[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Antwoord op vragen van de leden Kuik en Slootweg over het tekort aan griepprikken

Antwoord schriftelijke vragen

Nummer: 2020D47792, datum: 2020-11-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-877).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van zaak 2020Z20085:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021 Aanhangsel van de Handelingen
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

877

Vragen van de leden Kuik en Slootweg (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het tekort aan griepprikken (ingezonden 30 oktober 2020).

Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 23 november 2020)

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de reactie van de ANBO op uw oproep aan gezonde ouderen om niet in te gaan op de uitnodiging voor de griepprik? Zo ja, wat is uw reactie?1

Antwoord 1

Ja. Ik snap de teleurstelling bij de ANBO over mijn oproep. Uiteraard is het wenselijk dat de hele doelgroep gevaccineerd kan worden. Om die reden heb ik ook 520.000 extra vaccins ingekocht. Daarmee heb ik voldoende ingekocht voor een opkomst van rond de 60% binnen de doelgroep, daar waar de opkomst de afgelopen jaren rond de 50% is geweest. Op basis van een eerste peiling onder de doelgroep op dat moment leek dit voldoende. Verder zijn er de afgelopen maanden voortdurend initiatieven geweest om nog aan extra vaccins te komen, zoals gezamenlijke inkoop vanuit de EU. Dit EU-traject heeft geen resultaat opgeleverd. Er is daarnaast voortdurend contact geweest met leveranciers om te kijken of we nog aan extra vaccins kunnen komen, bijvoorbeeld doordat landen afzien van een partij vaccins. Daardoor hebben we nog tot maximaal 100.000 extra vaccins kunnen inkopen met levering half november en tot maximaal 140.000 vaccins met levering voor half januari. We doen er alles aan om de hele doelgroep te bedienen, maar met de kennis op dit moment weten we niet zeker of dit gaat lukken. Daarom willen we in ieder geval de mensen uit de doelgroep die het meeste baat bij de griepprik hebben (de 70-plussers en de mensen met een medische indicatie) zo veel mogelijk bedienen. We hopen uiteindelijk iedereen die wil nog van een prik te kunnen voorzien.

Vraag 2

Kunt u aangeven welke mogelijkheden er zijn om het productie- en distributieproces van vaccins dat nu vijf à zes maanden duurt te versnellen? Welke inzet gaat u hierop plegen?

Antwoord 2

De productie van vaccins in het algemeen en influenzavaccins in het bijzonder is een biologisch, bijzonder complex proces. Wat het nog complexer maakt, is dat er ieder jaar een nieuw vaccin gemaakt moet worden. Er kan pas gestart worden nadat de WHO een advies heeft uitgebracht over de virusstammen waar het vaccin tegen dient te beschermen. Dit advies wordt meestal in februari opgeleverd. Het huidige productie- en verpakkingsproces, onder de geldende kwaliteitseisen, is op het moment al optimaal. Daarbij wordt de ene helft van het jaar het productieproces ingezet voor het zuidelijk halfrond en de andere helft van het jaar voor het noordelijk halfrond.

Vraag 3

Wat is de reden dat er ondanks een oproep in maart/april van het RIVM aan huisartsen om meer vaccins bij te bestellen dan gebruikelijk, er alsnog te weinig is ingekocht?

Antwoord 3

De huisartsen kopen geen vaccins in, dat doet het RIVM voor het Nationaal Programma Grieppreventie (NPG). Er zijn 520.000 dit voorjaar extra vaccins ten opzichte van vorig jaar ingekocht en in aanvulling daarop recent nog maximaal 100.000 en 140.000 extra vaccins. De huisartsen bestellen vervolgens in juni de hoeveelheid vaccins die ze voor hun praktijk nodig denken te hebben. Dit kunnen ze nog ophogen voor de start van hun vaccinatiespreekuren en ze kunnen ook nog nabestellingen doen als ze meer nodig blijken te hebben. Door de grote vraag is er nu wel een maximum gesteld aan de hoeveelheid vaccins die huisartsen kunnen bestellen. Dit is nodig voor goede spreiding van de beschikbare vaccins. Huisartsen kunnen aangeven of ze nog meer dan het maximum nodig hebben. Eind november wordt gekeken of dit gehonoreerd kan worden.

Vraag 4

Waarom is er centraal geen reservevoorraad aangelegd?

Antwoord 4

De griepvaccins voor het NPG worden centraal ingekocht door het RIVM. Huisartsen hebben in juni voor hun vaccinatiespreekuren besteld. Daarna waren er nog veel vaccins centraal over. Door de hoge opkomst plaatsen de huisartsen nu veel meer nabestellingen dan afgelopen jaren, waardoor het mogelijk is dat er dit jaar niet voldoende vaccins beschikbaar zijn.

Vraag 5

Klopt het dat een reden voor de terughoudendheid is dat huisartsen zelf financieel opdraaien voor te veel ingekochte griepprikken, oftewel de zogenaamde «spillagekosten»? Vindt u dit wenselijk?2

Antwoord 5

Nee, ik heb geen aanleiding om te denken dat dit meespeelt. De spillagekosten worden gerekend om huisartsen te stimuleren om een passende hoeveelheid vaccins te bestellen. Hiermee voorkomen we dat vaccins in grote hoeveelheden ongebruikt bij huisartsen blijven en vernietigd moeten worden. Als alle huisartsen een passende hoeveelheid vaccins bestellen, biedt dat de beste kans voor een optimale verdeling van de vaccins over alle huisartsen. Vanwege de onzekerheid over de opkomst is voor dit jaar met de huisartsen afgesproken dat spillagekosten pas boven de 10% spillage berekend worden, daar waar dat normaal boven de 5% spillage is. Dit geeft de huisartsen dus ook de mogelijkheid om iets ruimer te bestellen dan andere jaren.

Vraag 6 en 7

Ziet u met de vragenstellers ook het belang dat de griepprik kan bijdragen aan het voorkomen dat zorgpersoneel uitvalt, iets wat juist nu urgenter is dan ooit nu door de coronacrisis de zorgcapaciteit onder druk staat? Zo ja, welke mogelijkheden ziet u om prioriteit te geven aan de vaccinatie van zorgpersoneel?

Op welke wijze promoot u dat zorgpersoneel zich laat vaccineren tegen de griep?

Antwoord 6 en 7

Griepvaccinatie bij zorgverleners is belangrijk, omdat zij werken met kwetsbare patiënten. Als een medewerker griep krijgt, kan hij het griepvirus overdragen aan kwetsbare patiënten. Zij lopen hierdoor risico op complicaties, of zelfs sterfte. Vaccinatie van zorgpersoneel helpt om deze overdacht te voorkomen. Daarnaast kan de griepvaccinatie onnodige uitval door griep voorkomen. Dit is belangrijk voor de continuïteit van zorg. Het aanbieden van griepvaccinatie aan zorgpersoneel is een verantwoordelijkheid van werkgevers in de zorg, maar uiteraard ben ik met deze werkgevers in gesprek over het belang van het verhogen van de griepvaccinatiegraad in zorginstellingen. Ik heb uw Kamer afgelopen januari al geïnformeerd over de gesprekken die ik daartoe met zorgkoepels heb gevoerd3. Ook heb ik de koepels in de curatieve en de langdurige zorg er in mei op gewezen dat er wereldwijd sprake is van schaarste en dat het wenselijk is dat ze tijdig vaccinaties bestellen. Dit advies heb ik herhaald op een overleg dat ik in juni had met de koepels in de zorg over het verhogen van de griepvaccinatiegraad onder zorgverleners. Op dat overleg ontving ik geen signalen dat er sprake was van problemen met inkoop. Zorginstellingen gaven aan dat ze gemiddeld 10 procentpunt extra griepvaccins inkochten voor hun personeel ten opzichte van het voorgaande jaar. Inmiddels heb ik signalen ontvangen van mogelijke tekorten in de langdurige zorg. De omvang van deze tekorten lijkt gering, maar het is lastig om op dit moment precies de omvang te bepalen, omdat de vaccinaties nog worden uitgevoerd. We hebben regelmatig overleg met de koepels in de zorg om goed in de gaten te houden of het tekort zich daadwerkelijk voordoet. Daar waar herverdeling binnen de sector mogelijk is, vindt dit al plaats. Wanneer daarnaast sprake blijft van tekorten zal er worden gekeken of aanvulling mogelijk is vanuit extra inkoop en/of vanuit andere sectoren waar vaccin overblijft. Daarvoor houden we de maximaal 140.000 extra ingekochte vaccins ook voorlopig achter de hand. Uiteraard moeten we dat tegen die tijd afwegen tegen de mogelijke tekorten die er zijn in het nationaal griepprogramma voor de kwetsbare groepen (de 60-plussers kunnen we dan alsnog oproepen). Dat doen we eind november/ begin december, wanneer daar meer zicht op is.

Vraag 8

Waarom gaat Nederland niet zelf op korte termijn meer van het griepvaccin produceren?

Antwoord 8

De productie van vaccins in het algemeen en influenzavaccins in het bijzonder is een biologisch en bijzonder complex proces. Wat het nog complexer maakt, is dat er ieder jaar een nieuw vaccin gemaakt moet worden. Er is (o.a. daarom) dan ook nooit een generiek griepvaccin op de markt gekomen.

Op korte termijn (maanden) kan de productiecapaciteit niet direct enorm uitgebreid worden. Maar de verwachting is dat de producenten structureel zullen opschalen. Een van de beide vaccins die in Nederland wordt ingezet, wordt in Nederland geproduceerd. Op dit moment wordt daar de productiecapaciteit uitgebreid.

Vraag 9

Zouden bijvoorbeeld de productielijnen van de diervaccins gebruikt kunnen worden om versneld tot meer griepvaccins te komen? Heeft u onderzocht of dit mogelijk is?

Antwoord 9

Voor dit huidige griepseizoen is er geen oplossing in het gebruik van productielijnen voor diervaccins, want de doorlooptijden zijn te lang. Zoals in vraag 8 aangegeven, wordt de productiecapaciteit in de komende jaren al uitgebreid. Het is dus onwaarschijnlijk dat deze situatie zich voor de komende jaren weer voor zal doen.

Vraag 10

Hoe gaat u voorkomen dat we volgend jaar weer achter de feiten aanlopen met de beschikbaarheid van griepvaccins?

Antwoord 10

Om te beginnen heeft het RIVM zich tijdig ingespannen om grotere hoeveelheden griepvaccins in te kopen dan de afgelopen jaren en waren we wel degelijk voorbereid op een grotere vraag. Het is dan ook gelukt om 520.000 extra vaccins in te kopen. Er was internationaal niet meer beschikbaar, omdat wereldwijd de vraag ook hoger was en er geen extra vaccins geproduceerd konden worden. Nog steeds spant het RIVM zich in om aan extra vaccins te komen, bijvoorbeeld doordat een ander land afziet van een bestelling en deze opnieuw aangeboden wordt. Door deze continue inspanning komen er half november nog maximaal 100.000 vaccins beschikbaar en uiterlijk half januari 140.000 vaccins, zoals gemeld in antwoord op vraag 1.

Verder is het RIVM nu al bezig met de voorbereidingen voor 2021. Normaal gesproken geven ze in januari een voorlopige bestelling (prelimary forecast) door aan de fabrikanten. Deze is nu al afgegeven en daarmee zijn we 2,5 maand eerder dan andere jaren. Ook zal het RIVM de daadwerkelijke bestelling nog eerder plaatsen. Dat hadden we dit jaar ook al gedaan na het uitbreken van corona, maar dit zullen we nog verder vervroegen. Bij de forecast en bestelling zullen we het maximum binnen het contract bestellen. Daarnaast wordt er op dit moment ook al onderzocht wat er naast de contractuele hoeveelheid nog extra kan worden ingekocht. Het ligt in de verwachting dat de vaccinproducenten hun productiecapaciteit in de komende jaren uitbreiden.


  1. ANBO.nl, 27 oktober 2020, «ANBO: oproep aan 60-plussers om af te zien van griepprik is misplaatst»↩︎

  2. Medisch Contact, 29 mei 2020, «Huisartsen vrezen extra onkosten bij najaarsvaccinaties door covid-19»↩︎

  3. Kamerstuk 32 793, nr. 473↩︎