Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgemeenten (Kamerstuk 33529-833)
Gaswinning
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D53382, datum: 2020-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D53382).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.J.T. Renkema, voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (Ooit GL kamerlid)
- Mede ondertekenaar: E.M. Witzke, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z24732:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-12-15 16:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2020-12-16 12:30: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-17 12:00: Mijnbouw/Groningen (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
- 2021-01-26 16:30: Extra-procedurevergadering commissie EZK (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat (2017-2024)
Preview document (🔗 origineel)
2020D53382 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd over de kabinetsbrieven Wetsvoorstel «Wat na nul» – wetswijzigingen in verband met de definitieve sluiting van het Groningenveld (Kamerstuk 33 529, nr. 831), Antwoorden op vragen van de commissie Justitie en Veiligheid inzake vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid voor het jaar 2021 (Kamerstuk 35 570 VI, nr. 87) en Evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgemeenten (Kamerstuk 33 529, nr. 833).
De voorzitter van de commissie,
Renkema
De adjunct-griffier van de commissie,
Witzke
Inhoudsopgave | blz. | |
I | Vragen en opmerkingen vanuit de fracties | 2 |
II | Antwoord / Reactie van de Ministers | 14 |
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de stukken voor het oorspronkelijke notaoverleg Mijnbouw/Groningen en hebben daarover nog een aantal vragen en opmerkingen.
Waardedaling
De leden van de VVD-fractie constateren dat over de waardedalingsregeling al meermalen is gesproken. Met name over de groep Groningers die eerder met de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) een deal heeft gesloten waarvan ook waardedaling onderdeel was en die expliciet geen beroep kan doen op de nieuwe, generieke regeling van het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG), omdat er sprake was van finale kwijting. Ook niet als deze veel gunstiger zou uit kunnen vallen voor hen. In het laatste overleg over Groningen heeft de Minister, onder meer op verzoek van deze leden, toegezegd naar een aantal casussen te kijken om te bepalen of mensen «recht is gedaan». De hele situatie zit deze leden toch wel als een graat in de keel, want het is wel slecht uitlegbaar, ook al begrijpen deze leden dat er allemaal juridische haken en ogen aan kunnen zitten. Deze leden hebben naar aanleiding van de discussie in het vorige overleg nog weer een fors aantal extra casussen ontvangen.
De leden van de VVD-fractie waarderen het dat de Minister bereid is naar de casussen te kijken en vinden het goed dat er een extern onderzoek wordt gedaan om naar de problematiek te kijken. Deze leden willen graag weten wat precies de opdracht voor het onderzoek is en wie het externe onderzoek gaat uitvoeren. Deze leden lezen daarbij dat het hier om een steekproef zal gaan. Kan de Minister toelichten waarom er is gekozen voor een steekproef bestaande uit de doorgeleide signalen en uit de overige aanvragen van bewoners? Geeft de steekproef voldoende zekerheid dat de problematiek voldoende in kaart wordt gebracht? In hoeverre kan het onderzoek ook nog versneld worden? In hoeverre is een analyse van de juridische aspecten ook onderdeel van deze opdracht? Zo nee, hoe wordt dit dan bekeken? Deze leden willen voorts weten of de Minister kan bevestigen dat het gaat om het bekijken van de casuïstiek en dat mensen die nu niet iets hebben aangeleverd straks niet buiten de boot vallen, mocht er iets geregeld worden.
De leden van de VVD-fractie hebben de brief van de Onafhankelijke Raadsman gelezen over de vergoeding waardedalingsregeling IMG voor deelnemers van de oude NAM-waardedalingsregeling. Deze leden willen graag een reactie op deze brief van de kant van de Minister. Klopt het dat het in totaal gaat om ongeveer 7.000 gevallen? Deze leden begrijpen dat het Groninger Gasberaad ook een aantal vragen heeft gesteld aan de Ministeries van Economische Zaken en Klimaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en IMG over de waardedalingsregeling. Kan de Kamer een afschrift van de beantwoording ontvangen? Zo ja, wanneer? Zo nee, waarom niet?
De leden van de VVD-fractie willen ook weten wat de stand van zaken en voortgang is van de waardedalingsregeling voor het midden- en kleinbedrijf (mkb) en de agrariërs. Die wachten al veel te lang op duidelijkheid, zo menen deze leden. Er is gezegd dat daar eind 2020 duidelijkheid over zou moeten zijn vanuit IMG. Deze leden vinden dit de uiterste deadline en het zou dus niet over de jaargrens heen zou moeten schuiven. Het is nu bijna eind 2020! Wanneer kunnen mkb’ers en agrariërs duidelijkheid krijgen? Wanneer verschijnt de regeling?
Agrarische ondernemers
De leden van de VVD-fractie maken zich zorgen over agrarische ondernemers in het gebied. Hoeveel geld komt er beschikbaar voor de agrarische ondernemers van de 50 miljoen euro die is opgenomen in de regiodeal? Deze leden zijn ook benieuwd naar de stand van zaken van de uitvoering van het akkoord op hoofdlijnen van 18 maart 2020 van de agrarische tafel. Hoe is dat akkoord omgezet in concrete acties en een effectief programma voor deze sector?
De leden van de VVD-fractie merken op dat zij op 26 oktober 2020 schriftelijke vragen hebben gesteld over lekkende mestkelders1. Deze leden vinden dat een zorgelijke situatie. Ook daar moet duidelijkheid over komen. Het kan niet zo zijn dat er alleen maar gekeken wordt naar de gevolgschade en dat die dan met duizend euro wordt afgedaan, want daar kun je een mestkelder niet van herstellen. Deze leden hebben gevraagd om de schriftelijke vragen voor het vorige debat te beantwoorden, dat is niet gebeurd. Waarom duurt de beantwoording van deze schriftelijke vragen zo lang? Kunnen de schriftelijke vragen van deze leden op zo kort mogelijke termijn worden beantwoord? Kan de Minister de agrarische ondernemers duidelijkheid over die situatie geven?
Sociaal-emotionele ondersteuning
De leden van de VVD-fractie vinden dat de evaluatie van de GGD van de sociaal-emotionele gevolgen van de aardbevingen en alles wat daarmee samenhangt, duidelijk aangeeft dat ondersteuning zeker nodig is. Kan de Minister aangeven waar nog lacunes zitten, waar nog behoefte aan is en wat het beste heeft gewerkt? In de bestuurlijke afspraken aardbevingsgebied Groningen van 6 november 20202 zijn aanvullende middelen vrijgemaakt voor sociaal-emotionele ondersteuning. De Kamer wordt hierover in het eerste kwartaal van 2021 geïnformeerd. Is dat ook te versnellen? Kan daarvoor een meer concreet moment worden aangegeven? In hoeverre is er ook aandacht voor preventie? Zo ja, hoe en op welke manier?
Overig
De leden van de VVD-fractie hebben in eerdere overleggen gevraagd naar de stroomlijning van een aantal processen om de versterking gemakkelijker op gang te brengen en te versnellen. Dat gaat om vergunningsprocedures, om ruimtelijke ordening, maar ook om de Natuurbeschermingswet. Daar is een soort principeafspraak over gemaakt in de regiodeal, maar eerder gaven deze leden aan deze afspraken nogal vaag te vinden. In het wetgevingsoverleg op 12 november 2020 is toegezegd dat de Kamer in het eerste kwartaal van 2021 en zo mogelijk voor 1 februari nader wordt geïnformeerd over de afspraken met betrokken partijen over de stroomlijning van vergunningen, in het bijzonder vergunningen in het kader van de Natuurbeschermingswet. Kan de Minister al iets zeggen over de voortgang op dat punt?
De leden van de VVD-fractie willen verder weten wat de stand van zaken is van de situatie in Woltersum, in het bijzonder over de 4-op-een-rij. Hierover zou redelijk snel duidelijkheid kunnen zijn of komen. Wat is er tot nu toe gebeurd? Wat is er in de afgelopen paar maanden gebeurd?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken voor het schriftelijk overleg Mijnbouw/Groningen en hebben nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie merken op dat het de afgelopen maanden bij debatten over de versterkingsoperatie vaak ging over duidelijkheid en snelheid. Er zijn bestuurlijke afspraken gemaakt, deze leden horen graag van de Minister hoever het daarmee staat. Krijgen de dertienduizend mensen nog dit jaar de beloofde brief? Deze leden merken verder op dat volgens onderzoek van onderzoekscollectief Gronings Perspectief blijkt dat de samenhang in dorpen en buurten met name onder druk staat door de versterkingsoperatie. De onduidelijkheid over de versterkingsopgave veroorzaakt stressklachten. Dit onderstreept voor deze leden nogmaals het belang van duidelijkheid en snelheid in de versterkingsoperatie. Deze leden vragen de Minister daarom om hen eens mee te nemen in wat er het afgelopen half jaar is gebeurd qua versnelling van het versterkingsproces. Hoeveel woningen zijn er de afgelopen zes maanden daadwerkelijk versterkt? Is er daarbij een versnelling te zien ten opzichte van de zes maanden daarvoor? En wat zijn de verwachtingen voor het komende jaar?
De leden van de CDA-fractie lezen in antwoorden van de Minister op hoe het bewijsvermoeden in de praktijk moet worden toegepast en wanneer het vermoeden als voldoende weerlegd kan worden beschouwd dat dit, mede op basis van de toepasselijke jurisprudentie, de praktijk en wetenschappelijke inzichten door het IMG moet worden bepaald. Het IMG kan daarbij gebruik maken van onafhankelijke deskundigen. Deze leden wijzen erop dat ook voor het gebied rondom de gasopslag Norg het wettelijk bewijsvermoeden (omgekeerde bewijslast) geldt. In de zomer hoorden deze leden signalen van inwoners uit dit gebied dat er bij hen zorgen leven over de afhandeling door het IMG waaruit volgens hen willekeur bleek. Aan de rand van het Groningenveld en bij de gasopslag bij Norg waren steeds meer afwijzingen van schadeclaims. In september is vervolgens de afhandeling van zo'n 1250 schademeldingen tijdelijk stilgelegd, zodat het IMG een en ander kon onderzoeken. Deze leden zijn benieuwd wat dat onderzoek (tot nu toe) heeft opgeleverd. Kan de Minister daarop ingaan? Zijn er al resultaten van het onderzoek bekend? Wat zijn deze? Wanneer zal de afhandeling van schademeldingen in dit gebied worden hervat?
De leden van de CDA-fractie constateren dat in de bestuurlijke afspraken Groningen 135 miljoen euro beschikbaar is voor de woningcorporaties voor woningverbetering en dat daarvan 750 euro per huishouden rechtstreeks naar de huurders gaat. Deze leden horen echter dat voor huurders die voor 1 november 2020 zijn verhuisd naar een wisselwoning én die daar nu nog wonen de compensatieregeling huurders niet goed uit lijkt te vallen. De betreffende woningcorporatie biedt deze huurders uit Middelstum een hogere vergoeding aan, maar sluit hen in dat geval wel uit van de aanvullende pakketten voor wandafwerking en stoffering. Deze leden willen de Minister graag vragen wat zij nog voor deze bewoners zou kunnen betekenen. Welke mogelijkheden ziet zij om hen tegemoet te komen in deze situatie? Dit duurt al zo lang voor hen en deze leden vinden de handelwijze van de woningbouwcorporatie echt onverteerbaar. Waarom doen ze dit zo?
De leden van de CDA-fractie merken op dat de Minister in zijn brief over wetswijzigingen in verband met de definitieve sluiting van het Groningenveld schrijft dat deze wijzigingen uitsluitend betrekking op het aanpassen van de Gaswet en Mijnbouwwet in verband met het einde van de inzet van het Groningenveld en niet op de publiekrechtelijke afhandeling van schade en versterken. Dat lijkt deze leden duidelijk. Maar de Minister schrijft ook dat «mogelijke consequenties van de wijzigingen voor de Tijdelijke wet Groningen (wet versterking) vroegtijdig worden gesignaleerd en opgepakt». Kan hij verduidelijken wat hiermee wordt bedoeld? Op welke mogelijke consequenties doelt de Minister hier? Waar moeten deze leden daarbij aan denken? Wat zal er gebeuren met mogelijke consequenties die worden gesignaleerd? Hoe worden die opgepakt?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brieven behorende bij het schriftelijk overleg Mijnbouw/Groningen van 17 december 2020. Deze leden willen de Ministers hier nog enkele vragen over stellen.
De leden van de D66-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de brief over het wetsvoorstel «Wat na nul» en zijn verheugd dat het einde van de gaswinning in het Groningenveld jaren eerder dan verwacht in zicht is. Deze leden benadrukken het belang van een zorgvuldige afronding van de winning uit het Groningenveld en een goed plan voor de periode na sluiting. De Minister geeft aan dat alternatieven voor het Groningenveld als reservemiddel worden onderzocht. Zoals meerdere malen aangegeven zouden deze leden graag zien dat het Groningenveld niet meer als reservemiddel nodig is. Deze leden vragen de Minister welke alternatieven dit zijn en wanneer hij verwacht om hier duidelijkheid over te geven aan de Kamer. In welke situaties is een reservemiddel nodig? Hoe vaak komen deze situaties voor? Wat zijn de gevolgen voor de leveringszekerheid als er geen reservemiddel beschikbaar zou zijn? Zouden deze gevolgen ook gemitigeerd kunnen worden met een tijdelijke aanpassing van de vraag naar energie en wat zijn hier de mogelijkheden voor?
De leden van de D66-fractie willen nogmaals benadrukken dat de veiligheid en de bijbehorende verplichtingen voor herstel en versterking centraal moeten staan in zowel fase 1 als fase 2 van het geschetste wetsvoorstel «Wat na nul». Deze leden vragen de Minister wat de verwachting is van het aardbevingsrisico in fase 1 en fase 2. Kunnen er door de mijnbouwactiviteiten ook op lange termijn nog aardbevingen plaatsvinden, nadat fase 2 is afgerond? Waar kunnen bewoners tijdens en na fase 1 en 2 terecht voor herstel en versterking? De voorgenoemde leden zien uit naar de verdere uitwerking van het wetsvoorstel en vragen de Minister om de Kamer regelmatig te informeren over de voortgang.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief over de evaluatie sociaal-emotionele ondersteuning in aardbevingsgebieden en de besteding van de 5,4 miljoen euro voor dit doel aan gemeenten beschikbaar gestelde budget. Deze leden vinden het zorgwekkend dat alhoewel er een licht stijging te zien is in het vertrouwen in instanties, het vertrouwen in de overheid laag blijft. Ook vinden deze leden het ernstig dat op gebied van meervoudige schade weinig vooruitgang wordt gezien en specifiek naast de aardbevingen de versterkingsoperatie wordt genoemd als grote stressfactor. Deze leden zien daarom ook het belang van de extra middelen. Deze leden benadrukken wel het belang van de effectiviteit van de inzet van deze middelen moet worden gemonitord zodat er waar nodig bijgestuurd kan worden zodat Groningers echt sociaal-emotioneel ondersteund worden. In de brief van de Minister verwijst zij dat op «30 juni jl. heeft Groningen Perspectief een laatste rapport uitgebracht». Betekent «laatste rapport» dat er geen evaluaties meer gedaan gaan worden? Zo ja, waarom niet? Zo nee, wanneer wordt de volgende evaluatie uitgevoerd?
De leden van de D66-fractie hebben reeds vragen gesteld over de waardeverminderingsregeling tijdens het wetgevingsoverleg over de wijziging van de Mijnbouwwet (het verwijderen of hergebruiken van mijnbouwwerken en investeringsaftrek) op 15 december 2020. De nieuwe waardedalingsregeling heeft geleid tot een gevoel van onrecht bij een groep burgers die eerder akkoord zijn gegaan met een bod van de NAM. Deze leden willen hier nogmaals benadrukken dat deze mensen recht moet worden gedaan en dat zij uitkijken naar de resultaten van het onafhankelijke onderzoek in maart 2021. In lijn met de in het wetgevingsoverleg ingediende motie-Sienot c.s.3 benadrukken deze leden dat er kort nadat de resultaten van het onderzoek behandeld zijn in de Kamer, de (voormalig) bewoners die gebruik hebben gemaakt van de regeling van de NAM snel duidelijkheid gegeven moet worden over eventuele vervolgstappen.
De leden van de D66-fractie vragen de Minister naar de status en tijdlijn van een drietal zaken gerelateerd aan mijnbouw onder de Waddenzee: ten eerste het advies over mijnbouw met de hand op de kraan, ten tweede een, door het Koninklijk Nederlandse Meteorologisch Instituut (KNMI) mede-opgesteld, scenario voor zeespiegelstijging om «gebruiksruimte» voor mijnbouw onder de Waddenzee te kunnen vaststellen en tot slot de herziening van de vergunningsverlening voor mijnbouw onder de Waddenzee.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie zijn positief over de toezeggingen van de Minister over de gedupeerden die bij de verkoop van hun huis een waardedalingsregeling zijn aangegaan met de NAM en gaan ervan uit dat degenen die onterecht een lagere compensatie hebben gekregen op korte termijn een hogere compensatie zullen ontvangen. Deze leden dringen aan op een snelle en rechtvaardige oplossing van dit probleem en zullen ook diverse moties rondom dit probleem die deze week zijn ingediend steunen.
De leden van de GroenLinks-fractie zien graag een uitgebreide reactie van de Minister op het recente onderzoek van dr. Katherine Stroebe en prof. dr. Tom Postmes van de Rijksuniversiteit Groningen over de professionals die betrokken zijn bij de versterkingsoperatie.4 Uit dit onderzoek blijkt dat de complexiteit van de versterkingsoperatie, maar ook slechte communicatie, afstemming en overzicht de professionals in een lastig pakket brengen, waar uiteindelijk de bewoners van het aardbevingsgebied de dupe van zijn. Kan de Minister reageren op dit onderzoek en in gesprek gaan met de onderzoekers over mogelijke oplossingen?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de injectieputten in Rossum. In de eerdere beantwoording over dit onderwerp wordt gemeld dat de uitgevoerde putmetingen «geen aanleiding tot ongerustheid geven».5 Op dit moment is NAM bezig met de opbouw van een boortoren op de locatie Tramweg om een binnenbuis te repareren. Hoe ziet het putintegriteitsysteem van NAM-injectieputten eruit en hoe houdt Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) hier toezicht op? Wat is de aanleiding om één injectieput op deze locatie te vervangen? Waarom niet allebei de injectieputten op deze locatie? Is de Minister bereid om, wanneer de oude injectieputonderdelen aan de oppervlakte zijn gebracht, deze onafhankelijk te laten onderzoeken en het cementomhulsel dat om de put zit, nauwkeurig te laten inspecteren door SodM? Is de Minister van mening dat tijdens dit onderzoek geen putonderdelen in de put mogen worden gebracht? Zo nee, waarom niet? Worden de andere injectieputten in Rossum (Bentertsteeg en de Schipweg) ook gerepareerd? Zo ja, wanneer?
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich ook zorgen over de horizontale leidingen op en naar de NAM-locaties. Op de NAM-locatie Tramweg is bijvoorbeeld ruim een jaar gewerkt om de horizontale leidingen te vervangen vanwege een, niet onder controle gekregen, corrosie. Wat was de wanddikte van die leidingen alvorens zij werden vervangen? Hoeveel wanddikte is er over op de andere injectielocaties in Rossum? Wat is de toestand van de transportleiding tussen Schoonebeek en Twente? Is die leiding in de afgelopen jaren al een keer onderworpen aan een onderzoek? Zo ja, wat is daarvan de uitkomst? De NAM zou bezig gaan met het schoonmaken van het olie-afval dat in plaats zou moeten komen van het injecteren van dit afval. Wat is de stand van zaken hierin en hoe verhouden de financiële inspanningen van NAM voor het injecteren zich tot de schoonmaakexperimenten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie
De leden van de SP-fractie hebben met teleurstelling kennisgenomen van het omzetten van een mondeling debat in een schriftelijk overleg. Het is voor deze leden onbestaanbaar dat de verzwaring van maatregelen betreffende corona wordt aangegrepen om een debat dat direct veranderingen zou kunnen betekenen voor gedupeerden in Groningen, niet door te laten gaan.
De leden van de SP-fractie zijn tevens ontstemd over het feit dat er voor tienduizenden Groningers nog steeds geen oplossing is. Of mensen nu geen of te weinig rechtvaardige compensatie van de waardedaling krijgen, ze al jaren vechten voor herstel van hun kapotgemaakte huis, ze in een onveilig huis wonen, ze ziek gemaakt zijn door de manier waarop de overheid met hen om is gegaan, exact honderd maanden na de beving bij Huizinge is de ellende voor velen groot, zo menen deze leden.
De leden van de SP-fractie willen de verschillende onderdelen van de situatie in Groningen benoemen en daar vragen over stellen. Deze leden beginnen met de schadeafhandeling. Die loopt, zo concluderen deze leden op basis van vele contacten in het gebied, nog steeds niet goed voor veel gedupeerden. De eenvoudige schades worden snel en vlot afgehandeld, maar juist de complexe situaties blijven maar voortduren. Het hoofd van de schadeafdeling van het IMG zei op 10 december 20206 dat een grootschalige renovatie van het gebied noodzakelijk is. Hij zei zelfs dat veel schade die nu wordt vergoed eigenlijk zinloos is om te herstellen als niet ook de onderliggende problematiek van de fundering wordt mee genomen. Hij riep het kabinet op tot het inrichten van een Deltaplan om Groningen uit het moeras te trekken. De overheid moet ervoor zorgen dat de funderingsproblematiek wordt aangepakt, zo meent hij. Wat is de reactie van de Minister op deze uitlating van de baas van het IMG? Welke maatregelen gaat de Minister treffen om schade aan funderingen te herstellen om nieuwe schades verder zoveel mogelijk te voorkomen? Hoe staat het met de uitvoering van de motie-Beckerman over eventuele aanvullende middelen om funderingsproblemen op te lossen?7 Hebben IMG en NCG de ruimte om aanvullende middelen in te zetten om de fundering aan te pakken? Wordt door het IMG bijgehouden hoeveel schades betrekking hebben op funderingsproblematiek? Zo nee, gaat dit gebeuren? Zo ja, wat wordt er mee gedaan? Ook vragen deze leden wanneer de schadeafhandeling aan de randen van het gebied wordt hervat. Op maandag 31 augustus 2020 werden 1.250 schadeafhandelingen stilgelegd aan de «randen bevingsgebied» in afwachting van het advies van TNO en de Technische Universiteit Delft. Is dit advies er inmiddels? Zo ja, hoe luidt dat advies? Hoe en wanneer worden gedupeerden hierover geïnformeerd?
De leden van de SP-fractie zien door de waardedalingsregeling nieuwe ongelijkheid en nieuw onrecht ontstaan. Er zijn gedupeerden die nu geen waardedaling vergoed krijgen. Zo kunnen gedupeerden met een zwaar beschadigd huis worden uitgesloten door de gekozen systematiek, of mensen ontvangen te weinig door diezelfde systematiek. Maar ook de mensen die hun huis «onder water» verkochten en het aanbod van de NAM accepteerden bij gebrek aan een andere mogelijkheid worden nu uitgesloten voor deze waardedalingsregeling. Er zijn ook gedupeerden die zijn uitgesloten voor de waardedaling omdat ze in een sloop/nieuwbouw traject zitten. Dan zijn er nog een aantal mensen die behoren tot de groep van 88 bewoners die wel waardedaling hebben ontvangen, in bijvoorbeeld Ten Post, maar anderen krijgen niets terwijl deze mensen naast elkaar wonen. Wat is de reactie van de Minister op deze ongelijkheid tussen mensen? Hoe denkt de Minister hier een positieve wending aan te kunnen geven? Deze leden begrijpen niet zo goed waarom de Minister wil onderzoeken of mensen inderdaad onvoldoende gecompenseerd zijn. Zijn de vele verhalen niet een soort onderzoek op zich? Welke waarde hecht de Minister aan deze verhalen? Is inmiddels bekend wie dat onderzoek gaat uitvoeren? Zo nee, wanneer is dat wel bekend? Kan de onderzoeksopzet en opdracht naar de Kamer worden gestuurd? Worden de resultaten ook gedeeld met de Kamer? Zo ja, wanneer? Wat gaat het onderzoek kosten? Deze leden willen nadrukkelijk verzoeken al deze stukken openbaar te maken.
De leden van de SP-fractie zijn van mening dat er met een onderzoek weer veel tijd verloren gaat. Voor veel van deze mensen komt dit bovenop de strijd voor schadeafhandeling en/of versterking waar ze al langdurig mee te maken hebben. Waarom besluit de Minister niet om het probleem in één keer op te lossen, zoals de Onafhankelijk Raadsman adviseert? Al vaak vroegen deze leden aandacht voor de positie van huurders. Na meerdere aangenomen moties komt er eindelijk een betere regeling voor hen. Helaas hebben deze leden geconstateerd dat er toch weer een groep tussen wal en schip dreigt te vallen wanneer het om de waardedalingsregeling gaat. Het gaat daarbij om de groep huurders die al voor 1 november 2020 is verhuisd naar de wisselwoning. Juist de groep uit Middelstum die zo hard heeft gestreden voor de betere regeling voor huurders valt nu zelf buiten de boot. Hoe gaat de Minister regelen dat deze groep alsnog gecompenseerd gaat worden?
De leden van de SP-fractie concluderen wat betreft de versterkingsoperatie dat, na het fiasco van de uitvoering in 2019, 2020 weer een verloren jaar voor velen lijkt te zijn. In verschillende buurten en dorpen heeft de huidige manier van versterkingsaanpak meer kwaad dan goed gedaan. Gedupeerden zijn het vertrouwen kwijt, velen hebben gezondheidsproblemen, er zijn verschillende conflicten tussen mensen, maar een veilig huis hebben velen nog niet. Deze leden zijn ronduit verontwaardigd over de onwil van de Minister om een crisisaanpak te organiseren. Deze leden willen specifiek aandacht vragen voor de mensen in Woltersum. Bijvoorbeeld de zogenaamde 4-op-een-rij. In september 2020 vroegen deze leden al aandacht voor deze groep, omdat al in september 2019 de Minister beloofde deze mensen te ondersteunen met hun eigen initiatief. Deze belofte werd niet nagekomen. Afgelopen september deed de Minister weer een belofte. Er zou zo snel mogelijk duidelijkheid komen. De afspraak van 4-op-een-rij met de NCG werd door NCG afgezegd en die moet nog steeds opnieuw gemaakt worden. Wat gaat de Minister doen voor deze groep mensen, voor wie nu dus al weer vier maanden niets is gedaan? Staat deze groep nog op het netvlies van de Minister? Waarom worden deze mensen nu genegeerd? Waarom worden afspraken niet nagekomen? Wat is er in die tijd gebeurd voor hen? Welke daden in plaats van woorden gaat de Minister voor deze vier verrichten? En voor de andere groepen? Op welke datum heeft welke groep uit het Bestuursakkoord duidelijkheid? Wat is de staat van de interventieteams waarover in september door en met de Kamer over werd gesproken? Gaan die er komen? Wie stelt die teams dan samen?
De leden van de SP-fractie zijn geschrokken van de resultaten van het rapport van Gronings Perspectief over het verloop van de versterkingsoperatie door de ogen van professionals met een coördinerende of uitvoerende rol.8 Zo lezen deze leden dat de professionals het versterkingsproces complex noemen en dat de veranderingen in de inrichting van het proces volgens hen nog extra complicerend en vertragend werkt. Daardoor neemt onrecht en ongelijkheid toe. Gronings Perspectief heeft grote zorgen over de communicatie binnen het dossier, het ontbreekt aan overzicht of afstemming in het proces. Ook geven de professionals aan dat door de steeds veranderende spelregels buurtconflicten ontstaan. Professionals zelf vinden hun positie moeilijk. Ze kunnen de veranderingen die tot ongelijkheid leiden niet meer uitleggen aan bewoners. Deze leden hebben hierover enkele vragen. Hoe kan het dat bij de NCG financiële garanties ontbreken? Wat vindt de Minister ervan dat de experts, de vele partijen en bureaucratie tot stroperige processen leiden? Hoe bestaat het dat professionals het beleid niet uitlegbaar vinden? Wat vindt de Minister daarvan? Hoe gaat de Minister de knelpunten in de begeleiding van bewoners oplossen? Bewoners hebben bijvoorbeeld met verschillende begeleiders te maken. Het is goed dat er inmiddels meer aandacht is voor de psychosociale kant van bewoners, maar de invulling zou anders moeten. Hoe gaat de Minister laagdrempelige zorg inrichten? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat nog meer buurtconflicten worden voorkomen? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat aanwezige buurtconflicten worden aangepakt? Wie gaat de Minister daar verantwoordelijk voor maken?
Hoe gaat de Minister de problemen in de communicatie verbeteren? Hoe gaat de Minister ervoor zorgen dat iedereen met «een eigen stukje» bezig is? Dat iedereen met «een eigen stukje» onderling communiceert? Dat er eenduidig naar bewoners wordt gecommuniceerd?
De leden van de SP-fractie hebben vernomen dat uit de jaarlijkse peiling van Vereniging Eigen Huis (VEH) blijkt, dat het vertrouwen onder de huiseigenaren nog steeds ongekend laag is. 28% staat ronduit negatief tegenover het Bestuursakkoord en 60% van de eigenaren staat er afwachtend tegenover. Slechts 12% is positief gestemd. Gaat de Minister de oproep van VEH uitvoeren en bewoners zo snel mogelijk informeren over de gevolgen van het Bestuursakkoord? Wordt er professionele hulp geregeld voor bewoners wanneer ze voor complexe keuzes staan? Wordt volledige garantie gegeven als blijkt dat bewoners tekort worden gedaan door het akkoord? Deze leden vragen waarom deze mensen, zes weken na de presentatie van dat akkoord, nog steeds geen concrete informatie hebben. Hoe wordt de volgorde bepaald voor het versturen van specifieke informatie op adresniveau? Waarop is die volgorde gebaseerd? Wat is de stand van zaken betreffende het Bestuursakkoord? Wie werkt aan de uitwerking? Wanneer is dat gereed? Wie is er uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van dit Bestuursakkoord? Wie hakt uiteindelijk de knopen door?
De leden van de SP-fractie willen van deze mogelijkheid ook gebruik maken om te vragen naar verduidelijking van de cijfers uit de beantwoording van de vragen over najaarsnota.
Klopt het dat er voor 1127 versterkte en 234 nieuwbouwwoningen in totaal ruim 1,2 miljard euro (920 miljoen euro tot en met 2018 en 297 miljoen euro in 2020) is uitgegeven? Zo ja, is de Minister het dan eens met deze leden dat de kosten per woning dan neerkomen op bijna 900.000 euro per woning? De gemiddelde herbouwwaarde van een woning is circa 340.000 euro. Betekent dit dat de overheadkosten per versterkte of nieuwgebouwde woning meer dan een half miljoen zijn? Worden die kosten ook door de NAM betaald?
De leden van de SP-fractie willen tot slot met klem vragen of, honderd maanden na Huizinge, de Minister in 2021 goede voornemens ook eindelijk gaat uitvoeren. Deze leden wensen dat een crisisaanpak tijdens de behandeling van het wetsvoorstel wijziging van de Tijdelijke wet Groningen in verband met de versterking van gebouwen in de provincie Groningen9 wordt aangenomen, zodat de Minister een beetje kan herstellen wat zij in de afgelopen periode kapot heeft gemaakt.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsbrieven en hebben hier enkele vragen en opmerkingen over.
De leden van de PvdA-fractie vragen of de Minister in wil gaan op de 27 vragen van het Groninger Gasberaad over de waardedalingsregeling. Waarom kiest de Minister ervoor extern advies in te winnen, het is toch zo klaar als een klontje dat mensen die schikten met de NAM het verschil met de waardedalingsregeling gecompenseerd behoren te krijgen? Waarom volgt de Minister het advies van de Onafhankelijk Raadsman niet op?
De leden van de PvdA-fractie vragen hoe lang de wachttijd na melding nu is. Klopt het dat bewoners nog steeds brieven krijgen dat pas na vijftien maanden iemand komt kijken? Waarom is dit nog steeds niet op orde? Wie is aanspreekbaar op het Bestuursakkoord? Wanneer krijgen mensen individueel nou eindelijk eens duidelijkheid over hun huis? Deze leden vragen tevens waarom de situatie aan de Kollerijweg in Woltersum nog steeds niet is opgelost, terwijl de Minister toezegde dat dit snel zou gebeuren. Waarom worden mensen zo lang aan het lijntje gehouden? Ook vragen deze leden hoe het kan dat er nog altijd discussie is over funderingen en mestkelders. Waarom wordt niet onverkort gekozen die schades altijd en volledig te vergoeden?
Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brieven van de Ministers en hebben nog enkele vragen en opmerkingen.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen de Minister allereerst wijzen op het onderzoeksrapport «Professionals over de versterkingsoperatie: verloop en impact op bewoners en gemeenschappen».10 Hierin wordt zeer kritisch gesproken over de rol van de overheid in het verloop van de versterkingsoperatie en wordt pijnlijk duidelijk wat de impact is op bewoners en gemeenschappen. De grote belasting maakt inwoners -en moe en geeft professionals een gevoel van machteloosheid. Buurtconflicten worden aangewakkerd en er is sprake van falende communicatie en financiële onzekerheid. Deze leden verwachten zo spoedig mogelijk een reactie van de Minister op dit rapport waarin puntsgewijs de genoemde knelpunten aan de orde komen, welke lessen de Minister hieruit trekt en wat de Minister voornemens is daaraan te gaan doen. Wanneer kunnen deze leden deze reactie tegemoetzien?
De leden van de ChristenUnie-fractie nemen met interesse kennis van de brief over het wetsvoorstel «wat na nul» in verband met de definitieve sluiting van het Groningerveld. Deze leden zijn blij met de wettelijke stop op gaswinning uit het Groningerveld die hiermee gerealiseerd gaat worden. Deze leden vragen welke stappen in de wetsbehandeling de huidige Minister nog zou kunnen nemen voor maart 2021 en of versnelling mogelijk is. Verder vragen deze leden welke alternatieven voor de opvang van de reservefunctie van het Groningerveld op dit moment worden overwogen. Heeft de opvang van de reservefunctie ook een afbouwpad? Kan deze worden versneld of aangevuld door de verdere introductie van duurzame alternatieven voor gaswinning? De Minister spreekt over het komen tot een nieuwe risicoanalyse, welke rol gaat deze nieuwe risicoanalyse spelen bij de versterkingsoperatie?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben een peiling ontvangen van VEH, waaruit blijkt dat de grootste groep van de bewoners in het aardbevingsgebied erg afwachtend staat tegenover het Bestuursakkoord van ruim 1,5 miljard euro. Ze verkeren in grote onzekerheid over wat dit voor hun situatie concreet gaat betekenen: «In welke categorie val ik? Krijg ik een versterkingsbudget en welke vrijheden of restricties zijn daar dan aan verbonden? Hoe moet ik dit allemaal gaan aanpakken? Wordt mijn huis niet fundamenteel versterkt of mag ik daar alsnog voor kiezen? Of is dit uiteindelijk toch niets anders dan een ordinaire afkoopsom?» Deze leden vragen daarom aan de Minister om zo snel mogelijk duidelijkheid te geven aan bewoners over de concrete gevolgen van het Bestuursakkoord voor hun persoonlijke situatie, liefst gekoppeld aan een termijn. Ook vragen deze leden de Minister ondersteuning te regelen bij de complexe keuzes die gemaakt moeten worden door bewoners.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister over zandsuppleties.11 De Minister geeft aan dat extra zandsuppleties nodig zijn als gevolg van gaswinning op de Waddenzee en dat elke suppletie ecologisch beoordeeld wordt. Ook geeft de Minister aan dat er soms apart een vergunning wordt aangevraagd voor suppletie, als niet aan de eisen van het Natura 2000-beheerplan wordt voldaan. Deze leden zien liever dat de oorzaak van de noodzaak tot zandsuppletie wordt weggenomen, namelijk de gaswinning zelf, evenals overige mijnbouwactiviteiten. Wat deze leden betreft kan in ieder geval geen sprake zijn van nieuwe winningen. Hoe beoordeelt de Minister het verzoek van de provincie Fryslân in reactie op de Waddenagenda 2050 om de mijnbouwactiviteiten in het Waddengebied eerder te beëindigen? Is de Minister bereid om scenario’s daarvoor in kaart te brengen? Wordt bij de besluiten tot de hoeveelheid gaswinning op de Waddenzee ook rekening gehouden met de noodzaak tot extra zandsuppletie en wordt de ecologische impact daarvan meegewogen? Hoeveel van deze aparte vergunningen die niet kunnen voldoen aan de Natura 2000-beheerplannen worden er aangevraagd en op welke locaties hebben deze aanvragen betrekking?
De leden van de ChristenUnie-fractie herinneren de Minister eraan dat een aantal zaken betreffende mijnbouw voorafgaand aan de verkiezingen naar de Kamer zullen worden verzonden: advies over mijnbouw met de hand aan de kraan, een, mede door het KNMI opgesteld, scenario voor zeespiegelstijging om «gebruiksruimte» voor mijnbouw onder de Waddenzee te kunnen vaststellen en een in een eerder debat door de Minister aangekondigde herziening van de vergunningverlening voor mijnbouw onder de Waddenzee. Worden deze documenten inderdaad op korte termijn naar de Kamer gezonden?
De leden van de ChristenUnie-fractie danken de Minister voor de schriftelijke antwoorden op de vragen gesteld tijdens de recente vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid. Deze leden vragen wat de verschillen in compensatie in praktijk zijn van mensen die acht jaar geleden schade hebben geleden en gemeld. De Minister geeft aan dat deze mensen hun schadeafhandeling nog bij de NAM moeten doen. In hoeverre hebben deze mensen een beroep kunnen doen op het bewijsvermoeden? Hoeveel bewoners zijn er die het gevoel hebben dat hun schade nog niet helemaal is gecompenseerd? Wat kan de Minister betekenen voor deze mensen? Wat gebeurt er in het geval van dusdanig trage afhandeling dat er schades verergerd zijn? Deze leden vragen in het kader van het omkeren van het bewijsvermoeden wat de Minister precies bedoelt met de volgende zin: «Dat betekent dat ook wanneer het bewijsvermoeden van toepassing is nog steeds bezien moet worden of de schade niet toch een andere oorzaak heeft dan bodembeweging door mijnbouw.» Betekent dit dat in elke casus alsnog wordt gekeken wat de oorzaak is van de geleden schade? Deze leden achten het logisch dat allereerst wordt gekeken of de schade redelijkerwijs zou kunnen zijn veroorzaakt door de aanleg of exploitatie van het Groninger gasveld en zo ja, dat daar dan ook vanuit wordt gegaan. Deze leden willen dat bewoners, wanneer het bewijsvermoeden van toepassing is, niet verder belast worden met een twistgesprek over welke andere mogelijke oorzaken er voor de schade zou kunnen zijn. Deze leden vragen wie de bewijslast draagt in deze gevallen en of hierdoor in de praktijk niet alsnog een gedeelte van de bewijslast bij de bewoner ligt. Deze leden vragen tevens waarom er bij schademeldingen waar het bewijsvermoeden van toepassing is, niet direct gekozen wordt voor compensatie.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de evaluatie van de sociaal-emotionele ondersteuning in het aardbevingsgebied. Deze leden zien de verbetering van de geestelijke zorg in het aardbevingsgebied als zeer dringend en noodzakelijk. De inrichting van een bestuurlijke tafel sociaal en gezondheid zien de leden als een stap in de goede richting. Deze leden vragen wie de deelnemers zijn aan deze tafel en hoe breed er gekeken wordt. Is hier ook plek voor bijvoorbeeld kerken en instanties als schuldhulpverlening en voedselbank, welke een belangrijke signaalfunctie hebben als het gaat om kwetsbare mensen in de samenleving? Deze leden lezen dat verschillende gemeenten verschillende aanpakken kennen als het gaat om de ondersteuning van geestelijke hulpverlening. Wordt ook tussen gemeenten ervaringen uitgewisseld en worden succesvolle aanpakken overgenomen? Zo ja, hoe is dit georganiseerd? Daarnaast lezen deze leden dat de middelen met name worden ingezet ter aanvulling van de zorginfrastructuur en uitbreiding van kennis van iedere maatschappelijk betrokkene die daar behoefte aan heeft. Deze leden vragen in hoeverre er ook wordt gekeken naar de ondersteuning van de zorgprofessional zelf en de bestaande zorginfrastructuur. Is geïnventariseerd waar zij behoefte aan hebben? Hoe wordt voorkomen dat een vraag naar geestelijke ondersteuning onnodig gemedicaliseerd wordt?
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben een afschrift ontvangen van de brief van de Onafhankelijk Raadsman aan de Minister d.d. 15 december 2020 over de waardedalingsregeling. Hierin komen woorden als «onrecht» en «ongelijkheid» aan de orde. Dit zijn dezelfde woorden als in het hierboven genoemde onderzoeksrapport «Professionals over de versterkingsoperatie: verloop en impact op bewoners en gemeenschappen». Ook hier wordt gesteld dat «onrecht» en «ongelijkheid» toenemen. Deze leden vinden deze gang van zaken onaanvaardbaar naar bewoners. De overheid is juist geroepen om recht te doen, om mensen zoveel mogelijk gelijk te behandelen en om breuklijnen te herstellen. Deze leden zien dan ook graag een afschrift van het antwoord aan de Onafhankelijk Raadsman tegemoet, waarin wordt aangegeven op welke wijze de breuklijnen die zijn ontstaan door aangepaste regels voor de waardeverminderingsregeling hersteld worden.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben tot slot enkele vragen over de opsporingsvergunningen koolwaterstoffen van Vermilion. Deze leden hebben vernomen dat op de website van het Nederlands Olie- en Gasportaal (NLOG) de status van de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht van «verlengd» is gewijzigd in «verlopen», waarbij de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht de status «verlopen» heeft gekregen en de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht niet meer op de kaart met aangevraagde en verleende opsporingsvergunningen koolwaterstoffen wordt weergegeven. Betekent deze informatie dat de Minister een besluit heeft genomen om de opsporingsvergunning koolwaterstoffen Utrecht niet te verlengen? Kan de Minister bevestigen dat Vermilion voor het eventueel uitvoeren van opsporingsactiviteiten in deze regio een nieuwe opsporingsvergunning koolwaterstoffen zal moeten aanvragen?
Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de aanpak van schades en versterking in de agrarische sector in Groningen. Schadeafhandeling is volgens deze leden nog teveel gebaseerd op cosmetisch herstel en er wordt nog onvoldoende recht gedaan aan het feit dat een kapotte mestkelder betekent dat de hele stal onverkoopbaar en dus «total loss» is.
De leden van de SGP-fractie constateren dat het probleem van de bodemdaling ook speelt. Dit is niet gelijkmatig en veroorzaakt daarom schade. Deze leden horen graag wat de stand van zaken is met betrekking tot de gerichte aanpak van de bevings- en bodemdalingsproblemen in de agrarische sector. Hoe staat het met het agroteam met experts en consulenten en met het agroloket? Wat is de financiële opgave en hoe wordt dit opgepakt?
II Antwoord / Reactie van de Ministers
2020Z19620.↩︎
Kamerstuk 33 529, nr. 830.↩︎
Kamerstuk 35 462, nr. 11.↩︎
Rijksuniversiteit Groningen, 17 december 2020 «Uitvoerenden schetsen somber beeld van de versterkingsoperatie» (https://www.rug.nl/news/2020/12/uitvoerenden-schetsen-somber-beeld-van-de-versterkingsoperatie).↩︎
Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 1172.↩︎
Dagblad van het Noorden, 10 december 2020 «Topman van Instituut Mijnbouwschade: «Neem de moedeloosheid in het bevingsgebied weg»» (https://www.dvhn.nl/groningen/Neem-moedeloosheid-in-bevingsgebied-weg-26271892.html?harvest_referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F).↩︎
Kamerstuk 33 529, nr. 819.↩︎
Gronings Perspectief, 17 december 2020 «Professionals over de versterkingsoperatie» (https://www.groningsperspectief.nl/professionals-over-de-versterkingsoperatie/).↩︎
Kamerstuk 35603.↩︎
Gronings Perspectief, 17 december 2020 «Professionals over de versterkingsoperatie» (https://www.groningsperspectief.nl/professionals-over-de-versterkingsoperatie/).↩︎
Kamerstuk 29 684, nr. 205.↩︎