Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over politieke ambtsdragers met een beperking: hoe faciliteren we de toekomst? (Kamerstuk 24170-240)
Gehandicaptenbeleid
Inbreng verslag schriftelijk overleg
Nummer: 2021D02720, datum: 2021-01-21, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (nds-tk-2021D02720).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken (Ooit VVD kamerlid)
- Mede ondertekenaar: F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier
Onderdeel van zaak 2020Z24329:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2020-12-10 13:05: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2020-12-17 18:00: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-01-21 14:00: Politieke ambtsdragers met een beperking: hoe faciliteren we de toekomst? (24170-240) (Inbreng schriftelijk overleg), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
2021D02720 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft enkele vragen en opmerkingen over de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 9 december 2020 (TK 24 170, nr. 240) over het actieplan «Politieke ambtsdragers met een beperking: hoe faciliteren we de toekomst?».
De voorzitter van de commissie,
Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie,
Hendrickx
VVD
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties d.d. 9 december met betrekking tot het «Actieplan politieke ambtsdragers met een beperking». Zij zijn het eens met de Minister dat in een representatieve democratie alle geledingen van de samenleving zich in beginsel moeten kunnen vertegenwoordigen. Gaarne leggen de leden van de VVD-fractie de Minister een paar vragen voor.
De Minister schrijft dat zij met het actieplan wil bereiken dat na de komende raadsverkiezingen in ten minste een derde van de gemeenten, mensen met een structurele functionele beperking politiek actief zijn. Waar baseert de Minister «in ten minste een derde van de gemeenten» op, zo vragen de leden van de VVD-fractie. Hoe denkt de Minister hier concreet invulling aan te geven?
In het eindrapport worden zowel aanbevelingen gedaan ter ondersteuning van individuen als aanbevelingen die betrekking hebben op politieke partijen. In het actieplan worden met name actiepunten benoemt ter ondersteuning van individuen. Kan de Minister een reactie geven op deze keuze?
Eén van de voorstellen uit het actieplan is specifieke (financiële) onder-steuning. Er start een pilot waaraan maximaal 30 kandidaat-politici met een structurele functionele beperking kunnen deelnemen, met een maximaal bestedingsbudget van 2.000 euro per kandidaat. Wat gebeurt er als blijkt dat meer kandidaat-politici aan deze pilot willen deelnemen? Op basis waarvan zal er dan een selectie plaats vinden? Waaraan denkt de Minister dat het bedrag zal worden besteed? Gaarne krijgen de leden van de VVD-fractie een reactie van de Minister.
In het kader van ondersteuning tijdens het ambt wordt gedacht aan een proef met maximaal 20 persoonlijke ondersteuners voor individuele raadsleden met een beperking voor de duur van een jaar per 1 maart 2021. Daar worden nadere afspraken over gemaakt, zo valt in het actieplan te lezen. Hoe worden de raadsleden die voor die proef in aanmerking willen komen geselecteerd? Welke afspraken zijn er inmiddels gemaakt?
CDA
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het inventariserend onderzoek naar politici met een structurele functionele beperking en het Actieplan politieke ambtsdragers met een beperking. Deze leden onderschrijven het streven van de regering om te stimuleren dat meer mensen politiek actief worden. Als er voor mensen met een beperking speci-fieke belemmeringen zijn om hun mogelijkheden en talenten te benutten in politiek en bestuur, dan moeten die zoveel mogelijk worden weggenomen.
In het actieplan kondigt de Minister aan, dat in aanloop naar de gemeente-raadsverkiezingen van 2022 een pilot wordt uitgevoerd waaraan maximaal 30 kandidaat-politici met een structurele functionele beperking kunnen deelne-men, met een maximaal bestedingsbudget van 2.000 euro per kandidaat. De leden van de CDA-fractie vragen, waarvoor dit budget specifiek bestemd is en hoe dit zich verhoudt tot voorzieningen die mensen met een beperking bijvoorbeeld via de Wmo kunnen aanvragen.
De leden van de CDA-fractie constateren dat de meeste mensen met een beperking die politiek actief zijn, gemeenteraadslid zijn. Deze leden vragen de Minister nader in te gaan op de vraag wat het betekent voor mensen met een beperking om gemeenteraadslid te zijn, terwijl zij voor hun voorzieningen afhankelijk zijn van diezelfde gemeente.
D66
De leden van de D66-fractie hebben met grote belangstelling kennisgenomen van het genoemde ontwerpbesluit en willen de Minister nog enkele vragen voorleggen.
Deze leden zijn zeer verheugd dat er stappen worden genomen om het demo-cratisch proces voor ambtsdragers met een beperking toegankelijker te maken. Een overheid voor en door iedereen gaat ook de leden van de D66-fractie aan het hart.
De leden van de D66-fractie lezen dat de Minister in gesprek wil gaan met de politieke partijen om deze partijen toegankelijker te maken voor mensen met een beperking. Deze leden vragen de Minister of het niet een mogelijkheid zou zijn om de subsidiëring van de politieke partijen afhankelijk te maken van de eis dat zij een toegankelijkheidbeleid hebben en uitvoeren. Als dit niet het geval is, welke andere mogelijkheden de Minister ziet om politieke partijen te stimuleren tot toegankelijkheidsbeleid.
De leden van de D66-fractie lezen met veel belangstelling in het actieplan dat het Ministerie van BZK een nationaal fonds voor hulpmiddelen of voorzie-ningen voor ambtsdragers met een beperking gaat onderzoeken. Deze leden vragen zich af of, naast de beperkte beschikbaarheid van middelen of het zich bezwaard voelen door ambtsdragers met een beperking, ook een gebrek aan kennis over mogelijkheden of regelingen bij alle verschillende vormen van beperkingen een rol kan spelen. Deze leden vragen daarbij specifiek naar de aanwezigheid van dit soort kennis bij griffies. En als dit het geval is, hoe de Minister dit gebrek aan kennis wil aanpakken.
ChristenUnie
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgeno-men van de brief en het actieplan ten aanzien van politieke ambtsdragers met een beperking. Zij vinden het van belang dat mensen met een beperking in alle geledingen van de samenleving mee kunnen doen, dus ook in het poli-tieke domein. Daarnaast erkennen zij dat het een meerwaarde heeft wanneer in de politiek mensen met een beperking gerepresenteerd zijn. Genoemde leden vinden het van belang dat ondersteuning steeds op maat is. De onder-steuningsbehoefte bij mensen met een beperking is immers zeer divers.
De leden van de ChristenUnie-fractie willen ervoor waken het faciliteren van politieke ambtsdragers met een beperking als een geïsoleerd vraagstuk te zien. Mensen met een beperking lopen op veel verschillende gebieden tegen barricades aan. Hoe zorgt de Minister ervoor dat voorliggend actieplan ook in de bredere aanpak van problemen waar mensen met een beperking tegen aan lopen wordt ingebed? Daarbij willen genoemde leden een opmerking plaatsen bij de volgende bevinding uit het onderliggend rapport dat «de omvang van het benodigde management om in het eigen bestaan te voorzien en de beperkte belastbaarheid kan interesse in politiek en bestuur verminderen of belemmeren.» Welke conclusies verbindt de Minister aan deze constatering? En is het juist dat wellicht niet een vermindering of belemmering van interesse aanwezig is, dan wel dat er simpelweg soms geen ruimte meer is voor mensen om politiek actief te worden- ook wanneer die interesse er wel is?
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn in beginsel positief over de financiële ondersteuning van politieke ambtsdragers met een beperking. Zij stellen wel vragen naar de afweging om te komen tot financiële ondersteuning bij specifiek de kandidaatstelling voor mensen met een beperking. Hoe zullen de deelnemers aan de pilot worden vastgesteld? En is bij de keuze meegewogen dat het kwetsbaar kan zijn wanneer specifieke kandidaten financiële ondersteuning krijgen?
De leden van de ChristenUnie-fractie zijn positief over het voornemen om te komen tot een landelijk fonds voor hulpmiddelen en/of voorzieningen voor politieke ambtsdragers met een beperking. Kan de Minister bevestigen dat bij de verlening van ondersteuning de ondersteuningsvraag ook daadwerkelijk leidend zal zijn? De leden van de ChristenUnie-fractie moedigen het onderzoek naar een rechtspositionele grondslag voor ondersteuning van met name bestuurders met een beperking aan. In het rapport wordt beschreven dat: «Ambtsdragers met een beperking ondervinden geen terughoudendheid bij een politieke partij als zij zich willen kandideren.» Geldt dit ook voor mensen die nog geen ambtsdrager zijn maar wel politiek actief willen worden, zo vragen de leden van de ChristenUnie-fractie.
De leden van de ChristenUnie-fractie vinden het van belang dat informatie en ondersteuning niet alleen beschikbaar is, maar ook bekend bij de doelgroep en bij politieke partijen. Welke mogelijkheden ziet de Minister om hier nog stappen in te zetten?