Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over het fiche: Mededeling Actieplan douane-unie (Kamerstuk 22112-2970)
Nieuwe Commissievoorstellen en initiatieven van de lidstaten van de Europese Unie
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D49376, datum: 2020-12-01, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 4
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D49376).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: J.Z.C.M. Tielen, voorzitter van de vaste commissie voor Financiën (VVD)
- Mede ondertekenaar: H.P.C. Buisman, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z20901:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2020-11-11 10:00: Procedurevergadering Financiën (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2020-11-17 16:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-01 14:00: BNC-fiche Mededeling Actieplan douane-unie (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 11:15: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2023-05-11 14:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D49376 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Financiën heeft op 1 december 2020 enkele vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane voorgelegd over het door de Minister van Buitenlandse Zaken op 6 november 2020 toegezonden BNC-fiche: Mededeling Actieplan douane-unie (Kamerstuk 22 112, nr. 2970).
De voorzitter van de commissie,
Tielen
De adjunct-griffier van de commissie,
Buisman
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de VVD
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het Actieplan douane-unie en hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de VVD-fractie zijn voorstander van verdere uniformering van de regelgeving binnen de Europese Unie op het gebied van douanecontroles om het gelijke speelveld beter te kunnen waarborgen. Zij zien het dan ook als positief dat de Europese Commissie nu komt met een pakket aan actiepunten die de douane in de Europese lidstaten beter moet bewapenen tegen de uitdagingen van de komende jaren. De douane kan niet alle goederen handmatig controleren. Intensievere samenwerking met andere lidstaten ook op het gebied van protocollen en handhaving en geavanceerdere technische middelen kunnen wat de leden van de VVD-fractie betreft bijdragen aan het terugdringen van de illegale handel en fraude. Zij vragen een overzicht van de zeventien actiepunten met daarbij een korte toelichting per actiepunt en uitwerking.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het actieplan toeziet op vier deelonderwerpen. Welke van de actiepunten onder welk deelonderwerp komt voort uit de opkomende nieuwe uitdagingen sinds 2016 en welke komen voort uit hiaten of verbeterpunten in bestaand beleid? In welke situaties draagt het nieuwe actieplan Douane bij aan beter risicobeheer en waarom is het huidige beleid daar onvoldoende toereikend?
De leden van de VVD-fractie vragen welk overleg er met de sector is geweest bij het aanscherpen van de uitdagingen op e-commerce? De leden van de VVD-fractie hebben al vaker aandacht gevraagd voor de e-commerce (Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2986). In reactie op de explosieve toename van het aantal e-commerce zendingen zijn de Belastingdienst en de douane gestart met een intensievere samenwerking, gegevensuitwisseling en data-analyse om zo gerichter te kunnen handhaven. Kan het kabinet ingaan op de eerste resultaten op de korte termijn van de samenwerking tussen de Belastingdienst en douane bij de handhaving van e-commerce zendingen? In hoeverre dragen de aanscherpingen zoals voorgesteld door de Europese Commissie bij aan de in juni 2020 genoemde te ontwerpen «nieuwe, toekomstgerichte aanpak voor e-commerce zendingen»(Aanhangsel Handelingen II, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2986)?
De leden van de VVD-fractie zijn op de hoogte van het Fiche rond het EU-éénloketsysteem voor de douane welke op 20 november 2020 is ingediend bij de Tweede Kamer. Zij zullen daar verder niet op ingaan, omdat er over dat Fiche apart een schriftelijk overleg zal worden gevoerd. De leden van de VVD-fractie stellen wel de vraag wanneer de Europese Commissie duidelijkheid kan verschaffen over mogelijke wetgeving voor de implementatie van de zeventien actiepunten.
De leden van de VVD-fractie lezen over het signaal van het kabinet aan de Europese Commissie over de IT-capaciteit. Zij wijzen op de verouderde systemen en achterstanden in de IV bij de Belastingdienst. In hoeverre kan de douane eventuele nieuwe regelgeving vanuit het actieplan tijdig en accuraat implementeren in de bestaande systemen? En breder: wat betekent het voorliggende actieplan voor de gehele douaneorganisatie? Is het actieplan goed en adequaat te implementeren? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom wel?
In hoeverre blijven de lidstaten zelf verantwoordelijk voor de uitvoering en implementatie van de zeventien actiepunten? De leden van de VVD-fractie lezen dat dit vooralsnog het uitgangspunt is van het kabinet. Blijft dit ook met het nieuwe actieplan zo? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is implementatie voor elke afzonderlijke lidstaat haalbaar? Kan het kabinet de financiële gevolgen van de implementatie en uitvoering van de zeventien actiepunten toelichten?
De leden van de VVD-fractie lezen in de Najaarsnota 2020 (Kamerstuk 35 650, nr. 1 en in Kamerstuk 2020D48930 over de Bevindingen Europese Commissie over douanerechten bij de import van zonnepanelen) over een tegenvaller «onder voorbehoud aan de Europese Commissie (.) over de verschuldigdheid van Traditionele Eigen Middelen over de invoer van zonnepanelen, waarover al dan niet anti-dumpingsheffingen en compenserende rechten geheven hadden moet worden». De genoemde bedragen zijn fors en de leden van de VVD-fractie willen graag weten of en hoe het voorliggende actieplan situaties als deze over zonnepanelen in de toekomst kan voorkomen.
Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie het kabinet om een tijdige terugkoppeling op de voortgang van het actieplan douane. Zij lezen over verschillende terechte vragen van het kabinet aan de Europese Commissie en willen graag op de hoogte worden gehouden van de reactie van de Europese Commissie. Kan het kabinet dit toezeggen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PVV
De leden van de PVV-fractie hebben kennisgenomen van de BNC-fiche Mededeling Actieplan douane-unie. Naar aanleiding daarvan brengen de leden van de PVV-fractie het volgende naar voren.
Allereerst merken de leden van de PVV-fractie op dat het actieplan een reeks van zeventien actiepunten omvat die op vier deelonderwerpen zien. De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet om een overzicht te geven van deze zeventien actiepunten, wat ze inhouden, in welk van de vier categorieën ze zijn onderverdeeld en wat elk actiepunt voor Nederland betekent.
Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat het plan een op risico's gebaseerd toezicht voor alsmede de oprichting van een gemeenschappelijke analysecapaciteit binnen de Commissie voorstelt. De leden van de PVV-fractie willen graag weten wat dit plan precies inhoudt en wat voor (financiële) gevolgen dit voor Nederland meebrengt.
Verder merken de leden van de PVV-fractie op er in het actieplan wordt voorgesteld om de verplichtingen voor betaaldienstverleners en onlineverkoopplatforms aan te scherpen. De leden van de PVV-fractie vragen om een nadere uitwerking hiervan. Op welke wijze worden de verplichtingen voor betaaldienstverleners en onlineverkoopplatforms aangescherpt?
Vervolgens merken de leden van de PVV-fractie op dat de Commissie onder andere met een initiatief voor een EU-éénloketsysteem zal komen, zodat bonafide bedrijven gemakkelijker hun grensformaliteiten op één digitaal portaal kunnen afhandelen. De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet dit nader toe te lichten. Wat houdt dit precies in en wat betekent dit voor Nederland? Hoe wordt er aan het doel voldaan om makkelijker informatie uit te wisselen en een betere risicobeoordeling door douaneautoriteiten mogelijk te maken?
Tevens merken de leden van de PVV-fractie op dat de Commissie zal onderzoeken of er wetgeving ten aanzien van een gemeenschappelijk systeem van douanesancties moet worden voorgesteld. De leden van de PVV-fractie vragen het kabinet dit nader toe te lichten. Wat zijn de voor- en nadelen van het invoeren van een gemeenschappelijk systeem van douanesancties voor Nederland?
Voorts vragen de leden van de PVV-fractie aan te geven bij welke actiepunten er sprake is of kan zijn van een overdracht van soevereiniteit van Nederland aan Brussel.
Verder merken de leden van de PVV-fractie op dat éénderde van het EU-buitengrensoverschrijdend goederenverkeer direct of indirect via Nederland verloopt. Via welke lidstaten verloopt het EU-buitengrensoverschrijdend goederenvervoer voornamelijk nog meer?
Ook merken de leden van de PVV-fractie op dat er in het actieplan reeds in gang gezette actiepunten benoemd worden en enkele actiepunten al in 2021 zullen worden uitgerold. Zij willen weten welke actiepunten reeds in gang gezet zijn en welke actieplannen er in 2021 zullen worden uitgerold. Kan het kabinet een tijdlijn geven van de zeventien actiepunten uit het actieplan?
Voorts merken de leden van de PVV-fractie op dat het kabinet ten aanzien van Europese douanewet- en regelgeving vooralsnog het uitgangspunt hanteert dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en implementatie daarvan. Zij vragen hoe dit te rijmen valt met een positieve grondhouding van Nederland ten aanzien van de bevoegdheid.
Ten slotte willen de leden van de PVV-fractie weten wat de financiële gevolgen zijn van dit actieplan. Kan het kabinet dit per actiepunt benoemen? Wat zijn de specifieke financiële gevolgen voor Nederland?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA- fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche inzake de Mededeling Actieplan douane-unie van de Europese Commissie. Aangezien een groot deel van de Europese import en export via de Rotterdamse haven en Schiphol lopen, hechten deze leden aan een effectieve en betrouwbare douane, waarbij goede Europese samenwerking van groot belang is. Hoewel de leden van de CDA-fractie in de basis de meerwaarde inzien van Europese samenwerking op douanegebied, hebben zij wel enkele vragen en zorgen.
De leden van de CDA-fractie lezen dat er volgens de Commissie ondanks vernieuwing van de douanewetgeving in 2016 nog steeds problemen zijn, zoals onderwaardering van de waarde van goederen en smokkel van illegale of onveilige goederen plaatsvindt. Heeft de Europese Commissie scherp waar in de Europese Unie deze risico’s zich (met name) voordoen en hoe douaneautoriteiten hierbij betrokken zijn?
Als eerste onderdeel van het actieplan, risicobeheer, zet de Commissie in op het gebruik van data en een gemeenschappelijke analysecapaciteit binnen de Commissie. De leden van de CDA-fractie vragen hoe een dergelijke dienst zal worden ingericht, hoe groot deze dienst wordt, welke middelen worden ingezet om de dienst op te zetten en welke bevoegdheden deze dienst heeft. Het plan omvat zowel inzet van gezamenlijke middelen in het Meerjarig Financieel Kader (MFK) als ook aanvullende bijdragen vanuit de lidstaten. Kan het kabinet aangeven of zij van mening is dat aangezien éénderde van het Europese goederenverkeer via Nederland loopt, Nederland gerechtigd is tot een grotere aanspraak op Europese middelen voor douane en dat ook andere lidstaten financieel bijdragen aan het goed functioneren van de Nederlandse douane?
Voor wat betreft e-commerce wordt voorgesteld om verplichtingen voor betaaldienstverleners en onlineverkoopplatforms aan te scherpen. In principe zijn de leden van de CDA-fractie natuurlijk voorstander van het bestrijden van fraude. Wel vinden zij dat er rekening moet worden gehouden met de administratieve lasten voor ondernemers en de belastingdiensten en de kosten die hiermee gepaard gaan. Met het invoeren van de btw-richtlijn e-commerce werd al duidelijk dat dit vergaande aanpassingen aan systemen vergt die Nederland niet binnen afzienbare tijd kan waarmaken. Ook moeten bedrijven aan veel extra regels voldoen. De leden van de CDA-fractie zijn van mening dat een balans moet worden gevonden tussen het instellen van nieuwe verplichtingen en uitvoeringslasten en -kosten. Voor wat betreft het inrichten van een fiscale hub binnen Eurofisc vragen deze leden wat dit gaat betekenen voor verplichting gaat inhouden voor de Nederlandse Belastingdienst en op welke termijn dat voor de Belastingdienst kan. Zoals genoemd heeft de eerdere overeenstemming op het gebied van e-commerce geleid tot een richtlijn die voor Nederland qua ICT praktisch onuitvoerbaar was. Kan een eerste inschatting worden gegeven van de uitvoerbaarheid door middel van een lichte uitvoeringstoets?
Voor wat betreft een naleving en het initiatief voor een EU-éénloketsysteem vragen de leden van de CDA-fractie zich voorts af of zij dit loket kunnen vergelijken met de EU-éénloketsysteem voor de btw. Sluit het systeem aan op de ICT-voorzieningen die door de Belastingdienst geïmplementeerd worden in het kader van de btw? Is invoering van nog zo’n loket op korte termijn haalbaar voor Nederland, gezien de enorme uitvoeringslast die het loket voor de btw al met zich meebrengt de komende jaren?
De leden van de CDA-fractie zouden graag nadere toelichting van het kabinet willen op wat de Commissie bedoelt met het optreden als één douaneautoriteit en wat hiervoor nodig is. Ook vragen zij zich af wat de Commissie beoogt met een agentschapsstructuur, hoe dit eruit zou moeten gaan zien en voor welke domeinen van douanesamenwerking zij dit voor zich ziet. Kan een dergelijk agentschap dat binnen de middelen van het MFK zou moeten worden opgericht ten koste gaan van andere uitgaven voor douane, of zijn hiervoor aanvullende middelen van de lidstaten nodig? Voor wat betreft de interoperabiliteit van informatiesystemen vragen de leden van de CDA-fractie zich af of hierbij zoveel mogelijk zal worden aangesloten op bestaande systemen, of dat wordt gericht op nieuwe technologische toepassingen voor de Lidstaten.
De leden van de CDA-fractie delen expliciet de inzet van het kabinet dat bij de afzonderlijke maatregelen goed gekeken moet worden naar uitvoerbaarheid en capaciteit van de douane. Het douane-actieplan zal de komende vijf jaar in concrete maatregelen worden omgezet. Dit zijn zeventien maatregelen, die al dan niet vergaande wijzigingen in de nationale systemen beogen. Wat is het maximum dat Nederland de komende vijf jaar qua uitvoering aan kan? Hoe wil het kabinet gaan inzetten op de uitvoerbaarheid van het geheel? Wil het kabinet zich er ook voor inzetten dat indien een te groot beslag wordt gelegd op de capaciteit van nationale douaneautoriteiten, dat bepaalde maatregelen uitgesteld kunnen worden? Is het kabinet bereid om van te voren een inschatting te maken van de urgentie en uitvoerbaarheid van de maatregelen, prioriteiten aan te brengen en daar in Europees verband op in te zetten? Het lijkt de leden van de CDA-fractie beter een paar prioriteiten te stellen en die goed te doen, dan heel ambitieus heel veel maatregelen door te voeren waardoor de goede uitvoerbaarheid in het gedrang komt en achter de feiten wordt aangelopen. Zij ontvangen hierop graag een reactie van het kabinet.
Ook zijn deze leden met het kabinet heel benieuwd naar het totale financieel beslag van de plannen van de Commissie, in hoeverre en voor welke plannen het financieel beslag uitgaat boven de middelen van het MFK en hoe de Commissie dit dan beoogt over de lidstaten te verdelen. Zij vinden dat in eerste instantie de middelen binnen de begroting moeten worden gevonden en dat extra lasten in principe zoveel mogelijk dienen te worden voorkomen. Ten aanzien van de plannen die extra middelen vereisen vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet de Kamer nauwkeurig op de hoogte te houden en geen actie te ondernemen voordat daarvoor expliciete goedkeuring is van de zijde van de Kamer.
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66
De leden van de fractie van D66 hebben met interesse het fiche over de mededeling Actieplan douane-unie gelezen. Deze leden hebben een paar vragen.
De leden van de fractie van D66 lezen dat lidstaten enthousiast zijn over het idee om een discussiegroep van lidstaten en belanghebbenden op te richten die helpt met de voorbereiding op toekomstige crises en uitdagingen, zoals onvoorziene mondiale ontwikkelingen en toekomstige bedrijfsmodellen. Zij vragen het kabinet of dit voorstel wat uitgebreider kan worden toegelicht. Aan wat voor soort belanghebbenden kan worden gedacht? De leden van de fractie van D66 vragen hoe de douanes van verschillende lidstaten op dit moment kennis uitwisselen over ontwikkelingen zoals de opkomst van digitalisering, Brexit en de gevolgen van de Covid-19-pandemie.
De leden van de fractie van D66 vragen of bij het voorstel voor de oprichting van een gemeenschappelijke analysecapaciteit ook de gevolgen voor gegevensbescherming zijn getoetst, en zo ja, op welke wijze. Hoe worden fouten in de informatiehuishouding voorkomen?
De leden van de fractie van D66 lezen dat Nederland ernaar streeft dat processen op gelijksoortige wijze worden ingericht in de lidstaten, met een vergelijkbare effectiviteit van de handhaving, ongeacht de plaats waar goederen de EU binnenkomen of uitgaan. Hoe volgt het kabinet dit?
Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP
De leden van de SP-fractie hebben kennisgenomen van het BNC-fiche en hebben hierbij enkele vragen en opmerkingen. Allereerst merken zij op dat het BNC-fiche erg summier is voor een beoordeling van een actieplan met zeventien verschillende voorstellen, terwijl hierin ook wetgevende voorstellen besloten zijn en een aanzienlijk aantal van de punten ingrijpende gevolgen kan hebben voor de handhaving en bevoegdheden van lidstaten hierin. De leden van de SP-fractie vragen waarom het kabinet op hoofdlijnen heeft willen reageren, in plaats van per actiepunt aan te geven wat de Nederlandse positie is. Zij vragen het kabinet dit alsnog per punt te doen.
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet of het kabinet er vertrouwen in heeft dat voorliggende voorstellen wel kunnen leiden tot het beter tegengaan van onderwaardering en smokkel van goederen. Zij merken op dat in de mededeling wordt gesproken van het optreden als één douaneautoriteit maar dat geen van de opgenomen voorstellen hier echt over spreekt. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet daarom naar een nadere duiding van hoe dat optreden als één douaneautoriteit eruit zou moeten zijn, of dit eerder leidt tot verdergaande samenwerking of daadwerkelijk integratie en bovenal of dit naar verwachting leidt tot overdracht van bevoegdheden. Zij leden vragen het kabinet naar de inzet en doen tevens het verzoek om stelling te nemen tegen een overdracht van bevoegdheden gezien het feit dat handel met het buitenland, grensbewaking en belastinginning nationale competenties zijn.
De leden van de SP-fractie lezen in de mededeling dat het beheersen van e-commerce onder andere gaat betekenen dat douanes de gegevens van betalingsdienstaanbieders ten volle kunnen gaan gebruiken. Zij merken op dat deze mogelijkheid die het resultaat zal zijn van de Payment Service Directive (PSD2) grote gevolgen heeft voor de gegevensbescherming van burgers. Zij vragen het kabinet of hij een dergelijke inbreuk op de gegevensbescherming van iedereen die een betaling in een webwinkel doet gerechtvaardigd vindt in het tegengaan van smokkel en onderwaardering. Terwijl de verplichtingen voor burgers, het afstaan van hun betaalgegevens, erg hard zijn, valt op dat de verplichtingen voor de platforms ten aanzien van rapportage erg zacht zijn. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet om op het vlak van de gegevensbescherming zeer alert te zijn en de Europese Commissie het signaal te geven dat hier eerder een pas op de plaats moet gelden dan een vlucht naar voren. Is het kabinet bereid dit te doen? Zo nee, waarom niet?
De leden van de SP-fractie vragen het kabinet naar de beoordeling van het bestaande proefproject over een éénloketsysteem voor de douane in de in de mededeling genoemde lidstaten. Zij lezen in de mededeling dat samen wordt gewerkt met handhavers op onder andere voedselveiligheid en -kwaliteit en zijn benieuwd naar de verwachte vormgeving van een éénloketsysteem en de gevolgen voor de handhaving. Betekent een dergelijk systeem dat de concrete handhaving zal worden aangestuurd door de douane of blijven deze autoriteiten hun eigen beoordeling doen? De leden van de SP-fractie verzoeken het kabinet in aanloop naar de publicatie van het voorstel stelling te nemen tegen een verzwakking van de handhavers, puur en alleen om het bedrijven gemakkelijk te maken. De leden van de SP-fractie vragen opnieuw het kabinet hier een zeer afwachtende houding in te nemen, omdat totaal niet duidelijk is of de wens van het éénloketsysteem ook daadwerkelijk de uitkomst is van de werkwijze.
De leden van de SP-fractie zien evenals de Europese Commissie dat de groei van e-commercezendingen uit China extreem toeneemt en begrijpen dat er een wens bestaat om de douanesamenwerking met China te herzien. Zij vragen het kabinet wat het kabinet nodig acht om de handhaving dusdanig te verbeteren dat producten met verboden stoffen aan de grens geweerd kunnen worden aangezien levering van webshops aan consumenten meestal direct plaatsvindt.
Tot slot vragen de leden van de SP-fractie het kabinet naar de beoordeling van het plan om de gegevens van het Schengeninformatiesysteem, Europol en het invoercontrolesysteem aan elkaar te koppelen. Zij vragen het kabinet of een dergelijke ongerichte manier van het screenen van burgers daadwerkelijk zal bijdragen aan de veiligheid. Zij zien in de mededeling als geheel een grote informatiehonger van de verschillende diensten onder lidstaten en Europese Commissie terwijl de koppeling van data recent bepaald niet tot de meest gunstige resultaten voor burgers heeft geleid. Deze leden vragen het kabinet naar een beoordeling van deze ideeën in het licht van de gegevensbescherming en in hoeverre hierbij sprake zal zijn van het inwisselen van persoonlijke vrijheden voor gepercipieerde veiligheid.