Het IMVB-convenant Pensioenfondsen
Schriftelijke vragen
Nummer: 2021D03736, datum: 2021-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 2
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiƫle HTML versie (kv-tk-2021Z01642).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: P.H.M. Smeulders, Tweede Kamerlid (Ooit GL kamerlid)
Onderdeel van zaak 2021Z01642:
- Gericht aan: W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
- Gericht aan: S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
- Gericht aan: W.B. Hoekstra, minister van Financiƫn
- Indiener: P.H.M. Smeulders, Tweede Kamerlid
- Voortouwcommissie: TK
Preview document (š origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 | Vragen gesteld door de leden der Kamer |
2021Z01642
Vragen van het lid Smeulders (GroenLinks) aan de ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van FinanciĆ«n en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het IMVB-convenant Pensioenfondsen (ingezonden 28Ā januari 2021).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de Eerste Voortgangsmeting Monitoringscommissie IMVB Convenant Pensioenfondsen?
Vraag 2
Wat is uw reactie op de Voortgangsmeting? Deelt u de mening dat het uitermate zorgelijk is dat de monitoringscommissie constateert dat de implementatie van het Convenant op alle hoofdindicatoren achterblijft bij de tussentijdse doelstellingen?
Vraag 3
Hoe kan het dat geen enkele van de deelnemende pensioenfondsen alle subindicatoren voor Ā«BeleidĀ» volledig heeft kunnen realiseren? Hoe verklaart u dat slechts vijf procent van de pensioenfondsen alle stappen van due diligence doorlopen? Hoe verklaart u dat 39 deelnemende pensioenfondsen nog altijd niet het instrumentarium hebben toegepast, hoewel dit slechts gaat om het opnemen van (gesuggereerde) teksten in beleid, contracten en monitoring? Heeft u zicht op waarom de tussendoelstellingen over de gehele breedte gemist zijn?
Vraag 4
Wat zegt volgens u de gebrekkige voortgang van de implementatie van het Convenant over de mate waarin pensioenfondsen hun duurzaamheidsrisicoās, zoals fysieke risicoās als waterschaarste, gedegen beheersen?
Vraag 5
Deelt u de mening dat aan de geloofwaardigheid van intenties ten aanzien van engagement afbreuk wordt gedaan, nu blijkt dat pensioenfondsen zeer matig scoren op de mate waarin ze invloed aanwenden om de negatieve impact van beleggingen te voorkomen of te mitigeren (indicator 2c)?
Vraag 6
Heeft u kennisgenomen van het artikel Ā«Waterroof: mede mogelijk gemaakt met ons pensioengeldĀ» dat 19Ā januari jl. op Follow the Money verscheen?
Vraag 7
Wat is uw reactie op het feit dat het in de vorige vraag genoemde artikel laat zien dat verscheidene Nederlandse pensioenfondsen medefinancier zijn van gezondheids- en milieurampen in ten minste de Verenigde Staten en Mexico?
Vraag 8
Wat zegt het volgens u dat er door verschillende Nederlandse pensioenfondsen geen engagement toegepast wordt op een bedrijf als Coca Cola Femsa?
Vraag 9
Vindt u ook dat vanuit het Convenant een verplichting voortkomt voor pensioenfondsen om investeringen individueel te beoordelen en niet slechts via een benchmark?
Vraag 10
Deelt u de mening dat het zeer zorgelijk is dat de monitoringscommissie constateert dat veel deelnemende pensioenfondsen due diligence niet van toepassing verklaren op passieve beleggingen? Hoe kijkt u er met terugwerkende kracht op terug dat de inzet ten aanzien van passieve beleggingen in de tekst van het Convenant niet geƫxpliciteerd is?
Vraag 11
Zet u zich er onverkort voor in dat passieve beleggingen daar, waar het gaat om het uitsluiten van sociale en milieugerelateerde misstanden, aan precies dezelfde doelstellingen onderworpen worden als actieve beleggingen?
Vraag 12
Deelt u de mening dat er een verband bestaat tussen het gebrekkige optreden van Nederlandse pensioenfondsen in specifieke casussen, zoals uiteengezet in het Follow the Money-artikel, en de gebrekkige voortgang van de implementatie van het convenant? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
Vraag 13
Komen de resultaten van de monitoringscommissie voor u als een verrassing? Op welke momenten in het afgelopen jaar heeft u met pensioenfondsen over de voortgang van het Convenant gesproken? Heeft u op enig moment voor de verschijning van de publicatie van de voortgangsrapportage signalen gehad dat de voortgang van de implementatie zeer gebrekkig is? Wat heeft u met deze signalen gedaan?
Vraag 14
Deelt u de zienswijze van de monitoringscommissie dat de vertraging op de hoofdindicator beleid consequenties heeft voor de voortgang op de andere hoofdindicatoren?
Vraag 15
Betekent de gebrekkige voortgang van de implementatie van het Convenant dat het dit kabinet onvoldoende gelukt is via het postennetwerk en economische diplomatie de partijen in het convenant te ondersteunen bij het implementeren van hun IMVB-beleid? Zo nee, waar baseert u dit op? Wat is er op dit punt het afgelopen jaar goed gegaan, en wat kan er beter?
Vraag 16
Heeft u er, wijzende op het gegeven dat de resterende tijd voor realisatie van het convenant afneemt en er meer voortgang gemaakt moet worden dan als de tussendoelstellingen gehaald zijn, nog wel vertrouwen in dat de doelstellingen van het convenant gehaald gaan worden? Zo ja, waarop baseert u dat vertrouwen?
Vraag 17
Wat zou de juridische consequentie zijn als het scenario zich materialiseert waarin de Pensioenfondsen de doelstellingen van het Convenant niet halen, gegeven dat het behalen van deze doelstellingen een verplichting is?
Vraag 18
Hoe verhoudt zich de constatering dat pensioenfondsen in toenemende mate hun eigen ESG-beleid formuleren, met de noodzaak tot harmonisatie van ESG-doelstellingen en -methoden zoals geƫxpliciteerd in de duurzame financieringsstrategie van het kabinet? Vraagt de noodzaak tot harmonisatie te komen om een actievere, meer interveniƫrende rol van de ministeries op dit specifieke punt? Hoe gaat u daar invulling aan geven?
Vraag 19
Ziet u vanuit uw inzet voor gedegen rapportages over ESG-impact en -risicoās, zoals geĆ«xpliciteerd in de duurzame financieringsstrategie van het kabinet, een speciale verantwoordelijkheid om u er actief tegenaan te bemoeien dat pensioenfondsen beter over voorgenoemde zaken gaan rapporteren, gegeven de slechte resultaten op de vierde hoofdindicator? Op welke manier gaat u hier invulling aan geven?
Vraag 20
Deelt u de mening van de monitoringscommissie dat een versnelling van de implementatie meer bestuurlijke aandacht, tijd en middelen vraagt? Wat is de implicatie daarvan voor uw rol?
Vraag 21
Kunt u deze vragen Ć©Ć©n voor Ć©Ć©n beantwoorden en binnen drie weken retour zenden aan de Kamer?