Schriftelijke antwoorden op vragen gesteld tijdens de eerste termijn van de begrotingsbehandeling van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (35570-XIV) op 24 november 2020
Brief regering
Nummer: 2020D48215, datum: 2020-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (Ooit ChristenUnie kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z22757:
- Indiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2020-11-25 19:00: Begroting Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
- 2020-12-02 11:15: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- 2021-02-11 13:20: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-03-31 14:45: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (š origineel)
Geachte Voorzitter,
Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op een deel van de vragen die leden van uw Kamer hebben gesteld in de eerste termijn van de behandeling van de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds voor het jaar 2021.
De resterende vragen zal ik beantwoorden tijdens mijn eerste termijn.
Carola Schouten
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Bijlage: schriftelijke beantwoording van gestelde vragen in de eerste termijn van de behandeling van de begroting van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit 2021.
Hieronder treft uw Kamer de beantwoording van een selectie van de gestelde vragen per woordvoerder. De gestelde vragen zijn schuin weergegeven en mijn reactie staat eronder. De overige gestelde vragen worden mondeling beantwoord.
PVV
Graus (PVV)
Hoe staat het met de transitie naar proefdiervrije innovaties en de bijbehorende moties?
De voortgang en resultaten van de transitie naar proefdiervrije innovaties (TPI) zijn recent met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 32 336, nrs. 107 en 108). De transitie is een flinke stap verder gebracht, en er zijn diverse aansprekende resultaten geboekt. Bijvoorbeeld de NWA-call voor proefdiervrije veiligheidsbeoordeling, waar zes ministeries aan bijdragen en de komende drie jaar in totaal ā¬ 3 miljoen voor wordt vrijgemaakt. Ook organiseerden we in november 2019 een goed bezochte en gewaardeerde internationale conferentie over TPI in Utrecht.
Over de moties rond dierproeven is uw Kamer separaat geĆÆnformeerd (Kamerstuk 32 336, nr. 110). Tijdens het AO Dierproeven op 12 november jl. heb ik aangegeven het programma TPI voort te zullen zetten de komende jaren.
Ik verwacht uw Kamer komend voorjaar te kunnen informeren over de vervolgagenda TPI.
Graus (PVV)
Kan de minister zorgen dat de rechten van de dieren in de grondwet worden verankerd?
Het kabinet zet zich in om het beschermingsniveau van dieren te verhogen, onder andere via regelgeving. Voorbeelden zijn het voorstel voor de Wet diermishandeling en verwaarlozing (naar verwachting stuurt het kabinet dit wetsvoorstel in december 2020 voor advies aan de Raad van State), het voorstel voor een verbod op de stroomhalsband, het verbod op de fok van kortsnuitige honden en het verbod op bepaalde ingrepen (snavelbehandeling) bij pluimvee. Een aanpassing van de Grondwet op dit punt is voor dit kabinet niet aan de orde.
Graus (PVV)
Kan de minister een reactie geven op de motie van het lid Graus voor een verbod op producten vanuit ritueel slachten van dieren?
Vanaf 1 januari 2018 wordt rituele onbedwelmde slacht uitgevoerd volgens aangescherpte wettelijke regels die volgen uit het āconvenant onbedwelmd slachten volgens religieuze ritenā. Een verbod op rituele onbedwelmde slacht en de producten hiervan is daarmee niet aan de orde. Voor de import geldt dat een kenmerk als onbedwelmd geslacht vlees geen onderdeel uitmaakt van de geharmoniseerde handelsstatistiek en wordt derhalve niet geregistreerd.
Uw Kamer is eerder geĆÆnformeerd over het separaat en herkenbaar afzetten van vlees van onbedwelmd aangesneden dieren ten opzichte van vlees van dieren dat na reguliere bedwelmde slacht verkregen is (Kamerstuk 31 571, nr. 32).
Graus (PVV)
Hoe staat het met het verzoek van de PVV-fractie omtrent fokleeuwen en cheetahās?
Zoals ik heb aangegeven in de beantwoording van schriftelijk vragen van het lid Graus op 18 november 2020, heb ik de uplisting van de Afrikaanse leeuw aanhangig gemaakt bij de Europese Unie (uw kenmerk 2020D46773). Dit volgt nu de gebruikelijke procedure. De doelstelling van CITES is de instandhouding van de soort in het wild. Onder strikte voorwaarden is internationale handel mogelijk. Op dit moment kan er geen handel in delen van gefokte Afrikaanse leeuwen uit Zuid-Afrika plaatsvinden, omdat er geen quotum is ingesteld.
Nederland zal zich altijd inzetten om iconische soorten te beschermen. In CITES-verband richt Nederland zich samen met de Europese Unie ook op onderwerpen als ācaptive breedingā en āillegal tradeā. Daarnaast kijkt Nederland momenteel hoe de CITES Big Cat Taskforce ondersteund kan worden. Deze taskforce richt zich onder meer op het adequaat aanpakken van de illegale handel in grote katachtigen, waaronder ook cheetahās.
Graus (PVV)
Waar blijft de beloofde campagne in het kader van 144?
Zoals uw Kamer weet, is de minister van Justitie en Veiligheid verantwoordelijk voor het meldnummer 144. Ik zal uw vraag doorgeleiden naar de minister van J&V.
Madlener (PVV)
De PVV-fractie geeft aan een aantal keren te hebben opgeroepen om voor Nederland op te komen in Brussel. Kan de minister een aantal voorbeelden geven waar zij onderhandeld heeft voor de Nederlandse belangen in Brussel?
Afgelopen jaar was weer een belangrijk jaar voor het Ministerie van LNV in de Europese Unie. Op talloze onderwerpen heeft het kabinet onze belangen naar voren gebracht en er is continue contact over de zaken die Nederland aangaan. Op verschillende niveaus vindt dit overleg plaats, waaronder op het gebied van visserij, Brexit, het GLB en biodiversiteitsbeleid.
Madlener (PVV)
De PVV-fractie vraagt de minister om voor het kerstreces af te reizen naar London om daar met haar ambtsgenoot in gesprek te gaan over de Nederlandse Visserijbelangen.
Zoals uw Kamer weet is de Europese Unie exclusief bevoegd voor het sluiten van visserijverdragen en de EU-VK onderhandelingen. Ik breng de Nederlandse visserijbelangen daarom constant onder de aandacht in Brussel. Daarbij heb ik goed contact met de Europese Commissie, team Barnier, de heer Barnier, de meest betrokken visserij-lidstaten en de visserijsector. Een akkoord is in ieders belang, maar we zijn hierbij natuurlijk ook afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk.
VVD
Lodders (VVD)
Wanneer komt de toegezegde brief over de fosfaatindicator?
Zoals ik heb aangegeven in de brief aan uw Kamer van afgelopen maandag 23Ā november heb ik de Commissie Deskundigen Meststoffenwet (CDM) advies gevraagd inzake de achtergrond van de relatief grote veranderingen op individueel niveau die de invoering van de gecombineerde indicator ter bepaling van de fosfaattoestand van de bodem per 1 januari aanstaande tot gevolg heeft. Ik heb de CDM onder andere verzocht om een verklaring voor dit effect en of deze afname in fosfaatbemestingsruimte landbouwkundig te verantwoorden is. Ik zal uw Kamer voor het aankomende VAO Mestbeleid op 8 december informeren over dit advies en hoe ik daarmee omga.
Weverling (VVD)
Is de minister bereid om met bedrijven en boeren samenwerkingsprojecten op te zetten waarbij onderzocht wordt hoe lokale productie van kweekvlees door Nederlandse veehouders op termijn vorm kan krijgen? Wat is de uitkomst van de gesprekken die de minister heeft gehad met kweekvleesbedrijven?
Het Ministerie van LNV staat in goed contact met de kweekvleesbedrijven. Ik ben ervan op de hoogte dat er onderzoek wordt gedaan naar de mogelijke rol van Nederlandse veehouders bij de toekomstige lokale productie van kweekvlees. Een termijn waarop dit onderzoek gereed is, is nog niet te noemen. Vanuit het ministerie van LNV zullen we dit onderzoek actief volgen en met betrokken partijen bezien of via de topsectoren een publiek-privaat voorstel kan worden ingediend.
Weverling (VVD)
Kan de minister met betrekking tot Brexit toezeggen dat er alleen een handelsakkoord kan zijn als de Nederlandse vissers ook op de Britse wateren mogen vissen? Wanneer is de minister tevreden en hoe kan ze vissers comfort bieden? Staat alles klaar aan de Nederlandse zijde om bij een geval van āno dealā Ć©Ć©n en ander te begeleiden?
Met het EU-mandaat zetten we in op een koppeling tussen enerzijds handhaving van onvoorwaardelijke wederzijdse toegang tot de wateren en quotaverdeling op basis van de huidige verdeelsleutel (de relatieve stabiliteit), en anderzijds markttoegang voor het Verenigd Koninkrijk. Zoals uw Kamer weet is de Europese Unie exclusief bevoegd voor de EU-VK onderhandelingen en het sluiten van visserijverdragen. Ik breng de Nederlandse visserijbelangen daarom constant onder de aandacht in Brussel. Daarbij heb ik goed contact met de Europese Commissie, team Barnier, de heer Barnier, de meest betrokken visserij-lidstaten en de visserijsector. Een akkoord is in ieders belang, maar we zijn hierbij natuurlijk ook afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. We kunnen niet zo maar iedere deal accepteren en dat geldt zowel voor het visserijonderdeel als voor het economisch deel van het toekomstig EU-VK partnerschap.
Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen verandert de relatie met het Verenigd Koninkrijk per 1 januari a.s. ingrijpend en zal in alle gevallen het derde landen regime voor in- en uitvoer gaan gelden tussen Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk. Het is daarom van groot belang dat het bedrijfsleven over de volle lengte van haar keten de nodige voorbereidingen treft. In de voorbereidingen op het aflopen van de overgangsperiode per 1 januari a.s. zijn we ook afhankelijk van het Verenigd Koninkrijk. Zo heeft het Verenigd Koninkrijk nog altijd geen duidelijkheid gegeven over haar importeisen. Dit maakt de voorbereidingen lastig. Hierover worden veel vragen gesteld door het bedrijfsleven, zoals ook bij de stakeholderbijeenkomsten die wij vanuit het ministerie van LNV maandelijks organiseren en waar ik afgelopen vrijdag 20 november jl. bij aanwezig was. Binnen de mogelijkheden die wij hebben doen we er alles aan om duidelijkheid te krijgen van het Verenigd Koninkrijk, zodat we de voorbereidingen zo goed mogelijk kunnen treffen. NVWA en keuringsdiensten hebben hun capaciteit op basis van gelijkblijvende handelsstromen uitgebreid om onder andere de toename aan exportcertificering te kunnen opvangen. Verder organiseert de NVWA nog steeds serious games om met het bedrijfsleven, waaronder de visserijsector, te oefenen voor het aflopen van de overgangsperiode. Ondanks alle inzet om zo goed als mogelijk voorbereid te zijn zullen we in alle gevallen ā zowel bij deal als bij no deal - de eerste periode na het aflopen van de overgangsperiode te maken krijgen met aanpassingsfrictie.
Weverling (VVD)
Kan de minister toezeggen dat het wetsvoorstel voor een zelfstandig houdverbod nog dit jaar naar de Kamer gaat?
Zoals toegelicht in het AO over Dierenwelzijn buiten de veehouderij van 29Ā september jl. en de brief aan uw Kamer over dierenwelzijn van gezelschapsdieren van 24 september jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1126) wil het kabinet het wetsvoorstel aanbieden voor advies aan de Raad van State in december 2020. Na ommekomst van dit advies wordt het wetsvoorstel zo snel mogelijk bij uw Kamer ingediend.
Weverling (VVD)
Hoe staat de minister tegenover een mogelijk importverbod voor dieren die gefokt zijn voor bepaalde dieronvriendelijke uiterlijke kenmerken, wat in Nederland verboden is?
Ik zet mij in om het fokken van honden en katten met schadelijke raskenmerken in Nederland te voorkomen. Fok van kortsnuitige honden die niet aan bepaalde criteria voldoen is verboden (Kamerstuk 28 286, nr. 1039). Ook internationaal zet ik mij hier voor in. Een importverbod is gelet is op het uitgangspunt van het vrije verkeer (van goederen) binnen de EU echter niet mogelijk.
Weverling (VVD)
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de Floriade en de financiƫle en materiƫle toezeggingen die zijn gedaan?
Ik ben met de gemeente Almere in gesprek over het realiseren van een viertal innovatieve projecten die zowel voor een succesvolle Floriade van belang zijn als de lange termijn doelen van het Rijk ondersteunen. Ik verwacht op zeer korte termijn uw Kamer te informeren over de afspraken die hierover met de gemeente Almere zijn gemaakt.
Weverling (VVD)
Kan de minister aangeven wat de stand van zaken is met betrekking tot de positieflijst en de gesprekken die met onder andere Marktplaats zijn gevoerd om de registratie en de controle op de handel in dieren te verbeteren?
Op 8 januari 2020 heb ik uw Kamer de beoordelingssystematiek voor de huis- en hobbydierenlijst toegestuurd (Kamerstuk 28 286, nr. 1085). Het Adviescollege huis- en hobbydierenlijst beoordeelt momenteel een lijst van zoogdiersoorten die in Nederland worden gehouden aan de hand van deze systematiek. De zoogdiersoorten worden beoordeeld op risicofactoren voor dierenwelzijn en gevaar voor de mens (letsel- en zoƶnoserisico). Het is belangrijk dat het beoordelen van al deze diersoorten op een zeer zorgvuldige wijze gebeurt. De wetenschappelijke beoordeling van al deze dieren is omvangrijk. Zodra deze beoordeling is afgerond, informeer ik uw Kamer over het vervolg.
De NVWA heeft werkafspraken met Marktplaats gemaakt over het verkopen van dieren. Onderdeel van die werkafspraken is dat Marktplaats ā in afwijking van hun beleid inzake advertenties - sinds augustus 2019 geld vraagt voor het plaatsen van advertenties voor de verkoop van dieren. Hierdoor zijn verkopers via hun bankgegevens eenvoudiger te traceren door de NVWA. Tegen illegale aanbiedingen wordt op basis van meldingen handhavend opgetreden tegen de verkoper. Daarnaast worden illegale advertenties in het kader van de werkafspraken met Marktplaats op verzoek van de NVWA zo spoedig mogelijk door Marktplaats verwijderd.
Weverling (VVD)
Kan de minister ingaan op wat er nodig zou zijn om het juridisch mogelijk te maken om dierenbeulen naast een houdverbod ook een verbod op te leggen waarmee ze niet meer in de buurt kunnen komen van plekken waar dieren worden gehouden?
Met het houdverbod dat is voorzien en bestaande regelgeving kan er adequaatĀ gehandhaafd worden op dierenmishandeling. Het Wetboek van Strafvordering kent de mogelijkheid om een vrijheidsbeperkende maatregel op te leggen en in dat kader is het ook mogelijk om te bepalen dat een verdachte zich gedurende een bij het vonnis aan te geven periode niet in de directe nabijheid van vee mag ophouden. Zo heeft een rechtbank bijvoorbeeld in 2018 bepaald dat een dader van dierenmishandeling na het uitzitten van zijn straf drie jaar lang tussen zonsondergang en zonsopgang niet in de buurt van vee komen.
GroenLinks
Bromet (GroenLinks)
Graag een reactie van de minister op de belemmerende regels voor natuurbeheerders, in het kader van het Kelderluik-arrest.
In de uitvoering van de vorige week gepubliceerde Bossenstrategie, heb ik al opgenomen dat ik ga kijken welke belemmeringen er worden ervaren en welke mogelijkheden er zijn voor natuurbeheerders om staand dood hout te behouden. Dat moet wel zonder dat er grote veiligheidsrisicoās optreden, want ongelukken moeten voorkomen worden. Te denken valt bijvoorbeeld aan het gebruik van zoneringsprincipes, waarbij gebieden in extensievere en intensievere gebieden opgedeeld kunnen worden. In de extensievere gebieden zouden paden weggehaald kunnen worden, waardoor meer dood hout kan blijven staan. Misschien zijn er meer mogelijkheden om bomen minder snel om te kappen dan alleen zonering. Ik ga graag met natuurbeheerders onderzoeken wat de mogelijkheden hiervoor zijn.
Dat alles natuurlijk wel in het rechtskader dat van iedereen, ook van een terreinbeheerder, mag worden verlangd dat hij maatregelen neemt om te voorkomen dat er ongelukken gebeuren. Het aansprakelijkheidsrecht is geregeld in het Burgerlijk Wetboek en is in de jurisprudentie in de loop der jaren verder uitgekristalliseerd, zoals in het Kelderluik-arrest. Dat heeft geleid tot algemeen geldende criteria op basis waarvan kan worden beoordeeld of iemand aansprakelijk is in gevallen van gevaarzetting. Die criteria zijn dus op alle burgers en dus ook terreinbeheerder of eigenaar van toepassing.
Bromet (GroenLinks)
Hoe kijkt de minister aan tegen bermbeheer bij wegen?
De bermen van Nederland bieden een mooi potentieel om de natuur buiten de beschermde gebieden een impuls te geven. Ze vormen een netwerk dwars door alle landschappen van Nederland heen en kunnen daarmee voor veel soorten een belangrijke stapsteen zijn op weg naar een ander leefgebied.
Het benutten van die potentie heeft op veel plekken met het beheer te maken. Vaak betekent dit dat er in plaats van een keer, twee keer per jaar moet worden gemaaid, dat het maaisel moet worden afgevoerd en dat her en der stukken berm juist worden overgeslagen zodat niet al het voedsel en alle schuilplaatsen voor langere tijd verdwijnen.
Ecologisch bermbeheer wordt door steeds meer overheden overgenomen, een mooie trend die ik van harte ondersteun. Een krachtig initiatief dat hier vaart achter wil zetten is het KleurKeur, een vrijwillig keurmerk dat door een flink aantal partijen onder leiding van de Vlinderstichting is ontwikkeld om opdrachtgevers en opdrachtnemers samen de stap te laten zetten naar een natuurlijke berm.
CDA
Geurts (CDA)
Kan de minister verklaren waarom, met zoveel reductie van de ammoniakemissies, de Kamer wordt verteld dat de natuur toch zo achteruit gaat?
De oorzaak hiervoor is dat door de langjarige overbelasting van de natuur in het verleden de hoeveelheid stikstof in de bodem is opgehoopt.
Deze overbelasting gaat ondanks de daling van emissies nu nog in veel gebieden door. Daardoor loopt de stikstof hoeveelheid in de bodem nog steeds op. De natuur heeft hier nog steeds in toenemende mate hinder van.
Geurts (CDA)
Hoe heeft de minister, voor wat betreft de NVWA, inhoud gegeven aan de zin in het regeerakkoord die stelt dat de kosten voor toezicht en handhaving als overheidskosten worden beschouwd?
In het Regeerakkoord in paragraaf 3.2 (op p. 42) wordt onder het kopje āgoederenvervoerā gesteld dat voor de vervoersector in lijn met het advies van de Raad van State alleen de kosten voor vergunningverlening aan bedrijven in rekening worden gebracht dat de kosten voor toezicht en handhaving als overheidskosten beschouwd. Hier is invulling aan gegeven.
Von Martels (CDA)
Tot in hoeverre is het nog te verantwoorden om een natuurgebied van dergelijke grootte als het Wierdense Veld te ontwikkelen gezien de bijbehorende kosten? Hoe zeker zijn we ervan dat 39,5 miljoen euro uitgeven echt effect zal sorteren en binnen hoeveel jaren zal dit worden gerealiseerd?
Natuurmaatregelen zijn belangrijk, ook voor de economie. Doordat de staat van instandhouding niet goed genoeg is, wordt immers ook economische ontwikkeling bemoeilijkt. We moeten uit die impasse komen en daarom heeft het kabinet ook geld gereserveerd voor natuurverbetering en ontwikkeling. Samen met de provincie blijven we uiteraard goed kijken naar de meest effectieve maatregelen.
Von Martels (CDA)
Welke mogelijkheden ziet de minister rondom de herijking van de Natura 2000-gebieden en wat is haar inzet in Brussel hieromtrent?
Ik heb recent een onderzoek naar Natura 2000 laten uitvoeren, waarover ik uw Kamer op 13 oktober jl. heb geĆÆnformeerd (Kamerstuk 32 670, nr. 200). De onderzoekers hebben geen praktijkvoorbeelden gevonden, die aanleiding geven om instandhoudingsdoelen te schrappen. Herijking van Natura 2000 door samenvoegen of herindelen van gebieden is onder strikte voorwaarden mogelijk. Daarnaast hebben de onderzoekers vastgesteld dat waar er knelpunten zijn bij het realiseren van de instandhoudingsdoelstellingen van gebieden deze gelegen zijn in invloeden die kunnen worden weggenomen.
Het kabinet ziet bij het wegnemen van die invloeden voorbeelden van gebieden waarbij de omvang van de ingrepen en de zekerheid over het te bereiken resultaat mogelijk op gespannen voet met elkaar staan. Het kabinet zal daarom het gesprek met de Europese Commissie blijven zoeken over de proportionaliteit van de te nemen maatregelen in het licht van Natura 2000.
Daarnaast wordt met de vervolgfase van de actualisatie van de doelensystematiek Natura 2000 en het Natuurwinstplan Grote Wateren in beeld gebracht waar doelen op gebiedsniveau en/of landelijk niveau concreet bijgesteld kunnen worden om een landelijk gunstige staat van instandhouding beter te realiseren. Deze zal ik zo nodig vervolgens voorleggen aan de Europese Commissie. Ook indien in de toekomst vanwege nieuwe inzichten over het tempo of de omvang van klimaatverandering bepaalde doelen niet langer haalbaar blijken, zal het kabinet bezien waar aanpassingen in de instandhoudingsdoelstellingen noodzakelijk zijn.
Von Martels (CDA)
Wanneer gaat de minister maatregelen treffen ten aanzien van de ongewenste situatie ten aanzien van de faunaschade?
In overleg met de provincies wordt onderzoek gedaan naar maatregelen om de schade die beschermde dieren veroorzaken aan landbouwgewassen aan te pakken en de wijze van tegemoetkomingen in de faunaschade te vereenvoudigen. Zodra hierover meer over bekend is informeer ik uw Kamer.
SP
Futselaar (SP)
De SP-fractie roept op tot het afschaffen van de eendensector met het oog op dierenwelzijn, het risico op vogelgriep en gezien het feit dat meeste eenden voor restaurants en export worden gefokt en vraagt of de minister zich hiervoor gaat inzetten?
Ik vind het te ver gaan om een hele sector te verbieden, dan wel te beƫindigen, zoals ik ook heb toegelicht in de beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Ouwehand (uw kenmerk 2020D16208). De sector heeft een aantal opgaven op het gebied van dierenwelzijn, waarvan de aanwezigheid van zwemwater er ƩƩn is. Over de aanpak van deze uitdagingen ben ik in gesprek met de sector.
Ten aanzien van vogelgriep is er een Roadmap vastgesteld en daar zitten maatregelen in die genomen moeten worden. Die zijn we ook aan het uitvoeren met de verschillende sectoren binnen de pluimveesector.
Futselaar (SP)
Is de minister bereid zich in te zetten in EU-verband om import/export en inkoop van bont te verbieden?
Een import- of exportverbod in de Europese Unie voor bont van pelsdieren is niet haalbaar zolang er commerciƫle pelsdierhouderij in de Europese Unie bestaat, zoals ook toegelicht door de minister van VWS in het Corona-debat van een aantal weken geleden. Het eenzijdig weren van producten is niet mogelijk op basis van de WTO-regels. Op de interne EU-markt moeten gelijke producten gelijk behandeld worden.
D66
De Groot (D66)
Het lid de Groot (D66) pleit voor een positieflijst voor reptielen, vogels en amfibieƫn en vraagt hoe de minister hier tegenaan kijkt en of ze bereid is om op EU-niveau te werken aan een positieflijst?
Eerdere lobby voor een Europees systeem voor positieflijsten bij enkele lidstaten leverde gereserveerde reacties op. Momenteel vind de opstelling van de positieflijst voor zoogdieren nog plaats. Dit proces wil ik eerst afronden, alvorens de besluiten over een eventueel vervolg. Die ervaring wil ik ook benutten om te bezien of en met welke acties een Europese positieflijst gerealiseerd kan worden.
De Groot (D66)
Is de minister bereid om de handel in wilde dieren op de agenda te zetten van de Biodiversiteitstop in China?
Tijdens de Biodiversiteitstop in China wordt onderhandeld over het nieuwe strategisch plan voor Biodiversiteit. In het concept-strategisch plan, de zogenaamde Zero Draft, is een doel opgenomen over het op een duurzaam niveau brengen van de handel in en het gebruik van soorten afkomstig uit het wild. De handel in dieren afkomstig uit het wild staat daarmee dus op de agenda van de top.
De Groot (D66)
Het lid De Groot (D66) pleit voor een import verbod voor niet duurzaam geĆÆmporteerd hout, palmolie, koffie en cacao in de Europese Unie en vraagt of de minister bereid is zich hiervoor hard te maken in de Europese Unie samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking?
Het kabinet streeft naar het behoud en herstel van bossen wereldwijd en naar duurzaam bosbeheer, en naar het tegengaan van ontbossing bij de productie van agrarische grondstoffen die met die ontbossing in verband worden gebracht. Aan die doelstellingen werkt het kabinet door middel van diplomatieke inspanningen met de productielanden, door in Europa met gelijkgestemde landen verenigd in het Amsterdam Declarations Partnership op Europese maatregelen aan te dringen, en door financiering van programmaās en interventies in de productielanden om dat doel te bereiken.
Nederland heeft mede aangestuurd op de Green Deal en de uitwerking daarvan waarin de Europese Commissie heeft aangekondigd om in 2021 een wetgevend voorstel en andere maatregelen te presenteren die er op gericht zijn de ecologische voetafdruk van de EU-consumptie te verminderen en op het duurzaam en ontbossingvrij maken van waardenketens.
Deze voorstellen wacht ik af. Het kabinet zal op basis daarvan kunnen bepalen of wij deze effectief achten en kunnen steunen. Ik wijs er daarbij op dat Nederland zich in bredere zin richt op versterking van het multilateraal, op regels gebaseerd handelsstelsel en dat voorgenomen maatregelen daarin moeten passen. Ik werk op dit dossier nauw samen met de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
De Groot (D66)
Is de minister bereid om, in het kader van de aanpak van de zoƶnose, na te denken over een afbouwplan intensieve veehouderij?
Het lid de Groot stelde zijn vraag in het perspectief van zoƶnosen. Wat betreft de aanpak van zoƶnosen zal het kabinet breed bezien wat nodig is om zoƶnosen in de toekomst zoveel mogelijk te voorkomen, want de volksgezondheid staat voor het kabinet altijd voorop. Het kabinet zal daartoe, zoals reeds gemeld in de brief aan uw Kamer van 21 november jl. (Kamerstuk 2020Z22414), samen met een expertgroep die ingesteld zal worden in beeld brengen wat nodig is in de breedte van volksgezondheid, diergezondheid en milieu om het risico op het ontstaan van zoƶnosen zoveel mogelijk te verkleinen. Dit zal worden bezien in zowel de nationale als internationale context. Ik ga niet vooruitlopen op eventuele conclusies die hieruit worden getrokken.
De Groot (D66)
Is de minister bereid RIVM voldoende vrije middelen te geven ten behoeve van eigen initiatief onderzoeken?
Het toekennen van vrije middelen ten behoeve van eigen initiatief onderzoeken, ofwel kennisbasis, aan RIVM is de verantwoordelijkheid van de eigenaar. Het eigenaarschap ligt bij de minister van VWS.
PvdA
Moorlag (PvdA)
Het lid Moorlag (PvdA) stelt dat we vier keer betalen voor ons voedsel (belastingen, supermarkt, milieuheffingen en via de zorgverzekering) en vraagt of we met al het geld dat we besteden aan het voedsel niet een beter optimum kunnen creƫren?
Marktprijzen verhullen soms meer dan dat ze openbaren. Dit komt, omdat in de bedrijfseconomische kostprijsberekening de zogeheten āexterne kostenā van productie niet worden meegenomen. Het gaat hierbij om de onbedoelde, negatieve ecologische en sociale effecten van het productieproces, zoals milieuschade, biodiversiteitsverlies en gezondheidseffecten. De kosten hiervan komen niet tot uitdrukking in de prijzen die we voor producten in de supermarkt betalen.
Met het principe van true pricing worden de externe effecten van producten in kaart gebracht. Er zijn tal van theoretische onderzoeken uitgevoerd die laten zien wat deze āechte prijsā van een product is, door bij de marktprijs van een product de verborgen kosten van milieu- en sociale schade op te tellen. Dit moet een ābeterā optimum creĆ«ren, omdat in de āechte prijsā ook de maatschappelijke kosten van voedselproductie zijn verdisconteerd.
Met het LNV-meerjarenprogramma True Cost Accounting in Agri&Food zet ik in op beter inzicht krijgen in wat in de alledaagse praktijk de meerwaarde is van het concept true pricing. Daarnaast ga ik na of er in de experimenteergebieden begonnen kan worden met pilots voor true pricing. Los hiervan volg ik met grote aandacht reeds lopende experimenten in binnen- en buitenland, bijvoorbeeld naar hoe true pricing in supermarkten het koopgedrag van consumenten beĆÆnvloedt.
Moorlag (PvdA)
Wil de minister met de commissie Verkenning Nationale Parken in gesprek treden om te kijken of we de nationale parken naar een hoger niveau kunnen trekken?
Op vrijdag 19 november jl. heeft de commissie Verkenning Nationale Parken onder voorzitterschap van de heer Van Vollenhoven het rapport āNationale Landschapsparken, OriĆ«ntatie op nieuwe Nationale Parken van Wereldklasseā uitgebracht. Op korte termijn bespreken de minister van OCW en ik het rapport met de heer van Vollenhoven en de opdrachtgevers Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Er zijn in het advies duidelijk inhoudelijke overeenkomsten met de ontwikkeling van Nationale Parken nieuwe stijl. Het rapport zal daarom ook nader worden besproken tussen het Rijk, de provincies en de nationale parken.
CU
Dik-Faber (ChristenUnie)
Wil de minister het gesprek aangaan met gemeenten en boerenorganisaties om tot een gezamenlijk actieplan te komen rondom de problematiek van leegstaande agrarische gebouwen?
In algemene zin is het voorkomen en tegengaan van leegstaande vrijkomende bedrijfsgebouwen een zaak van maatwerk. Ik ben wel al in overleg met het Ministerie van BZK, IPO en VNG om te kijken of en hoe we landelijk het tegengaan van deze problematiek kunnen versterken. Ik bekijk graag met de andere betrokken partijen hoe we de agrarische vertegenwoordiging daarbij kunnen betrekken. Samen wil ik bezien of extra actie moet worden ondernomen en of een gezamenlijk actieplan daarbij behulpzaam is. De Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) is een goed voorbeeld hoe hier ā samen met die partners ā aan invulling gegeven is. Ook voor de Landelijke beĆ«indigingsregeling veehouderijlocaties ben ik met bovengenoemde partners in gesprek hoe in die regeling kan worden ingevuld.
Dik-Faber (ChristenUnie)
Hoe staat het met het plan voor snellere toelating van biologische gewasbeschermingsmiddelen?
De Europese Commissie schrijft in haar verslag van de REFIT verordening gewasbeschermingsmiddelen dat ongeveer de helft van de aanvragen voor nieuwe goedgekeurde werkzame stoffen betreft inmiddels laag risico stoffen en stoffen op basis van micro organismen. Dat is goed, maar het kan wat mij betreft nog beter. Ik zet daarom ook in op aanpassingen van de vereisten van werkzame stoffen op basis van micro-organismen en de vereenvoudiging van de procedures van laag risico middelen in zijn algemeenheid, zonder concessies te willen doen aan de veiligheid voor mens, dier en milieu. Die inzet vindt plaats in het kader van de REFIT van de verordening gewasbeschermingsmiddelen. Naar verwachting zal de Europese Commissie in december een voorstel voor aanpassing van de datavereisten voor micro-organismen voor leggen aan SCoPAFF. De overheid speelt een rol bij de randvoorwaarden. Uiteindelijk zijn het natuurlijk de producenten die een toelating van zoān middel dienen aan te vragen.
Dik-Faber (ChristenUnie)
Is de minister bereid om een vervolgonderzoek te laten uitvoeren naar aanleiding van het onderzoek naar biologisch voedsel?
In reactie op een recente uitzending van Zembla over onderzoek uit 2007 over de mogelijke effecten van biologisch voedsel op gezondheid heb ik toegezegd de mogelijkheden voor vervolgonderzoek na te gaan. Daartoe laat ik momenteel een inventarisatie uitvoeren naar de stand van zaken van onderzoek op dit thema.
PvdD
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister stoppen met open normen en uitzonderingen in wetten met betrekking tot dierenwelzijn? En open en eerlijk communiceren over wat er in de veehouderij gebeurt?
Open normen
Open normen in de wet geven ruimte aan innovaties en verschillende manieren om deze norm in te vullen maar kunnen ook lastig zijn om op te handhaven. Met mijn brief van 19 november 2020, over de opvolging van het rapport āde NVWA: bewaker, ook beleidsmaker?ā, ga ik in op de rolverdeling bij de invulling van normen. De vaststelling van het type beleidsregels die een invulling geven aan deze open normen hoort door de minister(s) te worden gedaan. De afgelopen paar jaar zijn al diverse open normen nader ingevuld. Zo is bijvoorbeeld een beleidsregel opgesteld waarmee een verbod is gesteld op transport van dieren bij een buitentemperatuur van tenminste 35 graden Celsius. En zijn er criteria ontwikkeld voor de beoordeling van kortsnuitige honden. De NVWA benut deze criteria bij de handhaving van de regels op het terrein van fokkerij van kortsnuitige honden. Momenteel werken het Ministerie van LNV en NVWA samen aan het verbeteren van het proces om open normen nader in te vullen.
Een aantal open normen uit de Wet dieren komt overigens rechtstreeks uit Europese verordeningen, waarbij het niet altijd mogelijk is om dit op nationaal niveau nader te specificeren.
Stoppen met uitzonderingen in wetten
Voor vier activiteiten (waaronder het verrichten van lichamelijke ingrepen) kent de Wet dieren het nee-tenzij-beginsel als vertrekpunt voor de normstelling. Dat betekent dat het in beginsel is verboden om deze activiteit te verrichten (āneeā) en dat alleen indien aan bepaalde in wet te stellen voorwaarden is voldaan, een uitzondering op het verbod is toegestaan (ātenzijā).
In het nee-tenzij-beginsel komt tot uitdrukking komt dat, mede vanwege zijn intrinsieke waarde, het belang van het dier vooropstaat om te worden gevrijwaard van deze activiteiten en dat afwijkingen van die verboden moeten zijn gerechtvaardigd. Deze activiteiten zijn onder voorwaarden dus toegestaan ā hetgeen nodig of wenselijk kan zijn in het licht van andere te beschermen belangen, zoals de gezondheid van andere dieren, de volksgezondheid of economische belangen.
Wat betreft ingrepen is het LNV-beleid is erop gericht om te stoppen met fysieke ingrepen die het gevolg zijn van de wijze van houden van dieren. Huisvesting en management moeten zodanig zijn dat ingrepen niet meer nodig zijn.
Open communicatie
Mijn uitgangspunt is open communicatie over zowel die zaken die goed gaan in de veehouderijketen als die zaken die absoluut verbetering behoeven. Een voorbeeld van dat laatste is borging van het dierenwelzijn in slachthuizen. Ik heb uw Kamer hierover geĆÆnformeerd in mijn brief over de fundamentele herbezinning van het slachtsysteem van 27 oktober 2020 (Kamerstuk 28 286, nr. 1131).
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister een einde maken aan het stimuleren van campagnes ten behoeve van vleespromotie?
Zoals ik bij mijn brief aan uw Kamer van 30 september 2020 (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1252) heb meegedeeld steun ik op nationaal niveau geen campagnes voor de promotie van vlees. Op Europees niveau zet ik mij er voor in om de Europese steun voor de promotie van reguliere landbouwproducten te beĆ«indigen. Ik ben van mening dat als er al steun voor promotiecampagnes gegeven wordt op basis van de huidige āPromotieverordeningā 144/2014, steun alleen gegeven zou moeten worden voor de promotie van bovenwettelijke duurzame of extra gezonde producten. Dit standpunt wordt echter maar door een beperkt aantal lidstaten gedeeld.
Op grond van de bestaande Europese Promotieverordening 144/2014 kan de Europese Commissie steun geven voor promotie van reguliere landbouwproducten, waaronder vlees. In het kader van de voorgenomen herziening van het Europese promotiebeleid zet ik mij voor aanpassing van het beleid in lijn van wat ik hiervoor aangaf.
Wassenberg (PvdD)
Wanneer wordt er in Brussel gesproken over het ophogen van het percentage bijensterfte en wanneer ontvangt de Kamer de onderbouwing en nadere informatie over het nieuwe beschermingsdoel in het Bijenrichtsnoer?
Er is nog geen datum bekend wanneer de Europese Commissie, EFSA en lidstaten bijeenkomen om over het beschermdoel voor bijen te praten. Wanneer deze bijeenkomst ingepland wordt, zal EFSA voorafgaand hieraan voorstellen aan de lidstaten sturen. Zoals ik uw Kamer eerder heb aangegeven, zal ik deze voorstellen zo spoedig mogelijk voorafgaand aan de bijeenkomst met uw Kamer delen. Daarbij laat ik mij inhoudelijk adviseren door het Ctgb.
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister aangeven welke actie ze in de EU gaat ondernemen om te zorgen dat de gezondheidsrisicoās van jonge en ongeboren kinderen ook mee worden genomen in de beoordeling van gewasbeschermingsmiddelen?
De Europese goedkeuringsprocedure voorziet in het beoordelen van de risicoās voor het ongeboren kind, (jonge) kinderen en neurologische aandoeningen. In de normen voor deze beoordeling zijn veiligheidsmarges ingebouwd, zodat rekening gehouden wordt met kwetsbare groepen zoals kinderen. Tegelijkertijd pleit Nederland er bij de Europese Commissie voor een standaard toetsing op neurologische aandoeningen zodat effecten van werkzame stoffen op dit soort aandoeningen beter worden meegenomen in de beoordelingsprocedure.
Wassenberg (PvdD)
Gaat de minister zich hard maken voor een extra veiligheidsfactor in het kader van gewasbeschermingsmiddelen?
Ik heb uw Kamer tijdens het AO gewasbeschermingsmiddelen op 2 november jl. toegezegd om te kijken of een veiligheidsfactor of allocatiefactor een mogelijke oplossing is voor het beoordelen van cumulatieve effecten van gewasbeschermingsmiddelen en als dit zo is, hoe we deze factor dan mee kunnen nemen in Europees verband. Ik agendeer cumulatie in Europees verband, onder meer via de Nederlandse inbreng in het Europese evaluatietraject van de regelgeving rond gewasbeschermingsmiddelen (de REFIT).
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister aangeven of er een overzicht bestaat van de kwaliteit van natuurcompensatie, hoe dit onderzocht en gemonitord wordt en door welke instituten dit gebeurt?
Ik ga ervan uit dat in deze vraag wordt gedoeld op natuurcompensatie in het kader van het Natuurnetwerk Nederland. Provincies hebben de taak invulling te geven aan het beleid rondom natuurcompensatie. Essentie daarbij is dat natuurcompensatie niet mag leiden tot nettoverlies aan natuurwaarden, voor wat betreft areaal (omvang), kwaliteit en samenhang, en dat natuurcompensatie tijdig wordt gerealiseerd. Over de randvoorwaarden waarbinnen provincies invulling moeten geven aan dit beleid zijn regels vastgelegd in het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro) en vanaf 1 januari 2022 in het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl). In mijn brief van 8 april 2019 heb ik uw Kamer hierover uitvoerig geĆÆnformeerd (Kamerstuk 33 576, nr. 161). Ik beschik, gelet op de verantwoordelijkheid van de provincies, niet over het overzicht waar uw Kamer om vraagt. Waar sprake is van natuurcompensatie uit hoofde van de ADC-toets, moet deze voor de start van de natuurverstorende activiteit in voldoende mateĀ voldoen aan de Europese eisen.
Wassenberg (PvdD)
Is de minister voornemens om de jacht op soorten op de rode lijst aan banden te leggen? Waarom is de passage hierover uit de brief over het Natuurbeleid geschrapt?
Ik heb dit onderwerp nog in beraad. Door een technische fout is een eerdere conceptversie van de brief naar uw Kamer verstuurd. Daarin stond een kort stuk over de gepubliceerde rode lijst. Die passage was echter voorbarig. Vanuit verschillende leden van uw Kamer zijn schriftelijke vragen gesteld over dit onderwerp. Ik doe uw Kamer de beantwoording op deze vragen zo spoedig mogelijk binnen de geldende termijnen toekomen. In antwoord op de schriftelijke vragen zal ik nader ingegaan op dit onderwerp.
Wassenberg (PvdD)
Kan de minister toezeggen dat er zo snel mogelijk uitvoering wordt gegeven aan de motie van PvdD uit 2013 die de jacht op verwilderde huiskatten stopt?
Over het uitvoeren van de motie uit 2013 heeft toenmalig staatssecretaris Dijksma de Kamer in 2014 geĆÆnformeerd. Het doden van verwilderde huiskatten behoort niet tot de jacht, omdat de verwilderde huiskat geen diersoort is die beschermd wordt onder de Wet natuurbescherming. Indien een verwilderde kat met het geweer wordt gedood, is evenwel een ontheffing nodig van de provincie. Er is tevens een ontheffing nodig van de provincie voor het toepassen van de TNR-methode (Trap Neuter Return). Deze methode wordt in de praktijk steeds vaker toegepast als alternatief voor het afschieten. In de meeste provincies is het afschieten van verwilderde huiskatten niet meer toegestaan, zoals ook geantwoord op Kamervragen in 2015. Ik vertrouw erop dat de provincies een juiste afweging maken bij het beheer van verwilderde huiskatten in relatie tot beperken en voorkomen van schade en overlast.
Wassenberg (PvdD)
Waarom wordt de visserij op paling en aal niet aangepakt? Erkent de minister dat de palingstand achteruitgaat en dat dit door menselijk toedoen gebeurt? Is de minister bereid om dit aan banden te leggen?
Uit de evaluatie van de Europese Commissie ten aanzien van de Europese aalverordening eerder dit jaar blijkt dat over de afgelopen 12 jaar sprake is van een substantiƫle verlaging van de antropogene sterfte van aal. De visserijsterfte is aanzienlijk teruggedrongen. Dit geldt in belangrijke mate ook voor de Nederlandse aanpak waar sinds 2010 een totaalverbod is ingesteld voor de aalvisserij gedurende de drie maanden dat de geslachtsrijpe aal naar zee trekt om zich voort te planten.
Deze en andere maatregelen zijn vastgelegd in het Nederlandse aalbeheerplan en de resultaten hiervan zullen naar verwachting pas op de langere termijn (enkele tientallen jaren) tot een meer substantiƫle toename van de aalstand leiden. Dit omdat de aal een langlevende soort is.
Ik ben van mening dat mijn pakket van maatregelen zoals beschreven in het Nederlandse aalbeheerplan voldoende garanties biedt voor een herstel van de aalstand. Ik ga derhalve niet over tot een totaal vangstverbod voor aal.
Wassenberg (PvdD)
De afgelopen 7 jaar heeft het dolfinarium verlies geleden, wat niet te maken heeft met corona. Heeft de minister wel zicht op de cijfers?
Ik ken de berichten over de financiƫle situatie van het Dolfinarium. De financiƫle situatie van een dierentuin is echter niet leidend voor hoe ze invulling moeten geven aan hun dierentuinvergunning. Dierenwelzijn, educatie en conservatie moeten op orde zijn, ook bij het Dolfinarium. Het Dolfinarium moet hoe dan ook de dierverblijven en het educatieve programma verbeteren.
SGP
Bisschop (SGP)
Hoe gaat de minister bij de gestarte handhaving recht doen aan het gesol met handhaving in het kader van de meststoffenwet?
Indien een veehouder het niet eens is met de hoeveelheid fosfaatrechten die hij heeft ontvangen kan hij daartegen bezwaar maken (behandeling RvO.nl) en vervolgens is er de mogelijkheid om beroep aan te tekenen (behandeling CBb). Bij veehouders bij wie nog procedures lopen is de NVWA terughoudend met controles op het fosfaatrechtenstelsel.
Bij de behandeling van bezwaar/beroep leggen zowel RvO.nl als het CBb de casus langs de geldende wet- en regelgeving. Hierin is een knelgevallenregeling opgenomen. Deze knelgevallenregeling is gebaseerd op het advies van de Commissie Kalden. Met de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer is bewust gekozen om deze knelgevallenregeling zo vorm te geven, waarin enkel basis is om extra fosfaatrechten toe te kennen als er sprake is van een situatie waarin door een bijzondere omstandigheid op de peildatum minder dieren werden gehouden dan daarvoor. Een ruimere regeling had namelijk een hogere generieke korting nodig gemaakt. Deze korting is bij de introductie van het fosfaatrechtenstelsel doorgevoerd bij niet-grondgebonden bedrijven en bedroeg 8,3 procent en had daarmee al een stevige impact op de bedrijven die het betrof.
Bisschop (SGP)
Een voorstel voor meer maatwerk in het kader van de Meststoffenwet wordt uitgereikt. Is de minister bereid om dit maatwerk in de uitwerking mee te nemen in boetebeleid?
Het mestbeleid is bedoeld om de kwaliteit van grond- en oppervlakte water te beschermen. Naleving van de mestregelgeving is daarvoor cruciaal. Boetes die opgelegd worden moeten daarom effectief zijn en de naleving van regelgeving bevorderen. Naar de hoogte van de boetes zijn meerdere studies gedaan, zoals het onderzoek van de Commissie van Deskundigen Meststoffenwet (CDM) naar de doeltreffendheid van de straffen en sancties die volgens de Meststoffenwet worden opgelegd. Naast het opleggen van boetes worden er ook preventieve maatregelen genomen om de ondernemers, die volgens de regels willen werken, zoveel mogelijk te ondersteunen.
Bij overtredingen waar een boete van ā¬ 340,- of hoger op staat, heeft de ondernemer de mogelijkheid om zijn zienswijze naar voren te brengen voordat er een boete wordt opgelegd. Op basis van de ontvangen zienswijze bekijkt RVO welke belangen of feiten relevant zijn voor het besluit en of het aangepast moet worden. Daarnaast past RVO matigingsbeleid toe bij de bepaling van de hoogte van de boete. Hierbij wordt onder andere gekeken naar verwijtbaarheid, proportionaliteit en financiĆ«le draagkracht.
RVO is heel transparant over het toegepaste boetebeleid. Op de website is veel informatie te vinden over het matigingsbeleid dat RVO voert en hoe RVO omgaat met fouten die door ondernemers in de verschillende stelsels kunnen worden gemaakt.
In de aangeboden notitie wordt in feite aangedrongen op een systematiek van maximumtarieven in de wet. Naar mijn mening biedt het huidige systeem van vaste tarieven in combinatie met het matigingsbeleid van RVO voldoende speelruimte. Dat matigingsbeleid is openbaar en wordt bijgesteld zodra ontwikkelingen, bijvoorbeeld in de rechtspraak, daartoe aanleiding geven. Verder kent het huidige systeem een duidelijk onderscheid tussen administratieve overtredingen (met een lage boete) en andere overtredingen (met een hogere boete). Wel blijf ik mij inzetten voor versterking van de handhaving om de naleving te verbeteren. Ik zet via de contouren voor het toekomstig mestbeleid in op een robuust en eenvoudig stelsel, dat het juiste gebruik van mest bevordert, duidelijk en werkbaar is voor de ondernemer en controleerbaar blijft door de overheid. In het kader van de uitwerking van de contouren van het mestbeleid, zal ook het boetebeleid worden bezien.
Bisschop (SGP)
Kan de minister bekijken hoe Food Valley de brongerichte verduurzaming heeft geregeld?
Ik kijk altijd naar hoe verduurzaming op andere terreinen heeft plaatsgevonden. Daarbij beoordelen we ook wat effectief is en of het bijdraagt aan daadwerkelijke verduurzaming. Dat doen we ook in het stikstofdossier, waarin nieuwe inzichten steeds gewogen worden.