Voorstel van wet
Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht
Voorstel van wet
Nummer: 2020D51946, datum: 2020-12-10, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35674-2).
Onderdeel van kamerstukdossier 35674 -2 Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht.
Onderdeel van zaak 2020Z24760:
- Indiener: B. Visser, staatssecretaris van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2020-12-15 13:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-21 10:30: Extra procedurevergadering commissie Defensie (groslijst controversieel verklaren) (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-01-28 14:45: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-02-10 12:00: Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht (Inbreng verslag (wetsvoorstel)), vaste commissie voor Defensie
- 2021-04-15 10:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-04-21 15:07: Aansluitend: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-05-12 10:15: Hamerstuk: Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht (35674) (Hamerstukken), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 674 Verlenging van de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden en invoering van een jaarlijkse rapportageplicht
Nr. 2 VOORSTEL VAN WET
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de termijn gedurende welke aanwijzingen krachtens de Luchtvaartwet van militaire luchtvaartterreinen hun geldigheid behouden, te verlengen en te voorzien in een jaarlijkse rapportage over de voortgang van het tot stand brengen van luchthavenbesluiten op basis van de Wet luchtvaart;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
ARTIKEL I
Artikel XVIII van de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 2008, 561), wordt als volgt gewijzigd:
A
In het eerste lid wordt «doch niet langer dan twaalf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel M, van deze wet» vervangen door «doch niet langer dan tot 1 januari 2030».
B
Het vierde lid komt te luiden:
4. Onze Minister van Defensie brengt jaarlijks verslag uit aan de Staten-Generaal over de voortgang van de vaststelling van luchthavenbesluiten voor die luchtvaartterreinen waarvoor ingevolge het eerste lid een aanwijzing op grond van Hoofdstuk IV, afdeling I, van de Luchtvaartwet geldt.
ARTIKEL II
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Defensie