35529, bijgewerkt t/m nr. 10 (NvW d.d. 8 december 2020)
Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest International (Machtigingswet oprichting Invest International)
Bijgewerkte tekst
Nummer: 2020D50875, datum: 2020-12-08, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.docx), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2020Z13979:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Medeindiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Volgcommissie: vaste commissie voor Financiën
- Voortouwcommissie: algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-09-03 13:45: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-09-03 14:45: Aansluitend aan de stemmingen: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-24 15:00: Machtigingswet oprichting Invest International (via videoverbinding) (Technische briefing), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-09-30 14:00: Machtigingswet oprichting Invest International (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-11-05 16:00: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-12-14 12:00: Machtigingswet oprichting Invest International (gewijzigd tijdstip, was 10.00-15.00 uur) (Wetgevingsoverleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2020-12-17 18:00: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Bijgewerkt t/m nr. 10 (NvW d.d. 8 december 2020) | |
35 529 | Machtiging tot oprichting van de Nederlandse financierings- en ontwikkelingsinstelling Invest International (Machtigingswet oprichting Invest International) |
Nr. 2 | VOORSTEL VAN WET |
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat Nederland beschikt over een financierings- en ontwikkelingsinstelling voor internationale activiteiten;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1 Begripsbepalingen
1. In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
internationale projecten: projecten gericht op activiteiten in het buitenland door of met betrokkenheid van overheden of andere entiteiten, niet handelende als ondernemingen;
Invest International: de besloten vennootschap Invest International B.V., genoemd in artikel 2, eerste lid;
onderneming: iedere eenheid, ongeacht haar rechtsvorm of wijze van financiering, die economische activiteiten op het gebied van productie of dienstverlening uitvoert;
Onze Minister: Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;
verschillende activiteiten: enerzijds producten of diensten met betrekking tot welke aan Invest International bij of krachtens deze wet een bijzonder of uitsluitend recht is verleend of een wettelijke taak is opgedragen of diensten van algemeen economisch belang waarmee Invest International is belast, en anderzijds elk ander afzonderlijk product met betrekking tot hetwelk of elke andere afzonderlijke dienst met betrekking tot welke Invest International voor eigen rekening en risico diensten verricht.
2. Onder “Nederlandse economie” wordt in deze wet en de daarop berustende bepalingen mede verstaan de economie van de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
Artikel 2 Machtiging
1. Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd om namens de Staat der Nederlanden met de Nederlandse Financierings-Maatschappij voor Ontwikkelingslanden N.V. mede op te richten de besloten vennootschap Invest International B.V.
2. Onze Minister van Financiën wordt gemachtigd om namens de Staat der Nederlanden deel te nemen in het bij de oprichting van Invest International vast te stellen kapitaal.
3. De machtiging, bedoeld in het eerste lid, omvat tevens het oprichten, mede-oprichten of doen oprichten van een rechtspersoon waarin Invest International alle aandelen houdt en die als doelstelling heeft het uitvoeren van een taak als bedoeld in artikel 4.
4. Een bij of krachtens deze wet aan Invest International verleend bijzonder of uitsluitend recht, opgelegde taak of opgelegde dienst van algemeen economisch belang, wordt geacht eveneens te zijn verleend dan wel te zijn opgelegd aan een rechtspersoon als bedoeld in het derde lid, wanneer deze rechtspersoon als doel heeft dat recht, die taak of die dienst uit te oefenen.
5. Op Invest International zijn de artikelen 268, met uitzondering van het twaalfde lid, tweede volzin, tot en met 274 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
HOOFDSTUK 2. DOEL EN TAKEN
Artikel 3 Doel
Invest International heeft tot doel ondersteuning te bieden voor op het buitenland gerichte activiteiten van ondernemingen en internationale projecten die een bijdrage leveren aan de Nederlandse economie door het verbeteren van de internationale concurrentiepositie en het verdienvermogen, waaronder internationale projecten die voorzien in oplossingen voor wereldwijde vraagstukken zoals bijdragen aan duurzame economische ontwikkeling. Invest International ontplooit haar activiteiten additioneel aan de markt, door middel van financiering en projectontwikkeling.
Artikel 4 Taken
1. Invest International heeft met het oog op het realiseren van het doel, genoemd in artikel 3, tot taak:
a. het direct of indirect ondersteunen van ondernemingen, buitenlandse overheidsentiteiten en internationale projecten, bij de totstandkoming van businessplannen gericht op activiteiten in het buitenland en bij de ontwikkeling van nieuwe business- en financieringsconcepten gericht op activiteiten in het buitenland, indien daarmee een bijdrage kan worden geleverd aan de Nederlandse economie;
b. het direct of indirect voor eigen rekening en risico verstrekken van financiering aan ondernemingen voor hun activiteiten gericht op het buitenland, aan buitenlandse overheidsentiteiten en aan internationale projecten, indien daarmee een bijdrage kan worden geleverd aan de Nederlandse economie;
c. het krachtens een daartoe door Onze Minister verstrekt mandaat verstrekken van subsidies ten behoeve van de financiering van internationale activiteiten van ondernemingen en van internationale projecten en ten behoeve van projectontwikkeling en daarmee samenhangende werkzaamheden, daaronder begrepen het sluiten van de daarmee samenhangende uitvoeringsovereenkomsten;
d. het krachtens een daartoe door Onze Minister verleende volmacht verrichten van rechtshandelingen en daarmee samenhangende werkzaamheden met het oog op het ten laste van de begroting van Onze Minister verstrekken van financiële middelen aan overheidsorganen in ontwikkelingslanden en aan organisaties, anders dan als betaling voor aan Onze Minister geleverde goederen of diensten.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan Invest International taken worden opgedragen, voor zover deze verenigbaar zijn met het doel, genoemd in artikel 3, en kunnen regels worden gesteld over de vergoeding van de kosten verbonden aan de uitvoering van deze taken.
3. Met betrekking tot de taken, bedoeld in het eerste en tweede lid, kunnen bij algemene maatregel van bestuur nadere regels worden gesteld.
4. Invest International en een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, verrichten middellijk of onmiddellijk geen andere activiteiten dan activiteiten ter uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste en tweede lid, tenzij Onze Minister daarmee heeft ingestemd in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad. Onze Minister kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een instemming. Instemming kan worden verleend indien die activiteiten en de uitvoering daarvan:
a. nauw verwant zijn aan de activiteiten ter uitvoering van de taken, bedoeld in het eerste of tweede lid;
b. een goede uitvoering van die taken niet belemmeren of anderszins bemoeilijken;
c. mede het algemeen belang dienen; en
d. worden uitgevoerd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze wet.
5. Onze Minister kan een besluit tot instemming als bedoeld in het vierde lid intrekken of wijzigen, indien niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden voor het geven van die instemming of aan de voorschriften of beperkingen die aan die instemming verbonden zijn.
Artikel 5 Handelingen
1. Bij de uitoefening van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, kan Invest International:
a. voor de taak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, rechtshandelingen en feitelijke werkzaamheden verrichten ten bate van overheden en de markt;
b. voor de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, voor eigen rekening en risico risicodragend vermogen en overig kapitaal verschaffen;
c. voor de taak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, bestuursrechtelijke en privaatrechtelijke rechtshandelingen verrichten namens Onze Minister;
d. voor de taak, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel d, rechtshandelingen verrichten namens Onze Minister in overeenstemming met de daartoe door Onze Minister verleende volmacht en de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen.
2. Invest International is geen bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht en is niet met openbaar gezag bekleed in de zin van enige andere wet bij het verrichten van activiteiten en handelingen ter uitvoering van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, of bij het uitvoeren van een activiteit als bedoeld in artikel 4, vierde lid.
HOOFDSTUK 3. UITOEFENING AANDEELHOUDERSCHAP STAAT
Artikel 6 Uitoefening aandeelhouderschap
Het aandeelhouderschap van de Staat in Invest International wordt uitgeoefend door Onze Minister van Financiën.
HOOFDSTUK 4. VOORWAARDEN VOOR TAAKUITOEFENING
§ 1. Beginselen van financieel beheer
Artikel 7 Gescheiden boekhouding ten aanzien van de te onderscheiden taken
1. Indien Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, verschillende activiteiten verricht, worden gelden die zijn ontvangen voor of uit activiteiten te verrichten voor rekening en risico van de Staat uitsluitend en uiterlijk binnen een door Onze Minister vastgestelde termijn voor het daarvoor bestemde doel aangewend of aan de Staat uitgekeerd.
2. Invest International en een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, houden een zodanige administratie bij dat:
a. de registratie van de baten en lasten van de verschillende activiteiten gescheiden zijn;
b. alle baten en lasten, op grond van consequent toegepaste en objectief te rechtvaardigen beginselen inzake kostenallocatie en kostprijsadministratie, correct worden toegerekend;
c. de beginselen volgens welke de administratie wordt gevoerd, duidelijk zijn vastgelegd.
3. Invest International en een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, bewaren de in het tweede lid bedoelde gegevens gedurende tien jaar, gerekend vanaf het einde van het boekjaar waarop de gegevens betrekking hebben.
4. Onze Minister kan in geval van overtreding van het eerste, tweede of derde lid een last onder bestuursdwang opleggen aan Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid.
Artikel 8 Jaarverslag
1. Onverminderd de artikelen 394 en 395 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, zendt Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, de jaarrekening, bedoeld in artikel 361, eerste lid, en het bestuursverslag, bedoeld in artikel 391 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, jaarlijks aan Onze Minister van Financiën.
2. Onze Minister van Financiën, in overeenstemming met Onze Minister, zendt een afschrift van de jaarrekening en het bestuursverslag gelijktijdig met het Jaarverslag Beheer Staatsdeelnemingen, waarin aandacht wordt besteed aan de wijze waarop in het desbetreffende boekjaar aan de doelen, bedoeld in artikel 3, tegemoet is gekomen, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
§ 2. Mededinging en staatssteun
Artikel 9 Additioneel aan de markt
1. Invest International en een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, onthouden zich van uit een oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met ondernemingen.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen vanuit het oogpunt van goede marktwerking als bedoeld in het eerste lid regels worden gesteld voor de uitvoering van activiteiten door Invest International of een rechtspersoon als bedoeld artikel 2, derde lid, met inbegrip van regels die het uitvoeren van bepaalde activiteiten verbieden of beperken.
Artikel 10 Mededingingsklacht
1. Ondernemingen hebben het recht een mededingingsklacht in te dienen over de naleving van artikel 9, eerste lid, bij activiteiten, anders dan die krachtens mandaat, volmacht of machtiging van Onze Minister worden verricht, van Invest International of van een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid.
2. Een mededingingsklacht als bedoeld in het eerste lid, wordt ingediend bij Invest International.
3. Invest International voorziet in een adequate klachtafhandelingsprocedure, die in ieder geval duidelijk kenbaar en eenvoudig toegankelijk is op de website van Invest International.
4. Na ontvangst van een mededingingsklacht doet Invest International hiervan binnen twee weken na de datum van ontvangst melding aan Onze Minister.
5. Aan het eind van elk kwartaal doet Invest International verslag over de status van de afhandeling van een ingediende mededingingsklacht aan Onze Minister.
Artikel 11 Gevolg schending additionaliteitsbeginsel
1. Indien Invest International, al dan niet naar aanleiding van een mededingingsklacht als bedoeld in artikel 10, vaststelt dat een werkzaamheid ter uitvoering van een taak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel b, leidt tot uit een oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met ondernemingen, draagt Invest International, met inachtneming van de belangen van derden, ervoor zorg dat de ongewenste mededinging binnen een redelijke termijn wordt beëindigd en dat de gevolgen daarvan worden gemitigeerd.
2. Indien Onze Minister ambtshalve constateert dat sprake is van uit een oogpunt van goede marktwerking ongewenste mededinging met ondernemingen, kan hij Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, een aanwijzing geven over de te volgen handelwijze teneinde, met inachtneming van de belangen van derden, de ongewenste mededinging binnen een door Onze Minister gestelde termijn te beëindigen en de gevolgen daarvan te mitigeren.
3. Indien de termijn, bedoeld in het eerste of tweede lid, verstrijkt zonder dat Invest International uitvoering heeft gegeven aan de daarin bedoelde verplichtingen, kan Onze Minister namens en op kosten van Invest International er zowel door het verrichten van publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtshandelingen als door het verrichten van feitelijke handelingen in voorzien dat daaraan alsnog wordt voldaan.
Artikel 12 Verbod verstrekken ongeoorloofde staatssteun
1. Invest International en een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, verstrekken voor eigen rekening en risico geen ongeoorloofde staatssteun en voeren subsidieregelingen of subsidiebesluiten en daarmee samenhangende werkzaamheden uit in overeenstemming met de toepasselijke regels inzake staatssteun.
2. Indien niet is uitgesloten dat voor eigen rekening en risico staatssteun wordt verstrekt:
a. neemt Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, voor zover een vrijstelling van de meldplicht van artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is ingevolge een verordening of besluit op grond van artikel 108, vierde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, de eisen van die verordening of dat besluit in acht en verzoekt Onze Minister om, voor zover van toepassing, zorg te dragen voor de verslaglegging zoals voorzien in die verordening of dat besluit;
b. verzoekt Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, voor zover geen vrijstelling van de meldplicht van artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie van toepassing is, Onze Minister om zorg te dragen voor de aanmelding van de voorgenomen steunmaatregel overeenkomstig artikel 108, derde lid, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie;
c. verstrekt Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, alle benodigde informatie aan Onze Minister om de verslaglegging of aanmelding, bedoeld in de onderdelen a en b, op effectieve wijze te kunnen verrichten.
3. Onze Minister informeert Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, over de verslaglegging of aanmelding.
§ 3. Bedrijfsvoering
Artikel 13 Verplichting tot aanhouden archief en verplichting tot overdragen aan Rijksarchief
1. Bij het uitoefenen van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen c en d, is de Archiefwet 1995 van overeenkomstige toepassing op het beheer van en het toezicht op de archiefbescheiden verbonden aan deze taken die bij Invest International, of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, berusten.
2. Bij ontbinding van Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doel heeft het uitvoeren van een taak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c of d, wordt het beheer van en de zorg voor de archiefbescheiden van de ontbonden rechtspersoon overgedragen aan Onze Minister.
3. Onze Minister is belast met het toezicht op de naleving van beheer van de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste lid, overeenkomstig de Archiefwet 1995.
HOOFDSTUK 5. GELDMIDDELEN
Artikel 14 Ontwikkelactiviteiten
1. Onze Minister kan aan Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doel heeft het uitvoeren van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, op aanvraag een subsidie verstrekken voor de kosten verbonden aan het uitvoeren van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a.
2. Het bepaalde bij of krachtens de artikelen 3, 5 en 6 van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken is van overeenkomstige toepassing.
3. Onze Minister kan Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doel heeft het uitvoeren van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, aanwijzingen geven in het belang van een goede vervulling van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a.
4. Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doel heeft het uitvoeren van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, volgt de aanwijzingen van Onze Minister, bedoeld in het derde lid, op.
5. Indien Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doelstelling heeft het uitvoeren van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, in grove mate nalatig is bij het vervullen van de taak, genoemd in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, kan Onze Minister een last onder bestuursdwang opleggen of een ander tijdelijk die taak laten vervullen.
Artikel 15 Onkostenvergoeding voor dienstverlening aan Onze Minister voor tenuitvoerlegging regelingen
1. Onze Minister vergoedt de kosten die Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, maakt bij het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen c en d.
2. Onze Minister stelt de tarieven en de hoogte vast van de in rekening te brengen kosten, bedoeld in het eerste lid.
HOOFDSTUK 6. EVALUATIE
Artikel 16 Evaluatie
1. Onze Minister zendt in overeenstemming met Onze Minister van Financiën binnen drie jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de effecten van deze wet in de praktijk.
2. Onverminderd het eerste lid, zendt Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister van Financiën ten minste eenmaal in de zeven jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid, doelmatigheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
HOOFDSTUK 7. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 17 Overgang roerende zaken en vermogensrechten
Roerende zaken en vermogensrechten van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland die zijn vermeld op een door Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat in overeenstemming met Onze Minister van Financiën vastgestelde lijst, gaan onder algemene titel over op Invest International of op een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, zonder dat daarvoor een akte of betekening nodig is.
Artikel 18 Archiefbescheiden
De archiefbescheiden die betrekking hebben op de taken, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen c en d, worden, voor zover deze niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats, op de oprichtingsdatum voor een tijdvak van ten hoogste twintig jaar ter beschikking gesteld aan Invest International.
HOOFDSTUK 8. SLOTBEPALINGEN
Artikel 19 Conservatoir beslag
Verlof tot het leggen van conservatoir beslag, bedoeld in artikel 700, eerste lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering ten laste van Invest International of een rechtspersoon als bedoeld in artikel 2, derde lid, die als doel heeft het uitvoeren van een taak als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c of d, kan slechts worden verleend nadat degene ten laste van wie het verlof wordt verzocht in de gelegenheid is gesteld om te worden gehoord, tenzij het beslag uitsluitend op zaken betrekking heeft.
Artikel 20 Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel 21 Citeertitel
Deze wet wordt aangehaald als: Machtigingswet oprichting Invest International.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,
De Minister van Financiën,