[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Uitvoering van de motie van het lid Agnes Mulder c.s. over de mogelijkheden van burgerpanels

Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Brief regering

Nummer: 2020D48259, datum: 2020-11-25, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32813-624).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 32813 -624 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid.

Onderdeel van zaak 2020Z22781:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

32 813 Kabinetsaanpak Klimaatbeleid

Nr. 624 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2020

Middels de motie van het lid Agnes Mulder c.s. (Kamerstuk 32 813, nr. 578) heeft een brede vertegenwoordiging van de Tweede Kamer het kabinet opgeroepen om de toepassing van burgerpanels, ook wel burgerberaden of burgerfora (hierna: burgerfora), in het klimaatbeleid te onderzoeken. In deze brief zet ik uiteen op welke wijze ik uitvoering zal geven aan de motie en geef ik een korte inhoudelijke reactie op de strekking van de motie.

Open gesprek randvoorwaardelijk voor de energietransitie

Een open gesprek met een actievere betrokkenheid van burgers bij de besluitvorming over klimaatbeleid wordt door onder meer het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP)1 en het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL)2 gezien als een belangrijke voorwaarde voor het slagen van de energietransitie.

Dit komt overeen met het belang van de betrokkenheid van burgers bij onder meer de Regionale Energiestrategieën (RES'en). Grote betrokkenheid van burgers bij het klimaatbeleid draagt niet alleen bij aan het vergroten van maatschappelijk draagvlak voor de transitie, maar kan ook een manier zijn om mét de samenleving te komen tot nieuwe en innovatieve ideeën en deze te benutten bij het maken en uitvoeren van beleid.

Uitvoering van de motie Agnes Mulder c.s.

Zoals PBL constateert kan de betrokkenheid van burgers bij hun leefomgeving zich op vele manieren uiten3. De wijze waarop de betrokkenheid bij het klimaatbeleid kan worden vergroot dient dan ook integraal en op alle niveaus te worden bezien. Gelet hierop zal het burgerforum als instrument bekeken worden in de context van andere mogelijkheden, bijvoorbeeld inspraak en burgerinitiatieven, om burgerbetrokkenheid in het klimaatbeleid te vergroten.

Gezien de timing van dit onderzoek en de wens de resultaten te kunnen benutten bij de aankomende verkiezingen past een bescheiden rol voor het zittende kabinet.

Daarom zal ik uitvoering geven aan de motie door een onafhankelijke expertcommissie te formeren met enkele academici en praktijkdeskundigen op het terrein van deliberatieve democratie, maatschappelijke dialoog en burgerparticipatie.

Opdracht aan de onafhankelijke expertcommissie

De in te richten expertcommissie wordt gevraagd een analyse uit te voeren naar instrumenten om de betrokkenheid van burgers bij (de besluitvorming over) het klimaatbeleid op nationaal, regionaal en lokaal niveau te vergroten. Hierbij wordt gevraagd om bestaande kennis en ervaring op het gebied van deliberatieve democratie te benutten. In deze analyse dient in elk geval te worden ingegaan op de mogelijkheid van een burgerforum op nationaal niveau en de mogelijke toepassing ervan op regionaal en lokaal niveau. De expertcommissie wordt gevraagd om in de eindrapportage aandacht te besteden aan een aantal internationale voorbeelden, de voor- en nadelen van verschillende instrumenten en de algemene randvoorwaarden voor succes van een burgerforum.

Verzoek aan de expertcommissie zal zijn om de antwoorden op bovenstaande vragen en eventuele aanbevelingen te rapporteren in een eigenstandige rapportage, die voor de verkiezingen van maart 2021 kan worden aangeboden aan de Tweede Kamer. Daarnaast wordt de expertcommissie verzocht om een apart deelproduct op te leveren waarmee handelingsperspectief wordt geboden voor lokale en regionale overheden die aan de slag willen met een burgerforum op lokaal of regionaal niveau.

Relevante ontwikkelingen en ervaringen

In het publieke debat neemt de belangstelling voor de toepassing van een burgerforum toe. Het burgerforum is een vorm van deliberatieve democratie waarbij een (vaak via loting geselecteerde en representatieve) groep burgers meepraat en adviseert over de toekomst van hun stad, regio of land. Het burgerforum kent vele mogelijke inrichtingsvormen, die allemaal hun eigen voor- en nadelen hebben. In opvolging van de motie van het lid Lintmeijer (Kamerstuk 34 854, N) verkent het kabinet momenteel in brede zin hoe en onder welke voorwaarden een burgerforum kan worden ingericht. Op basis van de uitkomsten van die verkenning bekijkt het kabinet de mogelijkheid voor het instellen van een burgerforum. De Tweede Kamer wordt naar verwachting aan het eind van het jaar over de uitkomst van deze verkenning geïnformeerd door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Daarnaast hebben ons omringende landen, zoals Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, het afgelopen jaar laten zien hoe een burgerforum in de praktijk kan worden ingevuld rond het thema klimaat en energietransitie. Zowel de uitkomsten van de bredere verkenning naar burgerfora als de ervaringen in het buitenland zullen bij de uitvoering van de motie van het lid Agnes Mulder c.s. worden betrokken.

Ik hoop en verwacht dat de rapportage van de onafhankelijke expertcommissie een belangrijke bouwsteen zal vormen voor het vergroten van de betrokkenheid van burgers bij het klimaatbeleid. Ik verwacht dat de expertcommissie haar bevindingen begin maart met uw Kamer kan delen.

De Minister van Economische Zaken en Klimaat,
E.D. Wiebes


  1. SCP (2020), Klimaatbeleid en de samenleving↩︎

  2. PBL (2020, Balans van de Leefomgeving↩︎

  3. PBL (2020), Maatschappelijke betrokkenheid bij de leefomgeving↩︎