[overzicht] [activiteiten] [ongeplande activiteiten] [besluiten] [commissies] [geschenken] [kamerleden] [kamerstukdossiers] [open vragen]
[toezeggingen] [stemmingen] [verslagen] [🔍 uitgebreid zoeken] [wat is dit?]

Wijzigingsregeling NOW t.b.v. intrekkingsverzoeken en aanpassen percentages 4e tranche

Noodpakket banen en economie

Brief regering

Nummer: 2021D04090, datum: 2021-01-29, bijgewerkt: 2024-02-19 10:56, versie: 3

Directe link naar document (.pdf), link naar pagina op de Tweede Kamer site, officiële HTML versie (kst-35420-246).

Gerelateerde personen: Bijlagen:

Onderdeel van kamerstukdossier 35420 -246 Noodpakket banen en economie.

Onderdeel van zaak 2021Z01853:

Onderdeel van activiteiten:

Preview document (🔗 origineel)


Tweede Kamer der Staten-Generaal 2
Vergaderjaar 2020-2021

35 420 Noodpakket banen en economie

Nr. 246 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 januari 2021

Inleiding

Met deze brief breng ik u op de hoogte van een volgende wijzigingsregeling voor de Noodmaatregel overbrugging werkgelegenheid (NOW). Allereerst wordt met deze regeling invulling gegeven aan de nieuwe parameters voor de 4e tranche van deze regeling (subsidietijdvak januari-maart 2021). In de Kamerbrieven van 9 december 2020 en 21 januari 2021 zijn de nieuwe parameters al aangekondigd (Kamerstuk 35 420, nrs. 217 en 237). Met deze regeling wordt hier ook juridisch vorm aan gegeven. Naast deze wijziging is ook een aanpassing op het gebied van de intrekkingsverzoeken noodzakelijk. Ook deze wijziging is in de bijgevoegde wijzigingsregeling opgenomen1.

De wijziging in de parameters van de vijfde tranche van de NOW (subsidietijdvak april-juni 2021) die ook in de brief van 21 januari is aangekondigd, zal in een volgende wijzigingsregeling worden opgenomen.

Wijzigingsregeling

Wijziging parameters 4e tranche

Met de wijziging van de parameters voor de 4e tranche wil het kabinet recht doen aan de moeilijke situatie waar veel ondernemers zich in bevinden. Zeker met de aangescherpte maatregelen van de laatste maanden lukt het ondernemers vaak maar met grote moeite om hun bedrijf voort te zetten en de lonen te betalen. Met de wijziging wordt de eerder in de regeling verwerkte afbouw ongedaan gemaakt en blijven de parameters van de derde tranche van de NOW ook voor de vierde tranche van toepassing. Daarnaast heeft het kabinet specifiek voor het vergoedingspercentage besloten dit te verhogen naar 85%.

Dit betekent dat de nieuwe parameters voor de NOW die vanaf januari – maart gaan gelden zijn:

Vergoedingspercentage 80% 85%
Loonsomvrijstelling 10% 10%
Minimaal omzetverlies 20% 20%
Forfaitaire opslag 40% 40%
Maximale vergoeding loon 2x dagloon 2x dagloon

Intrekkingsverzoeken

Na de publicatie van het register met aanvragen voor de Eerste tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (hierna: NOW1) afgelopen zomer, ontving UWV vele verzoeken tot intrekking van de eerdere subsidieaanvraag. Het aantal intrekkingsverzoeken nam opnieuw toe rond de opening van het aanvraagloket van de vaststelling NOW1. De afhandeling van deze verzoeken is erg arbeidsintensief en vormen een risico voor de uitvoering. Daarom worden intrekkingsverzoeken die worden ingediend op een tijdstip dat zij niet meer tot gevolg hebben dat de omzetperiode van het opvolgende subsidietijdvak zelf mag worden gekozen, door UWV afgewezen. In dit geval bestaat voor de werkgever uiteraard wel de mogelijkheid om ofwel bij de vaststellingsaanvraag te verzoeken om de subsidie op nihil vast te stellen, ofwel om in het geheel geen verzoek tot vaststelling te doen. Ook dan wordt de subsidie uiteindelijk op nihil vastgesteld. Een vaststelling op nihil leidt tot terugvordering van het verstrekte voorschot. Verzoekt de werkgever om vaststelling op nihil, dan hoeft hij ook geen accountants- of derdenverklaring bij te voegen, als dat verplicht zou zijn vanwege de hoogte van het voorschot of het subsidiebedrag.

Een verzoek tot intrekking van een verleningsbeschikking voor de NOW kan tot gevolg hebben dat de werkgever de omzetperiode van het opvolgend subsidietijdvak zelf mag kiezen. Dit was tot nu toe steeds het geval als het intrekkingsverzoek werd gedaan voordat de subsidie van het opvolgende tijdvak werd aangevraagd. Die mogelijkheid wordt vanaf heden voor intrekkingsverzoeken voor de verleningsbeschikking in tijd beperkt.

Voor de derde tranche geldt dat bij intrekkingsverzoeken die zijn ingediend voor 15 februari 2021 (de datum van opening van het aanvraagtijdvak voor de vierde tranche) nog een eventuele wijziging van de omzetperiode mogelijk is voor de vierde tranche. Voor de vierde tranche geldt dit voor intrekkingsverzoeken die voor het einde van dat subsidietijdvak (dus voor 1 april 2021) zijn ingediend. Heeft de werkgever in de periode van 1 januari tot en met 14 februari 2021 verzocht om de verleningsbeschikking voor de derde tranche in te trekken en wenst hij zelf de omzetperiode voor de vierde tranche te kiezen, dan dient hij telefonisch contact op te nemen met UWV voordat hij de aanvraag voor de vierde tranche doet.

Overeenkomst over werkbehoud

Indien een werkgever een NOW-aanvraag doet op het niveau van de werkmaatschappij, is in de regeling onder andere als voorwaarde opgenomen dat, indien de werkgever 20 of meer werknemers heeft, er een overeenkomst over werkbehoud moet worden gesloten met de belanghebbende verenigingen van werknemers. Bij het ontbreken van zo een overeenkomst wordt bij de vaststelling de subsidie op nihil gesteld en wordt het voorschot teruggevorderd. De accountant toetst deze voorwaarde bij zijn onderzoek.

Gedachte achter deze subsidievoorwaarde is dat door betrokkenheid van de vakbonden de uitzondering om op werkmaatschappijniveau NOW aan te vragen alleen wordt gebruikt indien dat echt noodzakelijk is en dat door de overeenkomst er geen werkgelegenheid verloren gaat. Naar nu blijkt kan de voorwaarde soms een averechts effect hebben, namelijk wanneer niet alle belanghebbende vakbonden de overeenkomst van werkbehoud hebben getekend. Dat leidt namelijk tot nihilstelling van de subsidie, waardoor een werkgever onvoldoende geld heeft om iedereen te betalen en in dienst te houden.

Het niet tekenen van de overeenkomst door een belanghebbende vakbond kan het gevolg zijn van een meningsverschil met de werkgever, maar kan ook het gevolg zijn van het feit dat een vakbond met slechts enkele leden in het bedrijf over het hoofd is gezien bij het opstellen van de overeenkomst. De accountant constateert vervolgens dat niet alle bonden de overeenkomst hebben getekend en dat leidt tot nihilstelling van de subsidie. Dit vindt het kabinet ongewenst. Het kabinet vindt het echter onverminderd van belang dat door de betrokkenheid van de vakbeweging geborgd wordt dat de werkgelegenheid waar mogelijk behouden blijft. Daarom wordt de regeling zodanig aangepast dat de overeenkomst getekend moet zijn door minimaal één belanghebbende vertegenwoordiging van werknemers. Zodoende blijven de belangen van werknemers gewaarborgd en worden onnodige nihilstellingen voorkomen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
W. Koolmees


  1. Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.↩︎