Eindtekst
Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet
Eindtekst
Nummer: 2020D51171, datum: 2020-12-09, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 1
Directe link naar document (.doc), link naar pagina op de Tweede Kamer site.
Onderdeel van zaak 2020Z14103:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-09-01 15:05: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-09-03 11:30: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-10-01 14:00: Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet (TK 35533) (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-10-29 19:30: Procedurevergadering vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-11-04 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-02 09:30: Wijzigingsvoorstellen Grondwet n.a.v. eindrapport Staatscommissie parlementair stelsel (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-12-08 15:05: Stemmingen (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
De Tweede Kamer der Staten- PRIVATE Generaal zendt bijgaand door haar aangenomen wetsvoorstel aan de Eerste Kamer. De Voorzitter, 8 december 2020 Verklaring dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet VOORSTEL VAN WET Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten: Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat er grond bestaat een voorstel in overweging te nemen tot verandering in de Grondwet strekkende tot invoering van behandeling in verenigde vergadering van de tweede lezing van veranderingen in de Grondwet; Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: ARTIKEL I Er bestaat grond het hierna in de artikelen II en III omschreven voorstel tot verandering in de Grondwet in overweging te nemen. ARTIKEL II A Artikel 137 van de Grondwet wordt als volgt gewijzigd: 1. In het vierde lid wordt ‘overwegen beide kamers in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid’ vervangen door ‘overwegen de Staten-Generaal in verenigde vergadering in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid’. 2. In het vijfde lid wordt ‘De Tweede Kamer kan’ vervangen door ‘De Staten-Generaal in verenigde vergadering kunnen’. B Het tweede lid van artikel 138 van de Grondwet komt te luiden: 2. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten in verenigde vergadering over een voorstel van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid, onder a. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. ARTIKEL III Aan de Grondwet wordt het volgende additionele artikel toegevoegd: ARTIKEL IV 1. Artikel 137 van de Grondwet zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van dit artikel, blijft van kracht ten aanzien van een voorstel tot verandering in de Grondwet waarvan de wet die verklaart dat zij in overweging zal worden genomen, is bekendgemaakt vóór de datum waarop de Tweede Kamer is gekozen die zitting heeft op de datum van inwerkingtreding van dit artikel. 2. Zolang artikel 137 van de Grondwet niet verenigbaar is met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden wordt een voorstel als bedoeld in artikel 55, derde lid, van het Statuut in tweede lezing behandeld door de beide kamers afzonderlijk. 3. Indien voor de inwerkingtreding van dit artikel een wijziging van artikel 137 van de Grondwet in werking is getreden die ertoe strekt te bepalen welke Tweede Kamer een besluit neemt over de tweede lezing van een voorstel tot verandering in de Grondwet komen het derde en het vierde lid van artikel 137 van de Grondwet te luiden: 3. Nadat de Tweede Kamer die wordt gekozen na de bekendmaking van de wet, bedoeld in het eerste lid, is samengekomen, overwegen de Staten-Generaal in verenigde vergadering in tweede lezing het voorstel tot verandering, bedoeld in het eerste lid. Zij kunnen dit alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen. Indien zij gedurende de zittingsduur van de in de eerste volzin bedoelde Tweede Kamer geen besluit nemen over het voorstel, vervalt dit van rechtswege. 4. De Staten-Generaal in verenigde vergadering kunnen, al dan niet op een daartoe door of vanwege de Koning ingediend voorstel, met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen een voorstel tot verandering splitsen. 4. Dit additionele artikel vervalt op een bij wet te bepalen tijdstip, nadat de behandeling van voorstellen tot verandering in de Grondwet als bedoeld in het eerste lid is afgerond en het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden in overeenstemming is gebracht met het gewijzigde artikel 137 van de Grondwet. ARTIKEL IV Indien voor de inwerkingtreding van dit artikel een wijziging van artikel 137 van de Grondwet in werking is getreden die ertoe strekt te bepalen welke Tweede Kamer een besluit neemt over de tweede lezing van een voorstel tot verandering in de Grondwet vervalt het tweede lid van onderdeel A van artikel II. Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden. Gegeven De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, PAGE PAGE 2