Ontwikkeling rondom Eindhoven Airport 2020-2030 - aanvullend advies sturingsmodel voor geluid
Luchtvaartbeleid
Brief regering
Nummer: 2020D52555, datum: 2020-12-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31936-829).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31936 -829 Luchtvaartbeleid.
Onderdeel van zaak 2020Z25035:
- Indiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-01-12 15:15: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-13 10:15: Procedurevergadering commissie Infrastructuur en Waterstaat (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-01-25 11:00: Extra-procedurevergadering (groslijst controversieel verklaren)(via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-24 13:00: Luchtvaart (Commissiedebat), vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- 2021-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
31 936 Luchtvaartbeleid
Nr. 829 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 december 2020
Op 29 juli jl. heb ik mede namens de Staatssecretaris van Defensie uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken rond de uitwerking van het advies van de heer Van Geel «Opnieuw verbonden» over de toekomstige ontwikkeling van Eindhoven Airport tussen 2020 en 2030.1 Dit mede naar aanleiding van een bestuurlijk overleg op 1 juli jl. tussen Rijk, regionale overheden en Eindhoven Airport. Ik heb daarbij ook de toezegging gedaan om uw Kamer te informeren over komende vervolgstappen. Met deze brief doe ik mede namens de Staatssecretaris van Defensie deze toezegging gestand.
Sturingsmodel voor geluid
In de brief van 29 juli jl. is aangegeven dat ik de heer Van Geel namens de partijen van het Bestuurlijk Overleg heb gevraagd om een aanvullend advies over het sturingsmodel voor civiel geluid voor Eindhoven Airport uit te brengen. De kernvraag was om binnen de gewijzigde context, als gevolg van gewijzigde geluid- en prestatiegegevens2, een aanvullend advies uit te brengen wat voor 2030 als een ambitieus en haalbaar scenario voor Eindhoven Airport kan worden beschouwd met voldoende draagvlak in de regio. Ook is gevraagd om bij het aanvullend advies rekening te houden met het langetermijnperspectief voor Eindhoven Airport en met de gevolgen van de wereldwijde Covid19-pandemie op de luchtvaart, in het bijzonder ten aanzien van vlootvernieuwing. In een kort tijdsbestek heeft de heer Van Geel tal van gesprekken gevoerd en zijn aanvullend advies uitgebracht. Ik ben de heer Van Geel zeer erkentelijk voor zijn inspanningen die hij opnieuw heeft willen verrichten ten behoeve van het overleg en de besluitvorming over de toekomstige ontwikkeling van Eindhoven Airport. Het aanvullend advies dat de heer Van Geel aan mij heeft opgeleverd stuur ik hierbij aan uw Kamer toe3.
Hoofdlijnen van het aanvullend advies
De heer Van Geel beschrijft welke redeneerlijn hij ten tijde van zijn advies «Opnieuw Verbonden» heeft gevolgd. Hij benoemt als publiek doel van de Proefcasus Eindhoven Airport het reduceren van de geluidhinder in de omgeving van Eindhoven Airport, uitgedrukt in de berekende civiele geluidbelasting. Hij geeft aan dat hiervoor het ALARA-principe («As Low As Reasonably Achievable»)4 moet worden toegepast. Hierbij wordt niet a priori uitgegaan van krimp van het aantal vliegtuigbewegingen. Daarom moet volgens de heer Van Geel de reductie door vlootvernieuwing haalbaar zijn. De heer Van Geel bevestigt dat 60% vlootvernieuwing – en de daaruit voortkomende reductie van de geluidbelasting – nog steeds ambitieus en haalbaar is.
De heer Van Geel concludeert dat er veel onzekerheid is in de cijfermatige resultaten5 en over het herstel van de luchtvaartsector na de corona-pandemie. In plaats van het vastleggen van een reductie van de civiele geluidbelasting van 30% in 2030 adviseert de heer Van Geel een cyclische systematiek. In deze systematiek wordt telkens voor de middellange termijn (4–5 jaar) een norm vastgelegd in regelgeving, en wordt voor de lange termijn (10 jaar) een ambitieus maar haalbaar doel bepaald voor de reductie van de civiele geluidbelasting. Vervolgens wordt elke 5 jaar in een evaluatie beoordeeld of de doelen voor de lange termijn als norm vastgelegd kunnen worden in regelgeving, en wordt tevens bepaald welk nieuw doel voor de komende 10 jaar ambitieus en haalbaar is. Concreet adviseert de heer Van Geel voor 2026 (en voor de tussenliggende jaren 2023–2026) een eerste norm vast te leggen in regelgeving, maar wel de ambitie van 30% reductie van de geluidbelasting vast te houden voor 2030.
Deze systematiek biedt volgens de heer Van Geel enerzijds zekerheid voor de regio en de sector voor de lange termijn en anderzijds tijdens de evaluaties de mogelijkheid om zowel op grond van beleidsmatige als technische overwegingen de normen of doelen aan te passen. De heer Van Geel geeft vervolgens aan dat bij het vaststellen en evalueren van normen en doelen het van belang is het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO), waarin ook omwonenden zijn vertegenwoordigd, nauw te betrekken.
Vervolgtraject
Het aanvullend advies van de heer Van Geel geeft een concrete richting voor de uitwerking van het sturingsmodel voor geluid die naar mijn verwachting goed kan bijdragen aan de verdere besluitvorming rond Eindhoven Airport richting 2030. Wel zal nog moeten worden uitgewerkt hoe ambitieuze en haalbare normen voor 2026 en de tussenliggende jaren 2023–2026 kunnen worden bepaald, wat de criteria hiervoor zijn en hoe deze juridisch kunnen worden vastgelegd, waarbij rekening wordt gehouden met belangen van omwonenden maar ook voldoende perspectief wordt geboden voor Eindhoven Airport en luchtvaartmaatschappijen om te herstellen van de Covid19-pandemie. Ook zal nog moeten worden bepaald wat de graadmeters voor de evaluatie in 2026 zijn op basis waarvan een norm voor 2030 kan worden vastgelegd. De nieuwe permanente overlegstructuur, het Luchthaven Eindhoven Overleg (LEO), zal hierbij nadrukkelijk worden betrokken omdat ik het van belang vind dat de uitwerking van het sturingsmodel zorgvuldig en transparant gebeurt. Het aanvullend advies zal dienen als basis voor besluitvorming tijdens een volgend Bestuurlijk Overleg van Rijk, regionale overheden en Eindhoven Airport. Uw Kamer blijf ik over de voortgang van dit traject informeren.
Afronding Uitvoeringstafel Eindhoven Airport
Uw Kamer is met de brief van 29 juli jl. geïnformeerd over de oprichting van het Luchthaven Eindhoven Overleg. In de kabinetsreactie van 6 september 2019 is aangegeven dat er aandacht moet zijn voor een zorgvuldige overdracht van taken en activiteiten van de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport naar de nieuwe overlegstructuur. Begin september heb ik de afsluitende rapportage van de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport ontvangen. In deze rapportage is beschreven welke activiteiten zijn ondernomen en afgerond en welke activiteiten worden overgedragen aan het LEO. Ook zijn enkele aanbevelingen gedaan ten aanzien van de definitieve juridische structuur en de positionering van het Leefbaarheidsfonds Eindhoven. Ik wil graag de bij de Uitvoeringstafel betrokken partijen en personen, in het bijzonder de heer Van Geel als voorzitter, bedanken voor hun inzet voor onderzoek en uitvoering van hinderbeperkende maatregelen rond Eindhoven Airport. De afsluitende rapportage zend ik hierbij aan uw Kamer6. Ook over ontwikkelingen ten aanzien van het LEO zal ik uw Kamer blijven informeren.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga
Brief van 29 juli 2020, Kamerstuk 31 936, nr. 828↩︎
Deze zogenoemde appendices bevatten nu ook meer geluid- en prestatiegegevens van de nieuwere verkeersvliegtuigen.↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎
Zie zijn eerste advies «Opnieuw Verbonden» (april 2019), pag. 27, Kamerstuk 31 936, nr. 659↩︎
Toekomstige actualisaties van de appendices, zoals bij het MER-traject en tussentijdse evaluaties zijn sterk bepalend voor de resultaten van de geluidberekeningen.↩︎
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎