Verslag van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 8 december 2020
Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Brief regering
Nummer: 2020D52169, datum: 2020-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-02-2253).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 21501 02-2253 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken .
Onderdeel van zaak 2020Z24847:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-12-17 11:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-01-12 15:15: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-15 16:00: Raad Algemene Zaken van 18 januari 2021 en Europese Raad van 21 januari 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-01-21 10:00: Raad Algemene Zaken d.d. 26 januari 2021 (wordt omgezet in een schriftelijk overleg) (Algemeen overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken
Nr. 2253 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 december 2020
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele videoconferentie van de leden van de Raad Algemene Zaken van 8 december 2020.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
S.A. Blok
VERSLAG INFORMELE VIDEOCONFERENTIE VAN DE LEDEN VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN D.D. 8 DECEMBER 2020
Op dinsdag 8 december jl. vergaderden de leden van de Raad Algemene Zaken (RAZ) informeel per videoconferentie. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan de vergadering. Het onderwerp Conferentie over de Toekomst van Europa, zoals genoemd in het verslag van de informele RAZ van 1 december jl. (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2252), stond uiteindelijk niet op de agenda van deze vergadering.
Europese Raad 10–11 december
De leden van de Raad Algemene Zaken bereidden de Europese Raad van 10 en 11 december voor. In dat kader spraken zij over COVID-19-coördinatie, klimaat, veiligheid en buitenlandpolitieke onderwerpen, te weten EU-VS, Turkije en het Zuidelijk Nabuurschap.
Inzake COVID-19-coördinatie hadden de lidstaten vooral aandacht voor de vaccinatiestrategie inclusief de communicatie daarover. Meerdere lidstaten vroegen om gelijktijdige uitrol van vaccins. Ook was er veel aandacht voor de noodzaak van een plan voor het doneren van vaccins aan landen buiten de EU. Nederland wees er in deze discussie op dat de epidemiologische situatie leidend moet zijn voor een eventuele afzwakking van maatregelen.
Met betrekking tot klimaat was er sprake van de bekende posities van enerzijds lidstaten die voor een ambitieus CO2-reductiedoel van ten minste 55% pleitten en anderzijds de lidstaten die in ruil daarvoor meer compensatie willen. Voor die laatste groep is vooral verhoging van de middelen in het Moderniseringsfonds van belang. Nederland benadrukte het belang van de doelstelling van ten minste 55% CO2-reductie in 2030. Nederland wees er daarbij op dat er sprake moet zijn van een emissiereductiedoel, niet van een nettodoel. Voor de implementatie bieden het MFK en het herstelinstrument een goede financiële basis. De Europese Raad moet een akkoord op hoofdlijnen overeenkomen en daarbij ruimte laten aan de Commissie voor de invulling van het wetgevend pakket dat in 2021 wordt gepresenteerd.
Over veiligheid waren de lidstaten in grote mate eensgezind en wezen zij op het belang van samenwerken om terrorisme aan te pakken en aanslagen te voorkomen. Nederland onderstreepte hierbij nog het belang van het tegengaan van ongewenste buitenlandse financiering en de wens en bereidheid om verder te werken met andere lidstaten en de Commissie in het kader van terrorismebestrijding.
Met betrekking tot Turkije drong een deel van de lidstaten aan op het versterken van het sanctiespoor. Andere lidstaten benadrukten de dialoog als voornaamste instrument. Ten aanzien van de EU-VS-relatie zagen veel lidstaten kans voor verdere verdieping van het trans-Atlantische partnerschap. Aangaande het Zuidelijk Nabuurschap werd het belang van deze brede relatie onderstreept, onder andere met betrekking tot economie, veiligheid en democratie.
De geplande videoconferentie tussen de EU-instellingen en de Afrikaanse Unie van 9 december, zoals in de geannoteerde agenda behorende bij deze Raad Algemene Zaken genoemd, kon geen doorgang vinden. Naar een nieuwe datum wordt gezocht.
Toekomstige relatie EU-VK
De leden van de Raad stonden stil bij de onderhandelingen tussen de EU en het VK over het toekomstig partnerschap. De EU-hoofdonderhandelaar, Michel Barnier, lichtte toe dat er ondanks intensieve gesprekken tussen de onderhandelingsteams nog geen doorbraak is op de drie cruciale onderwerpen: waarborgen voor een gelijk speelveld, visserij en governance. Hij gaf ook aan dat de Britse premier Johnson en Voorzitter van de Europese Commissie Von der Leyen op 5 en 7 december jl. telefonisch contact hebben gehad. Zij constateerden na beide telefoongesprekken dat er nog niet aan de voorwaarden werd voldaan om een akkoord te kunnen sluiten en spraken elkaar op 9 december in persoon in Brussel. Daar bespraken ze de nog openstaande punten in de onderhandelingen, constateerden dat de posities op die punten nog ver uiteen lagen en vroegen de onderhandelaars om per direct de onderhandelingen te hervatten. Op zondag 13 december spreken zij elkaar weer.
Vicevoorzitter Maroš Šefčovič lichtte vervolgens de laatste stand van zaken met betrekking tot de implementatie van het terugtrekkingsakkoord toe. Hij kondigde aan dat hij met de medevoorzitter van het Gemengd Comité aan Britse zijde, Michael Gove, tot een principeakkoord was gekomen over de nog openstaande punten bij de implementatie van het terugtrekkingsakkoord. Kort na de videoconferentie van de Raad Algemene Zaken werd daarover een gezamenlijke verklaring1 gepubliceerd. Daarin werd ook aangegeven dat het VK de passages die strijdig zijn met het terugtrekkingsakkoord uit het wetsvoorstel Internal Market Bill zal verwijderen en geen soortgelijke passages zal introduceren in de Taxation Bill.
De leden van de Raad benadrukten de onverminderde steun voor Barnier, Šefčovič en hun teams en het belang van behoud van EU eenheid. Nederland heeft bovendien aangegeven dat de lidstaten bij deze cruciale fase van de onderhandelingen nauw betrokken dienen te zijn. Daarnaast werd het belang benadrukt om voorbereid te zijn op alle mogelijke scenario’s, inclusief een scenario waarin geen akkoord met het VK tot stand komt aan het einde van de overgangsperiode (no deal). Gezien de korte resterende tijd tot 31 december heeft Nederland, net als een aantal andere lidstaten, de Commissie opnieuw dringend verzocht om de contingency-aanpak op EU-niveau te publiceren. Een pakket EU-contingency-maatregelen is door de Commissie op 10/12 gepubliceerd en een appreciatie daarvan zal uw Kamer spoedig toekomen. De maatregelen zien op de volgende terreinen: wegtransport, luchtvaart, luchtvaartveiligheid en visserij.
Wetgevingsprogramma
Hierbij komt het kabinet terug op de toezegging gedaan tijdens het AO RAZ op 26 november jl. aangaande de wetgevingsprioriteiten voor 2021 en de meerjarige programmering. Op 5 december jl. stemde de Raad via de schriftelijke procedure in met de gezamenlijke verklaringen van de Raad, het Europees Parlement en de Europese Commissie aangaande de wetgevingsprioriteiten 20212 en de gezamenlijke prioriteiten 2020–2024.3 De zes wetgevingsprioriteiten voor 2021 zijn: 1. De Europese Green Deal implementeren; 2. Vormgeven aan een Europa dat klaar is voor het digitale tijdperk; 3. Het realiseren van een economie die werkt voor de mensen; 4. Europa sterker in de wereld maken; 5. Bevordering van een vrij en veilig Europa; 6. Het beschermen en versterken van de Europese democratie en onze gemeenschappelijke waarden verdedigen.
De gezamenlijke prioriteiten voor 2021–2024 zijn: volledig herstel van de COVID-19-pandemie met als onderdeel daarvan een gezondheidsunie die nationale competenties respecteert; bouwen aan de Unie van de toekomst die gezonder, groener, digitaler en krachtiger op het wereldtoneel is; klimaat met daarbij een EU als mondiale leider; een EU die zelf digitale oplossingen creëert en digitaal soeverein is; vergroten van de weerbaarheid van de economie; respect voor de rechtsstaat en mensenrechten en het versterken van de democratie in de Unie, met aandacht voor veiligheid en de hervorming van het asiel- en migratiesysteem; en het versterken van de EU als mondiale speler. Deze prioriteiten zijn in lijn met de Strategische Agenda die de ER in juni 2019 aannam. Derhalve steunt het kabinet beide verklaringen, mede omdat ze bijdragen aan de focus en voorspelbaarheid van de EU-activiteiten op de langere termijn.
Actieplan Europese Democratie
Tijdens de videoconferentie presenteerde de Commissie het Actieplan Europese Democratie dat op 3 december jl. werd gepresenteerd. Het actieplan richt zich op drie pijlers; integriteit van verkiezingen en het bevorderen van democratische participatie, versterking van de mediavrijheid en mediapluralisme en het tegengaan van desinformatie. Ten aanzien van de aanpak van desinformatie zet Nederland in op een brede gezamenlijke inspanning van alle betrokken actoren, zoals internetdiensten, maatschappelijke organisaties en media. Rechtsstatelijke waarden en grondrechten staan hierbij voorop. Uw Kamer zal binnen de daarvoor gestelde termijn middels een BNC-fiche geïnformeerd worden over het kabinetsstandpunt ten aanzien van het actieplan.
Informatiepunt Uitbreiding
Onder A.O.B. informeerde het Duitse voorzitterschap de Raad over de stand van zaken omtrent de ontwerp-onderhandelingsraamwerken voor Noord-Macedonië en Albanië en de ontwerp-raadsconclusies over het uitbreidingspakket. Eén lidstaat kan nog steeds niet instemmen met het onderhandelingsraamwerk voor Noord-Macedonië. Deze positie verhindert ook consensus m.b.t. het raamwerk voor Albanië en de raadsconclusies over het uitbreidingspakket. Het voorzitterschap maakte duidelijk dat het geen raamwerken en/of conclusies wil nalaten die worden belast door een bilaterale kwestie.
Zoals bekend besloot de Raad in maart dat de eerste IGC met Albanië kan plaatsvinden als is voldaan aan de voorwaarden zoals gesteld in de Raadsconclusies van maart 2020. Pas als overtuigend is voldaan aan deze voorwaarden is het houden van een eerste IGC met Albanië voor het kabinet aan de orde.
Transparantieregister
Langs deze weg wil het kabinet uw Kamer informeren over de stand van zaken van de totstandkoming van een interinstititutioneel transparantieregister. Hierover ging uw Kamer eerder een BNC-fiche toe.4 Het kabinet verwelkomt de recente ontwikkelingen in de triloogonderhandelingen over het introduceren van een transparantieregister voor het Europees Parlement, de Raad en de Commissie. De voorbereiding van een politiek akkoord werd op 9 december jl. door Coreper goedgekeurd. Het is de verwachting dat een politiek akkoord nog onder het Duits voorzitterschap van de Raad zal worden gesloten.
Het kabinet steunt het verwachte onderhandelingsresultaat, waarmee van belangenvertegenwoordigers wordt geëist dat zij zijn aangemeld bij het transparantieregister als voorwaarde voor interacties met vertegenwoordigers van de Raad, het EP en de Commissie. Het heeft voor het kabinet de hoogste prioriteit dat het transparantieregister zo snel mogelijk geïmplementeerd wordt.
Het verwachte akkoord biedt een kader voor een transparante en ethische interactie tussen de Europese instellingen en de belangenvertegenwoordigers die activiteiten ontplooien met als doel invloed uit te oefenen op EU-beleid, -wetgeving en/of het EU-besluitvormingsproces. De instellingen committeren zich aan de voorwaarde dat voorafgaand aan nader te definiëren interacties met belangenvertegenwoordigers er sprake moet zijn van een inschrijving in het register.
De specifieke interacties waarvoor inschrijving als voorwaarde geldt op grond van het verwachte akkoord worden per Europese instelling door middel van individuele besluiten vastgelegd. De instellingen kunnen in de toekomst besluiten om nadere categorieën van interacties aan de voorwaarden voor inschrijving aan het register te onderwerpen mits dit leidt tot versteviging van het transparantiekader tussen de belangenvertegenwoordigers en de instellingen. Verwachting is dat het voor de Europese Commissie nu zal gaan om de interacties van de leden van de Commissie en hun kabinetsleden alsook de Secretaris-Generaal en de Directeuren-Generaal. Voor de Raad zal het nu gaan om interacties van de Secretaris-Generaal en Directeuren-Generaal met belangenvertegenwoordigers. Ook voor het Europees Parlement gaat het naar verwachting om interacties van de Secretaris-Generaal en Directeuren-Generaal met belangenvertegenwoordigers.
Lidstaten kunnen zich, middels het ondertekenen van een politieke verklaring, vrijwillig committeren om tijdens hun EU-voorzitterschap en zes maanden daaraan voorafgaand de interacties van belangenvertegenwoordigers en hun (plaatsvervangend) Permanente Vertegenwoordigers wanneer zij opereren in hun rol als (aanstaand) voorzitterschap voorwaardelijk te maken aan een inschrijving in het transparantieregister. Nederland is, net als een grote meerderheid van de lidstaten, voornemens om deze verklaring te ondertekenen.
Het kabinet is van mening dat met dit akkoord een belangrijke en noodzakelijke stap wordt gezet om de EU transparanter te laten functioneren door beter inzicht te bieden in de invloed van belangenvertegenwoordigers op het Europese besluitvormingsproces.