Motie van de leden Dik-Faber en Van der Molen over in alle uitingen aandacht besteden aan een "gewoon sterfbed" en de mogelijkheden van palliatieve zorg
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021
Motie
Nummer: 2020D50180, datum: 2020-12-03, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-XVI-149).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid (Ooit ChristenUnie kamerlid)
- Mede ondertekenaar: H. van der Molen, Tweede Kamerlid (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 XVI-149 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2020Z23870:
- Indiener: R.K. Dik-Faber, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: H. van der Molen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-12-03 15:45: Begroting Volksgezondheid, Welzijn en Sport (35570-XVI) + Tweede incidentele suppletoire begroting inzake Coronamaatregelen (35567) (voortzetting) (Plenair debat (wetgeving)), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021
Nr. 149 MOTIE VAN DE LEDEN DIK-FABER EN VAN DER MOLEN
Voorgesteld 3 december 2020
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat in de komende tien jaar het aantal mensen dat jaarlijks overlijdt met 14% zal toenemen als gevolg van de vergrijzing;
constaterende dat ondanks het stijgende aantal euthanasiezaken verreweg het grootste deel van de mensen in Nederland overlijdt zonder ingrijpen;
overwegende dat er in de Nederlandse samenleving veel onwetendheid is over sterven, en artsen soms worstelen met stervensprocessen omdat patiënten en hun familie soms iets anders vragen dan wat artsen medisch zinvol vinden;
verzoekt de regering, in alle uitingen aandacht te (blijven) besteden aan een «gewoon sterfbed» en de mogelijkheden van palliatieve zorg;
verzoekt de regering, tevens te bevorderen dat kennis van het Landelijk Expertisecentrum Sterven wordt gedeeld met huisartsen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Dik-Faber
Van der Molen