Uitstel beantwoording vragen van het lid Van Nispen over de wettelijk verankering van de Code zaakstoedeling
Mededeling (uitstel antwoord)
Nummer: 2020D53914, datum: 2020-12-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (ah-tk-20202021-1197).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming (Ooit VVD kamerlid)
Onderdeel van zaak 2020Z23330:
- Gericht aan: S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
- Indiener: M. van Nispen, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Aanhangsel van de Handelingen |
Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden |
1197
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Rechtsbescherming over de wettelijk verankering van de Code zaakstoedeling (ingezonden 1 december 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 22 december 2021).
Vraag 1
Herinnert u zich nog uw eerdere antwoorden op Kamervragen over de Code zaakstoedeling?1
Vraag 2
Waarom heeft u er niet voor gekozen om de zaakstoedeling per wet te regelen?
Vraag 3
Kunt u toelichten waarom de uitspraak van het Europees Hof voor de Rechten van Mens (EHRM) aangaande Miracle Europe KFT tegen Hongarije, van 12 januari 2012, nr. 5774/13 toch niet heeft geleid tot een wettelijke verankering van de zaakstoedeling?
Vraag 4
Eisen het EU-recht en het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM) niet dat alle zaken aselect worden toebedeeld?
Vraag 5
Deelt u de mening dat punt 4 van de Code zaakstoedeling (en de toelichting daarop) ruimte laat aan het gerechtsbestuur om in een onbepaald aantal zaken op grond van vage en subjectieve criteria een zaak aan een rechter toe te delen en dat dit derhalve niet leidt tot een voorafbepaalde, transparante en objectieve zaakstoedeling aan rechters?2
Vraag 6
Bent u bereid om de zaakstoedeling alsnog wettelijk te verankeren met een aselecte toedeling? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Indien het antwoord op vraag 6 nee is, bent u dan wel bereid om minimaal het uitgangspunt van aselecte toedeling van alle zaken in de wet vast te leggen?
Vraag 8
Deelt u de mening dat een transparante, objectieve wijze van zaakstoedeling extra van belang is nu rechters geen invloed hebben op de keuze van de gerechtsbesturen en er door de Raad van State recentelijk een gebrek aan voldoende vertrouwen is geconstateerd tussen de besturen en de werkvloer?3
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van het lid Van Nispen (SP), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over over de wettelijk verankering van de Code zaakstoedeling. (ingezonden 1 december 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Aanhangsel van de Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 1413↩︎
Code zaakstoedeling, https://www.rechtspraak.nl/Voor-advocaten-en-juristen/Reglementen-procedures-en-formulieren/Paginas/Code-zaakstoedeling.aspx, punt 4:
«Zaken die wel toedeling op maat vergen, worden door de (door het gerechtsbestuur gemandateerde) teamvoorzitter handmatig aan de rechter toegedeeld.
Een definitie van zaken die toedeling op maat vergen, kan niet worden gegeven, omdat de desbetreffende zaken zeer verschillend van aard en inhoud kunnen zijn, maar in algemene zin gaat het bij deze categorieën van zaken om: (potentieel) geruchtmakende zaken, megazaken of zaken van bovengemiddelde zwaarte, rechtsgebied overstijgende zaken, clusters van zaken en vervolgzaken.»↩︎
Raad van State, Voorlichting over bestuursbenoemingen in de rechtspraak, september 2020, https://www.raadvanstate.nl/@120242/w16-20-0045-ii/↩︎