraparlementaire oppositie was betrokken bij de totstandkoming van de wet. Op 23 juli 2020 is de wet aangenomen door het parlement. Hiermee zijn de ODIHR-aanbevelingen geadresseerd. Vervolgens zijn er op 5 oktober 2020 additionele hervormingen van het kiessysteem doorgevoerd die niet gebaseerd waren op aanbevelingen van ODIHR en waar de extraparlementaire oppositie niet bij betrokken was. President Meta heeft de Venetië Commissie verzocht om een opinie over de hervormingen van 5 oktober. Deze opinie zal waarschijnlijk in december worden gepubliceerd. De Commissie concludeert dat het positief is dat de kieswet is hervormd en dat hiermee is voldaan aan de voorwaarde uit de raadsconclusies van maart jl. maar dat de politieke dialoog in het land verbeterd moet worden, met name op het terrein van electorale hervormingen en de implementatie hiervan. Het kabinet onderschrijft deze conclusie en onderstreept dat politieke samenwerking tussen alle partijen met het oog op eerlijke en vrije verkiezingen en voor de hervormingsagenda essentieel is.
Bestrijding van antisemitisme
De leden van de Raad wisselden kort van gedachten over het bestrijden van antisemitisme. Het Duitse voorzitterschap en de Commissie lichtten toe welke stappen er op EU-niveau worden genomen om antisemitisme te bestrijden. Eind 2021 zal de commissie een EU-strategie over de bestrijding van antisemitisme presenteren en in december wordt er naar verwachting een Raadsverklaring over het onderwerp aangenomen door de JBZ-raad. Verschillende lidstaten onderstreepten in hun interventie het belang van een gecoördineerde, sectoroverstijgende aanpak en gaven een toelichting bij nationale inspanningen. Het kabinet zet zich ten volle in voor bestrijding van antisemitisme. Antisemitisme is integraal deel van het Nederlandse Nationale Actieprogramma Discriminatie, dat alle vormen van discriminatie bestrijdt.
Meerjarig Financieel Kader 2021–2027
Het Duitse EU-voorzitterschap gaf een overzicht van het voorlopig akkoord over het MFK dat op 10 november jl. met het EP werd bereikt. Uw Kamer ontving over dit voorlopige akkoord tussen Raad en Europees Parlement over het MFK een kabinetsappreciatie. Het voorzitterschap gaf aan tevreden te zijn met het bereikte MFK onderhandelingsresultaat, maar toonde zich tegelijkertijd teleurgesteld dat nog niet alle lidstaten akkoord konden gaan met politieke bekrachtiging van het MFK onderhandelingsresultaat en het starten van de schriftelijke procedure voor definitieve besluitvorming door de Raad over het Eigenmiddelenbesluit (EMB). Het voorzitterschap riep op tot compromisbereidheid en benadrukte dag en nacht te werken aan een oplossing.
Hongarije en Polen reageerden kritisch over de verenigbaarheid van de conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid met de EU-verdragen en benadrukten dat niets akkoord is totdat alles akkoord is. De rest van de interveniërende EU-lidstaten sprak steun uit voor het bereikte akkoord over het MFK, waardering voor het werk van het Duitse EU-voorzitterschap en riep op om zo snel mogelijk over te gaan tot definitieve besluitvorming over het MFK, inclusief conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid, het Eigenmiddelenbesluit en het Herstelinstrument. Nederland zal zich op alle niveaus blijven inzetten voor behoud van het bereikte onderhandelingsresultaat en er op blijven toezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan de conclusies van de Europese Raad van 17–21 juli. Daarbij zal Nederland blijven benadrukken dat het bereikte onderhandelingsresultaat over de MFK-rechtsstaatverordening voor Nederland de ondergrens is.
Commissie Werkprogramma 2021
De Commissie begon haar toelichting met de opmerking dat dit agendaonderdeel tijdens deze videoconferentie het belang toont van het versterken van de weerbaarheid van de Unie op langere termijn. Centraal thema in het Commissie werkprogramma (CWP) is hoe de gezondheidscrisis aan te pakken en hoe de negatieve gevolgen van deze crisis voor de economie te ondervangen en daarbij een groene en digitale transitie te realiseren. In deze context moet het programma gezien worden, aldus de Commissie. Nu moet de stap gezet worden van een strategie naar het leveren van resultaten. In het kader van het CWP stond de Commissie ook stil bij haar rapport aangaande strategische prognoses dat eveneens gericht is op het vergroten van de weerbaarheid van de Unie. Aansluitend noemde de Commissie enkele concrete voorstellen uit het werkprogramma, variërend van voorstellen ter uitvoering van het nieuwe EMB en het nieuwe MFK tot voorstellen ter uitwerking van de sociale pijler. Zij wees, verwijzend naar haar inspanningen op het terrein van Betere Regelgeving, ook op het belang van vermindering van regeldruk en gaf aan dat in dit kader op 26 november a.s. REFIT het werk zal hervatten. Tot slot stond zij stil bij een gemeenschappelijke verklaring met wetgevingsprioriteiten voor 2021 van de Raad, het EP en de Commissie. Het is de bedoeling dat de instellingen deze verklaring in december en marge van de RAZ aannemen, tezamen met een verklaring over de meerjarige programmering. Deze verklaringen zullen de routekaart vormen voor het werk van de drie instellingen aangaande wetgeving.
Europees Semester 2021
Het Duitse EU-voorzitterschap en het inkomend Portugese voorzitterschap presenteerden kort een roadmap voor het Europees Semester 2021. Deze roadmap zet de bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden uiteen en licht toe op welke wijze het Europees Semester in 2021 zal worden aangepast, gegeven de overlap wat betreft inhoud en termijnen met de nieuw ingestelde Recovery and Recilience Facility (RRF). Het herfstpakket werd op 18 november, dus na deze vergadering van 17 november, gepubliceerd en zal tijdens de Ecofin Raad op 1 december 2020 door de Ministers van Financiën worden besproken. Uw Kamer zal over het herfstpakket worden geïnformeerd via een separate brief.