[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Verslag Landbouw- en Visserijraad 15 en 16 december 2020

Landbouw- en Visserijraad

Brief regering

Nummer: 2020D54052, datum: 2020-12-23, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-21501-32-1271).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 21501 32-1271 Landbouw- en Visserijraad.

Onderdeel van zaak 2020Z25711:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1271 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 december 2020

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 15 en 16 december 2020 in Brussel plaatsvond. Daarnaast informeer ik uw Kamer over het WENR-rapport «Interventielogica voor de groenblauwe architectuur van het GLB en de online conferentie over POP3 en het nieuwe GLB. Tevens informeer ik uw Kamer middels deze brief over de stand van zaken rond de maatschappelijke diensttijd bij de boer.

I. Punten op de agenda

Vangstmogelijkheden 2021

In de week voorafgaand aan de Landbouw- en Visserijraad heeft de Commissie nog twee non-papers gedeeld. Deze twee non-papers zagen op het vaststellen van tijdelijke vangstmogelijkheden voor 2021 voor de bestanden die met derde landen, zoals het Verenigd Koninkrijk (VK) worden gedeeld. Concreet stelde de Commissie voor om 25% van de vangstmogelijkheden (Total Allowable Catch, TACs) die gelden in 2020 vast te stellen voor het eerste kwartaal van 2021 (januari, februari, maart). Voor enkele seizoensgebonden visserijen werden hogere percentages voorgesteld. Dit garandeert dat er per 1 januari 2021, ongeacht de uitkomsten van de onderhandelingen met het Verenigd Koninkrijk (VK), in ieder geval in Europese wateren gevist kan worden. Deze voorstellen voor tijdelijke vangsthoeveelheden zijn tijdens de Raad behandeld.

In de Raad heb ik ingebracht dat ik blij ben met deze voorstellen, die verzekeren dat er per 1 januari gevist kan worden, ondanks de onzekerheid over de toekomstige relatie met het VK. Wel heb ik opgeroepen de percentages te verhogen, zowel voor de seizoensgebonden visserij als voor algemene visserij. Een hoger percentage geeft immers meer flexibiliteit en zekerheid. Ten tweede heb ik de Commissie gevraagd om een voorstel voor een verhoogde jaarflexibiliteit tussen 2020 en 2021. Normaal mag 10% van onbenut quotum meegenomen worden naar het volgende jaar, maar gezien de bijzondere situatie is een hogere flexibiliteit nodig. Dit zou alleen moeten worden toegepast bij bestanden die er goed voor staan. De impact van een verhoogde flexibiliteit zou daarnaast begin 2021 door de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) moeten worden beoordeeld.

Ook heb ik tijdens de Raad, net als andere lidstaten, op de onzekere situatie voor de visserij als gevolg van de Covid-19 pandemie en de Brexit gewezen. Een goede uitkomst van een deal met het Verenigd Koninkrijk is voor de visserij van groot belang. Het is belangrijk dat alle lidstaten gelijk bijdragen aan deze deal. Gezien de onzekerheid moeten we ons op alle mogelijke situaties voorbereiden en in dat kader heb ik de Commissie opgeroepen om zo snel mogelijk met voorstellen voor de Brexit Adjustment Reserve (BAR) te komen.

Naast de tijdelijke vangstmogelijkheden voor de Atlantische Ocean stonden ook de verordening voor diepzeesoorten 2021–2022 en de verordening voor de Middellandse Zee en Zwarte Zee 2021 op de agenda. Tijdens de Raad is wat deze verordeningen betreft met name gediscussieerd over de mate van reductie van visserijinspanning in de Middellandse Zee. Op basis van het eerste voorstel van de Commissie voor de drie verordeningen hebben er trilaterale onderhandelingen plaatsgevonden.

Na lange onderhandelingen kan ik de kamer informeren over het volgende, definitieve compromisvoorstel. De vangsthoeveelheden worden grotendeels vastgesteld op 25% van de vangstmogelijkheden die op dit moment (2020) gelden. Wel wordt, mede door inzet van Nederland, voor de specifieke seizoensgebonden visserij van makreel, horsmakreel en blauwe wijting een hoger percentage, namelijk 65%, vastgesteld. De Commissie benadrukte daarbij dat de normale jaarlijkse flexibiliteit van 10% ook beschikbaar is om in het eerste kwartaal extra quota beschikbaar te hebben, als daar behoefte aan is. Er was bij het nemen van de besluiten nog geen duidelijkheid over toegang tot de VK en Noorwegen wateren. De tekst van de verordening is daarom zodanig geformuleerd dat rekening is gehouden met zowel een positieve als negatieve uitkomst van onderhandelingen. Daarnaast heeft de Commissie een verklaring afgelegd over de verhoogde jaarlijkse flexibiliteit. Hierin zegt zij toe, conform het verzoek van Nederland, hierover ICES advies aan te vragen in het begin van 2021. Voor de EU-only bestanden zijn compromissen bereikt over een verminderde verlaging van de TACs en quota. Dit betrof geen voor Nederland relevante bestanden maar bestanden veelal in de Iberische wateren (o.a. heek, koolvis en tong). Tot slot is na lang onderhandelen akkoord bereikt over de vermindering van de visserijinspanning van de demersale vloot in de westelijke Middellandse Zee. Het Commissievoorstel van een 15%-reductie is teruggebracht tot –7,5%. De Raad nam met eenparigheid van stemmen de verordeningen over de vangstmogelijkheden aan.

Ik ben tevreden met de uitkomst van deze Raad, waarin we door tijdelijke hoeveelheden vast te stellen in deze onzekere tijden toch een beetje zekerheid voor de vissers kunnen bieden. Ik verwacht dat in het begin van 2021, als er meer duidelijkheid is over de toekomstige relatie met het VK, weer gesproken zal worden in de Raad, maar dan over de definitieve vangsthoeveelheden voor 2021.

AOB Covid en visserij

Kroatië verzocht om een AOB-punt op de agenda over de impact van de Covid-19-pandemie op de visserij en aquacultuur. Recent is een akkoord bereikt over nieuwe fondsverordening EMVAF, maar deze treed pas in april 2021 in werking. Daarna heeft de Commissie nog tijd nodig om operationele programma’s goed te keuren. Kroatië benadrukt dat dit risicovol is voor de lidstaten en wil graag zekerheid bieden aan de sector door subsidiabiliteit van het huidige fonds uit te breiden tot 30 juni 2021. Kroatië benadrukte dat het alleen gaat om verlenging van de huidige regels met zes maanden, het heeft geen impact op de omvang van de financiële enveloppes. Enkele lidstaten spraken hun steun uit voor het punt van Kroatië.

De Commissie benadrukte dat het nieuwe EMVAF steun biedt voor vissers en producenten. De steun kan worden toegepast in uitzonderlijke omstandigheden. De Commissie stelt de COVID-situatie nauw te volgen en de noodzakelijke stappen onder EMVAF laten nemen. Dat is dan met terugwerkende kracht van toepassing per 1 januari als de Commissie daartoe besluit. De Commissie zal dit heel serieus nemen en het crisismechanisme zal overeind blijven. De Commissie maakt ook duidelijk geen voorstel te zullen doen voor verlenging van het huidige EMFF en wil de focus richten op het nieuwe EMVAF.

Terugkoppeling conferentie digitalisering landbouw

Het voorzitterschap gaf een terugblik op de conferentie over digitalisering in de landbouw die op 2 en 3 december plaatsvond. Het Duitse voorzitterschap is blij met de basis die gelegd is voor samenwerking en kennisdeling op het gebied van digitalisering van de landbouw. Zij zien kansen voor verduurzaming van de landbouw door digitalisering en het delen van data tussen lidstaten. Daarnaast onderstrepen zij het belang van richtlijnen voor het omgaan met data. Commissaris Wojciechkowki gaf aan dat samenwerking op het vlak van digitalisering van de landbouw belangrijk is. De Commissie ziet ook een belangrijke rol voor onderzoek over dit onderwerp. Dit komt terug in de European Strategy on Data, waar voorzien is dat er een code of conduct wordt overeengekomen ten aanzien van het delen van data.

Terugkoppeling 48e conferentie directeuren EU-betaalorganen

Het voorzitterschap informeerde de ministers over de jaarlijks terugkerende conferentie voor directeuren van de EU-betaalorganen. De conferentie richtte zich op preventie en opsporing van onregelmatigheden en fraude en het ontwerp van het nieuwe GLB.

Raadsconclusies EU-brede dierenwelzijnsetikettering

Het voorzitterschap opent door aan te geven dat dierenwelzijn een belangrijk thema is voor de Europese burgers. 82% van de Europese burgers geven aan dat zij de bescherming van landbouwhuisdieren belangrijk vinden. 52% procent geeft aan bij de aanschaf van dierlijke producten te zoeken naar informatie over dierenwelzijn. Etikettering stelt consumenten in staat om dierenwelzijn mee te nemen in hun beslissingen. Dit moet uitmonden in een hogere prijs voor producenten die hoge dierenwelzijnsstandaarden naleven.

Commissaris Wojciechowski onderstreept het belang van dierenwelzijn en is verheugd dat dit onderwerp op de agenda staat. De Farm-to-Forkstrategie benadrukt de rol van dierenwelzijn in duurzame productie en ook binnen het nieuwe GLB heeft dierenwelzijn een prominente plaats. De Commissie is daarom tevreden over de Raadsconclusies. Na het impact assessment zullen de aanvullende acties worden uitgewerkt. De Commissie is blij met een instrument dat veehouders kan stimuleren zonder repressief te zijn.

Alle lidstaten spreken hun steun uit voor een EU-breed dierenwelzijnslabel. De meeste lidstaten benadrukken daarbij het belang van een vrijwillige basis voor de producenten en dat de standaarden geformuleerd moeten worden op basis van wetenschappelijke inzichten. Daarnaast wordt benadrukt dat de baten van hogere dierenwelzijnsstandaarden bij de producent terecht moeten komen. Enkele lidstaten benadrukken dat dierenwelzijn gedurende het hele leven van het dier moet morden meegenomen, inclusief transport en slacht. Lidstaten die al ervaring hebben met een vrijwillig, meerlaags dierenwelzijnslabel geven aan hun ervaringen graag te delen met de Commissie. Lidstaten onderstrepen dat een dierenwelzijnslabel hogere standaarden moet representeren dan de wettelijke standaarden die binnen de EU gelden. Enkele lidstaten benadrukken dat rekening gehouden moet worden met regionale verschillen en het dierenwelzijn bij dieren die over landsgrenzen getransporteerd worden. Ik heb gedeeld dat ik blij ben met het bereiken van deze Raadsconclusies en graag de resultaten van het impact assessment afwacht. Ik heb uitgesproken dat ik hoop en verwacht dat deze resultaten zullen aantonen dat ook bredere duurzaamheidcriteria meegenomen moeten worden in het etiket.

Het voorzitterschap is blij met de consensus en roept de Commissie op om met deze aanbevelingen aan de slag te gaan. De Commissie is blij met de breed gedragen steun voor het systeem dat het Voorzitterschap beschreven heeft. De Commissie kijkt uit naar de resultaten van het impact assessment en hoopt dat het positieve imago van de Europese producten op de internationale markt nog beter vertegenwoordigd zal worden.

Voorzitterschapsconclusies Front-of-pack nutrilabelling, nutriëntenprofiel en herkomstetikettering

Het voorzitterschap begint met een mededeling over het probleem van obesitas waar veel lidstaten mee te maken hebben. Met name kinderen met overgewicht vormen een bedreiging voor de algehele gezondheid, omdat zij hier waarschijnlijk een leven lang mee zullen worstelen. Het moet volgens het Voorzitterschap daarom makkelijker worden voor de consument om gezonde keuzes te maken. Het voorzitterschap benadrukt dat de overheid mensen niet kan vertellen wat ze mogen eten, maar dat ze hen wel kan ondersteunen bij het maken van gezonde keuzes door in één oogopslag duidelijkheid te geven over voedingswaarden. De Commissie onderstreept dat het een belangrijk onderdeel van de Farm-to-Forkstrategie is om de consument te ondersteunen bij het maken van gezonde en duurzame voedselkeuzes. Daarnaast benadrukt de Commissie dat bestaande etiketten, traditionele producten en single ingredient producten meegenomen worden in de stakeholderconsultatie. De Commissie hoopt dat hierdoor de gezamenlijke doelen bereikt kunnen worden.

Een meerderheid van de lidstaten spreekt steun uit voor front-of-pack nutrilabelling en herkomstetikettering en benadrukt het belang van goede informatievoorziening voor de consument. Enkele lidstaten geven aan het belangrijk te vinden dat het maken van gezonde keuzes eenvoudiger wordt voor de consument. Lidstaten benadrukken dat de nutriscore wetenschappelijk moet worden onderbouwd. Een aantal lidstaten spreekt zich uit tegen een simplistische weergave van gezondheid per product en benadrukt dat één enkel product niet gezond of ongezond kan zijn, omdat het in de context van een dieet moet worden beschouwd. Ik heb benadrukt dat consumenten op eenvoudige wijze informeren over voedingswaarden een essentieel aspect is van het makkelijk maken om gezonde en duurzame keuzes de norm te maken. Ik heb mijn steun uitgesproken voor front-of-pack nutrilabelling en herkomstetikettering en de Commissie verzocht impact assessments uit te voeren.

Het voorzitterschap spreekt uit dat er hard gewerkt is aan een compromis waarin alle lidstaten zich konden vinden, maar moet na de stemming concluderen dat er geen unanimiteit is bereikt. Met 23 lidstaten die het voorstel steunen, wordt de tekst aangenomen als voorzitterschapsconclusies. Het voorzitterschap betreurt het dat niet iedere lidstaat in kon stemmen, maar gaat door met de agenda.

II. WENR-rapport «Interventielogica voor de groenblauwe architectuur van het GLB

Bijgaand zend ik uw Kamer het rapport «Interventielogica voor de groenblauwe architectuur van het GLB1. Borging van samenhang tussen doelen, maatregelen en monitoring» dat is uitgebracht door Wageningen Environmental Research (WENR) in het kader van het beleidsondersteunend onderzoek. Vertrekpunt bij het onderzoek is de omslag in het nieuwe GLB van een systeem van inkomenssteun naar een prestatiemodel, waarin lidstaten zichzelf doelen stellen die zij met het GLB willen behalen. In deze studie wordt een analytisch kader ontwikkeld om de interventielogica van het nieuwe GLB uit te werken wat betreft de groenblauwe architectuur (klimaat, milieu, biodiversiteit en landschap). De juridische keuzemogelijkheden worden expliciet gemaakt en de mogelijke keuzes beoordeeld op effectiviteit voor het realiseren van de gestelde doelen. Daarbij heeft WENR een ecologische invalshoek gehanteerd. Op grond van die analyse worden adviezen gegeven voor het invullen van de groenblauwe architectuur en wordt een kader aangereikt om de doelmatigheid van het Nationaal Strategisch Plan te toetsen. In de uiteindelijke keuzen zullen ook economische en sociale aspecten moeten worden meegewogen. Het rapport zal worden betrokken bij de uitwerking van het Nationaal Strategisch Plan.

III. Online conferentie I’m in! Over POP3 en het nieuwe GLB, 2 en 3 december 2020

Een belangrijk onderdeel van het proces om te komen tot het nieuwe GLB is betrekken van alle belanghebbenden. Op de online conferentie werden zij geïnformeerd over de concept bouwstenen van het nieuwe GLB Nationaal Strategisch Plan, en gevraagd hier hun reactie op te geven. De reacties worden meegenomen in het Nationaal Strategisch Plan.

Tijdens I’m in! werd teruggeblikt op de resultaten van het huidige Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3) en vooruitgeblikt naar POP3+ (2021–2022) en het nieuwe GLB-Nationaal Strategisch Plan (GLB-NSP, 2023–2027). Dertien workshops en webinars boden de deelnemers informatie en inspiratie over de invulling van POP3+ en het nieuwe GLB.

In de talkshow presenteerden drie agrarisch ondernemers hun inspirerende POP3-projecten over weidevogelbeheer, korte ketens en de Akker van de toekomst (strokenteelt in combinatie met precisielandbouw). Dit leverde een interessant gesprek op en tips aan mijn ministerie en de provincies om in het volgende GLB het stimuleren van dit soort projecten vooral te behouden, maar ook om het eenvoudiger te maken om aan deze regelingen deel te nemen.

Vervolgens heb ik samen met de gedeputeerde Stagehouwer (mede opdrachtgever voor het GLB-NSP) en enkele boeren en een gebiedscoördinator vooruitgekeken naar het nieuwe GLB en de invulling van toekomstbestendig boeren. Ik heb een oproep gedaan om in beweging te komen en samen het Nationaal Strategisch Plan vorm te geven.

Helaas was het niet mogelijk om elkaar fysiek te ontmoeten op deze conferentie, gezien de Covid19 maatregelen. De tweedaagse online conferentie bleek echter een goed alternatief. In totaal hebben meer dan 2000 deelnemers gekeken en meegedaan aan de webinars, workshops en de talkshow. In de dagen daarna zijn de webinars en talkshow nog 2500 keer bekeken en zijn vele honderden vragen en suggesties binnengekomen via de chatfunctie. Dit geeft aan dat het onderwerp leeft en we kunnen spreken van een bijzonder geslaagde conferentie.

De talkshow en webinars zijn terug te kijken. De links en korte sfeerverslagen staan op toekomstGLB.nl.2

IV. Commissie aanbevelingen voor het Nederlands nationaal strategisch plan voor het nieuwe GLB

In bijlage twee bij deze brief voeg ik de aanbevelingen voor het Nederlands nationaal strategisch plan (NSP) die de Europese Commissie heeft gepubliceerd3. Deze aanbevelingen zijn aangekondigd in de van Boer tot Bordstrategie en worden gedaan in het kader van de dialoog die de Europese Commissie met de lidstaten is begonnen over het NSP. De aanbevelingen adresseren de specifieke economische, klimaat en milieu en sociale doelen van het GLB. De ambities van de Green Deal waaronder die van de Europese van Boer tot Bord- en de Biodiversiteitstrategieën zijn hierin meegenomen. Er staan 14 concrete aanbevelingen genoemd. Ik zal de aanbevelingen bestuderen en bespreken met Europese Commissie. Ik kom daarna met een appreciatie op hoofdlijnen over hoe ik de aanbevelingen zal betrekken bij de opzet van het NSP. Ik zal uw Kamer over de voortgang van het NSP op de gebruikelijke wijze blijven informeren.

V. Maatschappelijke diensttijd bij boerderijen

Ik heb tijdens de begrotingsbehandeling van LNV in 2019 toegezegd om nader te kijken naar het mogelijk maken van het vervullen van maatschappelijke dienststijd bij op de boerderij. Er zijn momenteel diverse initiatieven die gericht zijn op ontsluiting van het platteland. Het verheugt mij te kunnen melden dat het voor dergelijke initiatieven mogelijk is om hierop in te zetten via de reguliere subsidierondes van het actieprogramma Maatschappelijke Dienstrijd (MDT). Een mooi voorbeeld is het samenwerkingsproject Grensverleggers, waar ook Plattelandsjongeren NL een rol in spelen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. https://toekomstglb.nl/verslagen-glb-conferentie-im-in-2-en-3-december-2020/↩︎

  3. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎