Geannoteerde agenda Europese Raad en Eurotop van 10 en 11 december 2020
Europese Raad
Brief regering
Nummer: 2020D50371, datum: 2020-12-04, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-20-1636).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 20-1636 Europese Raad.
Onderdeel van zaak 2020Z23969:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-12-08 21:00: Debat over de Europese top van 10 en 11 december 2020 (Plenair debat (overig)), TK
- 2020-12-15 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-17 11:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-02-10 13:50: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-20 Europese Raad
Nr. 1636 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 4 december 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister-President, de geannoteerde agenda voor de Europese Raad en de Eurotop van 10 en 11 december 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
GEANNOTEERDE AGENDA VAN DE EUROPESE RAAD EN DE EUROTOP VAN 10 EN 11 DECEMBER 2020
Op donderdag 10 december en vrijdag 11 december 2020 vinden een Europese Raad en Eurotop plaats. De Minister-President is voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.
Europese Raad
COVID-19
De Europese Raad zal stilstaan bij en informatie uitwisselen over de actuele epidemiologische situatie en de coördinatie van de respons van de lidstaten. Tevens zal de Raad stilstaan bij de actuele ontwikkelingen ten aanzien van testen, inclusief de wederzijdse erkenning daarvan, bij de stand van zaken ten aanzien van de ontwikkeling en uitrol van COVID-19-vaccins en bij het geleidelijk opheffen van de beperkingen indien de epidemiologische situatie dat toelaat. Ook zal de Raad spreken over het volledig benutten van gezondheidsdata om de weerbaarheid op gezondheidsterrein te vergroten. Tenslotte zal ook worden gesproken over de wereldwijde beschikbaarheid van COVID-19-vaccins en over de internationale samenwerking rondom COVID-19, waarbij naar verwachting ook zal worden stilgestaan bij een door de Voorzitter van de Europese Raad voorgesteld nieuw internationaal pandemieverdrag
Het kabinet steunt Europese samenwerking en coördinatie bij grensoverschrijdende bedreigingen van de gezondheid waar dit meerwaarde heeft voor de gezondheid van burgers en de impact van COVID-19-maatregelen op het vrije verkeer, de interne markt en de Schengenzone wordt geminimaliseerd. Het kabinet moedigt voortgang aan ten aanzien van wederzijdse erkenning van testen, ontwikkeling, uitrol en wereldwijde beschikbaarheid van COVID-19-vaccins. Tevens ondersteunt het kabinet het gebruikmaken van het potentieel van gezondheidsdata en het gradueel opheffen van beperkingen waar de gezondheidssituatie dat toelaat. Het kabinet steunt het intensiveren van internationale samenwerking op internationaal gezondheidsterrein (inclusief wereldwijde eerlijke toegang tot vaccins). Nieuwe afspraken zijn daarbij een mogelijkheid maar er moet geen overlap met bestaande afspraken en structuren ontstaan.
Klimaat
De Europese Raad zal spreken over het aanscherpen van de Europese klimaatambitie voor 2030. Het kabinet streeft naar een akkoord over het ophogen van het Europese broeikasgasreductiedoel voor 2030 naar ten minste 55%. Het kabinet heeft, conform het regeerakkoord, samen met een groep ambitieuze EU-lidstaten gepleit voor ophoging van het 2030-reductiedoel naar 55%. Dit past bij het meest kosteneffectieve reductiepad richting klimaatneutraliteit in 2050. Het kabinet zet in op een akkoord tijdens deze Europese Raad, zodat de EU tijdig haar aangescherpte Nationally Determined Contribution (NDC) kan indienen bij de UNFCCC in het kader van het Parijsakkoord. Hierdoor worden andere partijen ook gestimuleerd om hun doelen ook aan te scherpen. Europees leiderschap op klimaatgebied is cruciaal om anderen tot actie te bewegen.
De Commissie heeft haar analyse voor de ophoging van het 2030-doel gericht op de haalbaarheid en betaalbaarheid voor de EU als geheel, en maakt nog geen keuzes over op welke wijze dit doel gehaald moet worden. De precieze gevolgen voor lidstaten en economische sectoren worden duidelijk als de Commissie de voorstellen publiceert voor de uitwerking van het opgehoogde 2030-doel. Nederland wil daarbij sturen op CO2-reductie en een kostenefficiënt pad richting klimaatneutraliteit in 2050.
De groep met lidstaten die ten minste 55% reductie in 2030 steunt groeit. Desondanks staan sommige lidstaten nog terughoudend tegenover deze ophoging. Zij vinden dat de Commissie meer duidelijkheid moet geven over de gevolgen voor de individuele lidstaten. Daarnaast zijn er lidstaten die stellen dat meer financiële middelen beschikbaar moeten worden gesteld om ambitieuzere klimaatdoelen te kunnen realiseren. Van het Meerjarig Financieel Kader voor 2021–2027 en het herstelinstrument (NGEU) dient ten minste 30% uit klimaatgerelateerde uitgaven te bestaan. Het kabinet is van mening dat daarmee voldoende financiële basis wordt geboden voor een hoger 2030-doel. In de Raadsconclusies van de Europese Raad van oktober jl. hebben de lidstaten afgesproken voor het einde van 2020 een akkoord te willen bereiken over het nieuwe 2030-doel.
Veiligheid/terrorisme
In de nasleep van de recente aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk zal de Europese Raad spreken over veiligheid, en in het bijzonder terrorisme. Naar verwachting zal er tijdens de Europese Raad onder andere worden gesproken over politiesamenwerking en coördinatie, de noodzaak om online terroristische content aan te pakken en het functioneren van Schengen te verbeteren. Nederland staat zij aan zij met de getroffen lidstaten en ondersteunt de inzet om de Europese strijd tegen het terrorisme een nieuwe impuls te geven. Het kabinet heeft hier al op verschillende momenten over gesproken, waaronder tijdens de JBZ-raad van 13 november jl., de Raad Buitenlandse Zaken van 19 november en in kleiner en bilateraal verband met Europese partners1. Het kabinet vraagt, met steun van een aantal lidstaten, in het bijzonder aandacht voor ongewenste beïnvloeding via buitenlandse geldstromen, en wijst op het belang van een Europese aanpak. Ook pleit het kabinet voor de noodzaak om het Schengengebied te versterken, met bovenal een verplichte screening- en grensprocedure aan de buitengrenzen en het versterken van informatie-uitwisseling en brede beschikbaarheid van informatie van lidstaten via EU-systemen en -kanalen. Het kabinet steunt de oproep om haast te maken met de behandeling van de terrorist content online (TCO)-verordening, en vraagt daarbij aandacht voor het belang van aanvullende waarborgen bij het verwijderen van terroristische content, zoals het beschermen van de fundamentele rechten zoals de vrijheid van meningsuiting en het openstaan van een nationaal rechtsmiddel om in beroep te kunnen gaan tegen een verwijderbevel uit een andere lidstaat.
Turkije
De Europese Raad van 1–2 oktober jl. besloot om in december opnieuw te spreken over de ontwikkelingen in de Oostelijke Middellandse Zee en de relatie tussen de EU en Turkije (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1610). Daarbij werd een tweesporen-benadering ten aanzien van Turkije overeengekomen. Indien constructieve inspanningen om illegale activiteiten ten aanzien van Griekenland en Cyprus te beëindigen werden voortgezet, dan zou de Voorzitter van de Europese Raad, in samenwerking met de voorzitter van de Commissie en met de steun van de Hoge Vertegenwoordiger, een voorstel uitwerken om de relatie tussen de EU en Turkije nieuwe energie te geven. Indien Turkije echter nieuwe unilaterale acties of provocaties die het internationaal recht schenden zou ondernemen, dan is de EU bereid alle instrumenten te gebruiken die haar ter beschikking staan, waaronder sancties, om haar belangen en die van haar lidstaten te verdedigen, zo kwam de Europese Raad overeen. In de periode vanaf oktober heeft Turkije een aantal provocerende of unilaterale activiteiten voortgezet, onder meer de inzet van boor- en seismische exploratieschepen, onder begeleiding van marineschepen, in de Griekse en Cypriotische exclusieve economische zone. Ook was sprake van een aantal activiteiten ten aanzien van Cyprus, waaronder met betrekking tot de status van Varosha. Op 30 november jl. heeft Turkije enkele schepen teruggetrokken uit de met Griekenland betwiste wateren. Het kabinet heeft steeds onderstreept dat in geval van voortdurende Turkse activiteiten aanvullende maatregelen in EU-verband niet worden uitgesloten. Het kabinet heeft ook steeds aangegeven daarbij ook de effectiviteit van eventuele maatregelen te zullen meewegen.
EU–VS
De Europese Raad zal spreken over de trans-Atlantische betrekkingen, volgend op de bespreking hiervan door de Raad Buitenlandse Zaken van 7 december (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2250). De EU en de VS delen dezelfde waarden en belangen en de Amerikaanse veiligheidsgaranties, verankerd in de NAVO, zijn essentieel voor Europese veiligheid. Ook de trans-Atlantische economische betrekkingen zijn hecht.
Voor Nederland is het daarom zaak dat Europa geen afwachtende houding aanneemt en proactief inzet op en investeert in samenwerking met de inkomende Biden-administratie. Daarnaast dringt Nederland aan op goede coördinatie van trans-Atlantisch beleid tussen de EU-instellingen. Op verschillende terreinen, waaronder het bestrijden van de pandemie, economisch herstel, het versterken van multilateralisme, het opkomen voor democratische waarden en mensenrechten en de strijd tegen klimaatverandering komen de uitgangspunten van President-Elect Biden goed overeen met Europees en Nederlands beleid. Voor Nederland is het ook prioritair om de trans-Atlantische samenwerking t.a.v. China en economische veiligheid te versterken.
Zuidelijk Nabuurschap
De Europese Raad zal spreken over de EU-relatie met het Zuidelijk Nabuurschap. In 2021 zullen de Commissie en de Europese Dienst voor Extern Optreden een gezamenlijke mededeling uitbrengen over de herziening van deze relatie, naar aanleiding van de toegenomen en uitvergrote kwetsbaarheden als gevolg van de pandemie en de vormgeving van de EU-inzet onder het komende Meerjarig Financieel Kader. Ook biedt de herziening de gelegenheid om de slagkracht en zichtbaarheid van de EU te vergroten, bijvoorbeeld door het versterken van de politieke dialoog en het stimuleren van de private sector. Het kabinet verwelkomt versterking van de relaties met de regio, mits sprake is van gedeelde waarden als mensenrechten, de rechtsstaat en democratie, en Europese kernbelangen als migratie en veiligheid worden gewaarborgd.
Rusland
Sinds 2014 heeft de EU economische en financiële sancties ingesteld tegen Rusland vanwege de Russische rol in het oosten van Oekraïne. Deze sancties moeten iedere zes maanden verlengd worden. Zoals gebruikelijk zal de ER naar verwachting kort stilstaan bij de verlenging van deze sancties tot en met juli 2021. Dit sanctiepakket is gekoppeld aan de uitvoering van de Minskakkoorden. Omdat er tot op heden geen sprake is van volledige implementatie van de Minsk-akkoorden ziet het kabinet geen aanleiding voor opschorting of verlichting van de sancties.
Overig
De Europese Raad zal mogelijk stilstaan bij een aantal andere onderwerpen.
De Europese Raad zal mogelijk spreken over de stand van zaken rond de definitieve besluitvorming over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2021–2027. Tijdens de videoconferentie van de leden van de Europese Raad van 19 november jl. (Kamerstuk 21 501–20, nr. 1625) maakten Hongarije en Polen nogmaals duidelijk dat zij grote bezwaren hebben tegen de MFK-rechtsstaatsverordening en daarom niet bereid zijn over te gaan tot politieke bekrachtiging van het met het Europees Parlement bereikte onderhandelingsresultaat over het MFK. De regeringsleiders van Polen en Hongarije hebben op 26 november jl. hun bezwaren nader toegelicht in een gezamenlijke verklaring2. Het Duitse EU-voorzitterschap heeft zich ertoe gecommitteerd om een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te vinden en een spoedige inwerkingtreding van het nieuwe MFK en het herstelpakket mogelijk te maken.
Nederland zal zich op alle niveaus blijven inzetten voor behoud van het bereikte onderhandelingsresultaat en er op blijven toezien dat geen afbreuk wordt gedaan aan de conclusies van de Europese Raad van 17–21 juli. Daarbij zal Nederland blijven benadrukken dat het bereikte onderhandelingsresultaat met het Europees Parlement over de MFK-rechtsstaatverordening voor Nederland de ondergrens is.
De Europese Raad zal daarnaast mogelijk spreken over de stand van zaken in de onderhandelingen over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk. Op het moment van schrijven vinden er intensieve gesprekken plaats tussen de onderhandelingsteams. Hoewel er op deelonderwerpen goede voortgang is, blijven de posities op de bekende drie onderwerpen – waarborgen voor een gelijk speelveld, visserij en governance – ver uit elkaar liggen. Het kabinet en de EU blijven inzetten op een zo breed en ambitieus mogelijk akkoord. Ook de volledige implementatie van het Terugtrekkingsakkoord, inclusief het Protocol over Ierland en Noord-Ierland blijft een belangrijk aandachtspunt voor het kabinet.
Ongeacht de uitkomst van de onderhandelingen tussen de EU en het VK verandert er na het aflopen van de overgangsperiode veel, ook als het lukt afspraken over het toekomstig partnerschap te maken. De voorbereidingen op de nieuwe relatie met het VK na het aflopen van de overgangsperiode zijn een belangrijk punt van aandacht voor het kabinet. In alle gevallen zijn readiness-voorbereidingen nodig door alle actoren: (mede)overheden, instellingen, bedrijven en burgers. Ook blijft Nederland oproepen tot het tijdig publiceren van de voorziene contingency-aanpak op EU-niveau, in lijn met de conclusies van de Europese Raad van 15 en 16 oktober 2020.
De Europese Raad zal naar verwachting kort terugblikken op de EU-AU Leaders» Meeting die een dag voorafgaand aan de ER, op 9 december, zal plaatsvinden. Dit zal een virtuele ontmoeting zijn, bedoeld om op hoog niveau het EU-AU-partnerschap te bespreken, nu de eerder geplande EU-AU-top dit jaar niet door kan gaan vanwege COVID-19. De EU zal vertegenwoordigd worden door de instellingen. Naar verwachting zal tijdens de Leaders» Meeting in ieder geval gesproken worden over post-COVID-samenwerking, groen en inclusief herstel en schuldenproblematiek. Nederland verwelkomt de inzet op een breed en sterk partnerschap met Afrika en is blij dat deze ontmoeting op hoog niveau tussen de EU en de AU nog dit jaar plaatsvindt.
De Europese Raad zal naar verwachting Frank Elderson benoemen als nieuw directielid van de Europese Centrale Bank (ECB)3. In oktober steunden de Eurogroep en Ecofin Raad zijn kandidatuur voor de opvolging van Yves Mersch. De Raad nam daarop een aanbeveling aan waarin hij werd voorgedragen aan de Europese Raad. Het Europees Parlement en de ECB zijn sindsdien geconsulteerd en spraken eveneens hun steun uit voor de heer Elderson. Het kabinet acht hem zeer geschikt en verwelkomt deze benoeming.
Eurotop
En marge van de Europese Raad zal een Eurotop plaats vinden. In december 2019 heeft de Eurotop de voortgang verwelkomd die bereikt is op het gebied van versterking van de EMU en daarbij de Eurogroep verzocht om daar in inclusieve samenstelling aan door te werken. Deze keer zal de Eurotop stilstaan bij de ontwikkelingen ten aanzien van de bankenunie en de kapitaalmarktunie.
Voor wat betreft de bankenunie zullen regeringsleiders naar verwachting ten eerste het akkoord verwelkomen dat de Ministers van Financiën van de eurozone op 30 november jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1730) bereikten over wijziging van het ESM-verdrag en de vervroegde invoering van de gemeenschappelijke achtervang van het bankenresolutiefonds (SRF). De Minister van Financiën zal de Kamer middels het verslag van de Eurogroep uitgebreider informeren over dit akkoord. Wat betreft een Europees Depositogarantiestelsel (EDIS) zal er een update worden gegeven van het werk door een hoogambtelijke werkgroep en zal om sturing gevraagd worden aan de regeringsleiders. Ten aanzien van de kapitaalmarktunie zullen regeringsleiders waarschijnlijk het belang ervan onderstrepen. Een goed werkende kapitaalmarktunie kan ook bijdragen aan een grotere internationale rol van de euro.
Het kabinet verwelkomt het akkoord dat de Eurogroep bereikte over het ESM-verdrag en de gemeenschappelijke achtervang, zoals ook uiteengezet in het verslag van de Eurogroep van 30 november jl. Aan een Europees depositogarantiestelsel (EDIS) stelt het kabinet strenge voorwaarden en het blijft van mening dat vóór daadwerkelijke risicodeling via een EDIS plaatsvindt, een goede weging van de risico’s op staatsobligaties geregeld moet zijn. Ook moeten banken aantoonbaar gezond zijn door uitvoering van stresstesten en een nieuwe Asset Quality Review (AQR). Nederland denkt constructief mee over de technische mogelijkheden van een EDIS. Nederland kan zich echter nog niet committeren aan één model van een EDIS, omdat dit politiek gezien nog niet aan de orde is. Nederland hecht zeer aan de verdere versterking en verdieping van de kapitaalmarktunie en heeft zich afgelopen jaar ervoor ingezet dit onderwerp opnieuw hoog op de EU-agenda te zetten. Nederland verwelkomt dan ook het nieuwe Kapitaalmarktunie Actieplan van de Commissie.
Zie ook kamerbrief naar aanleiding van de aanslagen in Frankrijk en Oostenrijk van Minister van Justitie en Veiligheid van 11 november 2020. (Kamerstuk 29 754, nr. 563)↩︎
https://www.gov.pl/web/eu/joint-declaration-of-the-prime-minister-of-poland-and-the-prime-minister-of-hungary↩︎
Kamerstuk 21 501–07, nr. 1721↩︎