Rapport over de voor- en nadelen van het handelsverdrag met de Mercosur landen voor de Nederlandse economie en in het bijzonder voor (gezins-) bedrijven in de vlees- en zuivelsector
Buitenlands beleid en handelspolitiek
Brief regering
Nummer: 2021D01585, datum: 2021-01-14, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-31985-68).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (Ooit D66 kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 31985 -68 Buitenlands beleid en handelspolitiek.
Onderdeel van zaak 2021Z00580:
- Indiener: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Volgcommissie: vaste commissie voor Europese Zaken
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2021-2024)
- 2021-01-26 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 16:00: Extra procedurevergadering controversieel verklaren (via videoverbinding) (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2021-02-11 13:30: Procedurevergadering (Procedurevergadering), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2021-02-24 12:00: Raad Buitenlandse Zaken Handel (Inbreng schriftelijk overleg), algemene commissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (2012-2021)
- 2023-01-19 13:25: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
31 985 Buitenlands beleid en handelspolitiek
Nr. 68 BRIEF VAN DE MINISTER VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 januari 2021
Hierbij bied ik u het onderzoeksrapport aan van Wageningen Economic Research (WEcR), onderdeel van Wageningen Universiteit en Research, over de potentiële kwantitatieve handelseffecten van het EU-Mercosur akkoord op de Nederlandse economie en vooral voor de agrarische gezinsbedrijven1. WEcR heeft het onderzoek uitgevoerd in samenwerking met Ecorys.
Het onderzoek dient ter invulling van de motie door het Kamerlid Voordewind van 4 juli 2019 (Kamerstuk 34 952, nr. 75). Het onderzoek is toegespitst op de economische effecten op de Nederlandse economie en niet op de sociale en/of milieugevolgen van het akkoord. Deze zijn onderwerp van de Sustainability Impact Assessment die de Europese Commissie momenteel laat uitvoeren.
Het onderzoek gaat achtereenvolgens in op de huidige Nederlandse handelsbetrekkingen met Mercosur, de effecten van het akkoord op de Nederlandse economie (incl. sector specifieke resultaten) en de effecten op de inkomsten van Nederlandse agrarische bedrijven in het bijzonder. Bij de effect-berekeningen is geen rekening gehouden met structuurveranderingen van de landbouwsector door de tijd heen.
Bevindingen onderzoekers
De EU-27 inclusief Nederland voeren voornamelijk industrieproducten uit naar Mercosur. Daarnaast is Mercosur een belangrijke markt voor de uitvoer van Nederlandse diensten. De EU-import bestaat voornamelijk uit landbouwgoederen en industrieproducten.
De algemene conclusie van het rapport is dat Nederland in bescheiden mate zal profiteren van het akkoord, met een toename van het bbp van EUR 287 miljoen, 0.03% in het jaar 2035, uitgaande van een volledig geïmplementeerd akkoord in 2035.
De onderzoekers concluderen dat de groei van de export groter zal zijn dan de groei van de import en daarmee heeft het Mercosur-akkoord dus een positief effect op het saldo van de Nederlandse handelsbalans. De sectoren «machines» en «geneesmiddelen» zullen volgens de onderzoekers het meest profiteren met respectievelijk EUR 672 miljoen en EUR 351 miljoen.
Het positieve potentieel voor Nederland ligt vooral in het feit dat de veel hogere invoertarieven die Mercosur lidstaten nu hanteren (gemiddeld van 7 tot 14%) tot nul worden teruggebracht dan wel worden verlaagd. Ook het openstellen van nieuwe invoerquota heeft een positief potentieel. Mercosur-landen winnen minder bij tariefverlagingen omdat de tarieven van de EU al relatief laag zijn (zo’n 3% voor goederen uit Mercosur lidstaten). De EU zal voor gevoelige landbouwgoederen uit Mercosur, zoals voor hoge kwaliteit rundvlees, pluimveeproducten, knoflook, suiker en ethanol, importtarieven en invoerquota houden.
Volgens de onderzoekers heeft het akkoord voor Nederlandse boeren een gemiddeld positief effect van EUR 200 per bedrijf per jaar. Varkensbedrijven, vleeskuikenbedrijven en legkippenbedrijven zullen er op vooruit gaan (resp EUR 2.100, EUR 700 en EUR 1.200 per jaar), terwijl de inkomsteneffecten voor melkveebedrijven en akkerbouwbedrijven negatief zijn (een verlies van respectievelijk EUR 100 en EUR 200 per jaar).
Voor twee specifieke categorieën producenten in de rundvleessector wordt een inkomstendaling verwacht. Het gaat hierbij om kalfsvlees producenten (verlies EUR 800 per jaar) en producenten van hoge kwaliteit rundvlees dat concurreert met hoog-kwaliteit rundvlees uit Mercosur (verlies EUR 700 per jaar).
Verwacht wordt dat de handel voor Nederlandse zuivelbedrijven wordt gestimuleerd door nieuwe tariefcontingenten die Mercosur onder het akkoord implementeert op kaas, melkpoeder en babymelkpoeder.
De studie geeft aan dat, onafhankelijk van het akkoord, de invoer van buiten de EU moet voldoen aan de EU voedselveiligheidsvereisten en productstandaarden.
Het kabinet heeft eerder toegezegd zich een mening te zullen vormen over het Mercosur-akkoord als alle daarvoor relevante documenten beschikbaar zijn. Deze studie maakt daar onderdeel van uit.
De Minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking,
S.A.M. Kaag
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎