[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Voortgang van het verbeteren van het slachtsysteem

Dierenwelzijn

Brief regering

Nummer: 2021D03910, datum: 2021-01-28, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-28286-1169).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 28286 -1169 Dierenwelzijn.

Onderdeel van zaak 2021Z01761:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

28 286 Dierenwelzijn

Nr. 1169 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 januari 2021

Hierbij informeer ik uw Kamer over de voortgang van het verbeteren van het slachtsysteem. Met deze brief geef ik een vervolg aan de brief die ik u op 27 oktober 2020 heb gestuurd (Kamerstuk 28 286, nr. 1131).

Rol functionaris voor het dierenwelzijn en standaardwerkwijzen

Allereerst wil ik ingaan op de standaardwerkwijzen en de rol van de functionaris voor het dierenwelzijn (hierna: functionaris), zoals beschreven in de Europese verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij doden.

Zoals aangegeven in mijn eerdere schrijven (Kamerstuk 28 286, nr. 1131) zit er veel variatie tussen slachthuizen in de standaardwerkwijzen waarin onder andere de potentiële risico’s voor dierenwelzijn per processtap staan beschreven alsmede de monitoring- en registratieprocedures, meetbare criteria en verantwoordelijke personen. Ook de verantwoordelijkheden van de functionaris dienen te worden beschreven in de standaardwerkwijzen van het slachthuis. In sommige gevallen is de inhoud van de standaardwerkwijzen summier of zelfs onjuist. Zodoende heb ik de slachthuizen gevraagd te komen met een voorstel hoe zij invulling geven aan de Europese verordening (EG) nr. 1099/2009 inzake de functionaris voor dierenwelzijn, hoe zij de uitwerking van de standaardwerkwijzen willen invullen en hoe zij deze laten doorwerken richting de medewerkers op de werkvloer om het dierenwelzijn te garanderen. De slachthuizen hebben mij eind januari hiervoor een plan van aanpak gestuurd. Ik zal in februari hierover met hen in gesprek treden en waar ik nodig acht, zal ik hen vragen aanscherpingen aan te brengen. In het volgende schrijven zal ik u verder informeren over dit onderwerp.

Risico-inventarisatie dierenwelzijn op het slachthuis

In bijlage 11 vindt u de risico-inventarisatie dierenwelzijn op het slachthuis, zoals ik uw Kamer heb toegezegd in het Algemeen Overleg van 29 oktober 2020 over dierenwelzijn binnen de veehouderij (Kamerstukken 28 286 en 28 973, nr. 1136). Het document is een eerste verkenning naar de knelpunten op het gebied van dierenwelzijn in Nederlandse slachthuizen. Het geeft de opbrengsten weer van het literatuuronderzoek en de gesprekken met vertegenwoordigers van slachthuizen, medewerkers van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA), dierenwelzijnsorganisaties (ngo’s) en onderzoekers.

De risico-inventarisatie en visie vanuit stakeholders vormt een eerste aanzet voor het verbeteren van het slachtsysteem. De inventarisatie laat zien dat er geen gemeenschappelijk beeld is van de risico’s in Nederlandse slachthuizen en de mate waarin ze worden beheerst. De inventarisatie is een kwalitatieve rapportage, omdat deze voortkomt uit diepte-interviews. Het stuk laat zien waar aandachtspunten liggen en waar verschil van inzicht of overeenstemming is tussen partijen. Het is geen feitelijke weergave van de risico’s voor dierenwelzijn in Nederlandse slachthuizen waar we direct conclusies trekken over welke concrete acties we moeten ondernemen. Het is een grondslag om met elkaar verder te komen tot de kern wat er nu echt aan de hand is. De inventarisatie vormt een uitgangspunt om met de betrokken partijen in gesprek te gaan en tot concrete maatregelen te komen om het welzijn van dieren in het slachtproces beter te waarborgen. Ik zal hiertoe het initiatief nemen.

Bij sommige aandachtspunten zien alle partijen verbetermogelijkheden, bijvoorbeeld bij de aanvoer van dieren met een slechte conditie en het opdrijven van varkens en runderen. Toch zijn partijen het niet altijd eens over de mate waarin deze risico’s voorkomen, de manier waarop ze geborgd worden of de manier waarop deze borging wordt uitgevoerd.

Met het toesturen van deze risico-inventarisatie voldoe ik aan mijn toezegging aan uw Kamer om de Risicoanalyse van knelpunten in het slachtproces aan uw Kamer te zenden.

Voor de verdere uitwerking van de risico-inventarisatie voedselveiligheid (en implementatie van mogelijke maatregelen) maak ik een koppeling met de actualisatie van de integrale ketenanalyse van de roodvleesketen die de NVWA gepland heeft voor 2021. Zodra gereed zal ik uw Kamer informeren en zal ik ook hierover het gesprek aangaan met de betrokken partijen om te komen tot concrete maatregelen om de voedselveiligheid en dierenwelzijn te verbeteren.

Verlagen slachtsnelheid en uniformeren procedure aanvragen verhogen slachtsnelheid

Het verlagen van de bandsnelheid in slachterijen waar zich regelmatig incidenten voordoen kan bijdragen aan het verbeteren van het dierenwelzijn en voedselveiligheid in de betreffende slachthuizen (zoals gevraagd in de gewijzigde motie van het lid De Groot (Kamerstuk 33 835, nr. 156)). Zoals ik in mijn eerdere communicatie heb aangegeven (Kamerstuk 28 286, nr. 1131) is er geen juridische grond om slachthuizen op te dragen de slachtsnelheid per direct (structureel) te verlagen. In het licht van de eerder genoemde totale risicoanalyse, waarbij ik niet alleen vanuit het perspectief van dierenwelzijn, maar ook vanuit het perspectief van voedselveiligheid en het kunnen houden van goed toezicht op de slachthuizen kijk naar het slachtproces, onderzoek ik hoe een causale relatie eruitziet tussen de slachtsnelheid en dierenwelzijn, voedselveiligheid en goed toezicht (belangrijke doelen van het interventiebeleid). Hiermee creëer ik mogelijk de benodigde juridische onderbouwing om de slachtsnelheid te verlagen. Ik streef erna dit voor de zomer te hebben afgerond.

Het laatste punt van de verbetering van het slachtsysteem waarover ik u wil informeren is het uniformeren van de procedure voor verzoeken van slachthuizen aangaande het verhogen van de slachtsnelheid. Wanneer een slachthuis een technische aanpassing wil doorvoeren (zoals het verhogen van de slachtsnelheid) zal ik, in samenwerking met de NVWA, naast de al uitgewerkte toetsing van voedselveiligheid, toetsen of deze aanpassing een risico vormt voor het dierenwelzijn. Ik streef erna voor de zomer een uniforme procedure te hebben voor aanvragen betreffende het verhogen van de slachtsnelheid waarbij dierenwelzijn een meer prominente rol zal hebben.

Onbedwelmd kantelen van pluimvee

Ondanks de nodige aanpassingen in apparatuur en werkwijzen van slachthuizen bestaat er nog steeds een risico op vermijdbare pijn, spanning of lijden bij het onbedwelmd kantelen van pluimvee. Zoals eerder aangegeven (Kamerstuk 28 286, nr. 1131) vind ik dit niet acceptabel en wil ik de norm voor onbedwelmd kantelen van pluimvee aanscherpen. Ik onderzoek hoe die normen eruit kan zien en onderzoek ook mogelijke alternatieven. Ik stuur de Kamer voor de zomer de uitkomsten van deze verkenning.

Zwartboek slacht: Tienpuntenplan voor een transparant slachtproces

Tijdens het debat over de NVWA van 13 februari 2020 heeft het lid Ouwehand mij een tienpuntenplan voor verbetering van het slachtproces2 aangereikt (Handelingen II 2019/20, nr. 54, item 7). Ik heb de notitie met belangstelling doorgelezen. Een aantal zaken herkende ik niet, maar met een aantal zaken ben ik bezig. Over de slachtsnelheid heb ik uw Kamer reeds geïnformeerd (Kamerstuk 28 286, nr. 1131). Het structureel verlagen van de slachtsnelheid of vastleggen van één slachtsnelheid is op dit moment niet mogelijk, maar ik bekijk wel hoe een causale relatie tussen dierenwelzijn, voedselveiligheid, goed toezicht (belangrijke doelen van het interventiebeleid) en de slachtsnelheid eruit ziet zodat dit mogelijk benodigde juridische onderbouwing creëert om de slachtsnelheid te verlagen. Daarnaast werk ik toe naar een uniforme procedure met daarin een prominentere positie voor dierenwelzijn, voor de behandeling van verzoeken van slachthuizen voor het verhogen van de slachtsnelheid.

Met het verbeteren van het slachtsysteem kijk ik fundamenteel naar het slachten van dieren en hoe dit beter kan. Dit licht ik in het volgende punt nog verder toe.

Doelstelling van het verbeteren van het slachtsysteem

In het voorgaande deel van deze brief ben ik ingegaan op de status van de individuele punten van de verbetering van het slachtsysteem. De doelstelling van de verbetering van het slachtsysteem is op basis van de verkenningen en analyses die worden uitgevoerd een herzien slachthuisbeleid op te stellen (voor zowel pluimvee als hoefdieren). Het herziene slachthuisbeleid moet voorzien in duidelijke en transparante kaders en normen voor zowel voedselveiligheid als dierenwelzijn. In het beleid wordt ook meegenomen hoe het toezicht op deze aspecten wordt uitgevoerd. Dit laatste gebeurt in nauwe samenhang met de uitwerkingen van het eindrapport van ABD Topconsult over de onbalans tussen taken en capaciteit bij de NVWA (zie Kamerstuk 33 835, nr. 121). Parallel aan deze brief ontvangt u tevens een brief betreffende de herbezinning van de NVWA. De punten uit deze brief gerelateerd aan het versterken van het toezicht in de vleesketen worden meegenomen bij de verbetering van het slachtsysteem.

Evaluatie convenant onbedwelmde slacht volgens religieuze riten

Vanaf 1 januari 2018 wordt in Nederland rituele onbedwelmde slacht uitgevoerd volgens aangescherpte wettelijke regels. Deze regels volgen uit het «Convenant onbedwelmd slachten volgens religieuze riten» en het addendum en zijn verankerd in het Besluit houders van dieren. Zowel op ambtelijk als op bestuurlijk niveau wordt met de convenantpartijen gesproken over de stand van zaken en uitvoeringspraktijk van het Convenant. In het Convenant is vastgelegd dat deze om de 3 jaar geëvalueerd wordt. Het doel van de evaluatie is om de doeltreffendheid en doelmatigheid van het convenant te evalueren. Ik overleg sinds oktober jl. met de convenantspartijen om vorm te geven aan de evaluatie, zoals ik eerder heb toegezegd (Kamerstuk 31 571, nr. 33). De evaluatie wordt uitgevoerd door een extern bureau en op dit moment bevinden wij ons in de aanbestedingsfase. In het najaar zal ik de uitkomsten van de evaluatie naar de Kamer sturen.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎

  2. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl↩︎