[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [🧑mijn] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Reactie op verzoek commissie over het rapport van Amnesty International over massasurveillance

Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Brief regering

Nummer: 2020D51904, datum: 2020-12-11, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26643-724).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 26643 -724 Informatie- en communicatietechnologie (ICT).

Onderdeel van zaak 2020Z24743:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

32 761 Verwerking en bescherming persoonsgegevens

Nr. 724 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 december 2020

In de procedurevergadering van de vaste Kamercommissie voor Justitie en Veiligheid van 14 oktober 2020 is aan mij verzocht om – aanvullend op de Kamervragen van de leden Van Beukering-Huijbregts, Verhoeven en Buitenweg – de Kamer een reactie te doen toekomen op het rapport «We Sense Trouble: Automated Discrimination and Mass Surveillance in Predictive Policing in the Netherlands» van Amnesty International. Hierbij voldoe ik aan dat verzoek.

Het rapport van Amnesty International richt zich op de Operationele Proeftuin Roermond (OPTR). In deze proeftuin probeert de politie mobiele bandieten die hun slag willen slaan in het outletcentrum in Roermond zo vroeg mogelijk in het vizier te krijgen.

Kritiek van een organisatie als Amnesty International vraagt altijd om bezinning. Houdt de politie zich aan de wettelijke bepalingen, zijn de juiste afwegingen gemaakt en zijn de risico’s voldoende in kaart gebracht? Het is goed dat ook Amnesty International met een scherpe en kritische blik de toepassing van onze grondrechten in de gaten houdt.

In de bijlage bij deze brief treft u een beschrijving aan van de achtergrond en een puntsgewijze reactie op het rapport van Amnesty International1. Ik onderschrijf daarmee de punten van kritiek van Amnesty International niet. De claim dat hier sprake is van ongerichte massasurveillance waarbij de privacy van burgers wordt geschonden klopt niet. Ik deel die beoordeling van de politie en het OM. De OPTR kijkt specifiek naar de modus operandi van een bepaalde dadergroep. Bij de start van de OPTR is er een nota van rechtmatigheid opgesteld, waarin de proportionaliteit en subsidiariteit alsmede de voorwaarden voor verkrijging, verwerking en vernietiging van de data zijn uitgewerkt. Er wordt zorgvuldig binnen de kaders van de wet met de verkregen gegevens omgegaan. De claim dat verschillende gegevensbeschermingsnormen met voeten worden getreden klopt dan ook niet. De claim dat het project leidt tot discriminatie kan ik evenmin onderschrijven. Het klopt dat in de criteria van het profiel de herkomst van de auto gericht op drie landen is opgenomen. Of dit geoorloofd is, is een vraag aan het gezag, de officier van justitie en uiteindelijk een onafhankelijke rechter. De betrokken officier van justitie heeft geoordeeld dat dit een proportioneel, subsidiaire en toegestane wijze is. Er wordt dus onderscheid gemaakt, maar geen ongeoorloofd onderscheid in de zin van de wet. Van belang is hierbij dat er een positieve feedback loop is ingebouwd. Als een zogenoemde hit leidt tot opvolging en dat onterecht bleek, wordt het kenteken op een zogeheten whitelist geplaatst, zodat een bestuurder niet herhaaldelijk onterecht wordt stil gehouden. De vierde claim, namelijk dat er onvoldoende waarborgen zouden zijn, verwerp ik eveneens. De werkzaamheden van de politie binnen het kader van deze pilot vinden – zoals dat in ons stelsel hoort – plaats onder gezag van de officier van justitie. Voor elke betrokken burger die dit niet deelt staat de gang naar de rechter open, die alsdan een oordeel zal vellen.

Over de opzet van de pilot zelf is de politie vanaf het begin transparant geweest en heeft zaken als juridische kaders actief openbaar gemaakt.

Amnesty International doet drie aanbevelingen

Amnesty International vraagt mij het gebruik te verbieden van algoritmische systemen die geen passende waarborgen bevatten om de rechten en vrijheden te beschermen van personen wiens gegevens door deze systemen worden verwerkt in het kader van wetshandhaving. In mijn brief over artificiële intelligentie (AI) bij de politie van 18 februari 20202 heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over welke soort algoritmes de politie gebruikt en onder welke omstandigheden dat is toegestaan. De politie volgt de richtlijnen voor het toepassen van algoritmes door overheden die het kabinet heeft ontwikkeld3. Kort gezegd zijn algoritmen ook voor de politie – mits toegepast binnen de wettelijke en ethische kaders – toegestaan. De door Amnesty International gevraagde waarborgen zijn verwerkt in deze richtlijnen en aanpalende wet- en regelgeving over de opslag en gebruik van gegevens door de politie.

Daarnaast vraagt Amnesty International om een verplichte en bindende mensenrechtentoets voor de publieke sector, waaronder wetshandhavingsinstanties. Ook hierin is reeds voorzien. Bij elk wetsvoorstel wordt het voorstel getoetst aan de mensenrechten in een mensenrechtenparagraaf van de memorie van toelichting. De politie handelt binnen de kaders van wet en regelgeving en dus binnen de grenzen die de wetgever in het kader van de mensenrechten heeft aangegeven. In het kader van de proeftuin in Roermond is het juridisch kader uitgewerkt en zijn ethische vragen behandeld in zogenaamde Ethiektafels.

Ten slotte roept Amnesty International op tot de instelling van een onafhankelijke toezichthouder die adviseert over mensenrechtenverplichtingen en -verantwoordelijkheden in algoritmische systemen en geautomatiseerde besluitvorming. Op 20 december 2019 hebben de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Rechtsbescherming het onderzoek «Toezicht op gebruik van algoritmen door de overheid» aan uw Kamer aangeboden4. De onderzoekers constateerden op basis van een analyse van wet- en regelgeving geen juridische lacune in de toezichtstaken.

De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 669.↩︎

  3. Bijlage bij Kamerstukken 26 643 en 32 761, nr. 641↩︎

  4. Kamerstuk 26 643, nr. 657.↩︎