Verslag van werkzaamheden van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO) van juli 2019 – december 2020
Veteranenzorg
Brief regering
Nummer: 2021D03896, datum: 2021-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3
Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-30139-241).
Gerelateerde personen:- Eerste ondertekenaar: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie (Ooit CDA kamerlid)
Onderdeel van kamerstukdossier 30139 -241 Veteranenzorg.
Onderdeel van zaak 2021Z01750:
- Indiener: A.Th.B. Bijleveld-Schouten, minister van Defensie
- Voortouwcommissie: vaste commissie voor Defensie
- 2021-03-10 18:30: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
- 2021-04-15 10:30: Procedurevergadering (via videoverbinding) (Procedurevergadering), vaste commissie voor Defensie
- 2021-06-22 16:00: Veteranen (Notaoverleg), vaste commissie voor Defensie
- 2021-06-30 13:15: Aanvang middagvergadering: Regeling van werkzaamheden (Regeling van werkzaamheden), TK
Preview document (🔗 origineel)
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2 |
Vergaderjaar 2020-2021 |
30 139 Veteranenzorg
Nr. 241 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 28 januari 2021
Hierbij bied ik u ter informatie aan het verslag van werkzaamheden van de Raad voor civiel-militaire Zorg en Onderzoek (RZO1). Het verslag ziet op de werkzaamheden van de Raad in de periode juli 2019 tot en met december 2020. Tevens geldt dit verslag als eindrapportage van de RZO. De reden hiervan is dat met de oprichting van het Nederlands Veteraneninstituut (NLVi) en het instellen van de Raad van Toezicht er overlap ontstaat met de werkzaamheden van de RZO. Hierdoor heeft de RZO onvoldoende toegevoegde waarde. Het in stand houden van de RZO als toezichthouder is daarmee niet meer opportuun.
Tot de oprichting van het NLVi had deze onafhankelijke Raad een adviserende rol bij de verbetering van de veteranenzorg. De Raad hield toezicht op het landelijk Zorgsysteem voor veteranen (LZV), bevorderde de samenwerking tussen de betrokken partijen en gaf advies over het wetenschappelijk onderzoek naar uitzendgerelateerde aandoeningen. De Raad adviseerde mij gevraagd en ongevraagd over deze onderwerpen.
De Raad concludeert in haar rapportage dat de zorg aan onze veteranen verder is verbeterd, daar ben ik blij mee. Punt van aandacht is de capaciteit van het gespecialiseerd maatschappelijk werk. Tevens concludeert de Raad dat het LZV een belangrijke inspanning heeft geleverd om de veteranenzorg te garanderen tijdens de coronacrisis. Ondanks de grote druk die is ontstaan door de crisis heeft dit niet geleid tot onacceptabele vertraging in de veteranenzorgketen. Ik ben daar trots op.
Tot slot wordt door de RZO bijzondere aandacht gevraagd voor samenwerking in de zorg en op het gebied van onderzoek met andere beroepsgroepen om innovatie te bevorderen en effectiever te kunnen omgaan met financiële middelen en gespecialiseerde behandelcapaciteit. Ik heb het werk van de Raad zeer oprijs gesteld en neem het verslag ter harte. Ik zal dit verslag ook betrekken bij de eerstvolgende veteranennota.
De Minister van Defensie,
A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎