Gewijzigd amendement van het lid Van Nispen c.s. ter vervanging van nr. 165 over extra middelen voor de reddingsbrigades
Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021
Amendement (gewijzigd/nader/vervangend)
Nummer: 2020D50809, datum: 2020-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35570-XVI-166).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: M. van Nispen, Tweede Kamerlid (SP)
- Mede ondertekenaar: W.L. Postma, Tweede Kamerlid (Nieuw Sociaal Contract)
- Mede ondertekenaar: A.E. Diertens, Tweede Kamerlid (Ooit D66 kamerlid)
- Mede ondertekenaar: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35570 XVI-166 Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021.
Onderdeel van zaak 2020Z24167:
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: R.J. (Rudmer) Heerema, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: A.E. Diertens, Tweede Kamerlid
- Medeindiener: W.L. Postma, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
- 2020-12-08 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 570 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021
Nr. 166 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN NISPEN C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 1651
Ontvangen 8 december 2020
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:
I
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 250 (x € 1.000).
II
In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 500 (x € 1.000).
Toelichting
2020 is het derde achtereenvolgende jaar dat de reddingsbrigades vaker uitrukten dan het jaar ervoor. In de zomer van 2020 werden er twee maal zoveel zwemmers uit levensbedreigende situaties gered als in 2019. Het toenemende aantal hulpverleningen door de reddingsbrigades maakt duidelijk dat er meer inzet nodig is om de veiligheid op en langs het water te verbeteren; aan zee, maar ook bij meren, kanalen en rivieren. Indiener vindt het van groot belang dat reddingsbrigades in staat worden gesteld om hun levensreddende werk te kunnen verrichten en door ontwikkelen, en mensen te waarschuwen voor de gevaren van open water en de onberekenbare zee en waar nodig reddend te kunnen optreden.
Een financiële impuls van € 500.000 is nodig om lessen te trekken uit de zomer van 2020 en een tweejarig programma te maken van de talloze suggesties die zijn gedaan ter verbetering van de strandveiligheid, naar aanleiding van de incidenten onder andere op zondag 9 augustus, toen er langs de kust vier mensen verdronken en in datzelfde weekend nog vier mensen in het binnenland. Reddingsbrigade Nederland heeft hiertoe naar aanleiding van een interne evaluatie het tweejarige aanvalsplan «Het Strand Veilig» opgesteld. Het plan bevat drie heldere lijnen, één richting reddingsbrigades, één richting lokale overheden en één richting de badgast. Het programma beoogt concrete verbeterslagen in communicatieproducten (app, bebording, vlaggen-systematiek), in processen (lokale afstemming) en in voorlichtingsprogramma’s (onderwijs, verblijfsrecreanten, doelgroepenbenadering), en bouwt hierin voort op het meer algemene Nationaal Plan Zwemveiligheid. Voor het aanvalsplan werkt de Reddingsbrigade samen met gemeenten, veiligheidsregio’s en andere strand bewakende organisaties, zoals de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij.
Dekking wordt gevonden in de niet-juridisch verplichte uitgaven van artikel 6 Sport en bewegen (€ 250.000) en in artikel 11 Integraal waterbeleid van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (XII) voor het jaar 2021 (tevens € 250.000, zie amendement 35 570-XII nr. 89).
Van Nispen
Rudmer Heerema
Postma
Diertens
Vervanging in verband met een wijziging in de ondertekening.↩︎