Monitor Ouderenhuisvesting 2020
Integrale visie op de woningmarkt
Brief regering
Nummer: 2021D02875, datum: 2021-01-22, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-32847-711).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Onderdeel van kamerstukdossier 32847 -711 Integrale visie op de woningmarkt.
Onderdeel van zaak 2021Z01215:
- Indiener: K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Volgcommissie: vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2021-01-26 15:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-02-11 17:00: Procedurevergadering commissie voor Binnenlandse Zaken (videoverbinding) (wijziging aanvangstijd i.v.m. samenloop plenaire agenda Kamer) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2022-02-16 15:00: Staat van de woningmarkt (Commissiedebat), vaste commissie voor Binnenlandse Zaken
- 2023-06-08 15:00: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
32 847 Integrale visie op de woningmarkt
Nr. 711 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 januari 2021
Hierbij stuur ik u, mede namens de Minister van VWS, de eerste Monitor Ouderenhuisvesting. Met deze monitor geef ik invulling aan de motie van de leden Ronnes en Koerhuis1 en de in de Eerste Kamer aangenomen motie van het lid Van Rooijen.2 Gelijktijdig met deze brief stuur ik de Monitor naar de voorzitter van de Eerste Kamer.
Rapport en databank
De Monitor Ouderenhuisvesting bestaat uit een rapport en een openbare databank (55plus.cijfersoverwonen.nl)3. Het rapport geeft inzicht in ontwikkelingen op macroniveau. Denk aan de ontwikkeling in type huishoudens en verhuisbewegingen die ouderen maken. De databank bevat gegevens op gemeentelijk niveau. Per gemeente staan er gegevens in over het aantal ouderen, inclusief leeftijdscategorie, de vraag van ouderen op woongebied, het woningaanbod en de ondernomen verhuizingen. Bij de Monitor Ouderenhuisvesting is gekozen voor een groeimodel. Jaarlijks zullen het rapport en de databank worden geactualiseerd en uitgebreid. In deze eerste monitor is extra aandacht besteed aan de woonsituatie van ouderen met een fysieke beperking en de woningen die voor deze groep geschikt zijn. Ik wil benadrukken dat dit een deel van de woonzorgopgave weergeeft, maar niet de gehele opgave. In dit rapport is bijvoorbeeld de opgave aan geclusterde woonvormen nog niet meegenomen. Via de databank is dit dankzij een koppeling met de Monitor Geclusterde Woonvormen op lokaal niveau wel beschikbaar.
Sterke groei aantal 55+ huishoudens
Een aantal uitkomsten uit de monitor geven een beeld van de opgave:
• Het aantal 55+ huishoudens stijgt de komende vijftien jaar van 3,7 miljoen in 2020 naar 4,5 miljoen in 2035. Het aantal 75+ huishoudens groeit relatief nog harder. In 2020 behoort 13% van het totale aantal huishoudens tot deze groep, in 2035 zal dat 19% bedragen. Dit is de groep waar de beperkingen sterk toenemen.
• De woonwensen en verhuismotieven verschillen sterk tussen de groep onder en boven de 75 jaar. Bij meer dan 65% van de verhuisgeneigde 75-plussers is gezondheid of behoefte aan zorg het belangrijkste verhuismotief. Voor de 55–64 jarigen is dat percentage 15%. Zij willen vooral verhuizen vanwege de huidige woning of woonomgeving.
• Van de verhuisgeneigde 75-plussers heeft 67% een voorkeur voor een speciaal voor ouderen bestemde woning – met name in een complex. Onder verhuisgeneigde 55–64-jarigen is dit 26%.
• Het toegenomen eigenwoningbezit van de afgelopen decennia is goed zichtbaar in de monitor, in de groep 55–64 woont 67% in een eigen woning, in de groep 75–84 is dat 53%.
In deze eerste monitor is de groep ouderen met een fysieke beperking gekwantificeerd. Op dit moment zijn er ruim 600.000 55+plushuishoudens waarvan ten minste een lid een fysieke beperking heeft, zoals moeite met trap op- en aflopen, gaan zitten en opstaan uit bed. De monitor geeft ook informatie over het aantal woningen dat geschikt is voor mensen met een fysieke beperking, of voor minder dan € 10.000 geschikt te maken is. Dit zijn er in Nederland op dit moment 6,73 miljoen woningen; 86% van de totale woningvoorraad. Uit de monitor blijkt dat op dit moment 61.000 ouderen met een fysieke beperking in een voor hen ongeschikte woning wonen. Dit aantal kan door nieuwbouw, maar ook door een betere allocatie en/of toewijzing worden teruggebracht.
Monitor Geclusterde Woonvormen
Naast de groep met een fysieke beperking is er een woon(zorg)opgave voor ouderen die graag in een geclusterde woonvorm willen wonen. Bij deze woonvorm staat de interactie tussen bewoners centraal, onder andere een ontmoetingsruimte biedt daar de mogelijkheid toe. De monitor Geclusterde woonvormen voor ouderen (www.monitorgeclusterdwonen.nl) bestaat uit een overzicht van het aanbod, voornamelijk aangeleverd door gemeenten, woningcorporaties en burgerinitiatieven.4 De nieuwe monitor is bijna gereed. De onderzoekers van deze monitor hebben aangegeven dat het aantal gemeenten dat deze monitor bestrijkt is gestegen van 66% in 2019 tot 83% aan het einde van 2020. Het aantal geïnventariseerde woonlocaties is gestegen van 1.903 naar 2.524, met een stijging van het aantal wooneenheden van 91.467 verdeeld over 235 gemeenten naar 120.106 in 295 gemeenten. De komende periode zullen de onderzoekers de gegevens nader bestuderen om meer inzicht te krijgen in de verandering tussen 2019 en 2020: wat er aan nieuwe wooneenheden bijgekomen is of is getransformeerd en wat een verrijking is van eerdere data.
Meer woningen voor ouderen
Om ervoor te zorgen dat ouderen ook in de toekomst goed wonen is een groter, ander woningaanbod nodig. De monitor ouderenhuisvesting laat zien welke opgave er ligt voor de groep ouderen met een fysieke beperking. De opgave voor de gehele groep ouderen is breder. Hiermee zijn de Minister van VWS en ik, samen met andere instanties en organisaties, op verschillende manieren mee aan de slag. In de voortgangsrapportage Langer Thuis5 zijn we uitgebreid ingegaan op de acties die het kabinet onderneemt om te komen tot een groter aanbod. Het gaat bijvoorbeeld om de Taskforce Wonen en Zorg, die bestaat uit de ministeries van VWS en BZK de VNG, Aedes en Actiz. Deze taskforce is bezig om ervoor te zorgen dat medio 2021 in elke gemeente een woonzorganalyse en woonzorgvisie is gemaakt. De woonzorgvisie is het uitgangspunt voor bindende prestatieafspraken met de betrokken organisaties. De databank die onderdeel uitmaakt van de Monitor Ouderenhuisvesting, kan gemeenten helpen bij de vaststelling van hun opgave. Samen met de ambassadeurs van de Taskforce wordt in elke regio een bijeenkomst georganiseerd om de opgave op het gebied van wonen en zorg aan te pakken. Gemeenten kunnen op verschillende manieren ondersteund worden bij de totstandkoming van de woonzorganalyses en -visies. Er is een ondersteuningsteam Wonen en zorg voor concrete hulpvragen, een handreiking, een leerkring voor gemeenten waarin door beleidsmedewerkers van een gemeente een woonzorgvisie wordt ontwikkeld en er zijn webinars geweest.
Recent heb ik voor 2021 en 2022 € 20 miljoen per jaar beschikbaar gesteld om de bouw van geclusterde woonvormen voor ouderen te ondersteunen. Dit doe ik door een financiële tegemoetkoming voor algemene voorzieningen zoals de ontmoetingsruimte. In gesprekken met gemeenten, woningcorporaties, marktpartijen en burgerinitiatieven wordt de financiering van dergelijke voorzieningen namelijk als knelpunt opgegeven. Ik zal u voor 1 mei 2021 over de invulling van de regeling informeren.
Tot slot
De databank bevat waardevolle informatie voor het lokale niveau. Via de Taskforce Wonen en Zorg, betrokken koepelorganisaties en kennispartners zal ik gemeenten, woningcorporaties, zorgaanbieders en private partijen attenderen op de mogelijkheden van de ontsloten informatie.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren