Memorie van toelichting
Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)
Memorie van toelichting
Nummer: 2021D01977, datum: 2021-01-15, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35704-2).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: W.B. Hoekstra, minister van Financiën (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 35704 -2 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen).
Onderdeel van zaak 2021Z00775:
- Indiener: W.B. Hoekstra, minister van Financiën
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Financiën
- 2021-01-20 10:15: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-01-27 12:45: Extra procedurevergadering Financiën (groslijst controversieel verklaren) (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-02 14:00: Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen) (Inbreng feitelijke vragen), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-08 12:00: [ E-MAILPROCEDURE - GEWIJZIGD VOORSTEL ] - Voorstel van het lid Lodders tot het behandelen van de ISB inzake Herstel Toeslagen in een WGO op 10 februari, van 18 tot 19 uur (E-mailprocedure), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-10 18:00: Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 11:15: Procedurevergadering Financiën (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 16:00: Voortzetting wetgevingsoverleg Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen (Wetgevingsoverleg), vaste commissie voor Financiën
- 2021-02-11 18:30: EINDE VERGADERING: STEMMINGEN (over alle resterende onderwerpen) (Stemmingen), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
35 704 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake Herstel Toeslagen)
Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING
A. ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING BIJ HET WETSVOORSTEL
Wetsartikelen 1 en 2
De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in:
– de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën.
De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.
Normaliter wordt nieuw beleid pas in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze eerste incidentele suppletoire begroting zijn opgenomen in het belang van het Rijk zijn en niet kunnen wachten tot formele autorisatie van beide Kamers, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen spoedig (vanaf eind januari 2021) starten. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016. Over de inhoud van deze incidentele suppletoire begroting wordt uw Kamer parallel geïnformeerd in de Kabinetsreactie rapport «Ongekend Onrecht» d.d. 15 januari 2021. Zoals in deze Kabinetsreactie toegelicht wordt hebben de voorgenomen maatregelen een spoedeisend karakter, omdat we de gedupeerde ouders van de kinderopvangtoeslag zo snel mogelijk willen compenseren.
Wetsartikel 3
Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de wet.
De Minister van Financiën,
W.B. Hoekstra
B. BEGROTINGSTOELICHTING
Inleiding
De budgettaire middelen zoals opgenomen in deze ISB zijn additioneel aan de reeds bij Voorjaarsnota 2020, Ontwerpbegroting 2021 en Najaarsnota 2020 beschikbaar gestelde middelen. Daarnaast is in de Veegbrief 2020 nog een mutatie aangekondigd. Het in totaal reeds beschikbare budget komt daarmee uit op € 537 mln. cumulatief voor de jaren 2020 t/m 2022 (onderverdeeld € 416 mln. programmabudget en € 121 mln. uitvoeringsbudget).
Met deze ISB wordt in totaal € 1,229 mld. cumulatief additioneel beschikbaar gesteld voor de beleidswijzigingen die benoemd worden in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht». Dit is opgebouwd uit:
– cumulatief € 824 mln. programmauitgaven voor de forfaitaire € 30.000-regeling», de verbreding van de compensatieregeling naar alle gedupeerden die voorheen aanspraak maakten op de hardheidstegemoetkoming en bijstellingen o.b.v. de ervaringen en realisaties van het afgelopen jaar;
– cumulatief € 155 mln. apparaatsuitgaven, verdeeld over artikel 1 en 13, voor extra capaciteit voor de uitvoering van de beleidswijzigingen zoals benoemd in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» (in het bijzonder de uitvoering van de forfaitaire € 30.000-regeling voor gedupeerden);
– een reservering van € 250 mln. in 2021 (op artikel 10) voor onder andere de uitwerking van een regeling om, in de overleg met het Kindpanel, recht te doen aan het leed dat gedupeerde kinderen is aangedaan.
Dit betekent dat het totale en cumulatieve budget voor de herstelactie voor gedupeerden uitkomt op € 1,766 mld. Hiervan is in 2020 ongeveer reeds € 70 mln. gerealiseerd aan programma- en apparaatsuitgaven (in het jaarverslag 2020 van Financiën zal dit nader worden toegelicht). Dit betekent dat per saldo voor 2021 en 2022 in totaal cumulatief € 1,696 mld. beschikbaar is, opgebouwd uit € 1,466 mld. programmabudget en € 230 mln. uitvoeringsbudget.
In de 5e Voortgangsrapportage Kinderopvangtoeslag die uiterlijk 1 februari aan het parlement verzonden zal worden, zal een uitgebreid en aanvullend budgettair overzicht worden gegeven. Dit in lijn met de financiële overzichten en toelichtingen die in de 4e Voortgangsrapportage van 4 december jl. is opgenomen.
Budgettaire consequenties beleidsartikelen
Verplichtingen | 2.987.107 | 14.000 | 3.001.107 | 21.000 | |||
waarvan betalingsverplichtingen | 2.986.707 | ||||||
waarvan garantieverplichtingen | 400 | ||||||
Garantie procesrisico's | 400 | ||||||
Uitgaven (1) + (2) | 3.108.560 | 14.000 | 3.122.560 | 21.000 | |||
(1) Apparaatsuitgaven | 2.642.216 | 14.000 | 2.656.216 | 21.000 | |||
waarvan: Uitvoering fiscale wet- en regelgeving en douanetaken Caribisch Nederland | 14.000 | ||||||
Personele uitgaven | 2.213.751 | 4.000 | 2.217.751 | 10.000 | |||
Eigen personeel | 1.886.602 | 1.000 | 1.887.602 | 4.000 | |||
Inhuur externen | 318.167 | 3.000 | 321.167 | 6.000 | |||
Overig personeel | 8.982 | 0 | 8.982 | ||||
Materiële uitgaven | 428.465 | 10.000 | 438.465 | 11.000 | |||
ICT | 25.928 | ||||||
Bijdrage aan SSO's | 279.116 | 10.000 | 289.116 | 11.000 | |||
Overige | 123.421 | 0 | 123.421 | ||||
(2) Programma-uitgaven | 466.344 | ||||||
waarvan juridisch verplicht | 66,6% | ||||||
Bekostiging | 6.290 | ||||||
Vergoeding proceskosten | 6.273 | ||||||
Overige programma-uitgaven | 17 | ||||||
Garanties | 245 | ||||||
Garantie procesrisico's | 245 | ||||||
Bijdragen aan ZBO's en RWT's | 15.780 | ||||||
Waarderingskamer | 1.987 | ||||||
Kadaster | 2.006 | ||||||
Kamer van Koophandel | 4.345 | ||||||
Overige bijdrage ZBO's/RWT's | 7.442 | ||||||
Bijdrage aan (inter)nationale organisaties | 445 | ||||||
Internationale Douaneraad | 175 | ||||||
Overige internationale organisaties | 270 | ||||||
Opdrachten | 340.377 | ||||||
ICT opdrachten | 288.654 | ||||||
Overige opdrachten | 51.723 | ||||||
Bijdrage agentschappen | 89.574 | ||||||
Bijdrage Logius | 86.381 | ||||||
Bijdrage CIBG | 193 | ||||||
Bijdrage overige agentschappen | 3.000 | ||||||
Rente | 85.000 | ||||||
Belasting-en invorderingsrente | 85.000 | ||||||
Bijdrage aan (andere) begrotingshoofdstukken | – 71.367 | ||||||
Toerekening uitgaven aan Douane | – 71.367 | ||||||
Ontvangsten (3) + (4) | 150.945.690 | ||||||
Programma-ontvangsten (3) | 150.889.259 | ||||||
waarvan: Belastingontvangsten | 150.164.278 | ||||||
Bekostiging | 181.827 | ||||||
Kosten vervolging | 181.827 | ||||||
Rente | 350.377 | ||||||
Belasting- en invorderingsrente | 350.377 | ||||||
Boetes en schikkingen | 192.777 | ||||||
Ontvangsten boetes en schikkingen | 192.777 | ||||||
Apparaatsontvangsten (4) | 56.431 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven (+ € 4 mln.)
Verschillende dienstonderdelen van de Belastingdienst zijn betrokken bij de uitvoering van het Toeslagenherstel, bijvoorbeeld de Belastingtelefoon in de communicatie met gedupeerden. De beleidswijzigingen die benoemd worden in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» zorgen voor extra personele uitgaven bij verschillende betrokken dienstonderdelen.
Materiële uitgaven (+ € 10 mln.)
De stijging in personele kosten gaat samen met een stijging van de overheadkosten, zoals opleiding, kantoorautomatisering en huisvesting. Deze overheadkosten hangen zowel samen met de extra inzet van personeel binnen DG Belastingdienst (verantwoord op artikel 1), als met de extra inzet van personeel binnen DG Toeslagen (verantwoord op artikel 13). Op termijn zullen deze kosten, samen met andere indirecte kosten van het nieuwe DG Toeslagen, worden ontvlochten en worden opgenomen onder artikel 13.
Verplichtingen | 264.052 | 250.000 | 514.052 | ||||
Uitgaven | 264.094 | 250.000 | 514.094 | ||||
Nog te verdelen | 264.094 | 250.000 | 514.094 | ||||
Loonbijstelling | 3.103 | – | 3.103 | ||||
Prijsbijstelling | 9.713 | – | 9.713 | ||||
Programma onvoorzien | 216.756 | 250.000 | 466.756 | ||||
Apparaat onvoorzien | 34.522 | – | 34.522 | ||||
Ontvangsten | 0 | – | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Programma onvoorzien (+ € 250 mln.)
Het kabinet reserveert een bedrag van € 250 mln. voor de nadere invulling van enkele onderdelen uit de kabinetsreactie. Zo is in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» aangekondigd dat, in overleg met het Kindpanel, gekeken zal worden op welke wijze recht kan worden gedaan aan het leed dat gedupeerde kinderen is aangedaan. De volledige budgettaire verwerking van de uiteindelijke regeling volgt als onderdeel van de reguliere budgettaire besluitvormingscyclus.
Verplichtingen | 118.125 | 612.000 | 730.125 | 332.000 | |||
Uitgaven (1) + (2) | 118.125 | 612.000 | 730.125 | 332.000 | |||
(1) Apparaatsuitgaven | 118.000 | 49.000 | 167.000 | 71.000 | |||
Personele uitgaven | 115.040 | 49.000 | 164.040 | 69.000 | |||
Eigen personeel | 84.402 | 9.000 | 93.402 | 24.000 | |||
Inhuur externen | 30.638 | 40.000 | 70.638 | 45.000 | |||
Materiële uitgaven | 2.960 | 0 | 2.960 | 2.000 | |||
Overige materiële uitgaven | 2.960 | 0 | 2.960 | 2.000 | |||
(2) Programma-uitgaven | 125 | 563.000 | 563.125 | 261.000 | |||
waarvan juridisch verplicht | 100% | ||||||
Bijdragen aan ZBO's en RWT's | 100 | – | 100 | ||||
Overige bijdrage ZBO's/RWT's | 100 | – | 100 | ||||
Opdrachten | 25 | – | 25 | ||||
ICT opdrachten | 25 | – | 25 | ||||
(Schade)vergoedingen | 0 | 563.000 | 563.000 | 261.000 | |||
Compensatie toeslagengedupeerden | 0 | 563.000 | 563.000 | 261.000 | |||
Overige (schade)vergoedingen | 0 | – | 0 | ||||
Ontvangsten | 0 | – | 0 |
Toelichting
Verplichtingen en uitgaven
Personele uitgaven (+ € 49 mln.)
Voor de uitvoering van de beleidswijzigingen die in de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» benoemd worden, is additionele uitvoeringscapaciteit nodig. In het bijzonder vergt de uitvoering van de «forfaitaire € 30.000-regeling» voor gedupeerden extra capaciteit om de vele beoordelingen en betalingen in de komende maanden uit te voeren. Tegelijkertijd blijft het voor gedupeerden mogelijk om hun dossiers integraal te laten beoordelen, bijvoorbeeld in het geval dat de gedupeerde recht heeft op meer dan de forfaitaire € 30.000 aan compensatie. De verwachting is dat het integraal beoordelen van deze dossiers meer personele capaciteit zal kosten dan in eerdere instanties werd verwacht. Om er zeker van te zijn dat alle gedupeerden die dat wensen hun dossier zo snel mogelijk integraal kunnen laten beoordelen, neemt het kabinet vooralsnog aan dat het aanbieden van de forfaitaire € 30.000 niet tot minder verzoeken om een integrale beoordeling zal leiden. Dit alles vertaalt zich naar verwachting in additionele personele uitgaven ten hoogte van € 49 mln. in 2021.
(Schade)vergoedingen (+ € 563 mln.)
In de kabinetsreactie op het rapport «Ongekend Onrecht» worden maatregelen benoemd die eraan moeten bijdragen dat gedupeerden sneller en ruimhartiger recht wordt gedaan. Dit zijn onder meer de «forfaitaire € 30.000-regeling» en de verbreding van de compensatieregeling naar alle gedupeerden die voorheen aanspraak maakten op de hardheidstegemoetkoming. Daarnaast zijn, op basis van de ervaringen en realisaties van het afgelopen jaar, de verwachtingen rond de totale programma-uitgaven bijgesteld. In totaal leidt dit naar verwachting tot € 563 mln. aan additionele programma-uitgaven in 2021.