[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Memorie van toelichting

Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)

Memorie van toelichting

Nummer: 2021D01977, datum: 2021-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35704-2).

Gerelateerde personen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35704 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen).

Onderdeel van zaak 2021Z00775:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 704 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL

Wetsartikelen 1 en 2

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:

– de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze eerste incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn en niet kunnen wachten tot formele autorisatie van beide Kamers, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen spoedig (vanaf eind januari 2021) starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Over de inhoud van deze incidentele suppletoire begroting wordt uw Kamer parallel geïnformeerd in de Kabinetsreactie rapport «Ongekend Onrecht» d.d. 15 januari 2021. Zoals in deze Kabinetsreactie toegelicht wordt hebben de voorgenomen maatregelen een spoedeisend karakter, omdat we de gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslag zo snel mogelijk willen compenseren.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de wet.

De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra

B. BEGROTINGSTOELICHTING

Inleiding

De budgettaire middelen zoals opgenomen in deze ISB zijn additioneel aan de reeds bij Voorjaarsnota 2020, Ontwerpbegroting 2021 en Najaarsnota 2020 beschikbaar gestelde middelen. Daarnaast is in de Veegbrief 2020 nog een mutatie aangekondigd. Het in totaal reeds beschikbare budget komt daarmee uit op € 537 mln. cumulatief voor de jaren 2020 t/m 2022 (onderverdeeld € 416 mln. programmabudget en € 121 mln. uitvoeringsbudget).

Met deze ISB wordt in totaal € 1,229 mld. cumulatief additioneel beschikbaar gesteld voor de beleidswijzigingen die benoemd worden in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht». Dit is opgebouwd uit:

– cumulatief € 824 mln. programmauitgaven voor de forfaitaire € 30.000-regeling», de verbreding van de compensatieregeling naar alle gedupeerden die voorheen aanspraak maakten op de hardheidstegemoetkoming en bijstellingen o.b.v. de ervaringen en realisaties van het afgelopen jaar;

– cumulatief € 155 mln. apparaatsuitgaven, verdeeld over artikel 1 en 13, voor extra capaciteit voor de uitvoering van de beleidswijzigingen zoals benoemd in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» (in het bijzonder de uitvoering van de forfaitaire € 30.000-regeling voor gedupeerden);

– een reservering van € 250 mln. in 2021 (op artikel 10) voor onder andere de uitwerking van een regeling om, in de overleg met het Kindpanel, recht te doen aan het leed dat gedupeerde kinderen is aangedaan.

Dit betekent dat het totale en cumulatieve budget voor de herstelactie voor gedupeerden uitkomt op € 1,766 mld. Hiervan is in 2020 ongeveer reeds € 70 mln. gerealiseerd aan programma- en apparaatsuitgaven (in het jaarverslag 2020 van Financiën zal dit nader worden toegelicht). Dit betekent dat per saldo voor 2021 en 2022 in totaal cumulatief € 1,696 mld. beschikbaar is, opgebouwd uit € 1,466 mld. programmabudget en € 230 mln. uitvoeringsbudget.

In de 5e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag die uiterlijk 1 februari aan het parlement verzonden zal worden, zal een uitgebreid en aanvullend budgettair overzicht worden gegeven. Dit in lijn met de financiële overzichten en toelichtingen die in de 4e Voortgangsrapportage van 4 december jl. is opgenomen.

Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Verplichtingen 2.987.107 14.000 3.001.107 21.000
waarvan betalingsverplichtingen 2.986.707
waarvan garantieverplichtingen 400
Garantie procesrisico's 400
Uitgaven (1) + (2) 3.108.560 14.000 3.122.560 21.000
(1) Apparaatsuitgaven 2.642.216 14.000 2.656.216 21.000
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland 14.000
Personele uitgaven 2.213.751 4.000 2.217.751 10.000
Eigen personeel 1.886.602 1.000 1.887.602 4.000
Inhuur externen 318.167 3.000 321.167 6.000
Overig personeel 8.982 0 8.982
Materiële uitgaven 428.465 10.000 438.465 11.000
ICT 25.928
Bijdrage aan SSO's 279.116 10.000 289.116 11.000
Overige 123.421 0 123.421
(2) Programma-uitgaven 466.344
waarvan juridisch verplicht 66,6%
Bekostiging 6.290
Vergoeding proceskosten 6.273
Overige programma-uitgaven 17
Garanties 245
Garantie procesrisico's 245
Bijdragen aan ZBO's en RWT's 15.780
Waarderingskamer 1.987
Kadaster 2.006
Kamer van Koophandel 4.345
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 7.442
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties 445
Internationale Douaneraad 175
Overige internationale organisaties 270
Opdrachten 340.377
ICT opdrachten 288.654
Overige opdrachten 51.723
Bijdrage agentschappen 89.574
Bijdrage Logius 86.381
Bijdrage CIBG 193
Bijdrage overige agentschappen 3.000
Rente 85.000
Belasting-en invorderingsrente 85.000
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken – 71.367
Toerekening uitgaven aan Douane – 71.367
Ontvangsten (3) + (4) 150.945.690
Programma-ontvangsten (3) 150.889.259
waarvan: Belastingontvangsten 150.164.278
Bekostiging 181.827
Kosten vervolging 181.827
Rente 350.377
Belasting- en invorderingsrente 350.377
Boetes en schikkingen 192.777
Ontvangsten boetes en schikkingen 192.777
Apparaatsontvangsten (4) 56.431

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven (+ € 4 mln.)

Verschillende dienstonderdelen van de Belastingdienst zijn betrokken bij de uitvoering van het Toeslagenherstel, bijvoorbeeld de Belastingtelefoon in de communicatie met gedupeerden. De beleidswijzigingen die benoemd worden in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» zorgen voor extra personele uitgaven bij verschillende betrokken dienstonderdelen.

Materiële uitgaven (+ € 10 mln.)

De stijging in personele kosten gaat samen met een stijging van de overheadkosten, zoals opleiding, kantoorautomatisering en huisvesting. Deze overheadkosten hangen zowel samen met de extra inzet van personeel binnen DG Belastingdienst (verantwoord op artikel 1), als met de extra inzet van personeel binnen DG Toeslagen (verantwoord op artikel 13). Op termijn zullen deze kosten, samen met andere indirecte kosten van het nieuwe DG Toeslagen, worden ontvlochten en worden opgenomen onder artikel 13.

Verplichtingen 264.052 250.000 514.052
Uitgaven 264.094 250.000 514.094
Nog te verdelen 264.094 250.000 514.094
Loonbijstelling 3.103 3.103
Prijsbijstelling 9.713 9.713
Programma onvoorzien 216.756 250.000 466.756
Apparaat onvoorzien 34.522 34.522
Ontvangsten 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Programma onvoorzien (+ € 250 mln.)

Het kabinet reserveert een bedrag van € 250 mln. voor de nadere invulling van enkele onderdelen uit de kabinetsreactie. Zo is in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» aangekondigd dat, in overleg met het Kindpanel, gekeken zal worden op welke wijze recht kan worden gedaan aan het leed dat gedupeerde kinderen is aangedaan. De volledige budgettaire verwerking van de uiteindelijke regeling volgt als onderdeel van de reguliere budgettaire besluitvormingscyclus.

Verplichtingen 118.125 612.000 730.125 332.000
Uitgaven (1) + (2) 118.125 612.000 730.125 332.000
(1) Apparaatsuitgaven 118.000 49.000 167.000 71.000
Personele uitgaven 115.040 49.000 164.040 69.000
Eigen personeel 84.402 9.000 93.402 24.000
Inhuur externen 30.638 40.000 70.638 45.000
Materiële uitgaven 2.960 0 2.960 2.000
Overige materiële uitgaven 2.960 0 2.960 2.000
(2) Programma-uitgaven 125 563.000 563.125 261.000
waarvan juridisch verplicht 100%
Bijdragen aan ZBO's en RWT's 100 100
Overige bijdrage ZBO's/RWT's 100 100
Opdrachten 25 25
ICT opdrachten 25 25
(Schade)vergoedingen 0 563.000 563.000 261.000
Compensatie toeslagengedupeerden 0 563.000 563.000 261.000
Overige (schade)vergoedingen 0 0
Ontvangsten 0 0

Toelichting

Verplichtingen en uitgaven

Personele uitgaven (+ € 49 mln.)

Voor de uitvoering van de beleidswijzigingen die in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» benoemd worden, is additionele uitvoeringscapaciteit nodig. In het bijzonder vergt de uitvoering van de «forfaitaire € 30.000-regeling» voor gedupeerden extra capaciteit om de vele beoordelingen en betalingen in de komende maanden uit te voeren. Tegelijkertijd blijft het voor gedupeerden mogelijk om hun dossiers integraal te laten beoordelen, bijvoorbeeld in het geval dat de gedupeerde recht heeft op meer dan de forfaitaire € 30.000 aan compensatie. De verwachting is dat het integraal beoordelen van deze dossiers meer personele capaciteit zal kosten dan in eerdere instanties werd verwacht. Om er zeker van te zijn dat alle gedupeerden die dat wensen hun dossier zo snel mogelijk integraal kunnen laten beoordelen, neemt het kabinet vooralsnog aan dat het aanbieden van de forfaitaire € 30.000 niet tot minder verzoeken om een integrale beoordeling zal leiden. Dit alles vertaalt zich naar verwachting in additionele personele uitgaven ten hoogte van € 49 mln. in 2021.

(Schade)vergoedingen (+ € 563 mln.)

In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» worden maatregelen benoemd die eraan moeten bijdragen dat gedupeerden sneller en ruimhartiger recht wordt gedaan. Dit zijn onder meer de «forfaitaire € 30.000-regeling» en de verbreding van de compensatieregeling naar alle gedupeerden die voorheen aanspraak maakten op de hardheidstegemoetkoming. Daarnaast zijn, op basis van de ervaringen en realisaties van het afgelopen jaar, de verwachtingen rond de totale programma-uitgaven bijgesteld. In totaal leidt dit naar verwachting tot € 563 mln. aan additionele programma-uitgaven in 2021.