[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Memorie van toelichting

Nummer: 2020D48169, datum: 2020-11-30, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35650-XII-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35650 XII-2 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2020Z22732:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020‒2021
35 650XII Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)
Nr. 2

MEMORIE VAN TOELICHTING

Ontvangen 30 november 2020

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2020 wijzigingen aan te brengen in:

  1. de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat;
  2. de begrotingsstaat inzake de agentschappen van dit ministerie;

De in de begrotingsstaten opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht (de zgn. begrotingstoelichting).

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,

C.van Nieuwenhuizen Wijbenga

B. BEGROTINGSTOELICHTING

1 Leeswijzer

Algemeen

De opzet en structuur van de onderliggende begroting voor Hoofdstuk XII is gebaseerd op de rijksbegrotingsvoorschriften van het Ministerie van Financiën. In de Rijksbegrotingsvoorschriften 2020 zijn onderstaande uniforme ondergrenzen opgenomen, welke worden gehanteerd bij het toelichten van begrotingsmutaties op het niveau van artikelonderdeel.

< 50 1 2
=> 50 en < 200 2 4
=> 200 en < 1000 5 10
=> 1000 10 20

Opbouw

Dit wetsvoorstel kent een opbouw waarbij afhankelijk van de informatievraag- en behoefte verder kan worden ingezoomd. Deze verdiepingsslag is als volgt opgebouwd:

  1. In de begroting(wet)staat zijn de wijzigingen op de begrotingsstaat van het jaar 2020 voor de begroting van Infrastructuur en Waterstaat (XII) opgenomen. Deze dient ter autorisatie van de mutaties die op artikelniveau in de verplichtingen-, uitgaven- en ontvangstenramingen worden voorgesteld bij deze Tweede suppletoire begroting.
  2. In het overzicht in paragraaf 2.1 zijn de belangrijkste uitgaven- en ontvangstenmutaties opgenomen, die op hoofdlijnen inzicht verstrekt in de belangrijkste budgettaire voorstellen die leiden tot wijziging van de begroting 2020 (Kamerstukken II 2019-2020, 35 300 XII, nr 1). Hiermee kan snel een indruk worden verkregen van de inhoud van dit wetsvoorstel.
  3. In de artikelsgewijze toelichting (paragraaf 3 beleidsartikelen en paragraaf 4 niet-beleidsartikelen) zijn in de tabellen budgettaire gevolgen van beleid de mutaties in de Tweede suppletoire begroting 2020 uitgesplitst in miljoenennota- en najaarsnotamutaties. De miljoenennotamutaties zijn reeds in de aan uw Kamer voorgelegde Ontwerpbegroting 2021 (Kamerstukken II 2020-2021, 35 570 XII, nr 2) toegelicht. De begrotingsmutaties van de najaarsnota worden toegelicht op basis van bovengenoemde staffel.
  4. In de paragraaf agentschappen (paragraaf 5) staan de aanpassingen in de exploitatie- en kasstroomoverzichten van de agentschappen waarbij sprake is van cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan 5% van de oorspronkelijk vastgestelde begroting of cumulatieve mutaties (in totaal) groter dan € 20 miljoen ten opzichte van de oorspronkelijk vastgestelde begroting.

2 Beleid

2.1 Overzicht belangrijke uitgaven- en ontvangstenmutaties

De onderstaande tabellen geven de belangrijkste wijzigingen weer in de uitgaven en inkomsten ten opzichte van de Miljoenennota 2021. Een meer gedetailleerd overzicht van de mutaties per artikel is te vinden bij de budgettaire gevolgen van beleid in paragraaf 3 (de beleidsartikelen) en 4 (de niet-beleidsartikelen).

Vastgestelde begroting 2020 8.911.581 15.521
Vastgestelde stand 1e suppletoire begroting 2020 (incl. ISB) 10.130.649 32.521
Mutaties Miljoenennota 2021 diversen 7.283 27
Belangrijkste suppletoire mutaties ‒ 562.416
1) Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector 17 ‒ 500.000
2) Middelen Klimaat, Urgenda en stikstof 14, 18, 21 ‒ 44.500
3) Interdepartementale overboekingen
- waarvan met het Infrastructuurfonds 26 ‒ 5.256
- waarvan met het Deltafonds 26 1.994
- waarvan met hoofdstuk XII diversen ‒ 19.130
4) Thuiswerkvergoeding 99 4.476
Overige mutaties diversen ‒ 4.506 ‒ 29
Stand 2e suppletoire begroting 2020 9.571.010 32.519

Toelichting

  1. Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector

    Op basis van de inzichten tot november 2020 en uitgaand van 80% voorschotverlening is de inschatting dat er dit jaar circa € 1 miljard tot betaling komt. De resterende middelen (€ 0,5 miljard) worden meegenomen naar volgend jaar en blijven daarmee beschikbaar voor de regeling.

  2. Middelen Klimaat en Urgenda

    Diverse klimaat-, Urgenda- en stikstofmiddelen komen in 2020 (voornamelijk) als gevolg van COVID-19 niet tot besteding en worden buiten de eindejaarsmarge om doorgeschoven naar 2021. Het gaat om € 14 miljoen aan Klimaatakkoordmiddelen en € 2,5 miljoen Urgendamiddelen op artikel 14, de subsidieregeling Retrofit (stikstof; € 4 miljoen; artikel 18) en de subsidieregeling Demonstratie Energie- en Klimaatinnovatie (€ 24 miljoen; artikel 21).

  3. Interdepartementale overboekingen

    - Voor het Infrastructuurfonds (artikel 26) betreft dit een overboeking van EZK naar het IF in het kader van energiebesparing (€ 2,5 miljoen) en een overboeking van het IF naar het btw-compensatiefonds voor de btw-afdracht voor de Rotterdamsebaan ( € -7,8 miljoen).

    - Voor het Deltafonds (artikel 26) betreft het een overboeking van € 2,1 miljoen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de interne en externe kosten in 2020 die RWS maakt in verband met de opdracht Wind op Zee, en overboeking van € 1,3 miljoen naar het Ministerie van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit voor 2020 voor de financieringvan de inzet van Staatsbosbeheer (SBB) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) voor de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW), een bijdrage van € 0,5 miljoen van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor het project Getij Grevelingen, bijdrage van € 0,5 miljoen van het ministerie van Landbouw. Natuur en Voedselkwaliteit als de medefinancieringvan extra monitoring voor de Kaderrichtlijn Marien en diverse kleinere overboekingen.

    - Voor de overige artikelen betreft het, naast vele kleine overboekingen, onder andere een overboeking van € 4,3 miljoen naar het ministerie van Financiën in verband met de afdracht aan het btw-compensatiefonds voor de incidentele beschikking Smartwayz (artikel 14), van € 1,7 miljoen naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor activiteiten van de ACM op het terrein van spoor (artikel 16) en € 1,5 miljoen naar OCW voor het Thematisch programma Zero Emissie Binnenvaart (artikel 18) en een overheveling van € 9,8 miljoen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

    voor generieke kosten van dienstverlening door FM Haaglanden (artikel 98).

  4. Thuiswerkvergoeding

    Betreft een reservering voor de in recent afgesloten CAO voor de Rijksoverheid afgesloten vergoeding van € 363 netto voor gemaakte kosten in verband met het verplicht thuiswerken.

3 Beleidsartikelen

3.1 Artikel 11 Integraal Waterbeleid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 33.376 39.501 ‒ 2.967 ‒ 1.808 34.726
Uitgaven 53.480 60.134 ‒ 403 ‒ 2.591 57.140
waarvan juridisch verplicht 74% 91%
1 Algemeen waterbeleid 41.429 47.088 ‒ 285 ‒ 2.227 44.576
Opdrachten 9.124 9.373 ‒ 3.928 ‒ 1.367 4.078
Water Internationaal 399 1.154 0 ‒ 800 354
Opdrachten CORA (HGIS) 1.389 1.426 ‒ 230 ‒ 160 1.036
Intensivering Ruimtelijke Adaptie 3.869 3.300 ‒ 2.922 ‒ 234 144
Overige opdrachten 3.467 3.493 ‒ 776 ‒ 173 2.544
Subsidies 14.282 18.621 633 ‒ 1.204 18.050
Partners voor Water 4 (HGIS) 11.602 13.706 0 0 13.706
Incidentele subsidie WKB 1.220 1.220 66 0 1.286
Subsidie BuZa Blue Deal 1.400 2.900 0 0 2.900
Corona maatregelen Caribisch Nederland 0 730 567 ‒ 1.297 0
Overige subsidies 60 65 0 93 158
Bijdrage aan agentschappen 14.006 14.977 125 140 15.242
Bijdrage aan agentschap KNMI 514 612 0 0 612
Bijdrage aan agentschap RWS 13.492 14.365 125 140 14.630
Bijdrage medeoverheden 4.017 4.117 2.885 ‒ 426 6.576
Bijdrage aan medeoverheden WKB 4.017 4.117 2.885 ‒ 426 6.576
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 630 630
Overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 630 630
2 Waterveiligheid 3.444 3.404 ‒ 168 0 3.236
Opdrachten 3.444 3.404 ‒ 168 0 3.236
RWS Waterveilgheid 2.456 2.530 14 ‒ 250 2.294
Overige opdrachten 988 874 ‒ 182 250 942
3 Grote oppervlaktewateren 1.615 1.749 0 ‒ 123 1.626
Opdrachten 1.615 1.749 0 ‒ 123 1.626
RWS - ZW - Delta 995 1.052 0 0 1.052
Overige opdrachten 620 697 0 ‒ 323 374
4 Waterkwaliteit 6.992 7.893 50 ‒ 241 7.702
Opdrachten 4.302 5.378 50 ‒ 380 5.048
RWS WKK opdrachten 2.563 4.054 0 ‒ 200 3.854
Overige opdrachten 1.739 1.324 50 ‒ 180 1.194
Subsidies 400 400 0 0 400
Overige subsidies 400 400 0 0 400
Bijdrage aan medeoverheden 500 500 0 0 500
Overige bijdrage aan medeoverheden 500 500 0 0 500
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 1.790 1.615 0 139 1.754
Ontvangsten 0 434 14 154 602

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutatie.

Uitgaven

1 Algemeen waterbeleid

Subsidies

De verlaging van het subsidiebudget van € 1,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overboeking van € 1,3 miljoen naar Bodem en ondergrond op artikel 13. Met deze overboeking worden alle middelen inzake drink- en afvalwater Caribisch Nederland gebundeld op artikelonderdeel 13.04.

De bijdrage aan de provincie Friesland ten behoeve van het Regiecollege Waddengebied (RCW) wordt met € 9.000 verhoogd naar € 69.000 voor de bekostiging van het secretariaat. Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht.

3.2 Artikel 13 Bodem en Ondergrond

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 16.533 20.660 ‒ 137 14.827 35.350
Uitgaven 30.784 34.011 ‒ 128 510 34.393
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
4 Ruimtegebruik bodem 28.003 31.134 ‒ 396 510 31.248
Opdrachten 17.689 16.401 ‒ 396 ‒ 6.006 9.999
Bodem en STRONG 12.989 10.546 ‒ 396 ‒ 4.509 5.641
RWS Leefomgeving 4.700 5.855 0 ‒ 1.497 4.358
Subsidies 6.756 10.362 0 ‒ 76 10.286
Subsidie Caribisch Nederland 2.211 5.961 0 2.297 8.258
Bedrijvenregeling 4.545 4.401 0 ‒ 2.373 2.028
Bijdrage aan agentschappen 3.506 3.736 0 0 3.736
Bijdrage aan agentschap RWS 3.506 3.736 0 0 3.736
Bijdrage aan medeoverheden 52 635 0 6.592 7.227
Meerjarenprogramma Bodem 52 491 0 6.736 7.227
Overige bijdrage aan medeoverheden 0 144 0 ‒ 144 0
5 Eenvoudig Beter 2.781 2.877 268 0 3.145
Opdrachten 1.345 1.392 ‒ 1.392 0 0
EPK Transitiekosten 1.345 1.392 ‒ 1.392 0 0
Bijdrage aan agentschappen 1.436 1.485 1.660 0 3.145
Bijdrage aan agentschap RWS 1.436 1.485 1.660 0 3.145
Ontvangsten 0 1.500 0 ‒ 1.500 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is deels gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties. Daarnaast worden de verplichtingen verhoogd door een verplichtingenschuif van € 2,5 miljoen voor het aangaan van noodzakelijke meerjarige verplichtingen ten behoeve van het bodemsaneringsproject Stormpolderdijk (EMK-terrein) en ten behoeve van projecten op het gebied van bodem en de drinkwater en waterketen. Ook worden de verplichtingen verhoogd door een verplichtingenschuif van € 5,2 miljoen naar 2020 omdat de verplichtingen inzake bodemsaneringsprojecten eerder worden aangegaan dan geraamd. Het betreft onder andere de volgende bodemsaneringsprojecten: Overijssel Asbest, Utrecht Griftpark en Arnhem.

Uitgaven

4 Ruimtegebruik bodem

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van € 6 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overheveling van middelen binnen het artikel van € 4,5 miljoen van het opdrachtenbudget Bodem en STRONG en van € 1,5 miljoen van het opdrachtenbudget RWS leefomgeving naar het budget bijdragen aan medeoverheden ten behoeven van meerjarenprogrammering Bodem voor doorvoeren van bodemsaneringen (o.a. Rotterdam, Limburg, Utrecht en lokale PFAS-maatregelen).

Subsidies

De verlaging van het subsidie budget met € 0,07 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overheveling van de budgetten voor de bedrijvenregeling van € 2,4 miljoen naar het budget bijdragen aan medeoverheden ten behoeven van meerjarenprogrammering Bodem voor het doorvoeren van bodemsaneringen.

Daarentegen wordt het subsidiebudget verhoogd met € 1,3 miljoen door een overboeking vanuit artikel 11 Algemeen Waterbeleid voor subsidieverlening voor afvalwater van de Rioolwaterzuivering op Bonaire. Daarnaast wordt het budget verhoogd met € 1 miljoen door een overheveling van middelen vanuit het apparaatsbudget op artikel 11.

3.3 Artikel 14 Wegen en Verkeerveiligheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 83.142 192.196 25.092 74.711 291.999
Uitgaven 86.836 171.327 5.907 21.837 199.071
waarvan juridisch verplicht 42% 75%
1 Netwerk 69.767 152.693 ‒ 16.624 84 136.153
Opdrachten 42.474 71.813 ‒ 18.977 ‒ 23.813 29.023
Wegverkeersbeleid 4.931 4.531 ‒ 1.018 ‒ 838 2.657
Beter Benutten 8.144 12.473 ‒ 535 97 12.035
Duurzame Mobiliteit 6.641 20.492 1.094 ‒ 9.924 11.662
Smart Mobility 0 1.000 0 928 1.928
Reservering Klimaatakkoord 20.800 32.512 ‒ 19.518 ‒ 13.194 ‒ 200
Overige opdrachten 1.958 823 1.000 ‒ 882 941
Subsidies 15.905 18.585 146 29 18.760
Duurzame Mobiliteit 15.305 17.305 0 0 17.305
Overige Subsidies 600 1.280 146 29 1.455
Bijdragen aan agentschappen 11.188 19.073 1.146 2.032 22.251
Bijdrage aan agentschap RWS 6.641 10.828 ‒ 53 466 11.241
Bijdrage aan agentschap NEa 3.411 3.523 0 78 3.601
Bijdrage aan agentschap RVO 1.136 4.722 1.199 1.488 7.409
Bijdragen aan medeoverheden 0 43.022 981 21.364 65.367
Bijdrage aan Caribisch Nederland 0 28.000 ‒ 14.500 0 13.500
Duurzame Mobiliteit 0 15.022 15.481 375 30.878
Regionale bijdrage MIRT 0 0 0 20.989 20.989
Bijdragen aan internationale organisaties 200 200 0 500 700
Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s 0 0 80 ‒ 28 52
2 Veiligheid 17.069 18.634 5.331 1.977 25.942
Opdrachten 7.105 6.572 ‒ 1.367 1.963 7.168
Verkeersveiligheid 7.105 6.572 ‒ 1.367 1.963 7.168
Subsidies 8.370 10.243 68 ‒ 591 9.720
Veilig Verkeer Nederland (VVN) 3.736 4.279 0 ‒ 411 3.868
Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) 3.869 4.093 68 ‒ 117 4.044
Team Alert 765 1.041 0 ‒ 26 1.015
Overige subsidies 0 830 0 ‒ 37 793
Bijdragen aan agentschappen 597 749 0 82 831
Bijdrage aan agentschap RWS 597 749 0 82 831
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 30 31 0 ‒ 1 30
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s 967 1.039 6.630 524 8.193
Bijdrage aan CBR 967 989 6.160 ‒ 622 6.527
Bijdrage aan RDW 0 50 470 1.116 1.636
Overige bijdragen 0 0 0 30 30
3 Slimme en Duurzame Mobiliteit 0 0 17.200 19.776 36.976
Subsidies 0 0 17.200 ‒ 4.500 12.700
Elektrisch Vervoer 0 0 17.200 ‒ 4.500 12.700
Bijdragen aan medeoverheden 0 0 0 24.276 24.276
Regionale bijdrage 0 0 0 24.276 24.276
Ontvangsten 6.782 6.782 0 ‒ 2.042 4.740

Toelichting

Verplichtingen

De ophoging van het verplichtingenbudget met € 74,7 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar de provincie Noord-Brabant voor de realisatie van een aantal door de regio uit te voeren activiteiten in het kader van het Programma SmartwayZ (€ 24,5 miljoen), alsmede een verplichtingenophoging van € 11,7 miljoen waarvan de kasuitgaven plaatsvinden in latere jaren.
  2. Het vastleggen van de bijdragen volgend uit de regeling Mobility as a Service (MaaS), de Tijdelijke stimuleringsregeling veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2020, overige in de afgelopen jaren gemaakte BO MIRT-afspraken en afrekeningen in het kader van 1e tranche Beter Benutten. De bijdragen worden via specifieke uitkeringen aan de regionale partijen overgemaakt (in totaal € 23.7 miljoen).
  1. Een verplichtingenophoging voor een meerjarige opdracht voor de activiteiten van het samenwerkingsverband met logistieke ketenpartners in het kader van duurzame logistiek (€ 10,7 miljoen).
  2. Een verplichtingenophoging bij de Najaarsnota voor de 2e tender voor BioLNG (€ 4,6 miljoen). De kasuitgaven vinden in 2021 plaats.
  3. Een verplichtingenophoging voor meerjarige contracten ten behoeve van Intelligente Transport Systemen (ITS), waarvoor dekking aanwezig is op het infrastructuurfonds ( € 4,0 miljoen).
  4. Een verplichtingenophoging voor het vastleggen van de meerjarige verplichting ten behoeve van de bijdrage voor 'GoedopWeg' binnen het programma U-Ned. Deze bijdrage worden via een specifieke uitkering aan Utrecht overgemaakt (€ 4,0 miljoen).
  5. Daartegenover staat o.a. een afboeking aan verplichtingenruimte van € 8 miljoen vanwege de niet-benutte Klimaatakkoord middelen (zie uitleg Reservering Klimaatakkoord).

Uitgaven

1 Netwerk

Opdrachten

Duurzame Mobiliteit

Vanuit het programma Duurzame Mobiliteit wordt budget overgeboekt naar bijdrage medeoverheden voor de regeling «Tijdelijke stimuleringsregeling veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2020» ten behoeven van verduurzaming Personenmobiliteit. (€ 6 miljoen).

Daarnaast worden Urgenda middelen die in 2020 zijn begroot voor de uitgaven met betrekking tot «Het Nieuwe Rijden» niet volledig benut wegens COVID-19 problematiek (€ 1,8 miljoen). Ook voor de campagne «Kies de Beste Band» worden de Urgenda middelen die in 2020 zijn begroot niet volledig uitgeput (€ 0,7 miljoen). De niet benutte middelen uit 2020 ten behoeve van Urgenda worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar volgend jaar.

Verder worden Klimaatakkoord middelen die in 2020 zijn begroot voor de uitgaven met betrekking tot duurzame logistiek niet volledig benut wegens COVID-19 problematiek (€ 1,5 miljoen); een aantal grote projecten is uitgesteld door een lagere animo vanuit het bedrijfsleven om te participeren. De niet benutte middelen uit het jaar 2020 worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar volgend jaar.

Reservering Klimaatakkoord

De verlaging met € 13,2 miljoen wordt met name veroorzaakt door:

  1. Klimaatakkoordmiddelen die in 2020 zijn begroot, maar niet volledig worden benut wegens COVID-19 problematiek. Het overschot wordt grotendeels veroorzaakt door de uitgestelde Klimaatakkoord-programma's voor de Zero-Emissie bussen en het voorziene stimuleringsprogramma 'Bestel en Vracht'. De niet benutte middelen van de reservering Klimaatakkoord uit het jaar 2020 worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar volgend jaar. (€ 8,0 miljoen).
  2. Daarnaast vindt er een overboeking plaats vanuit de reservering Klimaatakkoord naar het apparaatsbudget van Duurzame Mobiliteit op artikel 98 (€ 2,0 miljoen). Binnen de middelen voor het Klimaatakkoord is hiervoor conform de bestedingsplannen een reservering voor de uitvoeringskosten getroffen.
  3. Verder vindt er een overboeking plaats naar de RVO ten behoeve van een aanvullende opdracht betreffende de uitvoering subsidieregeling elektrische personenauto's particulieren 2020 (€ 0,8 miljoen).
  4. Als laatste vindt er een overboeking plaats vanuit het opdrachtenbudget naar bijdragen aan medeoverheden voor het waterstofbus-project (JIVE2) in Drenthe (€ 0,4 miljoen) en Groningen (€ 0,8 miljoen).

Bijdragen aan agentschappen

Bijdrage RVO

De verhoging van de agentschapsbijdrage aan de RVO wordt met name veroorzaakt door een overboeking vanuit het opdrachtenbudget Klimaatakkoord aan de RVO voor een aanvullende opdracht betreffende Uitvoering subsidieregeling elektrische personenauto's particulieren 2020 (€ 0,8 miljoen). Daarnaast vindt er een afrekening plaats van de additioneel gemaakte uitvoeringskosten RVO in 2019 (€ 0,3 miljoen).

Bijdragen aan medeoverheden

De verhoging komt met name tot stand door een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds naar de provincie Noord-Brabant voor de realisatie van een aantal activiteiten in het kader van het Programma SmartwayZ. Dit wordt via een incidentele beschikking aan de provincie Noord-Brabant overgemaakt (€ 24,5 miljoen). Tevens vindt er een afdracht plaats van deze incidentele beschikking aan het Btw-compensatiefonds voor het jaar 2020 (€ 4,3 miljoen).

2 Veiligheid

Opdrachten

Verkeersveiligheid

Dit betreft een herverdeling binnen Wegen Verkeersveiligheid op de Beleidsondersteuning en -advies (BOA) budgetten om de bedragen in lijn te brengen met de afgesloten protocollen (€ 1,2 miljoen). Met deze mutatie kunnen diverse opdrachten worden betaald in het kader van Verkeersveiligheid.

3 Slimme en Duurzame Mobiliteit

Subsidies

Elektrisch Vervoer

De Klimaatakkoordmiddelen die in 2020 zijn begroot voor de Subsidie Elektrische Personenauto's Particulieren (SEPP) zijn niet volledig benut (€ 4,5 miljoen). Dit wordt met name veroorzaakt door een hoger aantal aanvragen met een private lease-karakter dan voorzien. Deze aanvragen kennen een ander betaalritme dan particuliere aanvragen. Dit zal in latere jaren tot uitgaven leiden. De niet benutte middelen worden door middel van een kasschuif doorgeschoven naar volgend jaar.

Bijdragen aan medeoverheden

Regionale bijdrage

De ophoging van de bijdragen aan medeoverheden (€ 24,3 miljoen) wordt met name veroorzaakt door:

  1. Een overboeking vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van de bijdragen volgend uit de regeling Mobility as a Service (MaaS), Tijdelijke stimuleringsregeling veilig, doelmatig en duurzaam gebruik verkeersinfrastructuur 2020, overige in de afgelopen jaren gemaakte BO MIRT-afspraken, en afrekeningen in het kader van 1e tranche Beter Benutten. De bijdragen worden via specifieke uitkeringen aan de regionale partijen overgemaakt (in totaal € 14,7 miljoen).
  2. Een overboeking vanuit opdrachtenbudget op 14.01 ten behoeve van de specifieke uitkering Slim Duurzaam Veilig bestemd voor verduurzaming Personenmobiliteit (€ 6 miljoen).
  3. Een overboeking van de reservering Stedelijk OV Utrecht vanuit het Infrastructuurfonds ten behoeve van de bijdrage voor 'GoedopWeg' binnen het programma U-Ned (€ 3,5 miljoen). Deze verplichting wordt via een specifieke uitkering aan Utrecht overgemaakt.

Ontvangsten

De ontvangsten vanuit de Stichting Buisleidingstraat zijn lager dan geraamd (€ 2 miljoen). Om deze lagere ontvangsten op te vangen, wordt de reservering die hiervoor op het Infrastructuurfonds staat aangesproken.

3.4 Artikel 16 Openbaar Vervoer en Spoor

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 23.353 1.518.575 ‒ 332 ‒ 2.112 1.516.131
Uitgaven 28.508 1.523.530 ‒ 332 ‒ 503.860 1.019.338
waarvan juridisch verplicht 29% 100%
1 Spoor 28.508 35.530 ‒ 332 ‒ 3.860 31.338
Opdrachten 6.399 7.298 ‒ 332 ‒ 1.141 5.825
ACM 0 1.526 0 ‒ 1.526 0
Overige opdrachten 6.399 5.772 ‒ 332 385 5.825
Subsidies 18.719 20.780 0 ‒ 2.733 18.047
Maatregelenpakket Spoorgoederenvervoer 14.600 14.956 0 ‒ 502 14.454
3e spoor Duitsland 3.000 3.000 0 ‒ 2.219 781
Overige Subsidies 1.119 2.824 0 ‒ 12 2.812
Bijdragen aan agentschappen 940 921 0 0 921
Bijdrage aan agentschap KNMI 45 46 0 0 46
Bijdrage aan agentschap RWS 895 875 ‒ 43 0 832
Bijdrage aan agentschap RVO 0 0 43 0 43
Bijdragen aan medeoverheden 2.350 2.429 0 43 2.472
CLU Betuweroute en HSL 2.350 2.429 0 43 2.472
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 100 102 0 ‒ 29 73
Leningen 0 4.000 0 0 4.000
2 Maatregelenpakket OVS 0 1.488.000 0 ‒ 500.000 988.000
Subsidies 0 1.488.000 0 ‒ 500.000 988.000
Beschikbaarheidsvergoeding OV-sector 0 1.488.000 0 ‒ 500.000 988.000
Ontvangsten 0 4.750 0 0 4.750

Toelichting

Verplichtingen

Het verplichtingenbudget bij de Tweede suppletoire begroting wordt verlaagd met € 2,1 miljoen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door een verlaging in het opdrachtenbudget en een overheveling naar het Infrastructuurfonds waarbij het verplichtingenbudget meeschuift.

Uitgaven

1 OV en Spoor

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget ( ‒ € 1,1 miljoen) wordt voornamelijk veroorzaakt door een overdracht van middelen aan de Autoriteit Consument en Markt (ACM). De ACM voert voor IenW opdrachten uit op het gebied van spoor ( ‒ € 1,5 miljoen).

Subsidies

Ten behoeve van de subsidieregeling Derde Spoor Duitsland worden middelen (€ 2,2 miljoen) overgeheveld naar het Infrastructuurfonds (waar deze gelden oorspronkelijk vandaan komen en komen te vervallen) doordat er minder aanspraak op de regeling wordt gemaakt dan verwacht.

2 Beschikbaarheidsvergoeding OV

Subsidies

Op basis van de inzichten tot november 2020 en uitgaand van 80% voorschotverlening is de inschatting dat er dit jaar circa € 1 miljard tot betaling komt. De resterende middelen (€ 0,5 miljard) worden meegenomen naar volgend jaar en blijven daarmee beschikbaar voor de regeling

3.5 Artikel 17 Luchtvaart

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 45.574 136.326 29.574 ‒ 130 165.770
waarvan garantieverplichtingen 23.000 120.700 20.000 0 140.700
Uitgaven 25.304 26.506 8.668 ‒ 495 34.679
waarvan juridisch verplicht 70% 96%
1 Luchtvaart 25.304 26.506 8.668 ‒ 495 34.679
Opdrachten 15.502 9.582 3.186 ‒ 209 12.559
Opdrachten Caribisch Nederland 6.265 548 166 301 1.015
Opdrachten luchtruimherziening 1.547 1.094 303 ‒ 191 1.206
Opdrachten duurzaamheid en netwerkkwaliteit 472 1.009 541 1.400 2.950
Opdrachten GIS 2.050 2.085 ‒ 890 ‒ 815 380
Overige opdrachten 5.186 4.846 3.066 ‒ 904 7.008
Subsidies 3.177 3.402 213 ‒ 438 3.177
Leefbaarheidsfonds 400 407 0 ‒ 7 400
Subsidie Caribisch Nederland - tarieven Bonaire 319 747 0 0 747
Subsidie omploegen graan 1.786 1.617 0 ‒ 217 1.400
Overige subsidies 672 631 213 ‒ 214 630
Bijdragen aan agentschappen 1.449 2.780 4.194 ‒ 165 6.809
Bijdrage aan agentschap RWS 435 1.277 ‒ 926 ‒ 15 336
Bijdrage aan agentschap RWS tbv Caribisch Nederland 1.000 1.489 5.120 ‒ 198 6.411
Overige bijdrage aan agentschappen 14 14 0 48 62
Bijdragen aan medeoverheden 3.500 9.059 0 419 9.478
Bijdrage Caribisch Nederland 3.500 9.058 0 ‒ 10 9.048
Overige bijdrage aan medeoverheden 0 1 0 429 430
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.476 1.479 ‒ 25 0 1.454
Bijdrage International Civil Aviation Organization 1.311 1.311 ‒ 25 0 1.286
Overige bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 165 168 0 0 168
Bijdragen aan ZBO’s/RWT’s 200 204 1.100 ‒ 102 1.202
Ontvangsten 1.174 1.806 0 ‒ 139 1.667

Toelichting

Uitgaven

1 Luchtvaart

Opdrachten

Per saldo valt het opdrachtenbudget lager uit met circa € 0,2 miljoen. Dit wordt enerzijds met name veroorzaakt door de overboeking van € 0,6 miljoen van het opdrachtenbudget naar artikel 19 voor een opdrachtverlening aan het RIVM voor onder andere voor het programma ‘Aanpak meten vliegtuiggeluid’. Ook wordt er voor verschillende opdrachten een lagere realisatie van totaal € 1,0 miljoen verwacht, met name voor opdrachten GIS. Hierbij vallen de verwachte kosten voor het Schadeschap luchthaven Schiphol (planschade en nadeelcompensatie) lager uit doordat er minder claims zijn dan eerder voorzien. Tot slot, wordt er € 0,5 miljoen overgeboekt naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voor de toezichtskosten op de luchtvaartsector door de Autoriteit Consument en Markt. Anderzijds zijn er aanvullende onderzoeken uitgevoerd van € 1,9 miljoen (een positief saldo van € 1,4 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden

Er wordt € 0,25 miljoen overgeboekt van het opdrachtenbudget Schiphol naar het instrument Bijdrage aan medeoverheden voor de incidentele specifieke uitkering aan de gemeente Haarlemmermeer voor het Field Lab Geluidsbewust Bouwen in Hoofddorp. BZK draagt ook € 0,25 miljoen bij aan dit experiment, waarmee meer inzicht wordt verkregen in de mogelijkheden van het instrument geluidbewust bouwen voor nieuwbouwwoningen en mogelijk ook aanpassingen aan bestaande woningen in de omgeving rond Schiphol en andere luchthavens in Nederland. Hiervan wordt € 0,07 miljoen naar het BTW-compensatiefonds overgeboekt.

3.6 Artikel 18 Scheepvaart en Havens

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 21.714 28.808 16.585 42.016 87.409
Uitgaven 39.881 44.794 16.648 21.098 82.540
waarvan juridisch verplicht 49% 46%
1 Scheepvaart en havens 39.881 44.794 16.648 21.098 82.540
Opdrachten 35.139 25.232 208 ‒ 3.289 22.151
Caribisch Nederland 12.500 165 0 ‒ 50 115
Topsector logistiek 13.994 15.804 0 ‒ 125 15.679
Overige Opdrachten 8.645 9.263 208 ‒ 3.114 6.357
Subsidies 1.764 1.795 9.440 ‒ 3.450 7.785
Verduurzaming binnenvaart 0 0 4.000 ‒ 4.000 0
Stimulering elektrisch varen 0 0 5.440 0 5.440
Overige Subsidies 1.764 1.795 0 550 2.345
Bijdragen aan agentschappen 1.405 1.704 0 ‒ 52 1.652
Bijdrage aan agentschap RWS 1.405 1.454 0 ‒ 52 1.402
Overige bijdragen aan agentschappen 0 250 0 0 250
Bijdragen aan medeoverheden 0 14.500 7.000 27.888 49.388
Bijdrage gemeente Tilburg 0 0 4.750 0 4.750
Bijdrage provincie Noord-Holland 0 0 0 27.638 27.638
Bijdrage Caribisch Nederland 0 14.500 2.250 0 16.750
Overige bijdragen aan medeoverheden 0 0 0 250 250
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 1.573 1.563 0 1 1.564
Bijdrage aan CCR/IMO (HGIS) 1.064 1.064 0 0 1.064
Overige bijdragen aan (inter)nationale organisaties 509 499 0 1 500
Ontvangsten 784 884 0 ‒ 220 664

Toelichting

Verplichtingen

De verhoging van het verplichtingenbudget met € 42,0 miljoen is met name het gevolg van twee overboekingen vanuit artikel 15 Hoofvaarwegennet op het Infrastructuurfonds voor een specifieke uitkering Energiehaven IJmuiden (€ 27,6 miljoen) en voor het vervolg van de Topsector Logistiek voor de jaren 2021 tot en met 2023 (€ 19,2 miljoen) en vertraging van de subsidieregeling Retrofit (€ 4 miljoen). De niet-bestede middelen schuiven door van 2020 naar 2021.

Uitgaven

1 Scheepvaart en havens

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget met € 3,3 miljoen is met name het gevolg van een overboeking naar OCW voor het Nationale Wetenschapsagenda programma Living Lab Binnenvaart (€ 1,5 miljoen), een overboeking naar EZK voor de bijdrage 2020 aan vervoerkamer ACM inzake Loodsenwet en Zeehavenverordening (€ 0,3 miljoen), een overboeking naar het instrument subsidies voor de tijdelijke subsidieregeling duurzame binnenvaartmotoren (€ 0,5 miljoen), een overboeking naar het instrument bijdragen aan medeoverheden voor een drietal specifieke uitkeringen inzake proefnemingen varend ontgassen (€ 0,3 miljoen) en een overboeking naar artikel 98 ter dekking van het tekort op de personele uitgaven van DGLM (€ 0,6 miljoen).

Subsidies

De verlaging van het subsidiebudget met € 3,5 miljoen is het gevolg van vertraging van de subsidieregeling Retrofit (€ 4 miljoen). De niet-bestede middelen schuiven door van 2020 naar 2021. En een overboeking vanuit het instrument opdrachten voor de tijdelijke subsidieregeling duurzame binnenvaartmotoren (€ 0,5 miljoen).

Bijdrage aan medeoverheden

De verhoging van het budget bijdragen aan medeoverheden met € 27,9 miljoen is het gevolg van een overboeking vanuit artikel 15 Hoofvaarwegennet op het Infrastructuurfonds voor een specifieke uitkering aan de provincie Noord-Holland voor het realiseren van de Energiehaven IJmuiden (€ 27,6 miljoen). Deze vloeit voort uit het convenant tussen de Staat, provincie Noord-Holland, Gemeente Velsen, Havenbedrijf Amsterdam, Zeehaven IJmuiden en Tata Steel. Doel van de specifieke uitkering is het saneren van een baggerdepot en de realisatie van een werkhaven die voornamelijk bestemd is voor werkzaamheden in het kader van de energietransitie zoals werkzaamheden voor de realisatie en onderhoud van windparken op zee. De verhoging van budget wordt tevens veroorzaakt door een overboeking vanuit het instrument opdrachten voor een drietal specifieke uitkeringen inzake proefnemingen varend ontgassen (€ 0,3 miljoen).

3.7 Artikel 19 Uitvoering Milieubeleid en Internationaal

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 42.491 57.325 3.562 6.237 67.124
Uitgaven 43.374 59.491 3.553 3.271 66.315
waarvan juridisch verplicht 83% 88%
2 Internationaal beleid coördinatie en samenwerking 43.374 59.491 3.553 3.221 66.315
Opdrachten 6.360 9.427 819 ‒ 2.643 7.603
Uitvoering Int HGIS 3.314 5.870 31 ‒ 2.640 3.261
Uitvoering niet-HGIS 1.376 3.341 870 ‒ 203 4.008
Overige opdrachten 1.670 216 ‒ 82 200 334
Subsidies 274 480 0 0 480
Interreg 244 449 449
Overige Subsidies 30 31 0 0 31
Bijdragen aan agentschappen 34.271 44.176 2.734 3.274 50.184
Bijdrage aan agentschap RWS 263 326 0 0 326
Bijdrage aan agentschap RIVM 26.626 33.559 2.544 2.506 38.609
Bijdrage aan agentschap RVO 7.382 10.291 190 768 11.249
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 2.469 4.008 0 1.390 5.398
Bijdragen HGIS 2.469 2.669 0 1.390 4.059
Bijdragen niet HGIS 0 1.339 0 0 1.339
Bekostiging 0 1.400 0 1.250 2.650
Global Center on Adaptation (GCA) 0 1.400 0 1.250 2.650
Ontvangsten 0 0 0 1.035 1.035

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

2 Internationaal beleid, coördinatie en samenwerking

Opdrachten

Het opdrachtenbudget is per saldo met € 2,6 miljoen verlaagd. Deze verlaging is met name het gevolg van een herschikking binnen de HGIS-budgetten op dit artikel, waarbij € 1,3 miljoen is overgeboekt naar het financieel instrument bekostiging ten behoeve van betalingen aan het Global Center on Adaptation (GCA).

Hiernaast is € 1,4 miljoen overgeboekt naar het financieel instrument ‘bijdragen aan (inter)nationale organisaties' ten behoeve van de ontwikkeling van een online kennis- en dataplatform dat gelanceerd wordt tijdens de Climate Adaptation Summit (CAS) op 25 januari 2021.

Bijdragen aan agentschappen

De totale bijdragen aan agentschappen is per saldo met € 3,2 miljoen toegenomen. Dit betreft met name een overboeking van € 1,2 miljoen van artikel 20 naar artikel 19 in het kader van opdrachtverlening aan het RIVM met betrekking op de uitvoering van de centrale voorziening geluidgegevens (CVGG).

Daarnaast zijn uit diverse artikelen middelen overgeboekt naar artikel 19 ten behoeve van het uitvoeren van verscheidene werkzaamheden, waaronder € 0,6 mln. voor onderzoek naar PFAS in water door RIVM, € 0,4 miljoen voor de programmatische aanpak meten vliegtuiggeluid door RIVM, € 0,6 miljoen voor buyergroups door RVO en € 0,4 miljoen voor het uitvoeren van de subsidieregeling restantvoorraden vuurwerk door RVO.

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

De ophoging van de bijdragen aan (inter)nationale organisaties is met name het gevolg van een herschikking van de HGIS-budgetten op artikel 19, waarbij € 1,4 miljoen is overgeboekt van het financieel instrument opdrachten ten behoeve van de ontwikkeling van een online kennis- en dataplatform dat gelanceerd zal worden tijdens de Climate Adaptation Summit (CAS) op 25 januari 2021.

Bekostiging

De ophoging met € 1,3 miljoen is volledig het gevolg van een herschikking binnen de HGIS-middelen op artikel 19 ten behoeve van de bekosting van het GCA.

Ontvangsten

De ophoging van het ontvangstenbudget met € 1,0 miljoen wordt veroorzaakt door de afwikkeling van de RVO-opdracht over 2019. RVO heeft in 2019 minder uitgaven gerealiseerd dan het voorschot over 2019, waardoor € 1 miljoen is teruggeboekt naar artikel 19.

3.8 Artikel 20 Lucht en Geluid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 25.845 27.966 2.768 2.512 33.246
Uitgaven 26.045 30.725 2.783 1.012 34.520
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder 26.045 30.725 2.783 1.012 34.520
Opdrachten 2.763 5.566 2.514 ‒ 2.613 5.467
Uitvoering Geluid 2.759 3.396 3.176 ‒ 2.219 4.353
Uitvoering Lucht 4 1.999 ‒ 862 ‒ 394 743
Overige opdrachten 0 171 200 0 371
Bijdragen aan agentschappen 1.539 1.468 643 0 2.111
Bijdrage aan agentschap RWS 1.539 1.468 643 0 2.111
Bijdragen aan medeoverheden 21.452 23.325 ‒ 374 3.625 26.576
Uitv Geluidsanering 21.452 21.825 ‒ 374 5.125 26.576
Programma NSL 0 1.500 0 ‒ 1.500 0
Bekostiging 291 366 0 0 366
Overige bekostiging 291 366 0 0 366
Ontvangsten 0 0 1.425 425 1.850

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutaties. Daarnaast is er € 1,5 miljoen aan verplichtingen geschoven van 2021 naar 2020 ten behoeve van de vastlegging van enkele subsidietoekenningen inzake het programma Uitvoering Geluidssanering. Deze verplichtingenmutatie werkt door in de Voorjaarsnota 2021.

Uitgaven

1 Gezonde lucht en tegengaan geluidhinder

Opdrachten

De verlaging van het opdrachtenbudget van € 2,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door een overboeking van € 1,2 miljoen van artikel 20 naar artikel 19 in het kader van de opdrachtverlening aan het RIVM ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de Centrale Voorziening Geluidsgegevens (CVGG).

Hiernaast is € 1,4 miljoen overgeheveld naar het instrument bijdrage aan medeoverheden. Mede als gevolg van COVID-19 zijn diverse projecten vertraagd en de vrijgevallen middelen worden ingezet ten behoeve van de versnelling van het programma Uitvoering Geluidssanering.

Bijdrage aan medeoverheden

De ophoging van de bijdrage aan medeoverheden van € 3,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door een herschikking van € 1,4 miljoen uit diverse instrumenten binnen de opdrachtenbudgetten op artikel 20 ten behoeve van een versnelling van het programma Uitvoering Geluidssanering in 2020.

Daarnaast wordt de bijdrage voor de uitvoering van het programma Geluidssanering ook verhoogd met € 1,9 miljoen door diverse overboekingen van artikel 19 naar artikel 20.

Ook is binnen het financieel instrument bijdrage aan medeoverheden € 1,5 miljoen vertraagd. Het gaat hierbij om de nadeel­compensatie aan veehouderijen (onderdeel van het Nationaal Sanerings­programma Luchtkwaliteit (NSL)), waarvoor geen aanvragen zijn ontvangen in 2020. Deze middelen worden ingezet ten behoeve van de versnelling van het programma Uitvoering Geluidssa­nering in 2020. De middelen worden in 2021 teruggegeven.

3.9 Artikel 21 Duurzaamheid

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 89.535 45.013 627 ‒ 15.168 30.472
Uitgaven 89.644 89.329 416 ‒ 35.380 54.365
waarvan juridisch verplicht 63% 100%
4 Duurzaamheidsinstrumentarium 1.247 882 0 ‒ 640 242
Opdrachten 1.247 882 0 ‒ 640 242
Uitv duurzaamheid 1.247 882 0 ‒ 640 242
5 Duurzame productketens 70.975 76.189 839 ‒ 23.740 53.288
Opdrachten 12.127 10.413 ‒ 877 ‒ 168 9.368
Uitvoering duurzame productketens 8.842 7.398 ‒ 3.282 570 4.686
EPK Bijdrage RWS 2.200 1.681 2.405 ‒ 456 3.630
Overige opdrachten 1.085 1.334 0 ‒ 282 1.052
Subsidies 49.757 56.343 38 ‒ 24.589 31.792
Subsidie duurzame productketens 49.757 55.830 38 ‒ 24.589 31.279
Overige subsidies 0 513 0 0 513
Bijdragen aan agentschappen 7.247 7.531 1.078 ‒ 72 8.537
Bijdrage aan agentschap RWS 7.247 7.531 1.078 ‒ 72 8.537
Bijdrage aan medeoverheden 1.374 1.424 600 989 3.013
Bijdrage aan Caribisch Nederland 1.374 1.424 600 989 3.013
Bijdrage aan (inter-)nationale organisaties 0 0 0 100 100
Bijdragen aan ZBO en RWT 470 478 0 0 478
6 Natuurlijk kapitaal 17.422 12.258 ‒ 423 ‒ 11.000 835
Opdrachten 17.422 12.258 ‒ 423 ‒ 11.000 835
Uitv Natuurlijk Kap 16.807 11.722 ‒ 118 ‒ 11.000 604
Overige opdrachten 615 536 ‒ 305 0 231
Ontvangsten 0 0 0 77 77

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is met name gerelateerd aan de hieronder toegelichte kasmutatie op het opdrachtenbudget Natuurlijk Kapitaal. Tevens zijn er enkele overige mutaties van technische aard doorgevoerd.

Uitgaven

5 Duurzame productketens

Subsidies

De uitgaven aan CO2-reductie middels circulaire innovaties binnen de Demonstratieregeling Energie- en Klimaatinnovatie (DEI) als onderdeel van het Urgenda I-pakket zijn met € 24 miljoen vertraagd als gevolg van Covid-19 en de daarmee samenhangende internationale handelsbeperkingen. De niet-bestede middelen schuiven door naar 2021.

6 Natuurlijk kapitaal

Opdrachten

Het totale opdrachtbudget voor het artikelonderdeel Natuurlijk Kapitaal is met € 11 miljoen verlaagd door een overboeking naar het Infrastructuurfonds ten behoeve van de uitvoering van het ‘Urgenda I-pakket’ om werkzaamheden uit te voeren die bijdragen aan de CO2-reducerende maatregelen Circulaire Economie. Specifiek gaat het hier om CO2-reducerende maatregelen voor Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW-sector) van decentrale overheden (€ 10 miljoen) en recycling en hergebruik van asfalt in de beton- en staalinfrastructuur (€ 1 miljoen).

3.10 Artikel 22 Omgevingsveiligheid en Milieurisico's

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 31.241 45.300 ‒ 5.620 20.639 60.319
Uitgaven 34.204 42.944 ‒ 5.445 ‒ 612 36.887
waarvan juridisch verplicht 53% 84%
1 Veiligheid chemische stoffen 8.540 7.740 219 ‒ 875 7.084
Opdrachten 5.718 4.202 224 ‒ 675 3.751
Uitvoering stoffen en milieu & gezondheid 1.966 948 289 ‒ 200 1.037
Externe productkosten bijdrage RWS 1.507 1.739 ‒ 26 0 1.713
Overige Opdrachten 2.245 1.515 ‒ 39 ‒ 475 1.001
Subsidies 265 473 ‒ 5 ‒ 400 68
Bijdragen aan agentschappen 2.557 3.065 0 200 3.265
Bijdrage aan agentschap RWS 2.337 2.837 0 0 2.837
Overige bijdragen aan agentschappen 220 228 0 200 428
2 Veiligheid biotechnologie 3.770 3.837 ‒ 66 0 3.771
Opdrachten 3.770 3.837 ‒ 66 0 3.771
3 Veiligheid bedrijven en transport 21.894 31.367 ‒ 5.598 263 26.032
Opdrachten 8.478 12.497 ‒ 598 ‒ 5.601 6.298
Prog Omgevingsveilig 4.329 4.602 ‒ 318 ‒ 1.750 2.534
Opdrachten Asbest 276 4.522 0 ‒ 3.750 772
EPK Bijdrage RWS 1.144 658 0 0 658
Overige opdrachten 2.729 2.715 ‒ 280 ‒ 101 2.334
Subsidies 3.849 7.709 0 5.204 12.913
Subsidies inrichtingen & transport 3.284 7.104 0 1.994 9.098
Subsidies Asbest 0 0 0 3.500 3.500
Subsidies Caribisch Nederland 82 0 0 0 0
Overige subsidies 483 605 0 ‒ 290 315
Bijdragen aan agentschappen 1.521 2.341 0 0 2.341
Bijdrage aan agentschap RWS 1.521 2.341 0 0 2.341
Bijdragen aan medeoverheden 5.000 5.088 ‒ 5.000 360 448
Bijdrage aan Caribisch Nederland 5.000 5.088 ‒ 5.000 360 448
Inkomensoverdrachten 3.046 3.732 0 300 4.032
Ontvangsten 250 250 0 457 707

Toelichting

Verplichtingen

De ophoging van het verplichtingenbudget met € 20,6 miljoen wordt met name veroorzaakt door een verplichtingenschuif van € 12,4 miljoen van 2022-2024 naar 2020 voor een meerjarige subsidie aan de Omgevingsdienst NL voor de uitvoering van de interbestuurlijke meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid 2021-2024.

Daarnaast wordt de verhoging van het verplichtingenbudget veroorzaakt door een verplichtingenschuif van € 5,5 miljoen van 2022 naar 2020 voor een meerjarige begrotingssubsidie aan de Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) ten behoeve van het instellen van het particulier asbestfonds.

Tot slot vindt er een verplichtingenschuif van € 2 miljoen plaats van 2021-2024 naar 2020 voor een meerjarige subsidie ten behoeve van Safety Delta Nederland (SDN) voor de financiering van de oprichting van een programmabureau.

Uitgaven

3 Veiligheid bedrijven en transport

In de tabel Budgettaire gevolgen van beleid bij dit beleidsartikel is in regel 1 een bedrag van € 11,9 miljoen aan subsidieverplichtingen voor het jaar 2020 opgenomen. Dit bedrag heeft betrekking op de mogelijke verlening van een subsidie voor het particulier asbestfonds (verstrekken van leningen aan particulieren die vanwege kapitaalbeperkingen bij de bank niet terecht kunnen voor het saneren van hun asbestdak) aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn). Deze begrotingsvermelding vormt de wettelijke grondslag voor de hier bedoelde subsidieverlening(en) als bedoeld in artikel 4:23, derde lid, onder c, van de Algemene Wet Bestuursrecht.

Opdrachten

De per saldo verlaging van het opdrachtenbudget van € 5,6 miljoen is met name het gevolg van een herschikking binnen artikel 22 van het instrument opdrachten asbest naar het instrument subsidies asbest. Met deze middelen à € 3,5 miljoen worden (meerjarige) subsidies aan het Stimuleringsfonds Volkshuisvesting Nederlandse Gemeenten (SVn) verstrekt ten behoeve van het instellen van een asbestfonds voor particulieren.

Daarnaast wordt het opdrachtenbudget verlaagd met € 1,3 miljoen door een herschikking binnen artikel 22 waarmee opdrachtmiddelen verschoven worden naar de middelen die bestemd zijn voor subsidies op het onderwerp inrichting en transport. Het betreft een subsidie aan Omgevingdienst NL voor de uitvoering van de interbestuurlijke meerjarenagenda Versterking Omgevingsveiligheid 2021 ‒ 2024.

Subsidies

De per saldo ophoging van het subsidiebudget van € 5,2 miljoen is met name het gevolg van de hierboven benoemde mutaties vanuit het instrument opdrachten en diverse andere herschikkingen binnen artikel 22.

3.11 Artikel 23 Meteorologie, Seismologie en Aardobservatie

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 57.530 57.370 2.167 29 59.566
Uitgaven 57.643 57.483 2.167 ‒ 11 59.639
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
1 Meteorologie en seismologie 35.336 36.285 2.167 ‒ 11 38.441
Bijdragen aan agentschappen 34.396 35.345 ‒ 233 ‒ 11 35.101
Bijdrage aan agentschap KNMI 34.396 35.345 ‒ 233 ‒ 11 35.101
Bijdragen aan (inter-)nationale organisaties 940 940 2.400 0 3.340
Contributie European Centre for Medium-range Weather Forecasts (HGIS) 0 0 2.400 0 2.400
Contributie World Meteorological Organization (HGIS) 940 940 0 0 940
2 Aardobservatie 22.307 21.198 0 0 21.198
Bijdragen aan agentschappen 22.307 21.198 0 0 21.198
Bijdrage aan agentschap KNMI 22.307 21.198 0 0 21.198
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

De mutaties in deze tweede suppletoire begroting binnen dit artikel zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet toegelicht (zie de leeswijzer).

3.12 Artikel 24 Handhaving en Toezicht

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 123.234 126.113 3.867 1.225 131.205
Uitgaven 123.234 126.113 3.867 1.225 131.205
waarvan juridisch verplicht 100% 99%
1 Handhaving en toezicht 123.234 126.113 3.867 1.225 131.205
Bijdragen aan agentschappen 123.234 126.113 3.867 1.225 131.205
Bijdrage aan het agentschap ILT 123.234 126.113 3.867 1.225 131.205
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn een weerspiegeling van de onderstaande toegelichte kasmutaties.

Uitgaven

1 Handhaving en toezicht

Bijdrage aan agentschap

De ILT ontvangt vanuit het moederdepartement IenW in 2020 een compensatie voor het in dienst hebben van arbeidsbeperkten (€ 0,6 miljoen). Daarnaast ontvangt de ILT middelen voor de handhaving op energielabels (€ 0,5 miljoen) en voor de vergunningverlening en het toezicht op de Wet ter Bescherming Koopvaardij (€ 150.000).

3.13 Artikel 25 Brede Doeluitkering

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 909.220 932.324 0 3.181 935.505
Uitgaven 920.515 953.451 0 0 953.451
waarvan juridisch verplicht 100% 100%
1 Brede doeluitkering 920.515 953.451 0 0 953.451
Brede doeluitkering 920.515 953.451 0 0 953.451
Bijdrage BDU 920.515 953.451 0 0 953.451
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenruimte 2020 wordt met ruim € 3 miljoen opgehoogd ten behoeve van de ophoging Werkgeversaanpak Metropoolregio Amsterdam en Rotterdam-Den Haag, bijdrage Metropoolregio Rotterdam-Den Haag 2e tranche fiets en de afrekening Mobility as a Service / Intelligente Transportsystemen. Dit leidt tot navenant lagere verplichtingen in 2021.

Uitgaven

Er zijn geen uitgavenmutaties op dit artikel.

3.14 Artikel 26 Bijdrage Investeringsfondsen

Budgettaire gevolgen van beleid

Verplichtingen 6.981.233 6.343.970 89.238 ‒ 84.135 6.349.073
Uitgaven 6.979.233 6.343.121 89.238 ‒ 64.935 6.367.424
1 Bijdrage Investeringsfondsen 6.046.994 5.516.570 81.346 ‒ 64.825 5.533.091
Bijdrage aan het Infrastructuurfonds 6.046.994 5.516.570 81.346 ‒ 64.825 5.533.091
Bijdrage IF 6.046.994 5.516.570 81.346 ‒ 64.825 5.533.091
2 Bijdrage Investeringsfondsen 932.239 826.551 7.892 ‒ 110 834.333
Bijdrage aan het Deltafonds 932.239 826.551 7.892 ‒ 110 834.333
Bijdrage DF 932.239 826.551 7.892 ‒ 110 834.333
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutatie is deels een weerspiegeling van de onderstaande kasmutaties. Daarnaast worden voor € 19,2 miljoen verplichtingen aangegaan voor een deelaanbesteding voor het vervolg van de Topsector Logistiek.

Uitgaven

Bijdrage aan het Infrastructuurfonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Infrastructuurfonds voor het jaar 2020 wordt met € 64,9 miljoen verlaagd. Hieronder worden de belangrijkste muaties toegelicht. Voor meer detail wordt verwezen naar het Infrastructuurfonds.

  1. Overboekingen met andere begrotingen (€ -5,3 miljoen): Dit betreft een overboeking van EZK naar het IF in het kader van energiebesparing (€ 2,5 miljoen) en een overboeking van het IF naar het btw-compensatiefonds voor de btw-afdracht voor de Rotterdamsebaan ( € -7,8 miljoen).
  2. Overboekingen met de IenW-begroting (€ -59,6 miljoen): Dit betreft de overboekingen naar de IenW-begroting voor onder andere Smartwayz (€ -24,5 miljoen), Energiehaven IJmond (€ -27,6 miljoen), van de IenW-begroting voor CO2-reducerende maatregelen WW (€ 10 miljoen) en diverse andere mutaties.

Bijdrage aan het Deltafonds

De bijdrage vanuit de beleidsbegroting Hoofdstuk XII aan het Deltafonds voor het jaar 2020 wordt met € 0,1 miljoen verlaagd en valt dus onder de grens waarboven mutaties worden toegelicht.

4 Niet-beleidsartikelen

4.1 Artikel 97 Algemeen Kerndepartement

Verplichtingen 43.309 70.644 5.790 98 76.532
Uitgaven 60.451 80.253 4.763 223 85.239
1 Algemeen departement 53.751 73.435 4.822 282 78.539
Opdrachten 30.284 49.375 2.110 282 51.767
Van A naar Beter 1.790 1.973 542 ‒ 405 2.110
Onderzoeken KIS 685 1.587 ‒ 499 ‒ 60 1.028
Ext. Juridische adv. 1.462 1.552 0 0 1.552
Onderzoeken PBL 2.286 3.921 2.081 241 6.243
Onderzoeken ANVS 3.581 3.844 405 459 4.708
Departementaal Coordinatiecentrum Crisisbeheersing 7.169 7.295 0 0 7.295
Regeringsvliegtuig 9.183 25.567 0 1.119 26.686
Overige Opdrachten 4.128 3.636 ‒ 419 ‒ 1.072 2.145
Subsidies 1.328 1.328 ‒ 219 0 1.109
Subsidies KIS 1.328 1.328 ‒ 219 0 1.109
Bijdragen aan agentschappen 22.139 22.732 3.040 0 25.772
Waarvan bijdrage aan agentschap ILT 12.737 13.118 0 0 13.118
Waarvan bijdrage aan agentschap KNMI 213 218 2.390 0 2.608
Waarvan bijdrage aan agentschap RWS 2.713 2.806 0 0 2.806
Waarvan bijdrage aan agentschap RIVM 6.476 6.590 650 0 7.240
2 Sanering Thermphos 6.700 6.818 ‒ 59 ‒ 59 6.700
Subsidies 6.700 6.818 ‒ 59 ‒ 59 6.700
Sanering Thermphos 6.700 6.818 ‒ 59 ‒ 59 6.700
Ontvangsten 1.101 2.895 0 0 2.895

Toelichting

Verplichtigen

De wijzigingen bij de Tweede suppletoire begroting 2020 zijn kleiner dan de gehanteerde norm en worden daarom niet uiteengezet (zie de leeswijzer).

Uitgaven

Opdrachten

Regeringsvliegtuig

Het extra incidentele budget dat noodzakelijk is voor het regeringsvliegtuig is onder andere het gevolg van niet-voorziene, noodzakelijke aanpassingen aan het vliegtuig, kosten voor reserveonderdelen en de inzet van extra crew voor lange vluchten.

Overige opdrachten

De verlaging van het budget voor overige opdrachten is met name het gevolg van een aantal onderzoeksprojecten die niet doorgaan of zijn doorgeschoven naar 2021 als gevolg van COVID19.

4.2 Artikel 98 Apparaatsuitgaven Kerndepartement

Verplichtingen 308.390 337.195 13.808 ‒ 10.625 340.378
Uitgaven 312.445 349.470 13.548 ‒ 12.690 350.328
1 Personele uitgaven 226.294 259.608 8.872 1.939 270.419
Eigen personeel 207.373 228.299 2.196 104 230.599
Inhuur externen 12.164 24.361 6.676 2.335 33.372
Overige personele uitgaven 6.757 6.948 0 ‒ 500 6.448
2 Materiële uitgaven 86.151 89.862 4.676 ‒ 14.629 79.909
ICT 18.383 24.442 5.546 ‒ 1.889 28.099
Bijdrage aan SSO's 40.896 45.257 2.467 ‒ 8.729 38.995
Overige materiële uitgaven 26.872 20.163 ‒ 3.337 ‒ 4.011 12.815
Ontvangsten 5.430 13.220 ‒ 1.412 1.724 13.532

Toelichting

Verplichtingen

De verplichtingenmutaties zijn hoger dan de uitgavenmutaties, voornamelijk als gevolg van verplichtingenschuiven van 2021 naar 2020 ten behoeve van het aangaan van inhuurcontracten voor Luchtvaart.

Uitgaven

Personele uitgaven 

De hogere inhuur is met name het gevolg het capaciteitsprobleem bij inkoop waarvoor moet worden ingehuurd omdat vacatures niet kunnen worden vervuld met eigen personeel (€ 2 miljoen) op de arbeidsmarkt. Hetzelfde geldt voor de inhuur voor juridische ondersteunend personeel (€ 0,3 miljoen).

Materiële uitgaven

De lagere uitgaven aan ICT betreft voornamelijk een herschikking ten behoeve de bijdrage aan SSC-ICT voor een afgesloten overeenkomst voor dienstverlening met betrekking tot kantoorautomatisering. De middelen hiervoor waren gereserveerd als ICT kosten (€ 1,5 miljoen). Daarnaast zijn er als gevolg van COVID 19 vertragingen opgetreden bij o.a. de aanbesteding voor de nieuwe huisbankier en de upgrade van het archiveringssysteem HPRM (samen € 0,9 miljoen). Daartegenover staan uitgaven voor de opvolging van het huidige bedrijfsvoeringsysteem SAP (OBS) en de onverwachte uitgaven voor een noodzakelijk Windows-upgrade ten behoeve van Intranet.

De bijdragen aan Rijksbrede SSO’s zijn voornamelijk lager omdat, de budgetten voor generieke kosten van dienstverlening door FM Haaglanden (€ 10 miljoen) structureel naar BZK worden overgeheveld. De structurele overboeking volgt bij VJN 2021. Daarnaast heeft er, zoals hiervoor aangegeven, een herschikking vanuit ICT naar SSC ICT plaatsgevonden (€ 1,5 miljoen) en waren de uitgaven aan het Rijksvastgoedbedrijf en FM Haaglanden lagere dan geraamd (€ 0,3 miljoen).

Ontvangsten

Hogere ontvangsten betreft overwegend een bijdrage van BZ in de kosten voor de opvolging bedrijfsvoeringssysteem SAP (OBS) (€ 1,0 miljoen) en de bijdrage van RWS in de overdracht van budgetten voor de generieke dienstverlening door FM Haaglanden aan BZK (€ 0,7 miljoen).

4.3 Artikel 99 Nog onverdeeld

Verplichtingen 0 143826 ‒ 143826 3747 3747
Uitgaven 0 137967 ‒ 137967 4476 4476
Onvoorzien 0 137967 ‒ 137967 4476 4476
Ontvangsten 0 0 0 0 0

Toelichting

Eén van de onderdelen van de recent afgesloten CAO voor de Rijksoverheid voor de tweede helft van 2020 betreft een vergoeding van € 363 netto voor gemaakte kosten in verband met het verplicht thuiswerken. De thuiswerkvergoeding van werknemers die in deeltijd werken, wordt naar rato van de arbeidsduur berekend. Daarnaast wordt de thuiswerkvergoeding van werknemers die later dan 13 maart 2020 in dienst zijn getreden naar rato van de thuisgewerkte maanden berekend.

Omdat de exacte uitgaven nog onbekend zijn wordt een reservering van € 4,4 miljoen aangelegd op dit artikel.

5 Agentschappen

5.1 Rijkswaterstaat

Baten
Omzet moederdepartement 2.313.974 157.287 244.886 2.716.147
Omzet overige departementen 54.990 16.344 9.334 80.668
Omzet derden 191.758 13.129 3.261 208.148
Omzet nog uit te voeren werkzaamheden 245.055 66.041 ‒ 303.316 7.780
Rentebaten 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0
Bijzondere baten 3.000 0 ‒ 1.500 1.500
Totaal baten 2.808.777 252.801 ‒ 47.335 3.014.243
Lasten
Apparaatskosten 1.150.064 80.899 11.590 1.242.553
Personele kosten 904.161 68.247 12.383 984.791
waarvan eigen personeel 849.993 32.571 9.860 892.424
waarvan inhuur externen 54.168 35.676 2.523 92.367
waarvan overige personele kosten 0 0 0 0
Materiële kosten 245.903 12.652 ‒ 793 257.762
waarvan apparaat ICT 32.478 0 9.238 41.716
waarvan bijdrage aan SSO's 76.114 ‒ 8.897 ‒ 1.489 65.728
waarvan overige materiële kosten 137.311 21.549 ‒ 8.542 150.318
Beheer en Onderhoud 1.616.220 182.846 ‒ 73.761 1.725.305
Rentelasten 1.063 ‒ 318 ‒ 5 740
Afschrijvingskosten 23.430 ‒ 2.403 ‒ 228 20.799
Materieel 23.020 ‒ 2.403 ‒ 228 20.389
waarvan apparaat ICT 5.129 481 ‒ 752 4.858
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 17.891 ‒ 2.884 524 15.531
Immaterieel 410 0 0 410
Overige lasten 0 3.800 2.485 6.285
waarvan dotaties voorzieningen 0 3.800 1.985 5.785
waarvan bijzondere lasten 0 0 500 500
Totaal lasten 2.790.777 264.824 ‒ 59.919 2.995.682
Saldo van baten en lasten gewone bedrijfsuitoefening 18.000 ‒ 12.023 12.584 18.561
Agentschapsdeel Vpb-lasten 9.000 ‒ 8.870 12 142
Saldo van baten en lasten 9.000 ‒ 3.153 12.572 18.419
Dotatie aan reserve Rijksrederij 9.000 ‒ 3.153 ‒ 547 5.300
Te verdelen resultaat 0 0 13.119 13.119

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De hogere omzet moederdepartement ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 244,9 miljoen wordt met name veroorzaakt door aanvullend budget voor beheer en onderhoud op het Hoofdwegennet (€ 103,0 miljoen). Op basis van actuele prognoses die gedaan zijn ná de mei-besluitvorming over de Ontwerpbegroting 2021, is gebleken dat in de huidige meerjarige onderhoudsperiode (2018-2021) spanningen bestaan tussen het budgettair kader en de budgetbehoefte. Voor het Hoofdwegennet uit dit zich in 2020 in een spanning van ca. € 103 miljoen. Deze spanning wordt deels verholpen door met de najaarsnota 2020 geld vrij te maken uit de investeringsruimte op artikel 12.05.01. Hiermee wordt de verdere groei van het uitgesteld onderhoud beperkt.

Daarnaast wordt de hogere omzet moederdepartement met name veroorzaakt door de toekenning van middelen voor de versterking van de Cyber Security van RWS (€ 23,4 miljoen), voor het naleven van de geluidsplafonds (SWUNG) (€ 21,3 miljoen), de verhoging van de capaciteit van RWS exclusief tijdelijke opdrachten naar 9.100 FTE in 2020 (€ 16,6 miljoen), de uitvoering van de CO2-reducerende maatregelen in de GWW door decentrale overheden (€ 10,0 miljoen), het uitvoeren van maatregelen in verband met spookrijders (€ 9,5 miljoen), de gemaakte kosten voor tijdelijke parkeervoorzieningen, verkeerscirculatieplannen en communicatie rond de ferrylocaties ter voorbereiding op de Brexit (€ 8,5 miljoen), de vervanging van verouderde verkeersmanagementsystemen (CHARM) (€ 6,9 miljoen) en de gemaakte kosten voor het opruimen van olie na schadevaren in de haven van Rotterdam (5,0 miljoen).

Omzet overige departementen

De hogere omzet overige departementen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 9,3 miljoen wordt met name veroorzaakt door de aanvullende bijdrage van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor het programma Aan de slag met de Omgevingswet (€ 6,1 miljoen).

Omzet nog uit te voeren werkzaamheden

RWS is een agentschap met een baten-lasten administratie. Bij de instelling van het agentschap is met het ministerie van Financiën afgesproken dat RWS geen resultaat (verlies of winst) mag behalen op de kosten die worden gemaakt voor activiteiten die door de markt worden verricht. De middelen die aan het einde van een boekjaar over zijn of tekort worden gekomen, worden op de balans van RWS verantwoord onder de benaming Nog Uit Te voeren Werkzaamheden (NUTW). Via deze balanspost kunnen middelen eerder of later worden aangewend dan oorspronkelijk voorzien. Deze werkwijze is analoog aan de werkwijze die wordt gevolgd op het Deltafonds en het Infrastructuurfonds. Daar wordt immers een saldo dat in enig jaar ontstaat meegenomen naar of verrekend met het volgende begrotingsjaar. Tijdens de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden kan immers blijken dat deze op een later of eerder moment gerealiseerd zullen worden dan bij het opstellen van de programmering en begroting was voorzien. De omvang van deze balanspost wordt aan het eind van ieder jaar bepaald door de kosten in dat jaar van de omzet af te trekken. Een deel van de kosten beheer en onderhoud wordt dit jaar gefinancierd vanuit de balanspost NUTW. De balanspost NUTW zal dit jaar naar verwachting afnemen met € 23,5 miljoen van € 516,7 miljoen ultimo 2019 naar € 493,3 miljoen ultimo 2020.

Bijzondere baten

De lagere bijzondere baten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 1,5 miljoen worden met name veroorzaakt doordat er dit jaar geen verrekening van de btw-suppletie over 2016 wordt verwacht.

Lasten

Apparaatskosten

Personele kosten

De personele kosten bestaan uit de kosten van het eigen personeel en de kosten van de ingehuurde capaciteit voor de uitvoering van kerntaken.

De hogere kosten eigen personeel ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 9,9 miljoen worden met name veroorzaakt door de verhoging van de capaciteit van RWS als gevolg van de afspraak tussen IenW en RWS om de capaciteit exclusief tijdelijke opdrachten te verhogen naar 9.100 fte in 2020, de extra capaciteit voor Cyber Security en de omzetting van een deel van de inhuur op personeel op kerntaken bij de Rijksrederij naar vaste formatie. Daarnaast zijn de kosten eigen personeel gestegen als gevolg van het akkoord over de CAO Rijk (1 juli 2020 t/m 31 december 2020) waar een loonstijging per 1 juli 2020 van 0,7%, een eenmalige vergoeding van € 225 bruto per fte en een thuiswerkvergoeding van € 363 netto per fte is afgesproken. Tegenover deze hogere kosten staan een aantal kosten eigen personeel die lager zijn dan verwacht als gevolg van de genomen Corona- maatregelen. Het betreft hier met name lagere kosten woon-werkverkeer, lagere reis- en verblijfskosten en lagere kosten voor recepties/jubilea en opleidingen/cursussen.

De hogere inhuur op apparaat (kerntaken) ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 2,5 miljoen is met name het gevolg van de opdracht Informatiepunt Omgevingswet van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voor het tweede halfjaar van 2020, waarvoor deels door RWS wordt ingehuurd (€ 1,4 miljoen).

Beheer en onderhoud

De lagere kosten voor beheer en onderhoud ten opzichte van de voorjaarsnota 2020 ad. € 73 miljoen worden met name veroorzaakt doordat onderhoudswerkzaamheden later worden uitgevoerd dan eerder werd verwacht. De totale kosten voor BenO zijn nog wel hoger dan zoals verwacht in de begroting 2020.

Overige lasten

De hogere overige lasten ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 2,5 miljoen worden met name veroorzaakt door een verhoging van de verwachte dotatie aan de voorziening groot onderhoud vaarwegen (€ 1,3 miljoen) en de verwachte dotatie aan de reorganisatievoorziening (€ 0,7 miljoen). De post bijzondere lasten ad. € 0,5 miljoen bestaat met name uit de verwachte boekwaarde op verschrootte vaste activa.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 669.329 89.325 758.654
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 2.563.722 186.760 255.981 3.006.463
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 2.776.347 ‒ 258.357 65.464 ‒ 2.969.240
2. Totaal operationele kasstroom ‒ 212.625 ‒ 71.597 321.445 37.223
Totaal investeringen (-/-) ‒ 88.832 63.298 6.495 ‒ 19.039
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 88.832 63.298 6.495 ‒ 19.039
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 ‒ 25.941 0 ‒ 25.941
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 8.600 0 0 8.600
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 18.845 2.552 417 ‒ 15.876
Beroep op leenfaciliteit (+) 84.800 ‒ 60.530 ‒ 8.655 15.615
4. Totaal financieringskasstroom 74.555 ‒ 83.919 ‒ 8.238 ‒ 17.602
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 442.427 ‒ 2.893 319.702 759.236

Toelichting

Operationele kasstroom

Hieronder vallen de ontvangsten en uitgaven uit de reguliere bedrijfsvoering.

De hogere ontvangsten operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 237,6 miljoen worden met name veroorzaakt door de hogere ontvangsten van het moederdepartement. De lagere uitgaven operationele kasstroom ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. 65,5 miljoen worden met name veroorzaakt door lagere betalingen aan aannemers en ingenieursbureaus. Voor meer toelichting wordt verwezen naar de posten Omzet moederdepartement en Beheer en onderhoud in het exploitatieoverzicht.

Investeringskasstroom

Hieronder vallen de investeringen in nieuwe en bestaande activa en de boekwaarden, boekwinsten en boekverliezen van de verschrootte en verkochte vaste activa.

De lagere investeringen ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 6,5 miljoen worden met name veroorzaakt doordat de verbouwingen van een aantal droge steunpunten zijn vertraagd.

Financieringskasstroom

Hieronder vallen alle geldstromen die te relateren zijn aan de financiering van RWS.

Het lagere beroep op de leenfaciliteit ten opzichte van de eerste suppletoire begroting 2020 ad. € 8,7 miljoen is met name het gevolg van de hierboven genoemde lagere investeringen

5.2 Inspectie Leefomgeving en Transport

Baten
Omzet moederdepartement 135.971 5.032 4.442 145.445
Omzet overige departementen 831 0 650 1.481
Omzet derden 23.869 0 0 23.869
Rentebaten 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0
Bijzondere baten 0 13.118 0 13.118
Totaal baten 160.671 18.150 5.092 183.913
Lasten
Apparaatskosten 160.459 18.150 5.092 183.701
- Personele kosten 118.599 11.410 ‒ 2.596 127.413
Waarvan eigen personeel 113.328 9.449 ‒ 7.723 115.054
Waarvan inhuur externen 5.071 450 6.570 12.091
Waarvan overige personele kosten 200 1.511 ‒ 1.443 268
- Materiële kosten 41.860 6.740 7.688 56.288
Waarvan apparaat ICT 200 0 0 200
Waarvan bijdrage aan SSO's 20.374 0 3.361 23.735
Waarvan overige materiële kosten 21.286 6.740 4.327 32.353
Rentelasten 0 0 0 0
Afschrijvingskosten 112 0 0 112
- Materieel 112 0 0 112
waarvan apparaat ICT 0 0 0 0
waarvan overige materiele afschrijvingskosten 112 0 0 112
- Immaterieel 0 0 0 0
Overige lasten 100 0 0 100
- Dotaties voorzieningen 100 0 0 100
- Bijzondere lasten 0 0 0 0
Totaal lasten 160.671 18.150 5.092 183.913
Saldo van baten en lasten 0 0 0 0

Toelichting

Baten

Omzet moederdepartement

De stijging van de omzet moederdepartement met € 4,4 miljoen bestaat uit de volgende onderdelen:

  1. Kosten voor de uitvoering van een aantal nieuwe taken, zoals toezicht op cybersecurity, toezicht bijzondere bromfiets, vrachtwagenheffing en bijdragen voor vergunningverlening en inspectieview. Daarnaast betreft het bijdragen voor een aantal kleinere nieuwe toezichtstaken en een bijdrage voor het in dienst hebben van arbeidsbeperkten.

Omzet overige departementen:

De hogere omzet van € 0,7 miljoen betreft een bijdrage van BZK voor de handhaving op energielabels en een bijdrage van JenV voor de kosten voor het toezicht op de Wet ter Bescherming Koopvaardij (WtBK).

Lasten

Personele kosten

De personele lasten dalen per saldo met € 2,6 miljoen. De coronamaatregelen leiden tot lagere opleidings- en vervoerskosten (- € 1,4 miljoen) en hebben tevens een negatief effect op het tempo waarmee vacatures kunnen worden vervuld (- € 1,2 miljoen).

Materiële kosten

De materiële kosen stijgen per saldo met € 7,7 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door een hogere bijdrage aan shared service organisaties voor ICT, facilitair en huisvesting (€ 3,4 miljoen). Overige materiële kosten die stijgen zijn de kosten voor Caribisch Nederland en kosten op het gebied van informatievoorziening (€ 4,3 miljoen).

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 54.703 0 0 54.703
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 160.671 3.260 5.092 169.023
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 160.459 ‒ 18.150 ‒ 5.092 ‒ 183.701
2. Totaal operationele kasstroom 212 ‒ 14.890 0 ‒ 14.678
Totaal investeringen (-/-) ‒ 200 0 0 ‒ 200
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 200 0 0 ‒ 200
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 0 0 0 0
Aflossingen op leningen (-/-) 0 0 0 0
Beroep op leenfaciliteit (+) 0 0 0 0
4. Totaal financieringskasstroom 0 0 0 0
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 54.715 ‒ 14.890 0 39.825

Toelichting

Ten opzichte van de 1e suppletoire begroting zijn er geen majeure wijzigingen in het kasstroomoverzicht.

5.3 Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut

Baten
Omzet moederdepartement 60.299 ‒ 3.830 ‒ 3.868 52.602
Omzet overige departementen 2.763 0 230 2.994
Omzet derden 25.234 3.300 ‒ 3.495 25.039
Rentebaten 0 0 0 0
Vrijval voorzieningen 0 0 0 0
Bijzondere baten 0 3.750 133 3.883
Totaal baten 88.297 3.220 ‒ 6.999 84.518
Lasten
Apparaatskosten 62.527 4.129 ‒ 4.772 61.884
Personele kosten 37.793 1.899 ‒ 738 38.954
waarvan eigen personeel 35.772 1.899 ‒ 3.033 34.639
waarvan inhuur externen 1.969 0 2.124 4.093
waarvan overige personele kosten 52 0 98 150
Materiële kosten 24.734 2.230 ‒ 4.033 22.930
waarvan apparaat ICT 5.105 0 351 5.456
waarvan bijdrage aan SSO's 3.975 0 725 4.700
waarvan overige materiële kosten 15.654 2.230 ‒ 5.109 12.774
Rentelasten 0 0 0 0
Afschrijvingskosten 3.438 200 ‒ 638 3.000
Materieel 3.038 200 ‒ 742 2.496
waarvan apparaat ICT 1104 0 ‒ 204 900
waarvan overige materiële afschrijvingskosten 1934 200 ‒ 538 1.596
Immaterieel 400 0 104 504
Overige lasten 22.307 ‒ 1.109 ‒ 1.564 19.634
waarvan aardobservatie 22.307 ‒ 1.109 ‒ 1.564 19.634
waarvan dotaties voorzieningen 0 0 0 0
waarvan bijzondere lasten 0 0 0 0
Totaal lasten 88.272 3.220 ‒ 6.974 84.518
Agentschapsdeel Vpb-lasten 25 0 0 25
Saldo van baten en lasten 0 0 ‒ 25 ‒ 25

Toelichting

Baten

Omzet Moederdepartement

De omzet moederdepartement zal lager uitvallen dan begroot als gevolg van:

  1. een lagere contributie voor aardobservatie (€ 1,6 miljoen), de contributie voor EUMETSAT wordt jaarlijks gedurende het uitvoeringsjaar bijgesteld;
  2. een lagere realisatie op de projecten Early Warning Centre (€ 1,1 miljoen) en Masterplan de Bilt (€ 0,4 miljoen), vanwege tegenvallende productiviteit door corona;
  3. een lagere opbrengst dan verwacht uit verschillende maatwerkopdrachten (€ 0,7 miljoen), vooral door achterblijven inzet voor onderzoek zeespiegelstijging;
  4. en een lagere opbrengst voor Caribisch Nederland (€ 0,3 miljoen) door vertraging bij de start van de projecten AUTOMETAR en opzetten/verbeteren vulkaanmonitoring.

De omzet moederdepartement is niet verlaagd als gevolg van de lagere kosten voor het Masterplan de Bilt. Hiermee wordt de tegenvaller met betrekking tot de reservering openstaande verlofdagen (als gevolg van Corona) opgevangen.

Omzet Derden

De onderschrijding van de baten vanuit derden is met name het gevolg van het achterblijven van maatwerkopdrachten door de coronacrisis en achterlopende werving van personeel. Dit uit zich in een lagere opbrengst van het maatwerk voor luchtvaart (€ 1,8 miljoen) en een lagere opbrengst vanuit subsidieprojecten (€ 1,4 miljoen).

Bijzondere Baten

Bij de voorjaarsnota 2020 is in lijn met de Rijksbegrotingsvoorschriften een aandeel van de post omzet moederdepartement overgeheveld naar de post bijzondere baten. Op deze specifieke projecten is meer resultaat behaald dan verwacht (met name door IT Migratie € 0,8 miljoen en I-strategie € 0,5 miljoen).

Lasten

Personele kosten

De personele kosten vallen lager uit dan begroot door een onder andere een lagere bezetting (€ 0,6 miljoen). Daartegenover staan hogere kosten door het ophogen van de reservering voor openstaande verlofdagen (€ 0,6 miljoen. Deze hogere kosten wordt gedekt door lagere kosten voor het Masterplan De Bilt.

De kosten van inhuur zijn hoger dan begroot, met name door achterstand in de werving van vast personeel zowel op projecten € 1,1 miljoen (Early Warning Centre en I-strategie) als ook in de exploitatie. Hierdoor overstijgt de inhuur de norm van 10% met 0,5%. Dit is een tijdelijke situatie, de norm zal niet structureel overschreden worden.

Materiële kosten

De overige materiële kosten blijven met name achter door het vertraagd opstarten van de werkzaamheden voor het nieuwe luchtvaartcontract (€ 2,9 miljoen). Daarnaast vertragen ook de kosten voor Geoweb (€ 0,8 miljoen), I-strategie (€ 0,4 miljoen), Masterplan (€ 0,7 miljoen), Early Warning Centre (€ 0,25 miljoen), Cabauw (€ 0,25 miljoen), BES (€ 0,3 miljoen) door een vertraging in de uitvoering van de projecten. Daarnaast zijn een aantal overige projecten en activiteiten waar de kosten iets lager zijn dan begroot.

Afschrijvingskosten

Door achterblijven van de investeringsuitgaven door vertraging in de uitvoering van diverse projecten ter vervanging van waarneemapparatuur blijven ook de afschrijvingskosten achter. Met name de modernisering van de waarneeminfrastructuur vertraagt (€ 1,7 miljoen), maar ook investeringen voor Ruisdael (€ 0,5 miljoen), vervanging zichtmeters (€ 0,75 miljoen) en de vervanging van de wolkenradars vertragen (€ 0,4 miljoen).

Overig lasten

De contributie voor EUMETSAT wordt jaarlijks gedurende het uitvoeringsjaar bijgesteld. Dit jaar is de contributie lager uitgevallen dan begroot waardoor de overige lasten lager uitvallen.

1. Rekening courant RHB 1 januari +  depositorekeningen 9.850 4.262 0 14.112
Totaal ontvangsten operationele kasstroom (+) 3.438 959 402 4.799
Totaal uitgaven operationele kasstroom (-/-) ‒ 900 ‒ 10.426 5.900 ‒ 5.426
2. Totaal operationele kasstroom 2.539 ‒ 9.467 6.302 ‒ 627
Totaal investeringen (-/-) ‒ 1.700 ‒ 3.630 3330 ‒ 2.000
Totaal boekwaarde desinvesteringen (+) 0 0 0 0
3. Totaal investeringskasstroom ‒ 1.700 ‒ 3.630 3.330 ‒ 2.000
Eenmalige uitkering aan moederdepartement (-/-) 0 0 0 0
Eenmalige storting door moederdepartement (+) 300 0 0 300
Aflossingen op leningen (-/-) ‒ 2.750 933 0 ‒ 1.817
Beroep op leenfaciliteit (+) 1.700 3.630 ‒ 3.330 2.000
4. Totaal financieringskasstroom ‒ 750 4.563 ‒ 3.330 483
5. Rekening courant RHB 31 december (=1+2+3+4) 9.939 ‒ 4.272 6.302 11.969

Toelichting

Operationele kasstroom

De uitgaven zijn vooral lager door vertraging bij een tweetal grote projecten (Early Warning Centre en RP3, € 4,5 miljoen) en een betaling van een factuur (SSC Campus) in 2021 (€ 1,6 miljoen).

Investeringenkasstroom

De investeringenkasstroom is lager dan begroot door vertraging in de uitvoering van diverse projecten ter vervanging van waarneemapparatuur. Met name de modernisering van de waarneeminfrastructuur vertraagt (€ 1,7 miljoen), maar ook investeringen voor Ruisdael (€ 0,5 miljoen), vervanging zichtmeters (€ 0,75 miljoen) en de vervanging van de wolkenradars vertragen (€ 0,4 miljoen).

Financieringskasstroom

Door de vertraging bij investeringsproject zal er ook minder beroep worden gedaan op de leenfaciliteit.