Verslag van de informele JBZ-Raad van 14 december 2020
JBZ-Raad
Brief regering
Nummer: 2021D00522, datum: 2021-01-05, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32317-668).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Mede ondertekenaar: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid ()
Onderdeel van kamerstukdossier 32317 -668 JBZ-Raad.
Onderdeel van zaak 2021Z00101:
- Indiener: F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
- Medeindiener: A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-12 15:15: Regeling van Werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-20 14:30: Extra procedurevergadering Justitie en Veiligheid (groslijst controversieel verklaren) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-25 12:00: Informele JBZ-Raad d.d. 28 en 29 januari 2021 (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2021-01-28 13:00: Procedures en brieven (Procedurevergadering), vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
- 2023-09-07 13:45: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
32 317 JBZ-Raad
Nr. 668 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 5 januari 2021
Hierbij bieden wij u het verslag aan van de informele bijeenkomst van de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 14 december 2020 via videoconferentie, waar de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid aan hebben deelgenomen.
Zoals toegezegd in het verslag van het Schriftelijk Overleg van 1 december jl. (Kamerstuk 21 317, nr. 662), komt de Minister van Justitie en Veiligheid in deze aanbiedingsbrief terug op de motie van het lid Yesilgöz-Zegerius ten aanzien van het weren van extremistische sprekers1.
Op dit moment kan iedere gekende extremistische spreker die derdelander is, de toegang tot het Schengengebied geweigerd of visum ontzegd worden als hij een gevaar vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Tevens wordt deze persoon gesignaleerd in het Schengeninformatiesysteem (SIS-II). Door te signaleren in SIS-II kan deze persoon ook niet zomaar in een ander Schengenland toegang krijgen. Andersom kunnen Schengenlanden extremistische sprekers weren en hen ook in SIS-II signaleren.
Het bestaan van voornoemde werkwijze in Schengenverband laat onverlet dat de Minister van Justitie en Veiligheid het belang van een effectieve gezamenlijke aanpak van dit probleem onderschrijf en daarom dit punt graag op EU-niveau nog een keer bij lidstaten onder de aandacht breng.
Dit zal de Minister van Justitie en Veiligheid doen in de context van de lopende discussie binnen de JBZ-Raad over de verwerking van informatie over individuen die een serieus terroristisch en/of extremistisch gevaar vormen.
Het belang van onderling begrip tussen lidstaten in dit kader en het faciliteren van optimale informatiedeling binnen de EU-informatiesystemen is een principe dat ook door de Commissie wordt onderstreept in haar recente CT agenda.
De Minister van Justitie en Veiligheid,
F.B.J. Grapperhaus
De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
A. Broekers-Knol
motie van het lid Yesilgöz-Zegerius (Kamerstuk 29 754, nr. 579)↩︎