Verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2020
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2020D48378, datum: 2020-11-26, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2244).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2244 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2020Z22863:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-12-01 16:00: Raad Buitenlandse Zaken (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-12-01 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-03 12:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2020-12-03 14:30: Raad Buitenlandse Zaken omgezet in schriftelijk overleg (Algemeen overleg), vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- 2024-03-07 13:59: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2244 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 november 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 19 NOVEMBER 2020
Introductie
Op donderdag 19 november 2020 vond de informele videoconferentie van de leden van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats. De Minister van Buitenlandse Zaken heeft namens het kabinet deelgenomen. Onder het agendapunt Current Affairs sprak de Raad onder meer over de terroristische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk, de verkiezingen in de Verenigde Staten, de aanstaande donorconferentie voor Afghanistan, Nagorno/Karabakh, ontwikkelingen in Ethiopië, Libië, Bosnië en Herzegovina, Moldavië, Belarus en Varosha. Op de agenda stond verder multilateralisme; dit onderwerp was reeds geagendeerd voor de RBZ van 12 oktober jl., maar kon vanwege tijdgebrek niet plaatsvinden. Tot slot heeft de Raad gesproken met de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Riyad Al-Malki.
Current Affairs
VS-verkiezingen
De Raad stond stil bij de Amerikaanse verkiezingen. De Raad bevestigde het belang van de trans-Atlantische betrekkingen, die gestoeld zijn op gedeelde waarden en belangen. Lidstaten onderstreepten dat het programma van President-Elect Biden en Vice President-Elect Harris veel aanknopingspunten biedt om de relaties met de VS te versterken, onder andere op gebied van de strijd tegen de pandemie, economisch herstel, het tegengaan van klimaatverandering, economische veiligheid, wapenbeheersing en het versterken van multilaterale samenwerking. Het is daarom zaak om dit moment aan te grijpen om te investeren in trans-Atlantische samenwerking, bilateraal en via de EU. Het kabinet heeft hier ook tijdens de Raad voor gepleit; de VS speelt een cruciale rol voor de veiligheid en economie van Nederland en Europa. Daarbij heeft het kabinet specifiek gewezen op de relatie met China en de mogelijke terugkeer van de VS naar het JCPOA als mogelijke aanknopingspunten om de EU-VS samenwerking te versterken. De Raad zal tijdens de RBZ van 7 december a.s. uitgebreider spreken over de trans-Atlantische relatie, incl. over concrete voorstellen waarmee de EU de VS tegemoet kan treden.
Nagorno-Karabach
Hoge Vertegenwoordiger Borrell gaf een toelichting op de huidige situatie en reflecteerde op het staakt-het-vuren dat de partijen in Moskou overeenkwamen. De Commissie stelt middelen beschikbaar voor humanitaire hulp aan de regio en beziet op welke manier het nog meer steun kan verlenen, onder andere via de Speciaal Vertegenwoordiger voor de Zuidelijke Kaukasus. Het kabinet verwelkomde het staakt-het-vuren als een belangrijke eerste stap, maar onderstreepte de ernstige zorgen over mensenrechtenschendingen en heeft benadrukt de situatie nauwlettend in de gaten te houden. Het kabinet heeft daarbij benadrukt dat het staakt-het-vuren een kans dient te krijgen, waarbij de aandacht nu vooral gericht is op de implementatie van het door de partijen overeengekomen prille vredesakkoord. In lijn met de moties van het lid Ploumen c.s. (Kamerstuk 35 570 V, nr. 42) en van het lid Van Helvert c.s. (Kamerstuk 35 570 V, nr. 31) heeft het kabinet in dit verband het belang onderstreept van onafhankelijke internationale waarneming van de overeenkomst op de grond en aangegeven daarbij, alsook in de verdere onderhandelingen op weg naar een duurzame en vreedzame oplossing voor het conflict, een actieve rol voor de OVSE (Minsk Groep) te verwelkomen. Voorts heeft het kabinet in lijn met motie van het lid Omtzigt (Kamerstuk 21 501 02, nr. 2234) gepleit voor het belang van waarheidsvinding en een onafhankelijk internationaal onderzoek naar de inzet van fosfor, clustermunitie, buitenlandse strijders, alsmede mogelijke mensenrechtenschendingen en oorlogsmisdaden in het conflict om Nagorno-Karabakh. Mocht dit onderzoek dat zo uitwijzen, dan zouden conform moties van de leden Van Helvert en Voordewind (Kamerstuk 35 570 V, nr. 33) en van het lid Karabulut (Kamerstuk 35 570 V, nr. 35), gepaste maatregelen, zoals sancties, jegens verantwoordelijken ingesteld moeten worden, inclusief eventueel tegen de betrokken staatshoofden en regeringsleiders zoals de President van Azerbeidzjan. Het kabinet heeft daarnaast gepleit voor naleving van het wapenembargo door alle regionale actoren. In dat kader heeft het kabinet in lijn met de motie van het lid Voordewind c.s. (Kamerstuk 35 570, nr. 45) gepleit voor een moratorium op het leveren van wapens aan Turkije die ingezet zouden kunnen worden in Nagorno-Karabach, maar ook in Libië en Syrië.
Terroristische aanslagen
De Raad stond stil bij de recente terroristische aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk en sprak nogmaals zijn solidariteit uit. Het kabinet heeft daarbij aandacht gevraagd voor het vraagstuk van ongewenste buitenlandse financiering. Dit vergroot het risico op buitenlandse beïnvloeding wat bijdraagt aan anti-democratisch, anti-integratief, en onverdraagzaam gedrag, hetgeen haaks staat op de uitgangspunten van de rechtsstaat en de waarden die in Nederland en Europa worden gekoesterd. Het kabinet heeft daarbij gepleit voor gezamenlijke actie in EU-kader, te beginnen bij een gedachte-uitwisseling en het bespreken van mogelijke oplossingen en werd hierin gesteund door verschillende lidstaten. Op 16 november stuurde de Minister van Buitenlandse Zaken samen met de Minister van Justitie en Veiligheid een brief aan vicevoorzitter van de Commissie Margaritis Schinas en de Hoge Vertegenwoordiger over dit onderwerp (zie bijlage)1. Uw Kamer werd hierover geïnformeerd op 23 november jl. Enkele lidstaten benoemden de externe aspecten van het Pact voor migratie en asiel. Dit onderwerp komt mogelijk tijdens een volgende bijeenkomst uitgebreider aan bod
Afghanistan
De Raad stond stil bij de donorconferentie Afghanistan die op 23 en 24 november 2020 plaatsvond in Genève. De conferentie vond plaats tegen de achtergrond van de eerste formele vredesbesprekingen tussen de Afghaanse regering en de Taliban. Hoge Vertegenwoordiger Borrell herbevestigde de solidariteit van de EU met Afghanistan, op voorwaarde dat verworvenheden van de afgelopen 19 jaar, zoals behoud van de democratie en respect voor mensenrechten. Hij gaf daarbij aan dat de VN-sancties tegen de Taliban pas deels opgeheven zouden kunnen worden, indien er sprake is van serieuze voortgang in de onderhandeling en afname van het geweld. Tevens gaf hij aan dat reducties van troepenaantallen ondersteunend aan het vredesproces dienen te zijn.
Belarus
De Raad sprak over de situatie in Belarus. Helaas gaat de Belarussische regering door met het gewelddadig onderdrukken van vreedzame demonstraties. Hoge Vertegenwoordiger Borrell benadrukte dat de situatie verergert en dat nationale dialoog de enige weg voorwaarts is. De EU bouwt contacten met de centrale overheid af tot het strikt functionele niveau. Ook wordt de relatie tussen de EU en Belarus herzien. De Hoge Vertegenwoordiger is voornemens hierover te besluiten tijdens de RBZ van 7 december a.s. Verschillende Lidstaten riepen op tot een derde pakket sancties. Dit pakket zou zich niet alleen op individuen maar ook op instellingen en bedrijven moeten richten.
Turkije/Varosha
De Raad sprak over de ontwikkelingen in Varosha. Op 6 oktober jl. werd in Ankara aangekondigd dat Varosha gedeeltelijk zal worden opengesteld. Op 8 oktober werd dit ook door de politieke leiders in Noord-Cyprus aangekondigd in een besluit. De Hoge Vertegenwoordiger van de EU benadrukte dit besluit af te keuren. Daarbij onderstreepte hij – evenals de Europese Raad op 15 en 16 oktober jl. – het belang van de status van Varosha en het respecteren van de VN Veiligheidsraad Resoluties 550 en 789. De Europese Raad van december zal opnieuw over de situatie in de Oostelijke Middellandse Zee spreken en zal zo nodig passende besluiten nemen.
Ethiopië
Hoge Vertegenwoordiger Borrell uitte zijn zorgen over de ontwikkelingen in Ethiopië en de toenemende spanningen tussen de federale regering en Tigray People’s Liberation Front (TPLF). De spanningen escaleerden de afgelopen maanden naar aanleiding van het besluit om de federale verkiezingen (met oog op COVID-19) uit te stellen en het besluit van TPLF om de deelstaatverkiezingen in Tigray wel door te laten gaan. Hoge Vertegenwoordiger Borrel gaf aan met alle relevante actoren in de bredere regio te hebben gesproken. De EU zet in op een leidende rol voor regionale leiders en de regionale organisatie IGAD (die ook het vredesakkoord voor Zuid-Soedan faciliteerde). De situatie duurt echter voort met mogelijke gevolgen voor de stabiliteit van de regio. Betrokkenheid met en van de regio en de AU zijn daarom essentieel, aldus Hoge Vertegenwoordiger Borrell.
Libië
Hoge Vertegenwoordiger Borrel stond stil bij het formele staakt-het-vuren dat de militaire vertegenwoordigers van de Libische Government of National Accord (GNA) en de Libyan National Army (LNA) van generaal Haftar op 23 oktober jl. overeen zijn gekomen. Ook besprak hij de recent binnen de kaders van het Libyan Political Dialogue Forum overeengekomen politieke roadmap, die onder meer het vastleggen van verkiezingen op 24 december 2021 behelst, evenals het schenken van voldoende aandacht voor mensenrechten en internationaal recht. Dat laatste gebeurt mede dankzij inspanningen van Nederland en de andere co-voorzitters van de International Humanitarian Law and Human Rights werkgroep van de International Follow-up Committee for Libya.
Verschillende lidstaten gaven aan dat een sterke rol van de EU essentieel is en dat de EU moet bezien hoe zij de positieve ontwikkelingen het beste kan ondersteunen.
Bosnië-Herzegovina
De Raad stond kort stil bij de lokale verkiezingen in Bosnië-Herzegovina, die ordelijk en zonder grote ongeregeldheden zijn verlopen, en één van de 14 prioriteiten van het land vormen om kandidaat-lidstaat te worden. Desalniettemin is er nog een lange weg te gaan, ook wat betreft grondwetshervormingen.
Presidentsverkiezingen Moldavië
De Raad stond tevens kort stil bij de tweede ronde van de presidentsverkiezingen in Moldavië op 15 november jl. De pro-Europese en hervormingsgezinde Maia Sandu (Party of Action and Solidarity, PAS) won met 57% de tweede ronde. Zowel de eerste ronde (d.d. 1 november 2020) als de tweede ronde van de verkiezingen verliepen zonder noemenswaardige ongeregeldheden.
Europese Vredesfaciliteit (EPF)
De Hoge Vertegenwoordiger verwees kort naar de lopende onderhandelingen omtrent de Europese Vredesfaciliteit.
De onderhandelingen over het EPF-Raadsbesluit en de bespreking van de aanverwante documenten van EDEO (de strategische richtsnoeren die de inzet van de EPF omkaderen en de waarborgen voor het leveren van materiële steun, als onderdeel van een ruimere methodologie voor steunmaatregelen) zijn inmiddels ver gevorderd. Het Duitse voorzitterschap beoogt om nog voor het eind van dit jaar een politiek compromis te bereiken.
De onderhandelingen richten zich momenteel op de gevolgen en modaliteiten van een constructieve onthouding (door een of meerdere lidstaten), met name voor de financiering van de EPF.
Nederland steunt de ambitie van het Duitse EU-voorzitterschap om de onderhandelingen over de EPF voor het eind van dit jaar af te ronden. Wat de financiering van de EPF betreft, dient de verdeelsleutel op basis van het bruto nationaal inkomen (GNI) leidend te zijn. Het is van belang dat de mogelijkheid tot constructieve onthouding gewaarborgd wordt, maar dat deze niet financieel wordt aangemoedigd of tot een verhoogde bijdrage van de andere lidstaten leidt.
Om de risico’s die gepaard gaan met capaciteitsopbouw van en materiele steun aan derde landen in te perken, heeft Nederland consequent ingezet op een geïntegreerd methodologisch raamwerk, gebaseerd op een coherente strategie, conflictanalyses, flankeringsmaatregelen, rapporteringsverplichtingen, en waarborgen voor het verlenen van materiële steun.
Multilateralisme
De Raad sprak over multilateralisme. Centraal in de discussie stond de vraag hoe de politieke slagkracht van de EU bij de bescherming van het multilateraal bestel te vergroten. Met een vooruitblik op de gezamenlijke mededeling die in de loop van 2021 moet verschijnen onderstreepten de HV en de Commissie dat de invloed van de EU in het multilaterale stelsel beter in lijn gebracht moet worden met haar aanzienlijke financiële bijdragen aan het systeem. Tegelijkertijd moet worden gebouwd aan een inclusief multilateraal systeem met een rol voor het maatschappelijk middenveld, de private sector en regionale organisaties. Alhoewel de uitkomst van de verkiezingen in de VS een goede kans biedt om het multilaterale systeem gezamenlijk te versterken en te hervormen, benadrukte de Raad dat het voor de EU zaak blijft een eigenstandige en proactieve rol te vervullen. Nederland voerde tijdens de discussie het woord namens de Benelux. De Benelux en de EU hebben groot belang bij een goed functionerend multilateraal stelsel om mondiale uitdagingen gezamenlijk het hoofd te kunnen bieden. Revitalisering en hervorming van dat multilaterale stelsel was nog nooit zo urgent. Volgens het kabinet moet de nadruk daarbij vooral liggen op de hervormingen van de Wereldhandelsorganisatie en de Wereldgezondheidsorganisatie. Ook benadrukte het kabinet het belang van het beter in kaart brengen van de dreigingen en kwetsbaarheden van het multilaterale systeem. Het kabinet heeft tijdens deze Raad opnieuw onderstreept dat de EU in multilaterale fora snel en eensgezind moet kunnen reageren op ontwikkelingen, wil de Unie een slagvaardiger rol op het wereldtoneel spelen. Ten slotte heeft het kabinet de centrale rol van het ICC in de internationale rechtspraak benadrukt. Steun en betrokkenheid van de EU is vereist om het ICC in staat te blijven stellen haar mandaat onafhankelijk uit te blijven voeren.
Uitwisseling met Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Riyad Al-Malki
De Raad sprak met de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken Malki over intra-Palestijnse verzoening en verkiezingen, het Midden-Oosten Vredesproces en de invloed daarop van de Abraham akkoorden en de verkiezingen in de VS. Na de akkoorden met Bahrein en de Verenigde Arabische Emiraten (VAE) volgde in oktober ook de aankondiging van normalisatie van relaties tussen Israël en Soedan. Malta intervenieerde uit hoofde van het gezamenlijke trio-voorzitterschap mede namens Nederland en Slowakije. In deze gezamenlijke interventie verwelkomde Malta de Abraham akkoorden als belangrijke stappen in het verbeteren van de relaties tussen Israël en de Arabische landen. Tegelijkertijd benadrukte Malta het belang van het voorkomen van unilaterale stappen die de twee-statenoplossing ondermijnen en de noodzaak tot het respecteren van internationaal recht. In dit kader uitte Malta zorgen over eenzijdige acties van Israël, zoals het voortzetten van het nederzettingenbeleid door de aankondiging van plannen voor ruim 5000 nieuwe wooneenheden in oktober en de toenemende aantallen van sloop van Palestijnse huizen. Deze acties bemoeilijken een toenadering tussen de PA en Israël. Tevens werd het belang van preventie onder meer door het intensiveren van de relaties met de betrokken partijen benadrukt. Daarbij is nogmaals aangegeven in te zetten op het aansporen van beide partijen om af te zien van negatieve stappen die de twee-statenoplossing moeilijker maken, en het stimuleren van positieve stappen die een terugkeer naar de onderhandelingstafel bevorderen. Daarbij benadrukte Malta namens het trio-voorzitterschap ook het belang van democratische verkiezingen in de Palestijnse gebieden en het opnieuw in ontvangst nemen van de clearance revenues om het functioneren van de Palestijnse overheid te borgen. Overigens besloot de PA op dezelfde dag die belastinginkomsten weer te accepteren, als deel van de besluit om de contacten met Israël weer te hervatten.
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎