Aankondiging Civielrechtelijke regeling Srebrenica
Srebrenica
Brief regering
Nummer: 2020D53256, datum: 2020-12-17, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-26122-49).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
- Civielrechtelijke regeling ter uitvoering van het arrest van de Hoge Raad van 19 juli 2019 inzake Staat/Stichting Mothers of Srebrenica
- Toelichting op de Civielrechtelijke regeling ter uitvoering van het arrest van de Hoge Raad van 19 juli 2019 inzake de Staat/Stichting Mothers of Srebrenica
Onderdeel van kamerstukdossier 26122 -49 Srebrenica.
Onderdeel van zaak 2020Z25373:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Volgcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2021-01-21 10:30: Extra procedurevergadering commissie Defensie (groslijst controversieel verklaren) (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-01-21 13:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-28 14:45: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-04-06 15:00: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
26 122 Srebrenica
Nr. 49 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2020
Hierbij bied ik u, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, de civielrechtelijke schaderegeling aan voor de nabestaanden van de omgekomen vluchtelingen in Srebrenica1. Deze regeling wordt binnenkort gepubliceerd in de Staatscourant.
Met deze regeling geeft de Staat uitvoering aan de uitspraak van de Hoge Raad van 19 juli 2019 waarin zij oordeelde dat de Nederlandse staat is tekortgeschoten in het bieden van bescherming, tegen door Bosnische Serviërs toegebracht leed, aan een groep mannelijke vluchtelingen, die op 13 juli 1995 op de compound van Dutchbat in Potočari verbleven. De Hoge Raad verklaarde de Staat voor 10% aansprakelijk voor de schade van de nabestaanden van deze omgekomen vluchtelingen.
Nederland betreurt het verloop van deze tragische gebeurtenissen. De val van Srebrenica en de genocide die vervolgens plaatsvond markeert een zwarte periode in de geschiedenis van zowel Bosnië als Nederland. Met deze regeling hoopt de Staat tegemoet te komen aan de nabestaanden die nog dagelijks met de gevolgen geconfronteerd worden.
De schaderegeling zal worden uitgevoerd door een onafhankelijke commissie, zoals aan uw Kamer aangekondigd middels een kamerbrief op 2 juli jl (Kamerstuk 26 122, nr. 47). De commissie streeft ernaar nabestaanden vanaf 1 maart 2021 in de gelegenheid te stellen een verzoek in te dienen. De commissie zal daartoe ook een loket openen in Sarajevo.
Met deze regeling heeft de Staat tot doel op een laagdrempelige wijze een instrument te bieden aan de nabestaanden van de slachtoffers. De val van Srebrenica is en blijft een ramp voor alle nabestaanden die hun geliefden missen en de Staat is zich er terdege van bewust dat geen enkele tegemoetkoming voldoende recht doet aan het verdriet dat is geleden.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎