Geannoteerde Agenda Energieraad 14 december 2020
Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Brief regering
Nummer: 2020D47652, datum: 2020-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-33-837).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 33-837 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie.
Onderdeel van zaak 2020Z22456:
- Indiener: E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-11-26 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-08 14:00: Energieraad 14 december 2020 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-12-08 18:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-33 Raad voor Vervoer, Telecommunicatie en Energie
Nr. 837 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 23 november 2020
Hierbij stuur ik u de Geannoteerde Agenda van de Energieraad die op 14 december a.s. onder Duits voorzitterschap plaatsvindt. Op het moment van schrijven is er nog geen definitieve agenda vastgesteld door het Duitse voorzitterschap.
Waarschijnlijk zal er een beleidsdebat plaatsvinden over energiesysteemintegratie naar aanleiding van de Europese strategie voor een geïntegreerd energiesysteem, welke op 8 juli 2020 door de Europese Commissie is gepresenteerd. Het Duits voorzitterschap was voornemens om raadsconclusies over waterstof en hernieuwbare energie op zee aan te nemen tijdens de Energieraad in december. Echter doordat de Energieraad is omgezet in een virtuele informele videoconferentie, is besluitvorming tijdens de raad niet mogelijk. Daarom zal besluitvorming over de raadsconclusies waterstof op 25 of 27 november 2020 plaatsvinden en de raadsconclusies hernieuwbare energie op 4 december 2020.
Er zijn op dit moment geen verdere discussiepunten voorzien. De Energieraad zal waarschijnlijk worden afgesloten met informatie van de Europese Commissie over externe energierelaties en een presentatie van het inkomende Portugees voorzitterschap, waarin zij haar plannen op het gebied van energie voor de eerste helft van 2021 presenteert.
Vanwege het geringe aantal discussiepunten op de agenda zal ik mij op de Energieraad hoogambtelijk laten vervangen.
De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes
BIJLAGE: GEANNOTEERDE AGENDA ENERGIERAAD (INFORMELE VTC) 14 DECEMBER 2020
De Energieraad op 14 december zal in verband met COVID-19 plaatsvinden middels een videoconferentie. Op het moment van schrijven is nog geen definitieve agenda verspreid. Naar verwachting zal er een beleidsdebat plaatsvinden over energiesysteemintegratie. Daarnaast zal naar verwachting de Europese Commissie informatie delen over de externe energierelaties van de Europese Unie en zal er een presentatie worden gegeven door het aankomende Portugese EU-voorzitterschap. Het Duitse voorzitterschap was voornemens om raadsconclusies over waterstof en hernieuwbare energie op zee aan te nemen tijdens de Energieraad in december. Echter doordat de Energieraad is omgezet in een virtuele informele videoconferentie is besluitvorming tijdens de raad niet mogelijk. Daarom zal besluitvorming over de raadsconclusies waterstof op 25 of 27 november 2020 plaatsvinden en de raadsconclusies hernieuwbare energie op zee op 4 december 2020.
Energiesysteemintegratie
De Raad zal een beleidsdebat houden over systeemintegratie, naar aanleiding van de Europese strategie voor een geïntegreerd energiesysteem, welke op 8 juli 2020 door de Europese Commissie is gepresenteerd als onderdeel van de Green Deal. De strategie schetst het toekomstige energiesysteem dat nodig is om klimaatneutraliteit in 2050 tegen de laagste kosten te kunnen realiseren. De strategie bestaat uit zes pijlers waarin gecoördineerde (wetgevende en niet-wetgevende) maatregelen worden aangekondigd om belemmeringen voor de energiesysteemintegratie op te lossen. Uw Kamer heeft hierover op 14 september 2020 een BNC-fiche ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 2918). Wetgevende maatregelen worden met name mid-2021 verwacht. Het is de verwachting dat het voorzitterschap naar aanleiding van eerdere beleidsdiscussies in de Raadswerkgroep met discussievragen komt voor tijdens de Raad.
Inzet Nederland
Het kabinet is van mening dat de strategie grotendeels aansluit op de Nederlandse beleidslijnen wat betreft systeemintegratie zoals deze aan uw Kamer zijn gemeld in de Rijksvisie marktontwikkeling energietransitie (Kamerstuk 32 813, nr. 536) en het Klimaatakkoord (Kamerstuk 32 812, nr. 342). Er is wel een viertal aandachtspunten benoemd in het BNC-fiche, namelijk 1) dat het «energie-efficiëntie eerst» principe niet ten koste mag gaan van een kostenefficiënte route richting CO2-reductie; 2) dat leveringszekerheid van gas en waterstof wordt geborgd; 3) dat betaalbaarheid en regeldruk sterker worden meegewogen in aanvullende wetgeving en; 4) dat de Commissie de noodzaak van flexibiliteit in regelgeving bij marktontwikkeling erkent. In de discussie tijdens de Raad zal Nederland deze aandachtspunten naar voren brengen.
Indicatie krachtenveld
De strategie is in het algemeen door de lidstaten verwelkomd. Er is een algemene consensus dat elektrificatie een belangrijke rol gaat spelen, met name voor transport en warmte. Er zijn wel enkele discussiepunten. Het «energie-efficiëntie eerst» principe wordt bijvoorbeeld gesteund door een aantal lidstaten, maar Nederland en een aantal andere lidstaten vinden dat CO2-reductie het uitgangspunt moet zijn en dat energiebesparing alleen prioriteit moet krijgen als dit de meest kosteneffectieve optie is voor CO2-reductie vanuit systeemperspectief. Op uitbreiding van het emissiehandelssysteem ETS naar transport en de gebouwde omgeving wordt door enkele lidstaten nog terughoudend gereageerd en de Commissie wordt gevraagd om een uitgebreide analyse. Ook vanuit het Europees parlement is de strategie verwelkomd. Het parlement heeft in een resolutie aandacht gevraagd voor energieopslag en waterstof.
Raadsconclusies waterstof
De raadsconclusies richten zich op de operationalisering van de waterstofstrategie van de Europese Unie en geven de behoefte van de EU en de lidstaten weer om o.a. snel waterstof op te schalen en de waterstofmarkt te ontwikkelen, innovatieve financieringsinstrumenten te ontwerpen en om een adequaat reguleringskader uit te werken. De raadsconclusies bevatten tevens een oproep aan de Commissie om o.a. de EU waterstofstrategie verder uit te werken en te operationaliseren, duidelijke kaders te ontwikkelen voor de classificatie, certificatie en een werkbare EU-methodologie voor hernieuwbare vloeibare en gasvormige brandstoffen, het bevorderen van waterstofclusters en het verbeteren van de tien jaar ontwikkelingsplannen (TYNDP) door onder andere waterstof in deze plannen mee te nemen. De Europese Commissie wordt ook opgeroepen om de cruciale rol van CO2-beprijzing voor de ontwikkeling van de waterstofmarkt te adresseren en bij de herziening van de Europese Richtsnoeren voor staatsteun voor milieubescherming en energie rekening te houden met het belang van bestaande en nieuwe financiële ondersteuningsinstrumenten voor een veilige en duurzame productie van waterstof.
Inzet Nederland
Het kabinet is voornemens om in te stemmen met deze raadsconclusies. De raadsconclusies zoals ze nu voorliggen kunnen worden beschouwd als een belangrijke ondersteuning van de strategieën van lidstaten, ook die van Nederland. Tevens geven ze een duidelijke richting aan de operationalisering van de waterstofstrategie van de Europese Unie. Wel zal Nederland ervoor waken dat er een adequate formulering wordt gebruikt voor waterstof die ook ruimte laat voor CO2-arme waterstof.
Indicatie Krachtenveld
Tijdens de tekstonderhandelingen rond deze raadsconclusies heeft een aantal lidstaten zich kritisch getoond ten aanzien van de geboden ruimte voor CO2-arme waterstof; Nederland is hier met enkele landen juist voorstander van. Het Duitse voorzitterschap streeft ernaar om in de raadsconclusies een adequate formulering te gebruiken die recht doet aan de inspanningen van alle lidstaten om waterstof op te schalen en een liquide markt te kunnen realiseren.
Raadsconclusies hernieuwbare energie op zee
De raadsconclusies gaan over het belang van de uitrol en opschaling van verschillende hernieuwbare offshore-technieken, waaronder offshore wind, voor het realiseren van nationale en EU-doelstellingen voor 2030 en daarna. Er wordt aandacht gevraagd voor de verschillende fasen van rijpheid van verscheidene offshore-technologieën, voor de geografische verschillen tussen lidstaten op het gebied van offshore hernieuwbare energie en voor de mogelijkheden om gezamenlijke projecten tussen lidstaten te realiseren (o.a. met het oog op financiering en marktordening).
Inzet Nederland
Het kabinet is voornemens om in te stemmen met deze raadsconclusies, omdat zij goed aansluiten bij de huidige Nederlandse beleidsinzet wat betreft hernieuwbare energie op zee en omdat zij bijdragen aan het realiseren van de nationale en Europese klimaatdoelen.
Indicatie krachtenveld
De verwachting is dat alle lidstaten met deze raadsconclusies zullen instemmen. De verwachting is wel dat er nog discussie zal zijn over de analyses naar grensoverschrijdende projecten op zee. Er wordt nu opgenomen dat er een analyse wordt gedaan naar de effecten van grensoverschrijdende projecten en de voorwaarden waaronder deze kunnen worden uitgevoerd. Voor Nederland is het daarbij belangrijk dat er aandacht is voor eventuele grensoverschrijdende projecten die de komende tien jaar al in de planning staan.