[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Begrotingswijzigingen ten opzichte van de 2e suppletoire begroting 2020 van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds

Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Brief regering

Nummer: 2020D52332, datum: 2020-12-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35650-XIV-4).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35650 XIV-4 Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota).

Onderdeel van zaak 2020Z24925:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 650 XIV Wijziging van de begrotingsstaten van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (XIV) en het Diergezondheidsfonds (F) voor het jaar 2020 (wijziging samenhangende met de Najaarsnota)

Nr. 4 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 december 2020

Met deze brief informeren we u over de nu voorziene begrotingswijzigingen ten opzichte van de tweede suppletoire begroting 2020 van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en het Diergezondheidsfonds (Kamerstuk 35 650 XIV, nr. 1). Allereerst wordt ingegaan op de nu voorziene wijzigingen die leiden tot een verhoging van het verplichtingen- en uitgavenbudget op het begrotingsartikelniveau. De brief eindigt met enkele begrotingsposten die naar verwachting lager uitvallen dan geraamd was bij de tweede suppletoire begroting. Op basis van de definitieve realisatiecijfers kunnen de exacte begrotingswijzigingen, die worden verwerkt in de Slotwet 2020, mogelijk afwijken.

UITGAVEN EN VERPLICHTINGEN

Artikel 11

Naar verwachting vindt er op het totaal van Artikel 11 een verlaging van het kasbudget plaats ten opzichte van de 2e suppletoire begroting. Ook worden er naar verwachting op het totaal van Artikel 11 minder verplichtingen aangegaan. Dit is een saldo van verhogingen en verlagingen. Hieronder worden relevante verhogingen binnen Artikel 11 toegelicht.

Storting en onttrekking begrotingsreserves

Het budget (kas en verplichtingen) voor de bijdrage aan de Begrotingsreserve visserij wordt met € 1,3 mln. verhoogd. Allereerst vanwege verwachte onderuitputting met betrekking tot middelen voor innovatie in de visserijsector (€ 0,6 mln.) In het Regeerakkoord zijn deze middelen vrijgemaakt. Door de coronacrisis hebben regelingen vertraging opgelopen en konden deze middelen in 2020 niet volledig benut worden. Omdat deze volgend jaar alsnog uitgevoerd moeten worden, worden de middelen in de Begrotingsreserve visserij gestort. Hiermee blijven de middelen in 2021 voor deze regelingen beschikbaar. Daarnaast is de visserijreserve bedoeld om de ritmeverschillen tussen het budget en de uitgaven van het Europese Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) op te vangen. Dit betreft naar verwachting (€ 0,7 mln.). Voor de cofinanciering is ieder jaar een vast budget beschikbaar, terwijl de regelingen oneven verdeeld zijn over de periode van het fonds en het vaak meerjarige projecten betreft waarbij ook de uitbetaling gespreid wordt over meerdere jaren. Gelijktijdig met het verhogen van het budget voor de storting in begrotingsreserves met € 1,3 mln. wordt het subsidiebudget met € 1,3 mln verlaagd. Vanwege de storting blijven deze subsidiemiddelen dus beschikbaar in 2021.

Garanties

Via drie verschillende incidentele suppletoire begrotingen (Kamerstuk 35 442, nr. 2, Kamerstuk 35 414, nr. 2, Kamerstuk 35 452, nr. 2) is de Kamer geïnformeerd over het feit dat het LNV-garantieplafond ten behoeve van het BL-C-overbruggingskrediet is verhoogd van € 120 mln. naar € 300 mln. Met deze ophoging van het garantieplafond is ook het budget voor verliesdeclaraties verhoogd in de verwachting dat er een groter beroep op zou worden gedaan.

De gedachte hierachter is dat er over meer kredieten een garantstelling wordt verleend waardoor er meer budget benodigd is om ingediende verliesdeclaraties als gevolg van faillissement te kunnen dekken. Het budget dat in 2020 beschikbaar was voor deze verliesdeclaraties is echter niet volledig uitgeput. De resterende middelen worden in de borgstellingsreserve gestort zodat er hiermee een reservering is voor toekomstige verliesdeclaraties. Dit leidt tot een verhoging van het kas en verplichtingenbudget met € 31 mln. Bij onderuitputting na definitieve beëindiging van de crisismaatregelen vloeien de middelen terug naar het algemene beeld.

Bijdrage aan Baten lastendiensten

Zowel de uitgavenraming als de ontvangstenraming voor de Bijdrage aan NVWA wordt met € 1 mln. verhoogd. Dit betreft een technische correctie. Deze is per saldo budgettair neutraal. Het verplichtingenbudget voor de bijdrage aan het RIVM is verhoogd met € 1,7 mln. Dit komt doordat verplichtingen voor het RIVM met betrekking tot 2021 al in 2020 worden aangegaan. Hiertoe wordt verplichtingenruimte uit 2021 naar voren gehaald. De kasuitgaven volgen in 2021 en daar is voldoende budget voor.

Subsidies

Ten opzichte van de 2e suppletoire begroting wordt de raming voor uitgaven en de verplichtingen aan apurement met € 1,5 mln. verhoogd. Dit als gevolg van hogere uitgaven aan financiële correcties die door de Europese Commissie worden opgelegd. Het totaal aan correcties zal ten laste zullen worden gebracht van de reserve apurement.

Bijdrage aan ZBO’s/RWT’s

Het verplichtingenbudget wordt met € 2,1 mln. verhoogd. Dit wordt veroorzaakt doordat er in het najaar middelen zijn ontvangen van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijke Onderzoek (NWO) voor besteding via Wageningen Research (WR). Verplichtingen voor WR in 2021 worden in 2020 aangegaan. De verplichting voor het NWO-budget wordt zowel voor 2020 als voor 2021 in het jaar 2020 aangegaan. Hiertoe wordt verplichtingenruimte uit 2021 naar voren gehaald. De kasuitgaven volgen in 2021.

Artikel 12

Naar verwachting vindt er op het totaal van Artikel 12 een verhoging plaats van het budget (kas en verplichtingen) ten opzichte van de 2e suppletoire begroting. Dit is een saldo van verhogingen en verlagingen. Hieronder worden verwachte verhogingen van het uitgaven- en verplichtingenbudget binnen artikel 12 toegelicht.

Storting en onttrekking begrotingsreserves

Het kasbudget en het verplichtingenbudget voor de storting in de Begrotingsreserve Stikstof wordt verhoogd met € 109,7 mln. Dit wordt voor € 99,5 mln. veroorzaakt door onderuitputting bij de Regeling provinciale aankoop veehouderijen nabij natuurgebieden (gerichte opkoop). Het budget voor de eerste openstelling van deze regeling wordt niet in 2020 benut. Reden is dat de regeling op 3 november 2020 is gepubliceerd en provincies enige tijd nodig hebben om mede op basis van provinciale besluitvorming de middelen op te vragen.

Daarnaast vindt er een storting plaats van de in 2020 niet benutte middelen voor het Omschakelprogramma (€ 10 mln.) in de begrotingsreserve stikstof. Deze middelen blijven hiermee beschikbaar voor het Omschakelprogramma in 2021.

Tot slot blijft er naar verwachting € 0,2 mln. over op de Pilot Natuurbank. Ook deze middelen worden gestort in de Begrotingsreserve stikstof zodat deze beschikbaar blijven. Gelijktijdig met het verhogen van het budget voor de storting in begrotingsreserves leidt deze onderuitputting tot een verlaging van het opdrachtenbudget op Artikel 12 met € 99,7 mln. (gerichte opkoop en pilot natuurbank) en het opdrachtenbudget op Artikel 11 met € 10 mln. (omschakelprogramma).

Subsidies

Het verplichtingenbudget voor de Regiodeals wordt met € 49,8 mln. opgehoogd vanwege aangegane verplichtingen in 2020. Hiertoe wordt verplichtingenruimte uit 2021 naar voren gehaald. De kasuitgaven volgen in 2021.

Daarnaast wordt het verplichtingenbudget voor agrarisch natuur-en landschapsbeheer (ANLb) met € 3,9 mln. verhoogd, vanwege het verstrekken van een meerjarige subsidie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Het gaat om een subsidie voor zogenoemd demografie-onderzoek naar grutto’s. Over het financieel ondersteunen van dit onderzoek is de Kamer geïnformeerd in de Ontwerpbegroting 2021 (Kamerstuk 35 570 XIV, nrs. 1 en 2). Tot slot wordt het verplichtingenbudget vermaatschappelijking natuur en biodiversiteit naar verwachting met € 5,5 mln. verhoogd. Dit hangt samen met het vastleggen van de subsidies van de Regeling tijdelijke ondersteuning nationale parken. Hiertoe wordt verplichtingenruimte uit 2021 en 2022 naar voren gehaald. De kasuitgaven volgen in de periode van 2021 t/m 2024.

Opdrachten

Het budget (verplichtingen en kas) voor Caribisch Nederland wordt per saldo met € 2mln. verhoogd. Dit betreft een bijdrage van € 2 mln. voor de ondersteuning aan de nationale parken in Caribisch Nederland. Vanwege het wegvallen van het toerisme door de corona crisis, lopen de openbare lichamen belastinginkomsten mis waarmee zij het beheer door de natuurorganisaties financieren. Met een overbruggingsfinanciering kan het wegvallen van parkbeheerders worden voorkomen. De dekking wordt gevonden binnen de voorziene ruimte binnen het opdrachtenbudget op Artikel 12. Voor het onderdeel Vermaatschappelijking Natuur en Biodiversiteit wordt het verplichtingenbudget ten opzichte van de 2e suppletoire begroting verhoogd met € 6,3 mln. Aan Staatsbosbeheer is de opdracht verstrekt voor het uitvoeren van de Pilot Natuurbank. Het gaat om een opdracht van € 12,6 mln. De verplichting is in 2020 aangegaan, terwijl de uitfinanciering in 2020 en in 2021 plaatsvindt. Daarom is het verplichtingenbudget in 2020 met € 6,3 mln. opgehoogd. De verplichtingenruimte voor 2021 wordt hiertoe naar voren gehaald.

DIERGEZONDHEIDSFONDS

Naar verwachting zullen de uitgaven van het Diergezondheidsfonds in de slotwet opwaarts worden gewijzigd als gevolg van uitgaven aan de recente vogelgriepuitbraak. In de slotwet zullen de realisatiecijfers hiervoor zichtbaar zijn.

ONTVANGSTEN

Hieronder wordt per begrotingsartikel ingegaan op de belangrijkste ontvangstentegenvallers ten opzichte van de verwachte ontvangsten in de 2e suppletoire begroting.

Artikel 11

Provisies

De ontvangstenraming wordt verlaagd met € 1,4 mln. doordat er minder ontvangsten worden verwacht uit provisies voor de BL-(c).

Ontvangsten RVO

De dit jaar geraamde ontvangsten vanuit RVO.nl voor visserij worden pas in 2021 verwacht. Daarom wordt de raming voor 2020 met € 1,6 mln. in 2020 verlaagd.

Ontvangsten NVWA

De ontvangsten vanuit de NVWA worden vanwege een technische correctie met € 1 mln. verhoogd. Tegelijkertijd wordt het uitgavenbudget voor de Bijdrage aan de NVWA met € 1 mln. verhoogd ten opzichte van de 2e suppletoire begroting.

Rente en aflossing WR

Ten opzichte van de 2e suppletoire begroting ontvangt LNV naar verwachting € 0,5 mln. minder aan reguliere rente en aflossing door de WR. Het betreft rente en aflossing voor leningen afgesloten bij de verzelfstandiging eind jaren negentig voor door de Staat aan WR overgedragen activa.

ELFG-vorderingen

Naar verwachting vallen ontvangsten uit onregelmatigheidsvorderingen en ontvangsten uit de randvoorwaardenkorting met betrekking tot ELGF-regelingen € 1 mln. lager uit dan begroot bij de 2e suppletoire begroting.

Waarborgsommen

Naar verwachting vallen ontvangsten uit waarborgsommen € 1 mln. lager uit dan geraamd in de 2e suppletoire begroting. Dit betreft waarborgsommen die producenten aan RVO overmaken om bepaalde goederen te kunnen importeren of exporteren. Wanneer producenten echter niet aan de gestelde voorwaarden voldoen, worden deze waarborgen niet teruggestort, maar komen ze ten gunste van LNV.

Artikel 12

Landinrichtingsrente

De ontvangsten voor Landinrichtingsrente zullen naar verwachting circa € 1 mln. lager uitvallen. Dit komt doordat de raming in 2020 naar boven is bijgesteld. Naar de huidige inzichten zal deze bijgestelde raming niet volledig gehaald worden.

Verwachte verlagingen in uitgavenbudget 2020

De hierboven gemelde voorziene wijzigingen leiden tot een verhoging van het verplichtingen- en uitgavenbudget binnen de begrotingsartikelen. Volledigheidshalve worden daarnaast hieronder een aantal relevante begrotingsposten gemeld die naar verwachting aanzienlijk lager uitvallen dan geraamd bij de tweede suppletoire begroting.

Regeling tegemoetkoming land- en tuinbouwondernemers

Op 30 november is de termijn voor de aanvraag van definitieve subsidievaststelling van de tegemoetkoming voor de sierteelt en fritesaardappelen gesloten. Volgens de huidige inzichten is in eerste instantie het budgettaire beslag van de regeling sierteelt € 161 mln. en van de regeling fritesaardappelen € 38 mln. Omdat een gedeelte van deze betalingen over de jaargrens zal plaatsvinden, wordt de uitgavenraming voor 2020 met € 132,6 mln. verlaagd. De nog uit te betalen middelen blijven in 2021 beschikbaar. Daarnaast wordt er naar verwachting € 4,5 mln. terugontvangen aan verstrekte subsidievoorschotten op deze regeling.

Floriade

In de 2e suppletoire begroting is € 10 mln. toegezegd inzake een bijdrage aan de Floriade die in 2022 plaatsvindt in Almere waarvan nog niet duidelijk is of deze uitgave (in zijn geheel) in 2020 plaats zal vinden. De niet benutte middelen in 2020 blijven beschikbaar voor een bijdrage aan de Floriade.

Warme sanering varkenshouderijen

Door het grote aantal aanvragen voor de Subsidieregeling sanering varkenshouderijen (Srv) en door de complexiteit van de controles bij de varkenshouderijen, is er vertraging opgetreden in het moment van uitfinanciering. Daarom wordt de uitgavenraming met € 19 mln. verlaagd. Het verplichtingenbudget wordt naar verwachting in 2020 met € 150 mln. onderschreden. Deze middelen blijven in 2021 behouden voor de aanpak stikstof en realisatie van de gestelde doelen om stikstofemissiereductie te bereiken.

Omschakelprogramma

In de 2e suppletoire begroting is er € 10 mln. toegevoegd aan de LNV-begroting in verband met een eerste tranche aan middelen voor het omschakelprogramma. Het Investeringsfonds is een belangrijke pijler in het Omschakelprogramma. Doordat diverse aspecten nog lopen, waaronder staatssteun, kunnen de uitgaven in 2020 niet meer plaatsvinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten