Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de kabinetsappreciatie Commissiemededeling “gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK”
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2020D53708, datum: 2020-12-18, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2020D53708).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: H.S. Veldman, voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: C. Berkheij, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z25025:
- Indiener: S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
- Medeindiener: C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
- Medeindiener: C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
- Medeindiener: S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat
- Volgcommissie: vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (2017-2024)
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-12-17 11:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2020-12-18 17:00: Kabinetsappreciatie Commissiemededeling “gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK” (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Europese Zaken
- 2021-01-12 15:15: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-14 14:10: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2020D53708 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Europese Zaken bestond bij een aantal fracties de behoefte om aan de Minister van Buitenlandse Zaken enkele vragen en opmerkingen voor te leggen met betrekking tot de Kabinetsappreciatie Commissiemededeling «gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK» d.d. 15 december 2020.
De voorzitter van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Veldman
De adjunct-griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken,
Berkheij
Algemeen
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van de Commissiemededeling «gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK)». Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van de Commissiemededeling «gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de Europese Unie (EU) en het Verenigd Koninkrijk (VK)». Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van de Commissiemededeling over de contingency maatregelen van de Europese Commissie. Zij hebben daarover, en over de algemene Brexit-maatregelen, nog enkele vragen.
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie van de Commissiemededeling «gerichte contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK». Zij hebben hierbij nog enkele vragen.
De leden van de SP-fractie hebben de kabinetsappreciatie over de commissiemededeling van de contingency maatregelen bij een scenario zonder akkoord over het toekomstig partnerschap tussen de EU en het VK kritisch gelezen. De leden hebben hier nog een aantal vragen over.
Europese contingency plannen
De leden van de CDA-fractie vragen hoe de contingency maatregelen er uitzien voor:
a. Het traject van de Eurostar Amsterdam-Londen,
b. Het vliegverkeer tussen Amsterdam en het VK,
c. De visserij,
d. De logistieke sector,
e. De tuin- en sierteeltsector,
f. De Douane handelingen,
g. De NVWA en de Marachaussee,
h. De digitale vergunning verstrekking aan de grens,
i. De ferry diensten tussen Nederland en het VK,
j. De voldoende parkeergelegenheden bij de Nederlandse havens,
k. De groene prioritaire rijstroken voor verse goederen,
l. Het personeel bij Schiphol (cargo) en bij de haven om de doorstroom van goederen en de controle van mensen te garanderen.
Het kabinet stelt in haar brief dat «Het kabinet wenst te benadrukken dat de voorgestelde contingency maatregelen op EU-niveau enkel bedoeld zijn om de meest nadelige en onacceptabele effecten van een no deal op te vangen.». De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of de Europese Commissie hiermee op het terrein van Artikel X uit de Nederlandse Brexit verzamelwet komt en in hoeverre de Europese Commissie eenzelfde soort mechanisme als Artikel X heeft waarbij ze de vrije hand krijgt om over te gaan tot maatregelen. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of alle voorstellen uit de contingency plannen van de Europese Commissie democratisch geborgd zijn en daarbij alle juridische voorwaarden zijn toegepast alvorens de plannen in praktijk worden gebracht.
De voorgestelde contingency maatregelen zijn tijdelijk, waarbij de Europese Commissie ook heeft aangegeven hoe lang dat is, het merendeel geldt tot halverwege 2021. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe een eventuele verlenging van de Europese contingency maatregelen wordt vastgesteld en of er dan de mogelijkheid bestaat om die maatregelen ook aan te passen. Ook vragen de leden van de CDA-fractie welke rol de nationale parlementen daar dan in zouden spelen?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe de Europese Commissie in de uitvoering van haar maatregelen gecontroleerd wordt? Tevens vragen deze leden het kabinet te garanderen dat bij een EU-only verdrag de EU alleen maatregelen neemt binnen haar competenties en niet vanwege het EU-only karakter van het verdrag deze aanvult door gedelegeerde handelingen tot wat eigenlijk een gemengd verdrag zou moeten zijn. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet de procedure toe te lichten wanneer er sprake zou zijn van een gemengd verdrag en het Europese deel op 1 januari voorlopig in werking zal treden. Deze leden vragen het kabinet of hij rekening houdt met een dergelijk scenario van voorlopige inwerkingtreding en op welke manier het bedrijfsleven gecompenseerd kan worden voor de onzekerheid die daarbij komt kijken en de eventueel aanpassingen na de periode van voorlopige inwerkingtreding.
De leden van de D66-fractie onderschrijven dat de contingency maatregelen niet dezelfde voordelen kunnen bieden als EU-lidmaatschap. Kan het kabinet toelichten waar dit wel het geval is?
Klopt het dat de wetgevende contingency maatregelen inmiddels zijn aangenomen door het Europees parlement en Raad, zo vragen de leden van de D66-fractie? Ook vragen deze leden zich af of de voorstellen van de Europese Commissie nog aanzienlijk aangepast zijn in de onderhandelingen en trilogen? Zo ja, hoe? Hoe apprecieert Nederland die wijzigingen, zo vragen de leden van de D66-fractie?
De leden van de SP-fractie hebben een aantal algemene vragen over de vier wetgevende voorstellen die ons worden voorgeschoteld door de Europese Commissie. Wat zal voor al deze contingency maatregelen het verschil in effect worden als er toch wel een deal wordt aangenomen? Wat gebeurt er dan met deze voorstellen wat betreft de implementatie? Zijn er geen vlakken binnen deze contingency voorstellen die toch nog op een bepaalde manier in strijd zijn met wat wij nationaal hebben afgesproken, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Opvallend voor de leden van de SP-fractie is de zeer beperkte tijd van twee maanden voor Frankrijk en het VK om een overeenkomst te sluiten over het spoorveiligheidsregime, en de 9 maanden extra geldigheid die spoorwegondernemingen krijgen voor hun veiligheidscertificaten. De leden vragen het kabinet hoe aannemelijk het is dat deze periode voldoende is? Wat gebeurt er als akkoorden niet tijdig worden gesloten? Waarom is er voor deze zeer beperkte tijd gekozen, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Nederlandse contingency plannen
De leden van de VVD-fractie willen iets vragen over de staat van de voorbereiding van de Nederlandse overheid. Het kabinet schrijft in de appreciatie de conclusie van de Europese Commissie te delen dat overheden goed zijn voorbereid, maar dat voorlichting aan het bedrijfsleven noodzakelijk blijft. Bij de behandeling van de wijziging van de Verzamelwet Brexit bleek echter dat de Belastingdienst maar ten dele klaar is voor de veranderingen, gelet op de manier waarop Britten in Nederland straks problemen kunnen ondervinden met de online aangifte. Zijn er andere gevallen bekend van dergelijke te verwachten uitvoeringsproblematiek, zo vragen de leden van de VVD-fractie?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet waar zij verwachten dat de drie grootste problemen zullen zijn voor Nederland op 1 januari 2021.
De leden van de D66-fractie voorzien hoe dan ook opstoppingen in de Nederlandse havens, zowel bij een deal als in het geval van een no-deal. Deze leden vragen daarom graag in hoeverre het IT-systeem van de douane (Portbase) het aan kan als vervoerders die zich nog niet hebben geregistreerd dat ineens in een kort tijdsbestek wel allemaal gaan doen? Zijn de IT-systemen daartegen bestand? Is er een maximum aan vooraanmeldingen en registraties dat Portbase kan verwerken? Ook lezen de leden van de D66-fractie in het FD van 18 december 2020 dat uit onderzoek van de douane blijkt dat een kwart van de vervoerders niet over alle juiste documenten beschikt. Dat is een fors aantal. Er wordt echter verwacht dat dit op 1 januari 10% tot 12% zal zijn. Waarop is dit gebaseerd? Hoe zorgt het kabinet ervoor dat zo veel mogelijk bedrijven wél voorbereid zijn? En kunnen de havens het aan als blijkt dat inderdaad 25% van de vervoerders niet is voorbereid, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Ook vragen de leden van de D66-fractie graag naar de gevolgen van een no-deal voor de situatie van Nederlanders in het VK. Sluit het kabinet uit dat de kans bestaat dat het VK terug zal komen op eerdere afspraken? Ook horen zij graag hoeveel Britten in Nederland inmiddels verblijfsrecht in Nederland hebben? Hoeveel mensen hebben niet op de oproep van de IND geantwoord? Wat zijn de gevolgen voor hen, zo vragen de leden van de D66-fractie?
De leden van de PvdA-fractie willen het kabinet aandacht vragen voor de stand van zaken van de contingency maatregelen in Nederland. Uit onderzoek dat is uitgevoerd door bureau Kantar blijkt dat minder dan een derde van de Nederlandse bedrijven die zakendoen met het VK goed voorbereid is op de gevolgen van een no-deal Brexit. In het voorbije jaar hebben Nederlandse bedrijven zich niet extra ingespannen om zich voor te bereiden. Hoe heeft dit volgens het kabinet kunnen gebeuren, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Welke extra maatregelen heeft het kabinet ondernomen om deze trend tegen te gaan? En welke extra stappen worden er door het kabinet gezet om op tijd dit tij te keren en om bescherming te bieden aan Nederlandse werknemers en bedrijven, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?
Visserij
De leden van de VVD-fractie hebben ook nog een vraag over de regeling dat vissers in de maanden januari, februari en maart 25% van hun quotum kunnen opvissen. Hoe verhoudt zich dat percentage tot het percentage van hun quotum dat vissers normaal gesproken in de eerste drie maanden van het jaar opvissen, zo vragen deze leden?
De leden van de CDA-fractie hebben specifieke vragen over de visserij. Deze leden vragen het kabinet of het klopt dat er een visserij compromis op tafel lig, er uit bestaande dat Europese schepen die onder de Britse vlag varen aan de standaarden van het VK moeten voldoen, in plaats van aan die van de EU. Als dat zo is vragen deze leden hoe deze VK-standaarden dan verschillen van de huidige EU-standaarden en welke aanpassingen dat vergt voor de Nederlandse vissers onder Britse vlag. Kunnen deze vissers dan vismethoden die verboden zijn voor EU-schepen toepassen, te denken valt aan pulsvissen, zo vragen de leden van de CDA-fractie. Deze leden vragen het kabinet om hoeveel Nederlandse schepen onder Britse vlag het dan gaat.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet wat de transitieperiode voor visserij waarover onderhandeld wordt precies inhoudt, waarbij het VK drie jaar voorstelt en de EU tien jaar. Deze leden vragen het kabinet of in die periode de huidige regels blijven gelden en of er gedurende die periode verder onderhandeld wordt voor de tijd na de transitieperiode.
Voorts vragen de leden van de CDA-fractie het kabinet of het klopt dat het VK enkele oorlogsschepen klaar heeft liggen om binnen de VK-viswateren te patrouilleren. Kan het kabinet precies aangeven welke procedures en protocollen er gelden wanneer een Nederlandse vissersboot geënterd wordt door een Brits oorlogsschip, zo vragen de leden van de CDA-fractie?
De leden van de D66-fractie merken op dat de noodmaatregelen die Britse vissers toegang geeft tot Europese maatregelen gebaseerd zijn op wederkerigheid. Is er zicht op of de Britten gelijksoortige maatregelen zullen nemen? Wat zal het kabinet doen als dit niet het geval is? Komen er Europese fondsen beschikbaar voor Nederlandse vissers, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Ook vernamen de leden van de D66-fractie dat het VK marineschepen klaar heeft liggen om EU-vissersschepen te enteren wanneer die in Britse wateren varen bij een no-deal Brexit. De Britse marine krijgt, als het brexitoverleg met de EU op niets uitloopt, daarom mogelijk meer bevoegdheden om op te treden tegen Europese vissers. De politiedienst van de marine mag dan buitenlandse vissers arresteren die zich illegaal in Britse wateren bevinden, berichten Britse kranten. Wat vindt het kabinet daarvan? Wat is de reactie daarop? Ziet het kabinet dit als een bedreiging, zo vragen de leden van de D66-fractie?
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de pogingen van de Europese Commissie om verstoringen voor de Europese visserijsector te voorkomen. Is de inschatting van het kabinet dat het voorgestelde kader voldoende is om de Nederlandse visserijbelangen te beschermen? Staat het VK open om op basis van wederkerigheid Nederlandse vissers toegang te blijven geven tot Britse wateren? Zo nee, welke andere opties heeft het kabinet om de gevolgen voor de Nederlandse visserijsector zo klein mogelijk te maken, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?
De leden van de SP-fractie zien dat er ten aanzien van het voorstel omtrent visserij dat de EU het VK in staat wil stellen om Britse vaartuigen toegang te blijven verlenen tot EU-wateren, op voorwaarde dat EU-vaartuigen ook gelijke toegang krijgen tot de Britse wateren. Op basis van wederkerigheid dus. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet hoe groot de kans is dat het VK hieraan gehoor gaat geven? Dit ook in verband met het nieuws dat het VK al marineschepen klaar heeft staan voor het geval er geen akkoord zal worden bereikt, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Gelijk speelveld, vervoer, belastingen en financiële consequenties
De financiële consequenties van de Brexit zullen enorm zijn, zeker voor Nederland. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet, nu het MFK is goedgekeurd, hoe, wanneer en op welke voorwaarden er gebruik gemaakt kan worden door Nederland van de 5 miljard euro in het MFK dat gealloceerd is voor de gevolgen van de Brexit. Tevens vragen deze leden het kabinet welke fondsen er nog meer kunnen worden aangesproken in EU-verband en verzoeken zij het kabinet hiervan een overzicht geven. De beschikbare middelen in het MFK worden verdeeld volgens de methode van het Brexit Adjustment Reserve (BAR), de Europese Commissie geeft aan dat een voorstel hiervoor op korte termijn zal volgen. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet wanneer dit voorstel komt en op welke manier Nederland nog invloed kan hebben op de methode van verdeling uit deze reserve.
De leden van de CDA-fractie verzoeken het kabinet nauwlettend te monitoren hoe het gaat met de import en export van levende dieren waarvoor geen checkpoint is ingericht in een van de havens en vragen of, indien dit tot grote problemen gaat leiden op de vliegvelden, het kabinet dan kan en zal ingrijpen, ondanks dat het kabinet blijft volhouden dat dit een verantwoordelijkheid is voor het bedrijfsleven.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of zij na 1 januari geen problemen voorzien in de verstrekking en vervoer van COVID-19 vaccins tussen het VK en de EU. Tevens vragen deze leden of dat inmiddels ook voor alle andere medicijnen en medische hulpmiddelen volledig is geregeld?
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet een update te geven met de voorbereidingen bij de Belastingdienst. Tijdens het AO Brexit in november en het debat over de Europese Raad begin december stelde zowel de Minister van Buitenlandse Zaken als de Minister-President dat de Belastingdienst op tijd klaar zou zijn. Is de Belastingdienst dat dus inmiddels, vragen deze leden aan het kabinet?
De leden van de PvdA-fractie zijn in het bijzonder bezorgd over de gevolgen van een no-deal Brexit voor het gelijke speelveld tussen de EU en het VK. Het is positief dat de Europese Commissie stappen heeft ondernomen om bij het onderlinge vervoer van goederen regels op te stellen op het gebied van technische eisen, sociale omstandigheden en verkeersveiligheid. Behoren tot deze regels ook eisen op het gebied van milieu en belastingzaken, alsmede staatssteun en consumentenbescherming, zo vragen de leden van de PvdA-fractie? Acht het kabinet de opgestelde regels voldoende om adequate bescherming te bieden aan vrachtwagenchauffeurs bij het uitoefenen van hun werk? De leden van de PvdA-fractie vragen zich af of de regels voldoende zijn om de grootste verkeersopstoppingen, files en stilgelegde productie te verhelpen? Daarnaast zal naast het vrachtvervoer ook het reisverkeer van mensen getroffen worden door een no-deal Brexit. Kan het kabinet een overzicht geven van de gevolgen voor reizende Nederlanders, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?
De leden van de PvdA-fractie hebben meermaals aandacht gevraagd voor het tegengaan van een race naar de bodem op winstbelastingen. Worden er in de onderhandelingen afspraken gemaakt op het gebied van eerlijke belastingen met het VK? Wat gaat het kabinet in het geval van een no-deal Brexit ondernemen om concurrentie op winstbelastingen te voorkomen? De leden van de PvdA-fractie vragen het kabinet daarnaast of het bereid is om te pleiten voor het in overweging nemen van oneerlijke concurrentie op het gebied van belastingen bij het verlenen van vergunningen in het wegvervoer, zoals bijvoorbeeld bij het voorstel basisconnectiviteit luchtvervoer het geval is?
Luchtvaart
Het kabinet stelt dat Nederland de voorstellen op het terrein van luchtvaart kan steunen met de kanttekening dat in het voorstel over basisconnectiviteit nog benadrukt moet worden dat uitoefening van de bevoegdheid van de Europese Unie op grond van het voorstel de bevoegdheid van de lidstaten over verkeersrechten voor zover die buiten het voorstel valt onverlet laat. De leden van de CDA-fractie vragen of dat gebeurd is? Tevens vragen deze leden of bevoegdheden die buiten de EU vallen wat betreft luchtvaart wel onderwerp van de huidige onderhandelingen zijn?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de maatregelen over luchtvervoer en luchtvaartveiligheid. Zij vragen graag of deze maatregelen afhankelijk zijn van het feit of het VK gelijkwaardige regels opstelt, of dat dat niet uit zal maken? Welke stappen neemt het kabinet in het geval dat het VK geen gelijkwaardige regels opstelt en Europese vliegtuigen niet meer in het VK kunnen landen?
Wat de leden van de SP-fractie betreft staat de korte tijd die spoorondernemingen krijgen om een overeenkomst te sluiten over het veiligheidsregime in schril contrast met de luchtvaart. De leden constateren dat er is gekozen voor een overgangsregime voor onbepaalde tijd in verband met de vliegveiligheid. Echter, de leden van de SP-fractie willen meegeven dat alleen de tweede vrijheid (te mogen landen op het grondgebied van deelnemende staten) echt noodzakelijk lijkt te zijn voor de veiligheid. De eerste (over grondgebied heen mogen vliegen), derde en vierde (naar en van grondgebied vliegen) lijken vooral commerciële belangen te dienen in de analyse van de leden. De leden van de SP-fractie vragen het kabinet of het klopt dat voor luchtvaartmaatschappijen het gewoon mogelijk blijft om hun activiteiten uit te blijven voeren, terwijl spoorwegvervoerders een beperking krijgen? Waarom is er voor dit verschil gekozen? Waarom als het gaat om basisconnectiviteit, krijgt de luchtvaart wel onbeperkt de tijd om definitieve verdragen te sluiten maar moet het spoor het in zeer korte tijd regelen? Is dit juist nu niet dé kans om de spoorverbinding met Londen en de rest van het Verenigd Koninkrijk te versterken ten koste van de luchtvaart, zo vragen de leden van de SP-fractie?
Erasmus
De leden van de D66-fractie lezen verontrustende verhalen dat het Verenigd Koninkrijk na de Brexit waarschijnlijk geen onderdeel zal uitmaken van het Erasmus+-programma1. Hoeveel Nederlandse studenten studeren jaarlijks via het Erasmusprogramma enige tijd in het Verenigd Koninkrijk en vice versa? Wat zijn de consequenties voor studenten die vanaf februari 2021 zouden deelnemen aan het programma? Kan het kabinet aangeven of Erasmus+ en Horizon Europe, het programma voor wetenschap en innovatie, nog steeds onderdeel zijn van de onderhandelingen over de toekomstige relatie, zo vragen de leden van de D66-fractie. Ook vragen de leden van de D66-fractie op welke wijze het kabinet uitvoering heeft gegeven aan de motie Paternotte/Wiersma over het bevorderen van samenwerkingsverbanden tussen Nederlandse en Britse hogescholen en universiteiten2?
Planning, ratificatie en informeren van de Kamer
De Europese Commissie zal rondom het aflopen van de overgangsperiode nauw contact met de lidstaten onderhouden om gezamenlijk de juiste aanpak te bepalen. Daartoe stelt zij in de weken voorafgaand en volgend op het aflopen van de overgangsperiode haar expertise en capaciteit beschikbaar voor overheden van lidstaten. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet op welke manier Nederland gebruik heeft gemaakt van en gebruik zal gaan maken van deze expertise en capaciteit van de Commissie.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet welke rol de Europese Commissie speelt in het verstrekken van informatie over nieuwe regelgeving en ontwikkelingen omtrent de Brexit tussen de verschillende lidstaten.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet een actuele update te geven van de voortgang op de drie cruciale onderhandelingsdossiers, namelijk: waarborgen voor een gelijk speelveld, visserij en governance. Tevens vragen deze leden in hoeverre de voorbereidingen bij de Ierse grens klaar zijn voor een eventueel no-deal scenario.
Zoals het kabinet weet is de laatste zitting van het Europees parlement in 2020 geschiedenis. Wanneer er een deal bereikt wordt zal het Europees parlement dus teruggeroepen moeten worden van haar reces. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet wat daarvoor de uiterste datum is. Tevens vragen deze leden hoe en wanneer de juridische check op de mogelijk gesloten deal zal plaatsvinden. De leden van de CDA-fractie vragen of het kabinet bereid is en wil toezeggen om een Nederlandse subsidiariteitstoets toe te passen op de uiteindelijke deal en een eigen juridische check of de deal inderdaad een EU only deal is.
De Europese Commissie stelt dat zij, ook wanneer er geen akkoord van toepassing is op 1 januari 2021, volgend jaar beschikbaar blijft voor onderhandelingen over de toekomstige relatie met het VK. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet of het VK deze beschikbaarheid na 1 januari eveneens heeft uitgesproken.
Ondanks de scheiding is en blijft het VK een belangrijke bondgenoot en een grote handelspartner, een permanente communicatielijn (hotline) is zeker in de eerste jaren daarom van groot belang. De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet hoe na 1 januari een permanente dialoog tussen het VK en de EU wordt vormgegeven.
De leden van de CDA-fractie vragen het kabinet in hoeverre de Europese Commissie het VK ondersteunt met het treffen van voorbereidingen op de Brexit.
De leden van de D66-fractie vernamen dat het Europees parlement een deadline heeft gesteld: voor aanstaande zondagavond 20 december moet er een handelsakkoord zijn, anders zal het Europees parlement geen handelsakkoord meer ratificeren voor 1 januari. Kan het kabinet hierop reageren? Zal de heer Barnier doorgaan met onderhandelen als er zondag nog geen akkoord is? En als er na 1 januari geen akkoord is, zullen de onderhandelingen dan doorgaan? Steunt Nederland dat, zo vragen de leden van de D66-fractie?
De leden van de D66-fractie vragen of Nederland is voorbereid op een situatie waarbij er wellicht eerst geen handelsdeal is maar deze in januari of februari toch nog tot stand komt en geratificeerd wordt? Wat vereist dit voor de nationale voorbereiding? Is dat op orde, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Daarnaast vragen de leden van de D66-fractie zich ook af of voorlopige inwerkingtreding van een akkoord als serieuze optie wordt overwogen op dit moment? Klopt het dat het Europees parlement daar nog steeds vooraf mee moet instemmen? Is het daarmee haalbaar, zo vragen de leden van de D66-fractie?
Verder vragen de leden van de D66-fractie of het kabinet inmiddels al (delen van) conceptteksten van een akkoord gezien heeft, of dat het kabinet ook pas op het moment dat er een deal is het akkoord kan bekijken? Hoeveel tijd denkt het kabinet daarvoor nodig te hebben, voordat ermee kan worden ingestemd? Wat definieert het kabinet als rode lijnen? Hoe zal het kabinet in dit korte tijdsbestek de Kamer informeren, zo vragen de leden van de D66-fractie?
De leden van de PvdA-fractie verwelkomen de coördinerende rol van de Europese Commissie in het geval van een no-deal Brexit. Zeker gezien de aflopende overgangstermijn op 1 januari 2021 is het zorgwekkend dat er nog altijd geen akkoord gesloten is. Hierdoor resteert er weinig tijd voor de Kamer om een eventueel akkoord te bestuderen en het kabinet te bevragen over de potentieel grote gevolgen voor Nederlandse werknemers en bedrijven. De leden van de PvdA-fractie vragen wat het kabinet gaat doen om de Kamer zorgvuldig te informeren en de mogelijkheid te bieden om haar controlerende taak uit te voeren? Is het kabinet van plan om de Kamer een appreciatie van het eventuele akkoord tijdig te doen toekomen, voordat het kabinet instemt met het akkoord in de Raad, zo vragen de leden van de PvdA-fractie?
De leden van de SP-fractie constateren dat het spannende weken gaan worden in Brussel wat betreft het halen van een deal. Kan het kabinet ingaan op de laatste stand van zaken omtrent een mogelijk akkoord? Wat is de sfeer in de onderhandelingen? Zijn er nog doorbraken geweest op de drie gebieden waar nog veel discussie over is, zo vragen de leden van de SP-fractie? Hoe hoog schat het kabinet de kans dat er een deal wordt bereikt? In hoeverre wordt het parlement nog meegenomen in deze cruciale fase van de onderhandelingen? En wat zal de procedure worden mocht er wél of geen deal worden bereikt voor de Kamer om nog te debatteren hierover, zo vragen de leden van de SP-fractie?